57
• Silo 1•
‘Dit is geen goed plan,’ zei Charlotte. Ze snoerde het ademhalingsapparaat dat aan de helm bevestigd zat vast, pakte een van de grote zuurstofflessen en begon de slang eraan vast te maken. ‘Wat gaan we daarbuiten doen?’
‘Sterven,’ zei Donald tegen haar. En hij zag de blik die ze hem schonk. ‘Maar misschien pas over een week. En niet hier.’ Hij had een reeks voorraden uitgestald. Tevreden begon hij ze in een van de kleine plunjezakken te proppen. Kant-en-klaarmaaltijden, water, een ehbo-doos, een zaklantaarn, een pistool en twee magazijnen, extra munitie, een vuursteen en een mes.
‘Hoe lang denk je dat we met deze zuurstof doen?’ vroeg Charlotte.
‘Die flessen zijn voor troepen die bovengronds naar andere silo’s worden gestuurd, dus ze moeten genoeg bevatten om de verst afgelegen silo te bereiken. We hoeven maar net iets verder te gaan, en wij zullen niet zo zwaarbeladen zijn.’ Hij snoerde de rugzak dicht en zette hem naast de andere.
‘Het is net alsof we een drone lichter maken.’
‘Precies.’ Hij pakte een rol tape, haalde een opgevouwen kaart uit zijn zak en begon deze aan de mouw van een van de pakken vast te maken.
‘Is dat niet mijn pak?’
Donald knikte. ‘Jij bent een betere navigator. Ik ga jou volgen.’ Er klonk een ping aan de andere kant van de planken, uit de richting van de liften. Donald stopte meteen met wat hij aan het doen was en siste Charlotte toe dat ze moest opschieten. Ze stoven op de dronelift af, maar Darcy riep ze toe dat hij het maar was.
Hij kwam tevoorschijn van achter de hoge boekenkast met van alles in zijn armen, schone overalls en een schaal vol eten.
‘Sorry,’ zei hij toen hij zag wat voor paniek hij had veroorzaakt. ‘Ik kan jullie natuurlijk niet waarschuwen.’ Verontschuldigend bood hij de schaal aan. ‘Overgebleven van het avondeten.’
Hij zette de schaal neer en Charlotte omhelsde hem. Donald besefte hoe snel er banden werden gesmeed in tijden van wanhoop. Dit was een gevangene die een bewaker omhelsde omdat hij haar niet sloeg, omdat hij een greintje mededogen had. Donald was blij dat ze een tweede pak hadden. Het was een goed plan.
Darcy staarde naar een grote verzameling gereedschap en voorraden. ‘Wat zijn jullie aan het doen?’ vroeg hij.
Charlotte keek naar haar broer. Donald schudde van nee.
‘Hoor eens,’ zei Darcy, ‘ik voel met jullie mee. Echt waar. Ik vind het ook niet goed wat hier gebeurt. En hoe meer er terugkomt – hoe meer ik weer weet hoe ik was – des te meer ik vind dat ik zij aan zij met jullie zou moeten vechten. Maar ik zit ook niet helemaal met jou op één lijn. En dit...’ hij wees naar de pakken. ‘Dit vind ik er niet goed uitzien. Dit lijkt me niet verstandig.’
Charlotte reikte Donald een bord en een vork aan. Ze ging zitten op een van de plastic opslagkratten en zette haar tanden in wat leek op gegrild vlees uit blik, bieten en aardappelen. Donald ging naast haar zitten en gleed met zijn vork door het glibberige gegrilde vlees, hakte het in hapklare stukken. ‘Herinner je je nog wat je voor dit alles deed?’ vroeg Donald. ‘Komt het allemaal terug?’
Darcy knikte. ‘Voor een deel. Ik ben gestopt met mijn medicijnen...’ Donald lachte.
‘Wat? Waarom is dat grappig?’
‘Sorry.’ Donald verontschuldigde zich met een handgebaar. ‘Het is alleen dat... Nee, niks. Dat is goed. Heb je in het leger gezeten?’
‘Ja, maar niet lang. Volgens mij zat ik bij de geheime dienst.’ Darcy keek een ogenblik toe hoe ze aten. ‘En jullie?’
‘Luchtmacht,’ zei Charlotte. Ze wees met haar vork naar Donald, die zijn mond vol had. ‘Congreslid.’
‘Serieus?’
Donald knikte. ‘Of eigenlijk eerder een architect.’ Hij gebaarde om zich heen. ‘Hiervoor ging ik naar school.’
‘Om dit soort dingen te bouwen?’ vroeg Darcy.
‘Om dit te bouwen,’ zei Donald. Hij nam nog een hap.
‘Ga weg.’
Donald knikte en nam een teug water.
‘Wie heeft ons dit dan aangedaan? De Chinezen?’
