'Allemaal zitten!' Op commando van trainer Hans vlijen de 22 spelers van de nieuwe B-selectie van SC Heerenveen zich in augustus neer in het gras van sportcomplex Skoatterwald. 'Jullie hebben elkaar nu wat bekeken en ingeschat qua sterkte. Willen de jongens die denken dat ze de sterksten zijn opstaan?'
Enzo (15) staat als eerste op. Tien jongens volgen zijn voorbeeld.
'Goed. Jullie elf vormen de komende tijd de basis, maar nu eerst een onderling potje 11:11.' De zelfbenoemde sterksten walsen in een kwartiertje met 7-0 over de zittenblijvers heen. De hiërarchie in de groep staat vast. Van de eerste elf spelen een jaar later nog altijd negen in de basis. Daaronder de voltallige aanvalslinie: Pelé op 10, Leroy op 9, Enzo op 6, Quenten op 11.
Als Enzo 's avonds op zijn kamer zijn vader Frans in Den Haag belt en hem vertelt over het harde psychologische spel, valt die bijna van zijn stoel. Had hij zijn zoon niet altijd gezegd bescheiden te zijn over zijn capaciteiten? Ook al speelde hij bij Oranje voor Amateurs Onder 16 en won hij al eens de Koninkrijks-spelen. En ook al is hij een fantastische, gedreven voetballer, gezegend met een topconditie, scherp inzicht, goede handelingssnelheid en strakke trap.
Enzo zegt dat hij bescheiden wilde zijn, maar iets in hem dwong hem te gaan staan. En wel als eerste. Dat vuur in hem vervult Frans ook met trots. Zelf behoorde hij ooit tot de nationale rolhockey-selectie. Daar was de concurrentie niet zo moordend als nu in Heerenveen.
'Net het echte leven vinden ze daar, de realiteit waar spelers aan moeten geloven.' Vooral de elf die niet opstonden, moeten doordrongen raken van hun lagere positie. Weten ze precies wie ze nog voorbij moeten. Zes jongens hoeven zich op zaterdag niet eens om te kleden, zij knokken zich er op de training maar in. Want middelmatige spelers die boven zichzelf uitstijgen, daar hebben ze in Heerenveen een zwak voor. Van oudsher. Het talent groeit rond dit dorpje niet tussen de boterbloemen in de wei.
Om het schaarse talent te behouden voor SC Heerenveen, biedt de club twee raspaardjes uit de voorhoede al een jeugdcontract van een paar duizend euro per maand. 'Waarom die twee ego's wel en mijn zoon niet?' mopperen andere ouders. 'Die ene is een leuke zaalvoetballer, geen voetballer. Hij weet niet wat samenspelen is. Om daarvoor te betalen op die jonge leeftijd.'
Enzo haalt zijn schouders erover op. Hij is met zichzelf bezig. Met zijn vijftien jaar is hij de jongste van negentien spelers uit de B1,A1 en Jong Heerenveen die samenwonen in een appartementencomplex van Heerenveen. Ze hebben er elk hun eigen kamer. In de ruimte beneden werken ze van maandag tot en met vrijdag gezamenlijk het ontbijt naar binnen. Enzo had ook bij een gastgezin mogen inwonen, maar dat zag hij niet zitten. Hij is graag op zichzelf, vindt het maar moeilijk zichzelf te zijn met vreemden om hem heen. Liever kijkt hij met vriend en ploeggenoot Ferry uit Den Haag op zijn kamertje een beetje tv, doet hij zijn huiswerk voor de havo. Op vrijdagavond gaat hij niet uit, aan meisjes en drank heeft hij geen behoefte. Om tien uur doet hij zijn gebed, stapt in bed, denkt aan de wedstrijd van morgen. Hij neemt zich voor zijn kwaliteiten te benutten en niet te veel te tobben.
