19

Op het garagepad stond Induma’s Range Rover, haar vrijetijdsautootje, en daarnaast haar Jaguar, een leuk ouderwets model, nog uit de tijd toen luxe auto’s nog niet allemaal op Camry’s leken. Haar huis was gebouwd in de Craftsman-stijl en grensde aan de achterkant aan een van de kanalen van de wijk Venice. De tuinverlichting ging aan toen ik het pad betrad, en ik liep langs de bamboestengels die tot mijn middel reikten. Het strand was een straatje verderop, en ik rook de aangename geur van de zee. Ik was aan de late kant, omdat ik een paar keer achter elkaar dezelfde route had gereden en de auto drie straten verderop geparkeerd had om er zeker van te zijn dat ik niet gevolgd werd.

De tuinlampen, die met hightech sensoren waren uitgerust, sprongen groepsgewijs aan en verlichtten steeds het volgende deel van het pad, tot ik de veranda had bereikt. Induma was dol op technologische snufjes. Toen ik voor de deur stond, merkte ik hoe zenuwachtig ik was. Nadat we uit elkaar waren gegaan, was ik niet meer bij haar thuis geweest, en ik verlangde er erg naar om haar weer te zien, meer dan ik wilde toegeven.

Voordat ik de kans kreeg op de deur te kloppen, riep ze: ‘Kom maar binnen.’

Een rijke aromatische luchtstroom kwam me tegemoet. Ik zette de fles neer die ik voor haar gekocht had, haar favoriete dessertwijn. Induma bevond zich net als de keuken om haar heen in een staat van grote chaos. Ze had haar glanzende haar slordig opgestoken, er zaten spetters lassi op haar gezicht, en ze had een keukendoek in de broekband van haar joggingbroek gestoken. Deksels rammelden op dampende pannen. Papadums lagen op keukenpapier uit te lekken. Een kookwekkertje ging af. Op de keukentafel lag een stuk aluminiumfolie, met daarop een enorme homp klei, in een vage, bizarre vorm geboetseerd, als de kop van Chewbacca.

Met een knie duwde ze de oven dicht. ‘Aan de kant. Ga zitten. Proef dit eens.’

Ze schoof een schaal met poliyogare naar me toe en wees er met een druppelende pollepel naar. Rijst met geroosterde pinda’s en kerriebladeren, op smaak gebracht met tamarindepoeder. Ik nam een hapje. Ze was vegetariër, maar kon ontzettend lekker koken.

‘Jeetje,’ zei ik.

Ze gaf me een knipoog. ‘Ik weet het. Handro komt er zo aan. Hij is boven, nog even aan het opruimen.’

‘Opruimen?’

‘Hij is helemaal into boetseren.’

Vandaar die Chewbacca op de tafel.

‘Kan hij het een beetje?’ vroeg ik.

‘Voor geen meter.’

Ik wilde haar van alles over het huis van Charlie vragen, maar ik vond het fijn om bij haar te zijn, en dat moment wilde ik koesteren voordat Alejandro naar beneden kwam. Ik bekeek de keuken en de aangrenzende woonkamer, met de heerlijk alledaagse spullen. Op de salontafel een onderzettertje van kurk, met kringen erop. Een vel papier met de televisiezenders, aan de binnenkant van een openstaande kastdeur geplakt. Een beduimeld modetijdschrift. Wat ik zo heerlijk vond, merkte ik met een zekere jaloezie, was dat het huis zo bewoond overkwam. Ik was nu ouder dan mijn vader toen ik werd geboren, maar mij was het nooit gelukt om ergens neer te strijken, laat staan om een gezin te stichten. Ik was ingekapseld, als een kever in barnsteen. Er bestaat een gevoel van angst, van verlies, dat tot in je botten doordringt en bezit van je neemt en je afsluit van de dingen waar je het meest naar verlangt. Dat voelde ik nog het sterkst wanneer ik naar Induma keek.

Alejandro kwam de trap af huppelen en trok een T -shirt over zijn hoofd aan, heel rustig, zodat ik een glimp van zijn gespierde buik opving. Het was duidelijk dat hij aantrekkelijker was dan ik. En ook nog Zuid-Amerikaans. Toen hij me zag, begon zijn markante gezicht oprecht te stralen, iets waardoor ik me meteen schuldig voelde.

‘Nick!’ Met zijn charmante accent klonk dat als Niek. Hij kwam op me af en omhelsde me in een wolk van Polo Sport, gooide zijn wilde donkere haren met een geoefende hoofdbeweging naar achteren en wees vervolgens vol trots op het blok klei dat op de tafel stond. ‘Mijn laatste creatie. Vind je leuk?’

