49

Ik werd bijna twee weken lang vastgehouden op verdenking van moord op Mack Jackman, terwijl de storm elk moment kon losbarsten, Induma informatie doorgaf, en agenten en vertegenwoordigers van alle partijen me verhoorden tot er niets nieuws meer genoteerd kon worden. We overhandigden de honderdtachtigduizend dollar aan de politie, samen met de echo, het paterniteitsonderzoek, het dna -onderzoek van het botje van Charlie, en de opname van Wydell op het honkbalveld. Ik had niets fout gedaan, althans niets wat niet door de omstandigheden goed te praten viel. Ze haalden er zelfs het dossier over Franks moord bij en vonden dat er eigenlijk niets belastends in stond dat tegen mij gebruikt kon worden. Het feit dat de zittende president aan mijn kant stond, werkte waarschijnlijk ook mee. De beschuldigingen werden ingetrokken, en drie dagen voor de verkiezingen werd ik vrijgelaten.

Toen ik thuiskwam, merkte ik dat mijn hele appartement overhoop was gehaald. De vloerbedekking was kapotgescheurd, het sanitair was van de muur getrokken, er waren gaten in de muren geslagen. Het lag voor de hand om een nieuw onderkomen te zoeken, maar ik besloot te blijven. De hele zaak herbouwen. We zijn nu een paar maanden verder, de boel is weer bewoonbaar, maar voor het mooie moet er hier en daar nog wat gedaan worden. Ik heb me laten vertellen dat dergelijke dingen tijd kosten. Ik heb eindelijk het gevoel dat ik ook inderdaad tijd héb.

Het spreekt vanzelf dat de wereld er door mijn actie niet beter op is geworden. Caruthers heeft de verkiezingen verloren. Ik kan niet zeggen dat dat door ons komt, maar we hebben hem in elk geval niet laten winnen. Het was zijn October Surprise, de verkiezingsstunt die hem wellicht de kop kostte. Of eigenlijk was het de stunt van Gracie Everett. Ze leefde maar dertien dagen, maar ze speelde een grote rol in het geheel.

Ik heb niet gestemd.

De avond waarop hij zijn overwinningsspeech hield, belde mijn oude vriend Andrew Bilton op om zijn dankbaarheid te betuigen en om me te vertellen dat ik een patriot was. Als mens is Bilton tamelijk middelmatig, en als president is hij van een nog geringer kaliber. Wie zou je liever als president hebben: iemand die kritiekloos trouw blijft aan denkbeelden die niet de jouwe zijn, of iemand die zich onwaarachtig achter jouw politieke ideeën schaart? Een sul of een hypocriet? Blijkbaar komt het maar al te vaak op die keuze neer. Ik weet het ook niet. En als ik kijk hoe ons land eraan toe is, weet ik niet of ik weer hetzelfde zou doen als ik er de kans toe kreeg. Ik weet alleen maar wat ik heb gedaan. En wat je doet, bepaalt wie je bent, heb ik me eens laten vertellen.

Een paar weken na de verkiezingen werd Caruthers in staat van beschuldiging gesteld. Er was niet veel bewijsmateriaal waarmee zijn betrokkenheid bij de moorden kon worden aangetoond, maar met labproeven en dna -onderzoek zal zijn rol wel kunnen worden vastgesteld. Het nieuws kwam als een schok. Columnisten waren verdrietig, woordvoerders overdonderd en stafmedewerkers geheel ontdaan, en velen probeerden hun verslagenheid te overschreeuwen door woedend te beweren dat het allemaal niet waar kon zijn. Er werd zelfs openlijk gehuild op de buis, als de televisieploeg de juiste man of vrouw voor de camera had weten te krijgen. Ik wil niet zeggen dat het leek op de periode toen Bobby Kennedy was neergeschoten, want we leven in een andere tijd, en bovendien is Caruthers niet van eenzelfde kaliber, maar het is een les voor ons allemaal dat we in een tijd leven waarin er misschien geen helden meer bestaan. Misschien is dat een goede zaak.

Ze maakten er natuurlijk een heel spektakel van door hem op te pakken nadat de Senaat een schorsing had ingelast. De trappen van het Capitool en dat soort dingen. Het bewuste televisiefragment werd breed uitgemeten in de roddelbladen en kreeg net zo’n overmatige belangstelling op internet als het filmpje van O.J. Simpson die over de 405 scheurt, of die Boeing 767’s die in stof en vlammen opgaan. Caruthers werd geboeid weggevoerd, in zijn pak van vijfduizend dollar. ‘Het is een schande,’ riep hij, ‘en ik zal de beschuldigingen op alle punten weerleggen. Ik maak me helemaal geen zorgen.’ Maar op filmbeelden die ze later hadden genomen, buiten bij het gerechtshof, was te zien hoe hij met zijn geboeide polsen probeerde een trillende sigaret naar zijn lippen te brengen. De lijst van beschuldigingen tegen hem werd steeds langer, van moord en vernietiging van bewijsmateriaal, samenzwering en obstructie van de rechtsgang tot aan die nieuwe favoriet: meineed. Toen James Brown eieren voor zijn geld koos en een belastende verklaring aflegde, sloegen nog twee van zijn collega’s door, en nu lijkt het erop dat justitie de puzzel stukje bij beetje compleet krijgt.

