20

Michael was blij. De reacties voor Serie #4 waren ideeën, suggesties en eisen. Die varieerden van het subtiele ‘ik wil haar ogen zien’ tot het meer voor de hand liggende ‘fuckhaarfuckhaarfuckhaar’, tot het ultieme ‘dood haar. Nu!’

Hij wist dat zijn antwoorden belangrijk waren en hij nam er uitgebreid de tijd voor. Hij hield altijd rekening met de behoeften van de inschrijvers op Whatcomesnext.com. Hij vond traditionele auteurs die maanden en jaren wijdden aan de opbouw van hun verhaal op papier dinosauriërs die met uitsterven werden bedreigd. Hij sprak een andere taal, een die zich niet beperkte tot Engels, Russisch of Japans. Hij was geen schilder die zich moest beperken tot het canvas. Zijn penseelstreken veranderden constant. In tegenstelling tot een regisseur had hij een onbeperkt budget en bouwde hij beelden vol verrassingen en onzekerheden. Hij was niet gebonden aan een dialect of medium. Hij was een artiest die film en video mengde met internet, woorden en optredens tot een multimediair geheel dat aansloot bij de toekomst en niet meer vastzat in allang achterhaalde tradities. Hij ontwierp spontaniteit.

Het stoorde hem absoluut niet dat zijn creatie op een misdaad was gebouwd. Alle grote vernieuwingen in de kunst hadden opofferingen gevergd, vond hij.

Linda sliep tussen de verfrommelde lakens op het bed en maakte kleine, rustige slaapgeluidjes. Haar lange benen lagen er niet onder en haar huid glom. Ze lag half op haar buik met een kussen ertegen en onder het laken dat ze over haar rug en schouders had geslagen zag hij de contouren van haar borsten. Hij hoopte dat ze mooie dromen had met eenvoudige, magische beelden.

Soms keek hij naar haar als ze sliep en stelde hij zich voor hoe het zou zijn als ze ouder werd: haar perfecte huid zou rimpelen en haar strakke lichaam zou uitzakken. Hij kon zich heel goed voorstellen dat ze samen oud zouden worden, maar daarna bedacht hij altijd weer dat het onmogelijk was: ze zouden eeuwig jong zijn.

Af en toe keek hij via de cameramonitoren, naar Nummer 4. Op dit moment leek ze ook te slapen. Ze had zich het afgelopen uur in elk geval amper verroerd. Hij dacht dat haar dromen een stuk minder mooi zouden zijn. Nummer 1 en Nummer 2 hadden vaak geschreeuwd in hun dromen. Nummer 3 had gegromd en aan de boeien getrokken, wat een voorbode was geweest van haar verzet toen ze wakker was. Serie #3 was dus korter geworden dan hij had gehoopt omdat Nummer 3 veel te lastig en te onhandelbaar bleek. Maar hij had veel geleerd van Nummer 3 voordat de show was afgelopen, en die lessen bracht hij nu bij Nummer 4 in praktijk.

Hij drukte op een paar toetsen en een camera maakte een close-upbeeld. De lippen van Nummer 4 waren niet helemaal gesloten en haar kaak leek van beton. Ze gaat zo gillen, dacht hij.

Je kunt gillen door wat je droomt en je kunt gillen door wat er met je gebeurt als je wakker bent. Hij wist niet wat erger was. Nummer 4 weet het wel.

Hij zuchtte diep, haalde een hand door zijn haren, zette zijn bril recht op zijn neus en vroeg zich af of hij nog tijd had voor een snelle douche. Hij zag dat Nummer 4 zich omdraaide en een hand naar de ketting om haar nek bracht. Ze droomt dat ze verdrinkt. Of dat ze stikt. Of ze heeft een nachtmerrie dat ze levend begraven is.

Hij wachtte omdat hij verwachtte dat Nummer 4 binnen een paar minuten wakker zou worden. De dromen waren zo levendig, zo eng, dat de dromers er vaak wakker van werden. Tenminste, dat dacht hij.

