'Heb je het al gehoord,' zoemt het in de kleedkamer van de PSV E-selectie. Ze kleden zich om voor de eerste training na de winterstop. 'Coen stopt met voetbal. Hij gaat weg bij PSV.' Wat heeft Coen gedaan dan? Zo'n slecht rapport had ie toch niet? Dan moet-ie zich vreselijk hebben misdragen! Nee, Coen stopt omdat hij dat zélf wil. Ze zijn verbijsterd. Anders hun ouders wel, boven in de kantine. Vriendelijk bedanken voor een tip-top-opleiding tot profvoetballer. Beseft dat joch wel hoe rijk hij had kunnen worden later? 

 

 

Coen (9) is een tweebenige middenvelder, turbodiesel. Maakt lange spurts langs de lijn, in een ruime boog om de tegenstander heen, geeft dan de beslissende voorzet. Zijn moeder ziet het hem honderden keren doen. Bij zijn eerste beoordeling in de herfst zegt de trainer: 'Meer acties maken Coen, ga de duels aan, pas de trucs van de training toe.' Maar Coen is een dienstbare voetballer, speelt graag over. Hij houdt ook niet zo van duels en confrontaties. Jammer dan voor Coen. Voor elke actie die hij maakt, beloont de trainer hem. Zo wordt hij toch een pingelaar. Want Coen is ook een streber. Na een wedstrijd vol brave passeeracties met scharen en Zidaantjes, aait de trainer hem over de bol. 

 


 

 'Ik had die bal er liever meteen ingeramd.' In de auto terug naar Culemborg beklaagt hij zich over jongens die alleen maar pingelen. Dat zij zo nodig moeten, prima. Maar dat ze dan steeds de bal kwijtraken! Op jeugdcomplex De Herdgang laat hij niks merken. Heeft geen enkele zin daar iets over te zeggen. Coen doet niet moeilijk. Laatst constateerde zijn moeder luis in zijn haar. 'Gaan we doen Coen? Luizenkam kopen?' 'Nee, scheer me maar meteen kaal.'

Begin december breekt hij zijn middenvoetsbeentje. Met zijn gipspoot mist hij wedstrijden en trainingen, ook het voetbalhuiswerk tijdens de vakantie blijft liggen. Zo blijft er veel tijd over voor Coen om na te denken. Op de avond voor de eerste training na de winterstop zegt hij: 'Mam ik wil stoppen.' 

Ze weet niet wat ze hoort. Nooit ging hij met tegenzin. Toen Chelsea laatst de vijftienjarige Patrick van Aanholt kocht van PSV, had hij nog gezegd: 'Mam, als ik word gevraagd voor Chelsea, zou ik dat dan mogen?' Ze ziet zijn smoel en weet dat het over is. Bij PSV zijn ze lief voor Coen, maar ze zijn ook verbaasd. Dit maakten ze nog nooit mee. De trainer zegt ook weer niet heel verrast te zijn. 'Hij was er soms niet bij met zijn hoofd.'

Zijn moeder zegt: 'Coen is een dromer, maar ook een perfectionist. Hij heeft een sterke norm van hoe goed hij moet zijn. Hij presteert alleen voor zichzelf.'

'Wil je bedenktijd Coen?' vraagt hoofd Scouting Rini. Dat wil Coen niet.

'Dat kun je niet maken Coen,' vindt zijn moeder. Thuis praten ze er nog twee weken over door. 'Als ik eraan denk dat ik vanaf nu alleen nog maar moet voetballen, krijg ik het benauwd,' zegt Coen. 'Niet dat ik het niet leuk meer vind, maar ik wil ook andere sporten doen en gewoon met mijn vriendjes spelen. Ik zal Ties en Giovanni wel missen. En Dante, Twan, Mats, Mink, Matthias, leke, Jim. En de trainer.' Zijn moeder gloeit van trots. Ze heeft een kind dat zichzelf nooit geweld zal aandoen. Tegelijk vindt ze het moeilijk zo door haar kind buitenspel te worden gezet. Hij is negen en beslist zonder overleg.

'Als je toch weer wilt voetballen, moet je vooral komen praten,' zegt Rini nog. 'En we blijven je volgen bij je amateurclub hoor!' Dat wordt dan lastig, want Coen gaat niet terug naar zijn oude club. Die avond belt hij met allerlei sportclubs in Culemborg. Bij de hockeyclub mag hij meteen bij de D-pupillen instromen. Ook de basketballclub wil hem dolgraag hebben, maar daar hangt te veel tuig rond. Iemand roept 'neger, neger!' naar hem. Moet je bij Coen niet mee aankomen.

Atletiek is het helemaal voor hem. Daar kan hij zélf winnen, zélf verliezen, zonder irritante pingeldozen die ballen kwijt raken. Niet gehinderd door enige techniek of gêne schrijft hij zich in voor zijn eerste officiële wedstrijd. Niet ruggelings maar als een kikker springt hij over de stok: genoeg voor zilver op de meerkamp. De loopnummers zijn duidelijk zijn ding: goud op de 1000 meter. Laatst trapte hij weer een balletje op straat. Zijn passeertechniek was achteruit gehold.