'Hé Sieme,' zegt Kees (21) met zijn mond vol tegen  zijn broer in het open keukentje. 'Het helpt misschien Onder grote druk bezorgde hij de bal ternauwernood als je die stapel boterhammen even in de magnetron  legt.'

Verdwaasd hakt Sieme (19) met een stalen mes in op een bevroren homp brood, kijkt om en zegt: 'O ja, bedankt. 'Kijk dat neemt Sieme dus gewoon van hem aan. Andersom neemt Kees trouwens ook veel van zijn broertje aan. Hij zit aan de eettafel in de achterkamer, al met een enorme stapel boterhammen voor zich. Die van hem zijn al gesmeerd en gesneden. Een dikke prop deeg plakt in een wang, besloot druk te zetten en daardoor zijn eigen mande blonde manen zijn nat en ongekamd. Hij staart netje overliet aan zijn laatste man. Elkaars mannetjes wezenloos uit het raam, naar het rommelige tuintje overnemen is altijd listig. Met de bal teruglopend achter de doorzonwoning van zijn ouders. 

 


 

Sieme is de rossige versie van Kees, maar dan met sproeten. Hij speelt nog alrijd in het eerste van tweedeklasser Vitesse '22 in Castricum. Dezelfde club waar Kees werd gescout toen hij twaalf was.

De amateur Sieme ziet de dingen precies zo als profvoetballer Kees ze ziet. En dat betekent dat de dingen niet zo simpel zijn als ze lijken. Vooral als je op een voetbalveld staat. Dan kan pa wel zeggen de goals van Sparta werden met het hoofd gemaakt. dat Kees tegen De Graafschap (1-1) de bal breed had moeten geven, maar zij zien dat anders. Kees' intuïtie zei inderdaad: balletje breed. Zoals vader Eef later in het spelershome doceerde. Maar een stem in Kees zei: nog éven verder zoeken. Zijn er betere afspeelmogelijkheden met meer terreinwinst. Nee. Of toch... oeps de tegenstander komt wel erg dichtbij!

Onder grote druk bezorgde hij de bal ternauwernood bij een medespeler.

 

Eef kan soms zo kritisch zijn. Hij is trainder van vijfdeklasser FC Castricum. Net als zijn zoons een lange, dunne darm. Elke thuiswedstrijd van Excelsior reist het hele gezin Luijckx af naar stadion Woudestein in Kralingen, Rotterdam. Vanaf de tribune ziet Eef de dingen simpel. Die tegengoal van De Graafschap viel nadat hun centrale verdediger plots opkwam, Kees besloot druk te zetten en daardoor zijn eigen mannetje overliet aan zijn laatste man. Elkaars mannetjes overnemen is altijd listig. Met de bal teruglopend naar de middenstip zei die laatste man fijntjes: 'Kees, dat was jouw mannetje hè.' Vond Eef nou ook. Onzin! vinden de broertjes. Iemand moest die inschuivende vier toch opvangen?

 


 

Een paar wedstrijden eerder besliste Kees een zinderende derby tegen Sparta.Het stond 3-3. Hij stond centraal achterin, liet daar steekjes vallen. Alle drie de goals van Sparta werden met het hoofd gemaakt.

Mag hij zichzelf aanrekenen met zijn lengte. 92ste minuut: vrije trap. Een meter of 22 schuin voor het doel. Ideaal om vol uit te halen zonder het gevaar dat de bal te laat daalt. Pierre van Hooijdonks favoriete afstand. Die loopt als trainer stage bij Excelsior. Kees was in de spelersbus op hem afgestapt met de vraag of hij met hem wilde trainen. 'Mik de bal in een bepaald gebied,' leerde hij. 'Tja,' dacht Kees. Zo'n zondagsschot kun je dus niet leren. Je kunt het alleen heel veel oefenen.

Wat je wél kunt leren, is juichen. Kees vierde deze eerste goal in de eredivisie, zoals hij dat op zijn elfde leerde in de KNVB regioselectie Onder 12. Alle junioren waren onder de indruk van het mooie tenue dat de KNVB hun gaf. Van systemen hadden ze nog nooit gehoord, maar ze moesten wel 4-3-3 spelen. De trainer schoof druk met elf bekertjes limonade over de vloer. Vader Eef doet dat sindsdien nog altijd zo, om indruk te maken op FC Castricum 1. De spelers vergaten te spelen. Kees stiftte de bal weliswaar schitterend over de keeper, maar het kwam niet in hem op om te juichen. Niemand rende ook op hem af om even te knuffelen. Bedremmeld liep hij terug naar zijn eigen helft. 'Wat doen jullie nou?' riep de trainer. 'Juichen jullie eens! Dat is belangrijk!'

