Voorbeeld en conclusie
KLAAS ALS ONDERWIJZIGER
Deze praktijksituatie is gebaseerd op de levensloop van Klaas, een 22-jarige Vlaamse jongere.
De leer- en levensloop van Klaas is opmerkelijk. Hij studeert voor ‘master in de conservatie en restauratie van metaal’. Hij leert niet alleen gepassioneerd tijdens zijn ‘schooltijd’, maar vooral daarbuiten. Naast zijn masteropleiding volgt hij een opleiding in het volwassenenonderwijs. Daar ontmoet hij enthousiaste volwassenen, zowel leerkrachten als medestudenten, die experimenteren met metaalbewerking en metallurgie. Het volwassenenonderwijs is voor Klaas ook een gelegenheid om wat ervaring op te doen en tips op te nemen, want metaalbewerking is vooral veel oefenen.
‘Na twee jaar smeden had ik nog steeds het gevoel dat ik op een stuk ijzer aan het kloppen was en er niet echt gebeurde wat ik wilde’, getuigt Klaas.
Klaas participeert actief in allerlei leergemeenschappen. Dat gebeurt zowel via internationale webfora (bijvoorbeeld Bladesmith Forum) waar smeden van overal in de wereld technieken met elkaar uitwisselen, als via bijeenkomsten in het binnen- en buitenland. Op het internet zoekt hij vooral naar de theoretische achtergrond van oude technieken en naar de ervaringen van anderen met die technieken.
Klaas vertelt: ‘Het overgrote deel van die mensen zijn idealisten en verdienen het dus aan bod te komen. Ze besteden er uren en uren werk aan om iets uit te zoeken. Hun doel is niet daar geld mee te verdienen; ze delen uit eigen trots hun ervaringen en vinden het leuk om andere mensen met hetzelfde te helpen. Er valt met die technieken natuurlijk ook geen geld te verdienen, aangezien ze te veel tijd vergen en geld kosten.
Over een van de bijeenkomsten schreef Klaas het volgende neer: ‘Net terug van een feestje met de “smeedmaten”: we hebben de nieuwe valhamer van Philip ingewijd en buiten ijzer gemaakt, min of meer volgens de methode van de Kelten. Het resultaat was verbluffend: van zelfgemaakte houtskool, leem uit de grond en wat roest uit het water hebben we ijzer gemaakt! (…)Tussen de gloeiende kolen vonden we enkele kleine stukjes metaal. Die stukjes waren zeer open van structuur, maar wel volledig gereduceerd. Een magneet trok ze sterk aan en een vonktest wees uit dat het om ijzer ging met een zeer laag koolstofgehalte. (…) Een stuk uit het best gereduceerde deel van de wolf werd compact gesmeed. Dat gebeurde in een kolenvuur met vetkolen. Het gewicht van dit stuk voor smeden bedroeg 694 gram. In het begin was het betrekkelijk moeilijk om de massa opgewarmd te krijgen, omdat het een slechte warmtegeleiding had. Eens opgewarmd werd er een rechthoekig stuk van gesmeed, waarin zich scheuren en barsten vertoonden. Dit stuk werd dubbel gevouwen en geweld. Dit wellen ging als vanzelf. Het stuk knetterde en bruiste van de slak die zich nog in het metaal bevond. Na deze keer vouwen woog het stuk nog 560 gram, er was 136 gram aan gewicht verloren gegaan. (…) Vaak zie je meteen of iets kwaliteit is of niet gelukt is, bijvoorbeeld het maken van een Loup of wolf, waarbij men zand in een speciale oven gooit en er een brok ijzer uitkomt. Als dat gelukt is, heb je al iets gigantisch bereikt. Onvermijdelijk zijn er veel experimenten die uitdraaien op niets.’
In het volwassenenonderwijs ontmoet Klaas gepassioneerde mensen waarmee hij actief ideeën uitwisselt. Een van zijn leraren maakt grote indruk op hem, als mens en als ambachtsman met grote ervaring. Klaas vertoeft regelmatig in het smeedatelier van die leraar en samen proberen ze allerlei zaken uit. Dat doet denken aan ‘oude meesters’ die kennis en vaardigheden delen. Intussen is Klaas ook ‘lid’ geworden van het atelier als actieve leerling.
Klaas gaat ook nog verschillende keren op reis naar het voormalige Oostblok (ondermeer naar Siberië) om daar actief op zoek te gaan naar oude technieken tijdens ‘smeedfestivals’. In Siberië verloopt niet alles volgens het vooraf besproken programma. Ineens wordt aardappelen rooien het alternatief voor een geplande uitstap naar een ‘oude meester’ omdat het vervoer voor de uitstap niet geregeld kan worden die dag. Leren verloopt niet altijd rimpelloos…
Daarnaast zoekt Klaas voor zijn reguliere schoolse opleiding voortdurend naar uitdagingen, voor zover die opleiding dat toelaat… Vooral het leren buiten de school drijft en motiveert hem, want binnen de school zijn er regelmatig barrières die gepassioneerd leren afremmen.
Klaas krijgt enkele eerste opdrachten voor musea: metaalrestauratie van voorwerpen. Die vormen een verdere uitdaging voor hem. Hij voert ze uit samen met een andere smid, die zich vooral op de kunstzinnige kant van het smeden richt.