Vandaag zag Enzo een jongen uit het Beloftenteam zijn Volkswagen Polo voor het appartement parkeren. Er kwam een plasmascherm uit dat bijna net zo groot is als zijn kamer. '90 Procent van het tweede elftal valt af en moet weg,' denkt Enzo. 'Wat als straks ook voor die jongen geen plaats is in het eerste? Wat zit zo'n jongen dan nog voor zijn reusachtige flatscreen?'
Met de eindigheid der dingen moet Enzo niet zo bezig zijn, vindt Frans. Hij moet nu genieten, gedachteloos opgaan in de leerschool op Skoatterwald. Maar zo zintuiglijk steekt zijn zoon niet in elkaar. Die betrekt dingen op zichzelf, op zijn toekomst, zijn verleden.
Een paar seizoenen terug werd Enzo zelf weggestuurd, van de opleiding van ADO Den Haag. Niet wegens zijn voetbalkwaliteiten, de trainer had alleen twijfels over zijn instelling. 'Deze Huntink is geen twijfelgeval,' had Frans gezegd. 'Jullie verpesten mijn zoon. Zoals jullie soms woedend de kleedkamer binnenstormen en dan een tas neersmijten om indruk te maken op die jongens, belachelijk. Hoe kunnen jullie vijf jongens vlak voor een toernooi in Italië vertellen dat ze moeten ophoepelen? Jullie mishandelen kinderen psychologisch.' Dat was dus het einde van Enzo's tijd bij ADO. Hijzelf ervoer het niet zo negatief als zijn vader. Met zijn Haagse vrienden had hij er veel lol. Maakten ze soms een puinhoop in de kleedkamer, gooiden ze vuilnisbakken leeg in elkaars tassen. En de trainer lachte mee.
Na twee jaar wilde ADO Enzo weer terug. Ook Sparta en SC Heerenveen toonden belangstelling, maar Frans hoopte dat Enzo thuis wilde blijven wonen en zei te verwachten dat hij terug naar ADO zou gaan. De club noteerde Enzo alvast op de spelerslijst voor volgend seizoen voor positie 6 of 7. 'Komt-ie nou?' belden ze nerveus. Maar voordat Enzo een beslissing nam, wilde hij eerst die stage in Heerenveen afmaken. Daar gaven ze hem een tas mee met een vaantje en zeiden: 'Heel leuk dat je hier was, we hopen dat je voor ons kiest. Je moet dan wel verhuizen.'
In de auto terug naar Den Haag bleef het lang stil. 'Pap, je wilt liever niet dat ik het huis uitga, hè?' Frans had een dikke keel, knikte: ga maar, het is beter voor jou.
Heeft Enzo nieuwe schoenen nodig? Bij de materiaalman van het Abe Lenstra Stadion mag hij de allernieuwste Umbro's van tweehonderd euro ophalen. Een warm bad vol vakmensen omspoelt hem. De inspanningsfysioloog hangt zestig kilogram aan zijn rug, zet elektroden op zijn lichaam, schakelt de loopband aan. Hoe snel is Enzo, hoe snel herstelt hij? Ze geven hem twee grote potten suikers mee, Glutamine Recovery Max en ISO Drive om de prestaties zo hoog mogelijk te houden. Dat zal wel lukken. Stonden bij ADO twee trainers op het veld, hier de techniektrainer, de looptrainer, de positietrainer, de coach, de teamleider.
Een psycholoog analyseert zijn Action Type, het type sporter dat hij is. Hij blijkt een zeldzame 'INFJ' —een introverte, intuïtieve, geëngageerde, intense, vastberaden en gevoelige speler die het spel én zijn handelen daarin holistisch overziet en een beslissing op gevoel neemt. De kale feiten van het wedstrijdbeeld interesseren hem niet. Wél boeit het hem hoe de wedstrijd zich conceptueel ontwikkelt —en wat zijn bijdrage kan zijn. De INFJ komt zelden voor onder topsporters.