‘Een Wookiee?’

Hij fronste. ‘Zelfportret. Ik werk nog aan de nuance.’

‘De nuance,’ zei ik. ‘Oké.’

Hij legde een arm om mijn schouders en leidde me bij Induma vandaan. ‘Ik heb je advies nodig. Zondag vieren we dat we een jaar bij elkaar zijn, en dan wil ik iets speciaals doen.’

‘Nou, ik denk niet dat ik de aangewezen persoon ben om…’

‘Ik weet dat jullie vroeger ook… je weet wel… Maar daar zit ik niet mee. Jullie nu vrienden. Jij kent haar zo goed. Kun je mij niet wat advies geven om er iets leuks van te maken?’

Ik keek achterom. Induma was druk bezig bij het fornuis, zag dat ik naar haar keek en onderdrukte een grijns.

‘Je zou het misschien niet direct zeggen, maar ze is dol op actiefilms,’ zei ik. ‘Huur maar eens een dvd’tje met Steven Seagal.’

‘Meen je dat?’

‘Ja, ik weet dat het raar klinkt. En weet je waar ze nog meer dol op is? Op kippenvleugeltjes.’

Hij keek me vertwijfeld aan. ‘Maar ze is vegetarische.’

‘Maar ze eet wel kippenvleugeltjes. Vooral die in Hooters.’

Uiteindelijk snapte hij het. Hij wees naar mijn gezicht. ‘Aha! Jij neemt mij in maling.’

‘Nee, ik meen het serieus.’ Dat was natuurlijk niet zo, maar ik vond dat iemand die Induma zelfs op dat niveau nog niet kon inschatten haar niet verdiende.

Hij liep naar het aanrecht en begon haar met zijn zachte lippen te zoenen. Ik keek ongemakkelijk een andere kant op, maar hield ze vanuit mijn ooghoek in de gaten. Ze zoende hem terug, schoof hem toen met een heupbeweging opzij en keek in de oven. Een lichthouten boeddha keek me vanuit een nis in de muur lachend aan.

‘Schatje, morgen zal ik de Jag voor een beurt naar de garage brengen.’ Alejandro dribbelde naar de reusachtige bank in de woonkamer, plofte daar neer en drukte een paar keer op de afstandsbediening, tot de sportzender op het plasmascherm aan de muur verscheen, met hoogtepunten van voetbalwedstrijden.

Induma zette twee vierkante borden van Pottery Barn op het barretje tussen ons in, waarna we begonnen te eten. Ze had een prachtige eetkamer, maar we aten altijd aan het barretje, ik op een hoge kruk, en zij bleef staan, om snel bij de oven te kunnen.

Achter ons veerde Alejandro enthousiast op en kreunde vervolgens, met gebogen schouders. In zijn ellende had hij zijn T -shirt uitgetrokken. ‘Hoe moeilijk kan een penalty nou zijn? Elf meter! Hoe moeilijk kan dat zijn?’

‘Retorisch,’ zei Induma tegen me.

Overdag bood de raampartij in de rondlopende achtergevel uitzicht op een gazon en het kanaal erachter, maar nu weerspiegelde het glas het interieur van het huis, zodat we twee Alejandro’s op de bank heen en weer zagen springen, in het Spaans vloekend tegen het televisiescherm en met beide handen naar zijn hoofd grijpend, vol ellende en vertwijfeling.

‘Dat adres dat ik van je moest checken?’ zei Induma zachtjes. ‘Dat is een huurhuis. De eigenaar is een oude Joodse vrouw die in Encino woont. Een Koreaans gezin heeft er het laatst gewoond. Ze zijn er twee maanden geleden uit gegaan. Als iemand de ruimte heeft gehuurd, moet er contant zijn betaald.’

Dus Charlie had er nog geen twee maanden gezeten. Hij was daarnaartoe gegaan om datgene te doen waar hij het geld voor had gekregen. Of om onder te duiken omdat hij het geld al had.

‘Gezien het feit dat er in Culver City nauwelijks woonruimte leegstaat, en dat de eigenaar in 2005 op de vingers is getikt omdat ze te weinig inkomstenbelasting had betaald, zou ik zeggen dat ze de huur onder de toonbank toegeschoven heeft gekregen,’ voegde Induma eraan toe. Toen ze zag hoe verwonderd ik keek, begon ze te blozen – wat ze zelden deed – en haalde haar schouders op. ‘Zo moeilijk is het niet om dat soort dingen na te gaan, als je maar weet waar je moet zoeken. Of bij wie je moet wezen.’

‘Maar toch. Je bent hier ontzettend goed in.’