Als tien jaar later in de 93ste minuut stadion

Woudestein ontploft, rent en schreeuwt Kees, 4-3. Hij spreidt zijn armen, springt, balt de vuisten, drukt zijn collega's tegen zijn borst. Les één in profvoetbal: een goal móet je vieren met je teamgenoten. Les twee: van de aandacht die je vervolgens krijgt, moet je genieten. Als een ploeggenoot bij Kees in zijn auto stapt, pakt die iets op van de automat. 'Wat doet dit slipje hier?'

 


 

Scouts van AZ hadden D-pupil Kees al langer in de smiezen, maar nu mag hij eens meetrainen met de C1 van AZ. Het is 1998, het jaar waarin AZ onder leiding van trainer Willem van Hanegem promoveert naar de eredivisie. De metamorfose onder Co Adriaanse en Louis van Gaal moet nog beginnen: het valt Kees op hoe amateuristisch het eraan toegaat bij de AZ-jeugd. Moddervelden, goedkope trainingspakken van Hummel. Niet dat hij zoveel gewend is, met zijn witte peenhaar en appelrode wangen. Een 'mansmannetje' zoals ze in NoordHolland zeggen, nog lang niet in de groeispurt.

Kijk eens hoe hij wordt gedold door de tweedejaars C-junioren van AZ.

Tijdens de eerste wedstrijd tegen VV Hoofddorp C1 begint hij op de bank. Naast hem zitten ontevreden kerels. Ze vinden dat zij moeten spelen. In de pauze doen de reservespelers een rondootje. Slapjes, ongeïnteresseerd. Kees is de enige die de bal strak inspeelt. De anderen ergeren zich aan hem. 'Waar ben jij nou mee bezig, uitslover?'

'Wacht maar, na de rust kom ik erin.'

 

Niet dat Kees nooit eens zit te mokken op de bank. Twee jaar later in de B1 belandt hij er opnieuw, terwijl hij dacht een goede band te hebben met trainer Alex Pastoor. Die noemt hem namelijk altijd Totti, wegens Kees' haar en het AS Romashirt dat hij altijd draagt. Maar echt praten met de trainer, dat vindt hij moeilijk. Dus stapt Kees' moeder op Pastoor af. 'Jij moet eens met Kees praten.' Het werkt ook nog. Kees krijgt een kans, speelt zich opnieuw in de basis. Wat een hoop vieze schoffies lopen hier toch rond, zo verbaast de vwo'er zich. De meesten komen uit Amsterdam. Weggekaapt voor de neus van Ajax, of gewoon niet goed genoeg voor Ajax. Met hun grote bek verpesten ze het voor de anderen. Het ergert Kees dat AZ daar niet oplet. Hij probeert maar te genieten van de mooie dingen in de B-selectie. Komt oud-spits John Bosman naar een wedstrijd kijken. Alsof je ineens speelt voor vijfduizend man! En in plaats van één keer per dag trainen ze nu twee keer. Spitsen krijgen een aparte training, middenvelders positietraining. Het wemelt plotseling ook van de hulptrainers en specialisten op het veld. 'Kees, het komende uur doe jij alles met links,' zegt hoofd Opleiding Aloys Wijnker. 'Train je zwakke been.'

Later bij Excelsior moet Kees dat soort dingen maar zelf uitzoeken.

 

'Ik trek hem nu aan,' denkt Kees als het oranje Nike-shirt over zijn bovenlichaam glijdt. 'Niet te geloven!' Hij speelt in Oranje Onder 19. In de A1 van AZ is hij

ook al twee jaar een vaste waarde. Na de zomer van 2005 wacht Jong AZ, het Zwarte Gat van de jeugdopleiding.

Kees ligt met vrienden op het strand. Zijn mobiel gaat. De secretaresse van AZ-directeur Martin van Geel schakelt hem door. 'Gefeliciteerd, je traint mee met het eerste. We hebben zoveel blessures, we hebben je nodig.' Na een week trainen nodigt hoofdtrainer Louis van Gaal hem uit in de dug out. 'Ik vind jou wel wat hebben. Ben je fit? Dan speel je vanavond, negentig minuten.'

Zaakwaarnemer Herman Rijkaard —de broer van -drukt Kees op het hart: 'Zorg dat de eerste indruk goed is. Denk aan het tweede elftal, daarvandaan is eigenlijk geen weg terug.'