SC Heerenveen doet nog niets met het inzicht, maar Enzo zelf bevalt dit hokje wel. Op zijn spel heeft het zelfs een kalmerende uitwerking. Als je hem twee jaar geleden in wedstrijden zag ontploffen! Zo gereserveerd als hij buiten de lijnen bekend stond, zo explosief was hij erbinnen. Bij het fluitsignaal ging de knop om, zoals bij Gennaro Gattuso van AC Milan. Vooral als het niet liep zoals hij wilde. Opgesteld als laatste man omdat de coach de nul wil houden? De ergernis droop dan negentig minuten van zijn lijf, en zijn mannetje kon maar beter uit zijn buurt blijven. 'Enzo had er schijt aan,' zoals ze dat in Den Haag noemen. 'Loop maar door de warming-up van die jongens heen,' moedigde zijn ADO-coach hem aan. Dat deed-ie dan. Bij een vrije trap van de tegenstander stond hij lang en vervelend de boel te traineren. Mopperen tegen de scheids —was hij ook goed in. 'Hé, wat dóe je?!' voer hij uit tegen medespelers die de kantjes eraf liepen. Eén keer liep hij middenin een pot straal het veld af. De woede werd hem te veel. Gedrag dat ze bij ADO wel oké vonden, maar bij SC Heerenveen uit den boze is. Niet dat ze er daar ooit wat van hebben kunnen zeggen. Enzo denkt dat de coach die schaduwkant van hem niet eens kent. Vanaf dag één op Skoatterwald is Enzo een ander mens.
Na de 1-1 tegen AZ B1 prijst de trainer hem om zijn grote inzet. 'Kan zijn, maar juist daardoor vond ik jou niet scherp voor het doel terug,' zegt Frans in de auto. Zijn vader had wél meteen de oude, broeierige lichaamstaal van zijn zoon herkend. De ternauwernood verholen ergernis over anderen. 'Omdat sommigen in jouw team een offday hadden, moest jij veel te hard werken op het middenveld. Als nummer 10 hoor jij volgens mij meer achter de spitsen te spelen, maar je was sneller dan je laatste man om een doorgebroken speler terug te halen!' Enzo zwijgt. Hij vindt zijn trainer geweldig. Die probeert soms voor hem en Ferry Haags te praten, echt lachen. Van zijn vader wil Enzo dus geen kwaad woord over hem horen. Na elke zaterdagwedstrijd rijdt Enzo met zijn ouders mee naar Den Haag, en op zondagavond zetten ze hem weer op de trein terug. Elke ochtend traint hij van negen tot half elf, gaat naar school van elf tot half twee, traint nog eens en trekt zich na het eten in het restaurant van het Abe Lenstra terug op zijn kamer. Pas dan voelt hij hoe hij zijn ouders mist, pakt de telefoon, vertelt zijn vader over de dag. Frans hoort de brok in Enzo's keel. Hij zou wel in de hoorn willen kruipen om bij Enzo te kunnen zijn.
De B-selectie doet de Shuttle Run Test. Ze rennen heen en weer tussen twee strepen, moeten voor de 'piep' de streep zien te halen. Omdat de piepjes elkaar steeds sneller opvolgen, is het steeds moeilijker op tijd aan de overkant te zijn. De meesten halen krap honderd piepjes, Enzo 149. Later die week ondergaat hij een medisch onderzoek van anderhalf uur. Bloed, urine, longfunctie, ECG, orthopedie en weer sensoren op zijn lichaam om de spierspanning te meten. Oordeel: kerngezond, zeer goede conditie, 175,5 centimeter lang en 64,9 kilo licht. Elke twee weken wordt het vetpercentage gemeten. Een Body Mass Index van boven de dertig? 'Vettie,' noemt de fysio je dan. Een jongen die al op het randje zit, eet voor vertrek in de spelerbus een broodje gezond met sladressing. Trainer Hans zeikt hem de hele reis af. 'Papzak!' Enzo is niet van plan zich te laten gebruiken als voorbeeld van hoe het niet moet. Door chips, chocola, varkensvlees en patat plaatst hij een rood kruis.