‘Welnee. Ik ben gewoon Indiaas. Wij leggen nu eenmaal overal contacten en kunnen behoorlijk met een computer overweg.’ Ze keek naar de halfnaakte Alejandro, die nu smekend voor de tv zat. ‘Dat zijn twee van mijn drie eigenschappen waar ik het meest aan heb.’ Ze deed wat mangochutney op een stukje papadum, stak het in haar mond en rolde verrukt met haar ogen. ‘Wijlen Mike Milligan maakte deel uit van een paar separatistische groeperingen, allemaal niet zo fris. Ruby Ridge-types, bergvolk dat met geweren en The Turner Diaries zwaait. In de jaren tachtig hebben ze hem via dna -onderzoek veroordeeld voor moord – op het lijk werd een haar van hem gevonden – maar omdat hij bereid was informatie over zijn organisatie te verstrekken, is hij vervroegd vrijgelaten. Er wordt gefluisterd dat hij de terrorist was die in San Onofre om het leven is gekomen, maar van overheidswege wordt dat gerucht ontkend noch bekrachtigd.’

Ik herkende Charlie er niet in, maar ik wilde het toch vragen: ‘Heeft hij in het leger gezeten? Vietnam?’

‘Inderdaad.’

‘Welke infanterie?’

‘Dat heb ik niet kunnen achterhalen. Sommige militaire rapporten uit de Vietnam-tijd zijn nog steeds geheim, en meestal is het archief één grote chaos. Ik ben veel beter in politiegegevens dan in militair gedoe.’

Ik legde mijn vork op het lichtblauwe bordje. ‘Weet je zeker dat Mike Milligan in San Onofre was, en dat het niet deel uitmaakt van het verhaal dat ze eromheen verzonnen hebben?’

‘Alles is mogelijk, maar ik heb dit uit behoorlijk betrouwbare bron. En er bestaan zoveel documenten en gegevens over hem dat het me sterk lijkt dat ze dat allemaal verzonnen hebben. Veel van dat soort separatistische figuren hebben een militaire achtergrond. Althans, dat zei de hoofdinspecteur van politie.’

‘Ben je naar de hoofdinspecteur geweest? Van de lapd ?’

Ze haalde haar schouders op. ‘Toen ik mijn versleutelde backup-software in het forensisch lab moest installeren, ben ik daar twee maanden lang elke dag over de vloer geweest. En ik krijg nu ook geen bon meer voor te hard rijden.’

‘Je hebt mijn naam toch niet genoemd, wel?’

‘O, bedoel je dat. Alleen je naam en sofinummer. Kom op, kijk niet zo moeilijk. Oké, kijk dan maar wel moeilijk. Nee, natuurlijk niet. Je hoeft je echt geen zorgen te maken, hoor. Hij voelt zich verplicht om mijn vertrouwen niet te beschamen. Wie moet hij anders bellen als zijn vingerafdrukkendatabase weer eens blijft hangen omdat het programma niet altijd thread-safe is?’ Ze trok geen pokerface, zodat ik vermoedde dat de man in kwestie in dat geval geheel van haar afhankelijk was.

Er werd aangebeld. Ik stapte van mijn kruk. ‘Verwacht je bezoek?’

Er verschenen rimpels in haar voorhoofd. ‘Dat niet, maar geen paniek.’

Alejandro vloog al op zijn sokken naar de deur en ging bijna onderuit. ‘Dat is voor mij. Dat is voor mij.’ Er werd wat bij de deur gepraat, waarna hij terugkwam met een pizzadoos.

‘Eet je niet met ons mee?’ vroeg ik.

‘Hij houdt niet van Indiaas eten,’ zei Induma.

Alejandro keek haar geschrokken aan en dacht blijkbaar dat ze dat erg vond, maar door de manier waarop ze keek, wist ik dat dat niet het geval was. ‘Welnee, schatje, ik heb vandaag alleen meer zin in Italiaanse keuken, dat is alles.’

‘Een pizza is zijn idee van de Italiaanse keuken,’ zei Induma.

Ik liep naar de hal en pakte de fles dessertwijn die ik daar op een tafeltje had gezet. Ze griste de fles uit mijn handen, bekeek het etiket en begon te stralen. ‘Olallieberry. Fantastisch.’ Ze ging op haar tenen staan en gaf me een zoen op mijn wang.

Glimlachend schonk ze twee glazen in. Nam een slokje. Sloot haar rimpelloze, prachtige oogleden en proefde. We dronken en stonden elkaar wat aan te kijken. Ze deed haar mond open om iets te zeggen. Deed hem weer dicht. Toen zei ze: ‘Waarom vond je dat je me dit allemaal niet kon vertellen toen we nog samen waren?’