Een van de problemen van haar desoriëntatie, wat een essentieel onderdeel van de show was, was dat ze op de gekste momenten wakker werd, omdat ze geen besef meer had van dag en nacht. Dat had ook een voordeel. Serie #4 ging naar zoveel tijdzones in zoveel delen van de wereld dat alle kijkers vroeg of laat livebeelden kregen die met hun eigen tijd overeenkwamen. En zo was iedereen tevreden. Voor Linda en hem betekende het wel dat ze afwisselend moesten waken, zodat een van hen een paar uur kon slapen. Een deel van hun passie voor het project lag in het gezamenlijk delen van de observaties en in hun eigen enthousiasme over wat ze creëerden. Maar het was frustrerend dat ze die observaties nu vaak alleen moesten doen.

Tijdens hun eerste twee projecten op Whatcomesnext.com was dat een enorm probleem geweest. Ze waren constant doodmoe en aan het eind had hij amper de energie kunnen vinden om de show af te ronden. Na veel gesprekken hadden Michael en Linda het elektronisch opgelost. Ze namen actiemomenten en slaapmomenten op, ze creëerden shows binnen de show zodat de verhaallijn van Serie #4 constant vernieuwd, teruggespoeld of opnieuw afgespeeld kon worden. Hij was een expert geworden in Final Cut en andere bewerkingsprogramma’s en had geleerd om verschillende scènes aan elkaar te plakken, zodat hij, als het saai werd, iets spannenders kon uitzenden.

Michael had de moderne pornografie bestudeerd en ontdekt dat mensen dezelfde video van copulerende acteurs keer op keer bekeken, alsof elke kreun en elke stoot opnieuw plaatsvond. Maar hij besefte heel goed dat, hoewel pornografie zeer expliciet kon zijn, het uiteindelijk neerkwam op meer van hetzelfde. Dat het voorspelbaar werd. Zo voorspelbaar dat hij in de video’s die op internet te zien waren, precies wist hoeveel tijd alles in beslag nam, hoeveel minuten voor elk onderdeel van de seksuele daad, keurig na elkaar, als in een militair keurslijf werkend naar het hoogtepunt. Hij had besloten die voorspelbaarheid te doorbreken.

Het mooie van Whatcomesnext.com was de kunst van de onvoorspelbaarheid. Niemand kon voorspellen wat er voor de camera ging gebeuren. Niemand kon de volgende zet voorspellen. Niemand kon voorspellen hoe lang iets zou gaan duren. Niemand kon voorspellen wat het thema was. Met een halfblote tiener vastgeketend aan een muur in een onpersoonlijke kamer kon het verhaal alle kanten op.

Hij was er ontzettend trots op. En ook op Linda. Zij had erop gestaan dat ze ‘een jong en fris iemand’ zouden nemen voor Serie #4. Linda had uitgelegd dat dit het hogere risico meer dan waard was door de mond-tot-mondreclame op internet, waardoor hun betalende kijkersaantal zou stijgen. Ze was bijzonder overtuigend geweest en had al haar economische kennis in stelling gebracht.

Michael moest toegeven dat Linda gelijk had gekregen – zoals met zoveel andere dingen. Nummer 4 beloofde het meest interessante drama te worden dat ze ooit hadden gemaakt.

Achter hem bewoog Linda en ze glimlachte in haar slaap. Hij glimlachte ook en wilde haar benen strelen, maar bedacht zich. Ze had haar rust nodig. Hij zou haar niet storen.

Hij keek weer naar de computer. Er was een e-mail van Magicman88 die vond: ‘Nummer 4 zou moeten sporten, zodat we haar lijf beter kunnen zien.’

Michael tikte terug: ‘Oké. Alles op zijn tijd.’

Hij gaf de inschrijvers altijd de indruk dat ze hielpen met het script en hij schreef bij zijn aantekeningen dat Nummer 4 wat push-ups en sit-ups moest doen en eventueel wat joggen. Hij ging makkelijker in zijn stoel zitten en dacht: als ik haar laat sporten, wat zal ze dan daarvan denken?

Besefte een lam dat extra veel eten kreeg, dat het werd vetgemest voor de slacht? Fluisterend zei hij: ‘Nee. Dat doet ze niet. Ze zal denken dat het onderdeel van iets groters is. Het hele spel kan ze niet doorhebben.’

Linda rolde om. Hij hoopte dat het door zijn gefluister kwam.