Al tijdens het secundair onderwijs doet Klaas ervaring op door zelf een praktijkonderzoek op te zetten. Hij vindt het een van zijn betere leerervaringen in het secundair onderwijs. Hij getuigt daarover het volgende: ‘De student geeft naar eigen interesse een onderwerp op. Samen met zijn leerkracht bepaalt hij de inhoud van het eindwerk. Dit is gedeeltelijk praktijkwerk en theoretisch werk, in een maximum ratio van 20-80. Dit eindwerk overspant twee jaar waarin de student zich de technieken, technologieën of theorieën eigen maakt binnen een bepaald vakgebied. Ik heb er persoonlijk erg veel aan gehad. Ik deed dit over smeden. Het resultaat was een fotoverslag van verschillende projecten die ik maakte tijdens de twee jaar, met een korte theoretische achtergrond. Hier is mijn interesse naar de metallurgie gegroeid, iets waar ik me nu erg vaak mee bezig hou.’
Op allerlei manieren is Klaas bezig met reskilling, het aanleren van vaardigheden (en kennis) die verloren dreigen te gaan en die nog wel eens noodzakelijk zouden kunnen zijn in een post-olietijdperk.
Bovenop dat alles is Klaas ook nog vrijwilliger bij een vereniging die projecten organiseert voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Hij heeft hiervoor geen opleiding gevolgd, maar is voortdurend op zoek hoe hij jongeren die aan de rand van onze samenleving staan het beste kan benaderen. Dat doet hij door aan de medemonitoren vragen te stellen over zijn begeleidingstijl en over hoe hij bepaalde situaties krachtiger kan aanpakken. ‘Nieuwsgierigheid’ in de ‘davinciaanse’ traditie: steeds opnieuw vragen stellen, een ongebreidelde nieuwsgierigheid voor de dag halen om jezelf voortdurend te ontwikkelen.
Klaas leerde onlangs ook mindmappen. Aangezien hij sterk gefascineerd is door het efficiënte en breinvriendelijke karakter van de ‘breinkaarten’, gebruikt hij die techniek om de structuur van zijn masterproef vorm te geven, presentaties te geven en om de leerstof te verwerken met het oog op de examens. Op oud behangselpapier creëert hij kleurrijke mindmaps, boordevol symbolen. Ze sieren de muren van zijn studentenkamer. Maar ook via software wisselt hij mindmaps uit en vraagt er feedback over. Zo kan hij de dag starten met een e-mail-vraag aan een professor-expert in de Verenigde Staten over een mogelijk onderzoeksprobleem in zijn masterproef en vervolgens workshops uitwerken om de volgende dag in zijn atelier aan het werk te gaan met Georgische smeden, die ons land bezoeken.
Dat alles toont aan hoe leren een passie kan worden en hoe gemotiveerd leren ook vertrekt vanuit zelfsturing, een kennisgedreven instelling en een zekere onafhankelijkheid…
EN JIJ?
In dit boek willen we creatieve impulsen geven voor een aanpak vanuit de basis. De combinatie van individuele initiatieven van de onderwijziger en van acties opgezet samen met zijn collega’s kan, toegepast op meerdere trends, tot een boeiende toename leiden van creativiteit en innovatie in het onderwijs. Je kunt hiervoor de volgende mindmap gebruiken om zelf of met je collega’s te kijken wat jij nu kunt veranderen.
Wat kun je nú doen? We herhalen het nog even. Zoals Nicolas Taleb in De Zwarte Zwaan aangeeft, gebeuren er in de wereld onvoorspelbare dingen die de realiteit compleet en snel veranderen. Eén zwarte zwaan is voldoende om de overtuiging dat ‘zwanen wit zijn’ te kelderen. Taleb illustreert zijn stelling met de zwarte zwanen die we nu heel goed herkennen: 9/11, het succes van Google en de financiële crisis van 2008. Die waren onvoorspelbaar en niet rationeel te verklaren. Bovendien verandert alles steeds sneller. We hebben dus behoefte aan mensen die nieuwe vragen stellen en hierop nieuwe antwoorden kunnen vinden. Ben je onderwijzer, leerkracht, professor, lerende of ben je op een of andere manier betrokken in het beleid, dan heb je bij de twintig trends al een aantal tips meegekregen. Als je er zelf enkele van zou kunnen realiseren of meer nog, ook anderen zou kunnen aanzetten om dit boek te lezen en enkele suggesties in de praktijk te brengen, dan kunnen we samen een sneeuwbaleffect teweegbrengen. Wacht niet tot de toekomsttrends realiteit worden, maar ga zelf proactief van start om die trends de gewenste wending te geven.
We willen het nog even hebben over die uiterst belangrijke andere groep: de ouders van studerende jongeren. Als je als ouder bezorgd over het hedendaags onderwijs bent of misschien wel enkele van de beschreven trends werkelijkheid ziet worden, dan toon je al ambitie om ook onderwijziger te worden! Je kunt zelf ook tips ter harte nemen en gaan nadenken over creativiteit en innovatie in het onderwijs. Je kunt je kinderen prikkelen met een aantal van deze tips. Doe dat subtiel. Iedereen leert graag, maar niemand krijgt graag de les gespeld. Je zou ook kunnen toetreden tot de ouderraad en zo een impact hebben op het onderwijs. Je kunt ook een afspraak maken met de leerkrachten van je zoon of dochter en vragen of ze enkele tips uit dit boek zouden willen uitproberen.
Verder hebben we de website www.edushock.be ontwikkeld. Jij kunt er ook verder aan bouwen door suggesties te doen op onze blog en stimulerende filmpjes, interessante artikelen of andere tips te posten. We helpen je graag verder met je vragen via info@eduschock.be.
Leren is een feest waaraan jij mee kunt bouwen, vertrekkende vanuit kleine creatieve stappen.