Ik liet de wijn in mijn glas ronddraaien en tuurde ernaar alsof ik iets belangwekkends zag. Induma zei verder niets, maar ik voelde dat ze haar blik op me gericht hield. Ik schraapte mijn keel en zei zachtjes: ‘Kan hij even weg?’

‘Alejandro?’ riep ze, zonder haar blik van me af te wenden.

‘Ja?’

‘Mogen we even met z’n tweeën praten?’

‘Tuurlijk, schatje. Dan ga ik naar de sportschool.’ Hij verscheen aan de rand van mijn blikveld, gaf Induma een zoen, en vervolgens hoorde ik hem weglopen. De voordeur ging dicht, waardoor zijn gefluit verstomde.

Ze zei: ‘Was je bang dat ik zou denken dat je een moordenaar was?’

Ik schudde mijn hoofd.

‘Vertrouwde je me niet?’

Haar directe manier van vragen stellen, de kwetsbaarheid ervan, sneed dwars door de beschermende muur die ik dacht om me heen opgebouwd te hebben. ‘God, jawel, ik vertrouwde je helemaal.’ Mijn stem werd iets schor toen ik zei: ‘Maar ik was bang dat ze jou misschien iets zouden aandoen.’

Ze bleef me rustig aankijken toen ik mijn blik naar haar opsloeg. ‘Dus je dacht alleen maar aan mij?’ zei ze.

‘Dat niet alleen.’ Ik keek naar het barretje. ‘Ik denk dat ik eraan moest wennen om iemand in vertrouwen te nemen. Dat had ik als volwassene nooit geleerd.’

Induma perste haar lippen op elkaar. Ze zei: ‘Vertel je de rest ook nog?’

Het was vast niet als test bedoeld, maar van mijn antwoord hing een heleboel af. Op het fornuis kookte een pan sissend over, en daarna niet meer. Ik zei: ‘Ja.’

Haar mond verstrakte; ze was blij met mijn antwoord. Ik vertelde haar de rest van het verhaal. Toen ik klaar was, deed ze een stap achteruit. Haar rug kraakte. Ze zette de overgekookte pan van het vuur en draaide de pitten uit.

Ze vroeg of ze het afgescheurde papier met de getallen mocht zien en bekeek het. Ze snapte er al net zo weinig van als ik. Uiteindelijk haalde ze haar schouders op en gaf het papier terug.

‘Ik wilde dat we meer wisten van die mannen die jou destijds hebben gearresteerd,’ zei ze. ‘Achternamen of wat dan ook.’

Ik haalde me Slankie en zijn collega voor de geest. De dikke man die met zijn worstvingers de radio op een andere zender zette. Die radiostations hier zijn ook niet veel soeps, hè?

Ik zei: ‘Ik nam aan dat ze hier vanuit een andere afdeling naartoe waren gehaald om me bang te maken, zodat ik van het toneel zou verdwijnen. Dat ze alleen te horen hadden gekregen wat ze moesten weten, en meer niet.’

‘Ja. Ik denk dat er altijd wel lieden zullen blijven die domweg bevelen opvolgen zonder zelf na te denken.’

‘Denk je dat ze me nog steeds voor de moord op Frank kunnen laten opdraaien?’

‘Lijkt me sterk. Dan zouden ze eerst een jury of een rechter ervan moeten overtuigen dat de zaak er na zeventien jaar ineens heel anders uitziet.’

‘Maar het blijft steeds op de achtergrond meespelen. De dreiging dat ze me kunnen oppakken. Moord verjaart niet.’

‘Dat klopt, maar als de officiële instanties iets dergelijks van plan zouden zijn, zouden ze je in San Onofre nooit een heldenrol hebben laten spelen. Als ze jou nu van de moord op Frank zouden beschuldigen, zou de pers daar meteen op springen en zouden de verkeerde mensen in de schijnwerpers komen te staan.’

‘Als ik een probleem word, is het waarschijnlijk makkelijker voor ze om me gewoon uit de weg te ruimen, zoals ze ook met Charlie gedaan hebben.’

Haar kaak verstrakte. Ze vond het geen prettig idee, maar sprak me ook niet tegen. ‘Voorlopig wil niemand je nog uit de weg ruimen. En degene die je naar die postbus heeft geleid, zit niet bij de officiële instanties, want anders zouden ze je in het postkantoor hebben kunnen oppakken om vervolgens op zoek te gaan naar postbus twee-twee-negen.’

‘Tenzij ze mij nodig hebben om daarnaar op zoek te gaan.’