Na vijf moeizame gelijkspelen vaart trainer Hans tegen Enzo uit. Hij moet minder aan zichzelf denken, anderen meer coachen. 'Waar ben je nou reserveaanvoerder voor man? Veel van jouw teamgenoten begrijpen nog niet waar het om gaat bij Heerenveen, als ze zo doorgaan kunnen ze vertrekken!' Dat wist Enzo eigenlijk al. In de gesprekken in december kregen maar vier van de 23 jongens te horen dat ze mogen blijven als ze zo doorgaan. De rest kan weg als Hans nu zou moeten beslissen.
'Is hij nou boos op mij of op de anderen?' vraagt Enzo zich af door de telefoon. 'Zie het maar als een groot persoonlijk compliment aan jou,' zegt Frans. 'Hij vindt jou zo goed, dat het tijd wordt dat jij je meerwaarde toont voor de rest. Die anderen hebben jou nodig.' Ik steun mijn vriend Ferry al die door blessures naast de basis staat, denkt Enzo. Moet ik al die anderen nu ook op sleeptouw nemen? Terwijl het elkaars concurrenten zijn en ze niet naar elkaar willen luisteren? De volgende dag bezorgt hij de B1 de winst tegen Feyenoord met een strak schot vanaf rand strafschopgebied in de benedenhoek. Tegen Willem II laten hij en zijn mannen zulke prachtige aanvallen zien, dat zelfs de trainer van de Tilburgers staat te klappen. Tegen FC Groningen gaat het weer mis. Enzo praat voor geen meter in het veld, alleen heel even als de trainer hem schreeuwend aan die taak herinnert.
'Doofstom team,' moppert Hans in de kleedkamer. Stilletjes verbaast Enzo zich juist over zichzelf. Hij heeft zich weer niet laten gaan tegen medespelers. De trainer moest eens weten.
De sombere maanden na kerst vallen Enzo zwaar. Een enkelblessure houdt hem een maand aan de kant, en als hij bij een invalbeurt aan zijn andere enkel geblesseerd raakt, rollen de tranen over zijn wangen. Niet van de pijn, maar van de ondraaglijke gedachte dat hij de krakers tegen Ajax en Feyenoord gaat missen. 's Avonds belt Hans om te vragen hoe het met hem gaat. 'Enzo, je hoeft je geen zorgen te maken over je toekomst bij Heerenveen.' Zulke dingen zeggen spelersagenten ook tegen Frans. Elke wedstrijd stapt er wel eentje op hem af, steeds met hetzelfde verhaal. We volgen Enzo al sinds Quick, hoor! En we zien hem zeker doorbreken in het internationale voetbal. 'Leuk voor Enzo, maar wat heb jij daarmee te maken?' zegt Frans dan. De man praat gewoon door, zegt dat hij veel voor Enzo kan betekenen, adviseert hem ook andere schoenen te nemen en extra fysiotherapie voor zijn blessure. Frans onderbreekt hem nog eens. 'Ik heb niets gehoord wat ik zelf niet kan doen als ouder.' Als de man is afgedropen, denkt Frans: 'Wat als Enzo het voetballen niet meer ziet zitten? Dan moet hij toch weer lekker naar huis kunnen komen? Wat als hij dan vastzit aan een of ander contractje? Wat als hij niet goed genoeg is voor de top? Zetten ze hem dan bij een tweededivisieclubje om toch nog iets aan hem te verdienen?'
Na een oefenwedstrijd is Enzo verdrietig aan de telefoon. Er is niks, maar hij voelt zich moe, zo alleen. Frans en Kartinah rijden meteen naar hem toe. Ze gaan uit eten, praten veel. Enzo zegt: 'Ik weet waar ik dit voor doe, maar toch.'