Donald en Charlotte draaiden zich naar elkaar toe.
‘Wat?’ vroeg Darcy.
‘Wij hebben het gedaan,’ zei Donald. ‘Dit hier is niet gebouwd voor-het-geval-dat. Dit is waarvoor het ontworpen is.’
Darcy keek van de een naar de ander, met open mond.
‘Ik dacht dat je het wist. Het staat allemaal in mijn aantekeningen.’ Als je weet waar je moet kijken, dacht Donald. Anders was het te voor de hand liggend en te gewaagd om het te snappen.
‘Nee. Ik dacht dat dit zoiets was als die bergbunker, waar de regering in noodgevallen naartoe gaat...’
‘Dat is het ook,’ zei Charlotte. ‘Maar op deze manier kunnen ze het perfect timen.’
Darcy staarde naar zijn laarzen terwijl Donald en zijn zus zaten te eten. Voor een laatste maaltijd was het helemaal niet slecht. Donald keek naar de mouw van de overall die hij van Charlotte had geleend, en zag voor het eerst het kogelgat erin. Misschien had ze daarom wel gedaan of hij gek was toen hij hem aantrok. Tegenover hem begon Darcy langzaam te knikken. ‘Ja,’ zei hij. ‘Jezus, ja. Zij deden dit.’ Hij keek naar Donald. ‘Ik heb iemand in de diepvries gebracht, een paar ploegendiensten geleden. Hij schreeuwde allerlei idiote dingen. Iemand van de boekhouding.’
Donald zette zijn bord weg. Hij nam een laatste slok water.
‘Hij was niet gek, hè?’ vroeg Darcy. ‘Het was een goed mens.’
‘Waarschijnlijk’, zei Donald. ‘Hij was in elk geval aan de beterende hand.’
Darcy liet zijn vingers over zijn kortgeknipte haren gaan. Zijn aandacht werd weer getrokken door de uitgestalde voorraden. ‘Die pakken,’ zei hij. ‘Zijn jullie van plan weg te gaan? Want je weet dat ik jullie daarbij niet kan helpen.’
Donald negeerde de vraag. Hij ging naar het eind van de gang om de steekwagen op te halen. Charlotte en hij hadden de bunkerbom er al op geladen. Er bungelde een plastic strookje aan de neuskegel waarop stond dat je eraan moest trekken om hem op scherp te zetten. Ze had de hoogtemetermechanismen en veiligheidsbeschermingen al verwijderd. Ze had hem een ‘domme bom’ genoemd toen ze klaar was. Donald duwde de kar richting de lift.
‘Hé,’ zei Darcy. Hij stond op van zijn krat en blokkeerde de gang. Charlotte schraapte haar keel, en toen Darcy zich omdraaide zag hij dat ze een wapen op hem gericht hield.
‘Het spijt me,’ zei Charlotte.
Darcy’s hand zweefde boven een opbollende zak. Donald duwde de steekwagen in zijn richting en Darcy deed een stap terug.
‘Laten we erover praten,’ zei Darcy.
‘Dat hebben we al gedaan,’ zei Donald tegen hem. ‘Sta stil.’ Hij zette de steekwagen naast Darcy en stak zijn hand in de zak van de jonge bewaker. Hij pakte het pistool eruit, stopte het in zijn eigen zak en vroeg toen om Darcy’s ID. De jongeman gaf die aan hem. Donald stopte hem in zijn zak, liet de steekwagen weer op zijn wielen zakken en liep verder richting de lift.
Darcy volgde hem op een afstandje. ‘Even rustig nu,’ zei hij. ‘Ben je van plan die te laten ontploffen? Kom op, man. Kalm aan. Eerst praten. Dit is een belangrijke beslissing.’
‘En die is niet lichtvaardig genomen, kan ik je verzekeren. De reactor onder ons voedt de servers. De servers beheersen het leven van iedereen. We gaan die mensen bevrijden. Hen laten leven en sterven zoals ze zelf willen.’
Darcy lachte nerveus. ‘Servers beheersen hun leven? Waar heb je het over?’
‘Zij trekken de loterijnummers,’ zei Donald. ‘Zij beslissen wie zich mogen voortplanten. Ze schiften en selecteren. Voeren schijnoorlogen om een winnaar aan te wijzen. Maar niet lang meer.’
‘Oké, maar we zijn maar met ons drieën. Dit is te belangrijk om alleen door ons te worden besloten. Ik meen het, man...’
Donald zette de steekwagen net buiten de lift stil. Hij wendde zich tot Darcy en zag dat zijn zus was opgestaan om bij hem in de buurt te blijven.