Op de videomonitor zag hij dat Nummer 4 met haar vingers het masker voor haar ogen aanraakte. Ze leek het onbewust te doen en hij nam aan dat ze nog sliep. Hij was ervan overtuigd dat het bij zijn genialiteit hoorde, dat hij in staat was om de psychologische gevolgen van elke actie op het videoscherm te voorspellen. Hij kon dat niet alleen voor Nummer 4, maar ook voor degenen die toekeken. Hij wilde dat die zich identificeerden met Nummer 4 en haar tegelijkertijd wilden manipuleren. Controle was alles.

Hij keek weer naar de monitor en toen naar Linda. Toen ze hadden zitten brainstormen over Serie #1 was hij in de wereld van gevangenschap gedoken. Er was geen artikel over het Stockholm-syndroom dat hij niet had gelezen. Hij had memoires van oorlogsgevangenen verslonden en de hand weten te leggen op vrijgegeven Amerikaanse militaire rapporten over het leven in Hanoi Hilton. Hij had zelfs ondervragings- en risico-inschattingshandleidingen voor hooggeplaatste doelwitten van psychologische operaties van de CIA doorgeworsteld. Hij had verhalen van gevangenisdirecteuren gelezen en biografieën van gevangenen. Hij wist alles over Birdman in De gevangene van Alcatraz en kon iedere professor in de filmgeschiedenis haarfijn uitleggen hoe de beroemde rol van Burt Lancaster afweek van de realiteit.

Hij vond dat hij net zoveel over gevangenschap wist als de experts. Altijd als hij daaraan dacht, moest hij glimlachen. Het verschil tussen hem en een beroeps was dat een beroeps naar informatie zocht of pijn wilde veroorzaken of simpelweg alleen maar wilde weten hoe gevangenen de tijd doorkwamen.

Maar Linda en hij schiepen kunst. Zij waren uniek.

Ze draaide zich weer om. Hij stond snel op en liep naar de badkamer om te douchen, want hij moest fris zijn voor het volgende dramatische moment met Nummer 4.

Boven de wastafel hing een kleine spiegel en hij keek even naar zichzelf. Met zijn stevige spieren en ascetisch magere lichaam zag hij er een beetje monnikachtig uit, of als een marathonloper. Hij veegde zijn haren uit zijn gezicht en streek over zijn stoppelbaard. Hij had lange vingers, waarvan hij vroeger had gedroomd dat ze over pianotoetsen zouden dansen. Nu maakten ze muziek met computertoetsen. Na de douche plensde hij nog wat water in zijn gezicht. Hij zag er bleek uit, vond hij. Linda en hij zouden meer naar buiten moeten gaan, zouden zich niet zo moeten afzonderen. Als Serie #4 was afgerond, konden ze misschien naar het zuiden gaan voor wat rust en zon. Misschien naar een warme, tropische plek als Costa Rica of naar een exotisch eiland als Tahiti.

Ze hadden meer dan genoeg geld voor elke luxe bestemming waar ze maar naartoe wilden. Serie #4 was met voorsprong hun meest succesvolle. Nog steeds logden nieuwe inschrijvers in met nieuwe creditcardnummers, waardoor hun tegoed elektronisch groeide. Hij zei tegen zichzelf dat hij een update moest maken, zodat de nieuwe kijkers snel op hetzelfde punt waren als degenen die het spel vanaf het begin hadden gevolgd. Hij draaide de warmwaterkraan vol open om zich te scheren en bijna meteen besloeg de spiegel. Terwijl hij zijn kin met scheerzeep inzeepte, hield hij het scheermes vast en citeerde uit een andere beroemde film: ‘Het is showtime!’

 

Net als eerder wist Jennifer niet of ze droomde of wakker was. Achter het zwarte gordijn dat over haar ogen lag voelde ze dat dingen zich verplaatsten, alsof niets in de wereld vastzat, de zwaartekracht minder was geworden en alles losstond. Ze wist niet of het dag of nacht was, ochtend of avond. Ook wist ze niet hoeveel dagen ze inmiddels gevangenzat. Tijd, plaats, wie ze was, het werd allemaal steeds raadselachtiger. Slapen was geen uitrusten. Het eten dat de vrouw van tijd tot tijd bracht stilde haar honger niet. Het drinken dat ze kreeg leste haar dorst niet. Ze bleef begraven achter de blinddoek, vastgeketend.