Kees speelt onbevangen, eist ballen op. De wedstrijd erop scoort hij twee keer. Keeper Henk Timmer pakt hem vast: 'Goed man!' Van Gaal stelt Kees op in vele zomeravondpotjes. Zo bijzonder is dat niet, de internationals zijn nog op vakantie. Maar die weken houdt hij toch maar mooi sterspeler Ali El Khattabi op de bank. Uiteindelijk moet hij terug naar het tweede. 'Volgens planning,' benadrukt Van Gaal. 'Ik ga je volgen.'

Dat kan hij wel zeggen, maar Kees baalt. Vlak voor een gezamenlijke training van het eerste en tweede elftal dringt het niet tot hem door wat de materiaalman heeft klaargelegd op zijn plek in de kleedkamer. Rode sokken. In onderlinge potjes speelt het tweede altijd met blauwe. 'Zo, rode sokken voor jou?' Stijn Schaars slaat hem op de schouders. 'Lijkt me sterk,' zegt Kees. Zo goed gaat het niet met hem sinds hij terug is bij het tweede. De materiaalman bevestigt: 'De rode zijn voor jou.'

 

Van Gaal ziet alle wedstrijden van het tweede. Hij spreekt Kees aan. 'Wat is er met jou gebeurd? Ik vind jou zo anders geworden.'

'Trainer, ik doe het ook niet expres. Het is een omschakeling hoor, naar het tweede.'

'Onzin.'

'In het eerste kon ik altijd een bal kwijt, met spelers als Kenneth Perez erin. Die bieden zich beter aan.'

'Onzin. Je mag nooit de schuld geven aan anderen. Ook al is het wel een beetje zo. Reken niet op anderen. En ik ben geen sociaal werker. Ik wil jou naar het eerste halen. Maar je moet het zelf verdienen.'

 

Twee maanden later zit hij weer bij de A-selectie. Op de bank. De rij wachtenden voor de rechtshalfpositie is schier eindeloos: Schaars, Cziommer, Mendes da Silva, De Zeeuw. AZ verhuurt hem aan Excelsior, een ploeg in de kelder van de eredivisie, maar waar hij tenminste in de basis staat. Haarband in, rode vlekken op de wangen. Trainer Ton Lokhoff zet hem linkshalf. Maar omdat Excelsior met maar drie verdedigers speelt, staat Kees eigenlijk linksback. 'Ga veel diep,' zegt de FC Utrechttrainer tegen Ricky Kruys, de tegenstander van Kees. 'Die Luijckx staat niet op zijn favoriete plek. Draai hem gek.' Excelsior verliest, mede door de gaten op links. Daarna stelt Lokhoff Kees niet meer op. Woest is Kees. Hij is opgeofferd! Voor zijn komst verloor Excelsior zes wedstrijden achter elkaar, daarna nog twee met Kees in de basis. Hij is overduidelijk geslachtofferd voor het team.

'Zal ik naar de trainer stappen?' vraagt hij aan zaakwaarnemer Rijkaard. 'Zal ik hem zeggen wat ik ervan vind?'

'Dat durven er niet veel. Maar het is goed hem te laten zien dat je ermee bezig bent. Doe het met respect.'

'Bent u niet tevreden?' vraagt Kees zo beleefd mogelijk aan Lokhoff. 'Als er wat aan mijn houding mankeert, wat kan ik dan verbeteren?'

'Er mankeert niets aan je houding. Je komt net kijken, je moet wennen aan het tempo.'

'Ik kan wennen als ik speel, ja.' Drie wedstrijden later staat hij weer in de basis, houdt zijn eigen AZ van de landstitel af. De echte ommekeer komt pas in een cruciale wedstrijd in de nacompetitie tegen RBC. Nog een jaar in de eredivisie staat op het spel. Dit gaat over miljoenen. Lokhoff positioneert Kees weer links op het middenveld. Tien minuten voor tijd geeft hij een beslissende steekpass op Andwelé Slory. Excelsior mag blijven. Kees ziet nóg zijn vader op de tribune omhoogspringen. In zowel Excelsior als Jong Oranje ontwikkelt hij zich tot basisspeler. Een seizoen later, als Excelsior degradeert, haalt Louis van Gaal hem terug naar Alkmaar. Les drie: als het komt, komt het goed.

 

'Wonderbaarlijk, zoals dit zondagskind zich ontwikkelt,' zegt hoofd Jeugdopleiding Aloys Wijnker van AZ. 'Hij heeft iets van Cocu, met wie ik samenspeelde in Jong AZ. Lang zag niemand een topper in hem, maar ondertussen. Na één stapje terug, volgen twee stapjes vooruit.'