June laat zich de laatste tijd bij rechtszittingen niet meer zien, en er wordt gefluisterd dat ze wil scheiden.

Wydell is vorige week in levenloze toestand in Altamira aangetroffen. Op de zwart-witte mortuariumfoto’s zag hij eruit als een zwerver. Dat nette jaren-vijftigkapsel van hem was veranderd in een warrige bos haar. Een ongeschoren, ongewassen kop. Hij was met een schroevendraaier in zijn nier gestoken, omdat hij het vaste plekje van een dakloze had ingenomen om daar te gaan slapen, bij de haven. Hij had zichzelf nog naar een schuurtje gesleept en was daar doodgebloed.

Door de politie en Interpol was een opsporingsbevel tegen hem uitgevaardigd, en ze hadden zijn financiële tegoeden bevroren. Er was verder geen adres of bankrekening of telefoonnummer op zijn naam bekend. De eerste paar weken had hij samen met de schimmen in zijn hoofd in een derderangs hotelletje in Veracruz gezeten; hij had zijn tijd verdaan met zo veel mogelijk tequila-wormpjes naar binnen werken en geslachtsziekten op te lopen, en had het weinige geld dat hij bij zich had er zo snel mogelijk doorheen gejaagd. Ik weet hoe de muren ’s nachts op hem af moeten zijn gekomen. Ik ken die bittere paniek waarmee hij wakker werd. Ik weet dat hij angstig moet hebben gekeken naar elke voorbijganger die hij tegenkwam. Wachten op het onvermijdelijke, in de wetenschap dat hij de volgende ochtend misschien wel achter de tralies zou zitten. Of de dag daarna. Van alle dingen die aan je kunnen vreten, is dit wel het ergst: niemand meer te zijn. Het gaat ten koste van je gevoel van eigenwaarde, beetje bij beetje, tot je er langzaamaan van overtuigd raakt dat je helemaal niets meer waard bent.

Het was verbijsterend om te zien hoe slecht een agent van de geheime dienst het eraf had gebracht, na tweeënhalve maand op de vlucht te zijn geweest, en ik moet bekennen dat ik een zekere trots voelde, omdat ik het veel langer had volgehouden, terwijl ik toen natuurlijk een jochie van niks was. Ik had in die jaren de nodige klappen opgelopen, en dat had zonder meer veel littekens nagelaten, maar ze hadden me niet kapot gekregen.

Ik ben geneigd te denken dat Wydell de gemakkelijke weg heeft gekozen door dood te gaan. Veel moeilijker is het om het gewicht van de herinnering op je schouders mee te torsen, om je te verzoenen met het verleden, om je problemen onder ogen te zien. Het is moeilijker, maar ik vind het wel de moeite waard.

Ik slaap nu weer de hele nacht door. Als je geen geheimen meer hoeft te hebben, komt er een enorme kracht vrij. Ik voel me beschermd doordat mijn verhaal publiek eigendom is geworden. Als ik ineens zou komen te overlijden, zouden de juiste mensen de juiste vragen gaan stellen.

Ik heb Callies portret van Frank pontificaal in de woonkamer hangen, boven de gaten die nog steeds in de muur zitten. Ik maak mezelf graag wijs dat het portret over me waakt, maar ik weet natuurlijk wel dat dat onzin is. Ik ben er laatst achter gekomen dat mensen zichzelf graag iets wijsmaken. Het probleem is daarbij dat je dan de werkelijkheid uit het oog dreigt te verliezen. Het is trouwens niet zo gek dat mensen zich voor de werkelijkheid willen verstoppen. Want de werkelijkheid is keihard. Niet fraai. Maar het kan ook een zekere genade schenken, een troost die ik langzamerhand kan toelaten. Soms is het leven vol verrassingen, en die zijn niet allemaal onplezierig.

Ik dacht dat ik jarenlang een simpel leventje leidde. Maar dat was niet zo. Simpel is als je een eindje gaat lopen en niet steeds achterom hoeft te kijken. Simpel is als je ergens komt waar beveiligingscamera’s hangen en je je hoofd niet hoeft af te wenden. Om een restaurant binnen te lopen en niet te hoeven kijken hoe je het snelst weg kunt komen. Om langs een donkere auto te lopen zonder dat het zweet je uitbreekt. Ik wil niet beweren dat ik constant tot dit soort dingen in staat ben, maar ik weet nu in elk geval hoe dat voelt. Het is een begin. Een nieuw begin. Elke dag weer.