Haar vingers vonden voor de zoveelste keer Meneer Teddybeer. Haar vingertoppen streelden de versleten knuffel. Ze vroeg zich af waarom ze hem aan haar hadden gegeven. Waarschijnlijk niet omdat ze dat fijn vond. Zij moesten er iets mee van plan zijn en even overwoog ze of ze de beer de leegte in zou gooien naar een plek waar ze hem niet meer kon vinden. Als uitdaging. Om die man en vrouw te laten zien dat ze niet van plan was braaf mee te spelen en hen maar met haar te laten doen wat ze wilden.

Ze klemde haar hand om de buik van de knuffel en voelde hoe haar spieren zich spanden, alsof ze een pitcher was die de bal over de thuisplaat wilde werpen. Niet doen! gilde ze tegen zichzelf. Ze luisterde of ze de echo ervan hoorde, maar hoorde helemaal niets.

Ze drukte de beer tegen haar borst, duwde haar neus in zijn kop en wreef met haar vingers over zijn rug. ‘Sorry,’ fluisterde ze hardop. ‘Dit was mijn bedoeling niet. Ik weet niet waarom ze me je hebben laten vinden, maar dat hebben ze nou eenmaal gedaan, dus nou zitten we hier samen in. Zoals altijd.’

Jennifer hield haar hoofd schuin. Half en half verwachtte ze de deur of de baby weer te horen, maar weer hoorde ze niets. Alleen maar haar eigen hartslag en ze verbeeldde zich dat ze die deelde met haar knuffel. Het voelde goed om haar eigen stem te horen, ook al verdween die snel. Daardoor besefte ze dat ze nog altijd kon praten, wat betekende dat ze nog altijd was wie ze was, ook al was het maar een beetje. Het was een belangrijk beetje.

Ze moest bijna lachen. Er waren thuis zoveel nachten geweest dat ze in het donker in haar bed had gelegen met Meneer Teddybeer in haar armen en dat ze al haar grieven en tranen over hem had uitgestort alsof hij de enige in de hele wereld was die haar begreep. Zoveel gesprekken over zoveel onrecht. Hij was er altijd voor haar geweest, vanaf het moment dat ze hem op een verjaardag uit het papier had getrokken dat haar vader onhandig om de knuffel had vastgeplakt. Hij was toen al erg ziek en het was het laatste wat ze van hem had gekregen voordat hij naar het ziekenhuis moest. Hij had haar een knuffel gegeven en was daarna gestorven en ze haatte haar moeder omdat die niets had kunnen doen tegen de kanker die hem vermoordde.

Ze haalde diep adem en streelde de beer. Misschien zijn het moordenaars, dacht ze geconcentreerd, alsof ze zo haar woorden naar de kop van haar knuffel kon sturen, maar ze zijn geen kanker. Want dat was het enige woord in de wereld waar ze echt bang voor was. Kanker. Ze slaakte weer een diepe zucht en ging verzitten. ‘We moeten kunnen zien,’ fluisterde Jennifer in een rafelig berenoor. ‘We moeten kunnen zien waar we zijn. Als we niets zien, zijn we zo goed als dood.’

Ze aarzelde. Ze werd zenuwachtig van wat ze had gezegd, want misschien was het waar.

‘Jij moet goed rondkijken,’ ging ze zachtjes verder. ‘Neem alles goed in je op. Dan kun je het me later vertellen.’ Ze wist dat dat absurd was, maar merkte dat ze de berenkop heen en weer draaide, zodat de kleine, glazen kraalogen goed konden zien waar ze vastgehouden werden. Het was dom en kinderachtig, maar ze voelde zich er veel beter door en een beetje sterker. Dus toen ze de deur open hoorde gaan, verstijfde ze niet zo snel als eerder en bleef ze rustig ademhalen. Ze draaide zich naar het geluid toe in de hoop dat het om iets gewoons als een maaltijd of drinken ging, maar natuurlijk was ze ook bang dat het het begin van iets ergers was.

Op dat moment wist ze dat wat ze ook voor haar in petto mochten hebben, het niet iets was wat snel en kort zou gaan. Haar handen trilden ervan. Maar ze was slim genoeg om ook te weten dat elke seconde die voorbij ging en elk nieuw element dat haar donkere wereld waarin ze leefde binnenkwam haar kon helpen of pijn kon doen.