‘Wil je dat ik al die keren in de geschiedenis opnoem dat één persoon de dood van miljoenen veroorzaakte?’ vroeg Donald. ‘Er is misschien een tiental mensen dat dit heeft laten gebeuren. Misschien kun je ze herleiden tot drie. En wie zegt dat een van die mannen die andere twee niet beïnvloedde? Nou, als één man dit kan bouwen, zou er ook maar één nodig zijn om het allemaal omver te werpen. De zwaartekracht is klote, totdat ze in jouw voordeel werkt.’ Donald wees de gang in. ‘En nu ga je zitten.’
Toen Darcy zich niet bewoog, trok Donald niet het pistool van de bewaker maar het wapen uit zijn andere zak, waarvan hij wist dat het doorgeladen was. De pijn en teleurstelling op het gezicht van de jongeman, voordat hij zich omdraaide en gehoorzaamde, kwamen hard aan. Donald zag hoe hij terug de gang in liep, langs Charlotte. Hij pakte zijn zus bij de arm voordat ze Darcy volgde, kneep erin en gaf haar een kus op de wang. ‘Ga je pak maar aantrekken,’ zei hij tegen haar.
Ze knikte, volgde Darcy, ging weer op de krat zitten en begon zich in haar pak te hijsen.
‘Dit kan niet waar zijn,’ zei Darcy. Hij keek naar het pistool dat Charlotte had weggelegd om zich in haar pak te wurmen.
‘Zet dat maar uit je hoofd,’ zei Donald. ‘Je zou eigenlijk al bezig moeten zijn jouw pak aan te trekken.’
Zowel de bewaker als zijn zus draaide zich om en staarde hem vragend aan. Charlotte was net bezig haar benen in haar pak te steken. ‘Wat zeg je nou?’ vroeg ze.
Donald pakte de hamer tussen de gereedschappen vandaan en liet die aan haar zien. ‘Ik neem niet het risico dat hij niet afgaat,’ zei hij.
Ze probeerde op te staan, maar haar voeten waren nog niet helemaal door de broekspijpen van het pak heen. ‘Je zei dat je een manier wist om hem op afstand te laten ontploffen!’
‘Dat klopt. Op afstand van jou.’ Hij richtte het pistool op Darcy. ‘Kleed je aan. Je hebt vijf minuten om in die lift te komen...’
Darcy stortte zich op het pistool dat naast Charlotte lag. Charlotte was sneller en griste het van de krat. Donald deed een stap terug, om te bemerken dat zijn zus het pistool op hem richtte. ‘Jíj moet je aankleden,’ zei ze tegen haar broer. Haar stem beefde, haar ogen glommen. ‘Dit is niet wat we hebben afgesproken. Je had het beloofd.’
‘Ik ben een leugenaar,’ zei Donald. Hij hoestte in de holte van zijn arm en lachte. ‘Jij bent een hypocriet en ik ben een leugenaar.’ Hij liep achterwaarts richting de lift, met zijn pistool op Darcy gericht. ‘Jij gaat me niet neerschieten,’ zei hij tegen zijn zus.
‘Geef mij het pistool,’ zei Darcy tegen Charlotte. ‘Hij luistert wel als ik het vastheb.’
Donald lachte. ‘Jij gaat me ook niet neerschieten. Dat pistool is niet geladen. Kleed je nu maar aan. En maak dat je wegkomt. Ik geef jullie een halfuur. Het kost de dronelift twintig minuten om de bovenlaag te bereiken. De lift kun je het beste blokkeren met een lege krat. Ik heb er daar eentje achtergelaten.’
Charlotte trok huilend aan de broekspijpen van haar pak, probeerde haar voeten er helemaal doorheen te krijgen. Donald wist dat ze iets stoms zou doen, dat ze nooit zonder hem zou gaan, tenzij hij haar ertoe zou dwingen. Ze zou hem om de hals vliegen en hem smeken mee te gaan, erop staan dat zij hier zou blijven om met hem te sterven. De enige manier om haar hieruit te krijgen, was Darcy bij haar achterlaten. Hij was een held. Hij zou zichzelf en haar redden. Donald gaf een klap op de knop van de expreslift.
‘Een halfuur,’ herhaalde hij. Hij zag dat Darcy al bezig was zijn pak open te ritsen om het aan te trekken. Zijn zus schreeuwde naar hem en probeerde op te staan, waarbij ze struikelde en bijna omviel. Ze begon haar pak uit te trappen in plaats van het verder aan te doen. De lift liet een ping horen en ging open. Donald kantelde de steekwagen en trok hem naar binnen. Er welden tranen op in zijn ogen toen hij zag hoeveel verdriet hij Charlotte deed. Ze was halverwege het gangpad in zijn richting gelopen toen de deuren dichtgingen.
‘Ik hou van je,’ zei hij. Hij wist niet zeker of ze hem gehoord had. De deuren schoven dicht toen ze vlak bij de lift was. Hij scande zijn ID, drukte op een knop en de lift kwam in beweging.