Ik zette de auto voor het huis van Induma, op het garagepad, bleef achter het stuur zitten, met de radio aan, en probeerde te bedenken hoe ik haar in godsnaam kon bedanken.

Door de open luxaflex zag ik haar in de keuken heen en weer rennen, druk aan het koken. Ik stapte uit maar liet de motor lopen. Ze was niet voor mij aan het koken en ik wilde haar niet storen.

Ik hoorde de Jaguar achter me bij de stoeprand stoppen. Alejandro. Hij rende naar me toe en omhelsde me. Hij had een muskusachtig geurtje op, ongetwijfeld een of andere dure aftershave die Induma voor hem had uitgezocht.

Ik zei: ‘Ik ben blij dat jullie het weer goed hebben gemaakt.’

‘Dit weekend gaan we ons avondje uit overdoen. Maar ik wil haar nu al een cadeautje geven, omdat ik niet langer kan wachten.’ Vol trots haalde hij een Tiffany-doosje onder zijn broeksband vandaan en deed het open. Een zilveren bedelarmbandje. Hij keek me aan. ‘Wat nou?’

Ik zei: ‘Ze kan niet tegen zilver. Daar krijgt ze uitslag van.’

Hij klapte het doosje hard dicht en keerde zich om, vloekend in het Spaans.

Ik zei: ‘Wacht even.’

In mijn dashboardkastje vond ik het rode sieradendoosje, dat ik daar weken geleden had neergelegd. De motor pruttelde, de radio stond aan. Ik ging zitten en bekeek de oorbellen met de stukjes saffier erin. Toen liep ik met het doosje naar Alejandro.

Hij deed het open en floot bewonderend. ‘De saffier is fantastisch.’

‘Ja,’ zei ik. ‘Het is haar geboortesteen.’

‘Verdomme, Nick. Wat ben je toch een casanova.’

Ik vouwde zijn handen over het doosje. Hij sprong opgewonden als een kleine jongen heen en weer, omhelsde me innig en liep naar de voordeur.

Ik zei: ‘Capra of Howard Hawks.’

Hij zweeg.

Ik zei: ‘Haar favorieten. Er zijn bioscopen waar ze oude films draaien. Ze gaat het liefst naar de matineevoorstelling. En daarna neem je haar mee naar de Inn of the Seventh Ray, een restaurant in Topanga. Ze hebben daar veel vegetarische gerechten, alles biologisch. Vraag om een tafeltje bij het water, dan kun je de kikkers horen kwaken, en misschien zie je dan ook nog een coyote. Daarna ga je naar Shutters, want daar hebben ze verrukkelijke warme chocolademelk, in van die grote mokken. Er staan heerlijke banken. De pier is vlakbij. Daar neem je haar dan voor een wandelingetje mee naartoe. Omdat het daar wat frisjes kan worden, heb je handschoenen voor haar bij je die je van tevoren hebt gekocht en waarmee je haar dan kunt verrassen.’

Er verschenen een paar lichte rimpeltjes in zijn gladde voorhoofd. ‘Maar jij hebt dat natuurlijk allemaal al met haar gedaan.’

‘Nee,’ zei ik. ‘Nog nooit.’

Opluchting. Die brede grijns. Die verdween. Er ontstond een onderlinge verstandhouding tussen ons. Hij knikte en ging naar binnen.

Ik bleef op het betonnen garagepad staan. Op de radio zongen de Stones dat ik niet altijd kan krijgen wat ik hebben wil, al had ik op dat moment eigenlijk geen enkele behoefte om daaraan herinnerd te worden.

Alejandro verscheen in het keukenraam. Ging achter Induma staan en sloeg zijn armen om haar heen. Ze draaide zich om, keek verbaasd naar het sieradendoosje. Deed het open. Een blik van verrukking. Ze lachte haar prachtige witte tanden bloot. Ze zoende hem, pakte de oorbellen, deed ze in. Zelfs van deze afstand kon ik zien dat ze prachtig tegen haar donkere huid afstaken, precies zoals ik gedacht had.

But if you try sometimes, you just might find… you just might find…

Ik stapte in mijn auto en reed weg.

Vertrouw niemand / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_0.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_1.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_2.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_3.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_4.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_5.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_6.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_7.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_8.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_9.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_10.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_11.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_12.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_13.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_14.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_15.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_16.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_17.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_18.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_19.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_20.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_21.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_22.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_23.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_24.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_25.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_26.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_27.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_28.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_29.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_30.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_31.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_32.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_33.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_34.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_35.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_36.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_37.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_38.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_39.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_40.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_41.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_42.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_43.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_44.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_45.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_46.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_47.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_48.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_49.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_50.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_51.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_52.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_53.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_54.xhtml