‘In beide gevallen lijkt het erop dat degenen die hierachter zitten, jou wat ruimte laten en benieuwd zijn of je ze naar datgene kunt leiden waarnaar ze op zoek zijn.’

‘Dat is precies wat ik niet van plan ben.’

‘Als je de hele zaak de rug toekeert, zit je waarschijnlijk goed. Jarenlang ben je bezig geweest dit soort toestanden te vermijden. Waarom wil je er nu dan per se mee doorgaan?’

‘Zie je dan niet wat een smerig zaakje hierachter zit? Dit verdwijnt echt niet zomaar, hoor.’

‘Maar jij zou wel kunnen verdwijnen.’

Ik dacht aan al die jaren waarin ik om 2.18 uur wakker was geschrokken, en dat dat was teruggekomen, als een wraakzuchtig familielid dat je ooit de deur hebt gewezen. ‘Ik ben al zeventien jaar lang op de vlucht. Ik weet inmiddels wel dat ik ze toch nooit kan ontlopen.’

‘Maar ben je er klaar voor om de confrontatie aan te gaan?’ Aan haar gezicht zag ik dat ze dat betwijfelde.

Ik had geen pasklaar antwoord. De vraag vrat aan me. Ik veranderde van onderwerp: ‘Kun jij de achtergrond van die twee agenten van de geheime dienst voor me natrekken? Sever en Wydell?’

‘Wat bedoel je met “achtergrond”?’

‘Ze zitten allebei in Los Angeles, bij Beveiliging en Inlichtingen. Kun je nagaan of ze ooit bij de beveiliging van de president hebben gezeten? Op die manier zouden we er namelijk achter kunnen komen of ze banden hebben met een bepaalde politieke figuur. Zoals Bilton.’

‘Of Caruthers,’ vulde ze aan.

‘Tuurlijk. Hij ook. Hoewel dat wat minder waarschijnlijk is.’

‘Maar wel iets om rekening mee te houden, toch?’ Ze voelde dat dat idee me tegenstond. ‘Waarom reageer je nou zo? Zou je het zo erg vinden als Caruthers hierachter bleek te zitten?’

‘Het kan me geen ene malle moer schelen als Caruthers hierachter zit,’ zei ik. ‘Maar wel als Frank hierachter zit.’

Het hoge woord was eruit.

Aan mijn woedende toon was wel te horen dat ik alleen het idee al erg bedreigend vond. Ik keek van haar weg, omdat ik bang was dat mijn gezicht mijn emoties zou verraden. Ik zei: ‘We weten helemaal niet of de presidentskandidaten hier iets mee van doen hebben. Het enige wat we met zekerheid kunnen stellen, is dat de geheime dienst een andere rol speelt dan ze willen doen voorkomen.’

‘En dat betekent?’

‘Wydell beweerde dat de geheime dienst pas is ingeschakeld toen Charlie in San Onofre naar mij vroeg. Maar hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik denk dat er te weinig tijd zat tussen dat moment en het moment waarop ze mijn appartement zijn binnengevallen. Ik denk dat Wydell liegt, en dat de geheime dienst ook al bij de schietpartij in Culver City aanwezig was, samen met de lapd .’

Ze zei: ‘Je noemt hem nog steeds Charlie.’

‘Ik weet niet hoe hij in het echt heette, maar ik geloof niet in zijn profiel.’

Induma zei: ‘Laten we dan nog eens even kijken of we iets specifieks kunnen vinden.’

Ik liep achter haar aan naar de woonkamer. Ze zette haar laptop op mijn knieën en boog zich over me heen om de juiste mappen aan te klikken. Ik draaide me naar haar om terwijl ze de codes intypte. Haar gezicht was heel dicht bij het mijne.

Toen het document met een tingelend geluid op het scherm verscheen, richtte ik me weer op het scherm. Een strafblad, compleet met politiefoto. Mike Milligan had pokdalige wangen en een rebelse blik in zijn ogen.

Hij zag er inderdaad uit als een terrorist, maar hij leek in de verste verte niet op Charlie.

Vertrouw niemand / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_0.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_1.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_2.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_3.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_4.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_5.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_6.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_7.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_8.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_9.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_10.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_11.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_12.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_13.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_14.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_15.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_16.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_17.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_18.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_19.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_20.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_21.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_22.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_23.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_24.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_25.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_26.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_27.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_28.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_29.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_30.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_31.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_32.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_33.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_34.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_35.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_36.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_37.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_38.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_39.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_40.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_41.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_42.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_43.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_44.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_45.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_46.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_47.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_48.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_49.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_50.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_51.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_52.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_53.xhtml
awb_-_vertrouw_niemand_split_54.xhtml