NOOIT MEER NAAR SCHOOL


Laatste school zopas gesloten in Olen.
Scholen voortaan allemaal vervangen door ‘lichthuizen van educatie’.


Ben vindt het concept van een klassieke school voorbijgestreefd en besluit Ann uit te dagen.

‘Waarom is onze school enkel geopend tijdens de week?’ vraagt hij. ‘Waarom is onze school als het ware een grote doos met identieke lokalen die standaard gemaakt zijn voor een vast aantal leerlingen? Waarom is er geen les tijdens de zomervakantie? Kunnen we hier tijdens de kerstvakantie met enkele leden van onze jeugdvereniging terecht om te werken aan de lay-out van onze nieuwe website? Op die manier kunnen we meer leren over die software die we hier op de school gebruiken, maar die we ons thuis niet kunnen veroorloven.’

Ann is even van haar melk, maar begint de school toch te verdedigen. ‘Daar zijn goede redenen voor, Ben. Dat is niet zomaar gekomen. Het is al heel lang zo.’

‘Een reden te meer om eens te veranderen’, repliceert Ben. ‘Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik wil op 15 juni naar Zweden vertrekken. Ik heb op Neducation contacten gelegd met een coole leergemeenschap. De neducator heeft me flink vooruit geholpen en als ik daar een maand kan blijven, dan zal ik veel vorderingen maken. Ik kan daar coaching krijgen om een creatief businessplan te maken. Het is een totaal andere aanpak dan wat we dit jaar bij u geleerd hebben. We maken een businessplan voor een ecologische bakkerij die in oktober opstart in een kleine Zweedse gemeente. Ik kijk er enorm naar uit. Dat betekent wel dat ik een aantal lessen zal missen. Is dat oké?

Terwijl Ann daar over nadenkt, vuurt Ben zijn volgende vraag op haar af.

‘Mag ik het businessplan op 15 juli naar u doormailen? Aangezien u veel ervaring hebt met de begeleiding van jonge starters, zou ik uw feedback enorm waarderen. Misschien kan ik daarna zelf al een bedrijfje opstarten, een droom van me…’


Misschien worden de scholen, zoals we ze nu kennen, overbodig in de toekomst en verdwijnen ze zelfs helemaal. Dat hangt ook wel af van hoe je het begrip school interpreteert. Wat is nu eigenlijk een school?

 Een grote groep vissen van dezelfde soort, die dicht bij elkaar zwemmen?

 Een instelling waarin je onderwijs krijgt?

 Een groep van personen met dezelfde ideeën, bijvoorbeeld binnen kunst, wetenschap of filosofie?

 Een gebouw?

 Een professionele werkgemeenschap waar onderwijzers, leerkrachten of docenten samenwerken op basis van bepaalde afspraken?

Als we het bekijken vanuit het standpunt van de leerlingen, dan spreken we meestal over een groep die samen iets meemaakt. Ze hebben gemeenschappelijke leerkrachten, ze delen hetzelfde curriculum, ze zitten samen in het leslokaal … Voor leerlingen is de school dus vooral een ‘groep’, een ‘minigemeenschap’ als het ware.

Er bestaat in onze samenleving een grote consensus over het feit dat onderwijs en opvoeding grotendeels plaatsvindt in het instituut ‘school’. Scholen zijn dus vooral instituten met een lang en continu bestaan over de generaties heen.

Stel nu dat scholen zouden evolueren tot leercentra en leergemeenschappen, net zoals cultuurcentra en ontmoetingscentra. Die streven ook laagdrempelige ontmoetingen en participatie van brede bevolkingsgroepen na.

Toekomstige leergemeenschappen en leercentra kunnen op die manier ‘vuurtorens of lichttorens van kennis’ worden. Ze worden bakens in de lokale gemeenschap die hun licht uitnodigend laten schijnen over brede lagen van de bevolking. Je zult er bij wijze van spreken dag en nacht terecht kunnen om te leren. Je vindt er boeken, netwerkcomputers, muziekinstrumenten, creatieve materialen… Kortom, alles wat je prikkelt en uitnodigt tot leren.

‘Kennis’ kun je ruim zien: in de lichthuizen kun je zowel kennis-, vaardigheids- als attitudeontwikkeling beoefenen. Je werkt er met andere woorden aan competentieontwikkeling.

Je ontmoet er niet alleen leeftijdsgenoten, maar ook oudere of jongere mensen. Opa komt met zijn kleinkind naar het leercentrum. Het kleinkind leert aan opa foto’s te bewerken op de computer en leert van opa hoe je een schommel in elkaar knutselt.

Soms worden leermodules aangeboden voor groepen, voor andere leerbehoeften doorloop je individuele trajecten. Dat kan bijvoorbeeld via doe-het-zelfleerpakketten of via individuele coaching door een inspirerende mentor. Die maakt je nieuwsgierig en hanteert de socratische methode door elke vraag te beantwoorden met een andere vraag. In die leergemeenschappen is leren een plezier, Zin hebben in leren staat er voorop. Hoewel de leergemeenschappen lokaal verankerd zijn en de lichthuizen van kennis binnen een beperkte radius stralen, zullen ze ook nomadisch lerenden aantrekken die voor een specifieke leerbehoefte tijdelijk neerstrijken als leerling of als coach. Iedereen ervaart er internationale uitwisseling als heel natuurlijk.

Op die manier werk je in de leergemeenschappen van de toekomst ook in kleinere groepen dan nu het geval is in het onderwijs.

Voor sommige leerprocessen zul je een certificaat krijgen, voor andere leerprocessen zal dat niet aan de orde zijn. Dat betekent ook dat je voor sommige leertrajecten als het ware een bijdrage zult betalen (vergelijk het met een inschrijvingsgeld voor hogescholen, centra voor volwassenenonderwijs en universiteiten); bij andere leertrajecten zul je kostenloos kunnen leren. De lichthuizen van kennis zullen een enorme aantrekkingskracht uitoefenen. De vrees dat leren zich in de toekomst nog enkel zal afspelen voor computerschermen en in virtuele omgevingen, is ongegrond. In leercentra kunnen mensen elkaar 24 uur op 24 uur ontmoeten en genieten ze van persoonlijk contact. Je kunt er bovendien rekenen op steun van leercoaches, die je helpen in je zoektocht naar zelfontplooiing.

Die leercoaches opereren niet zozeer als kennisoverdragers, maar kwijten zich van meerdere taken. Ze geven je advies over je leerstijl, bieden je ondersteuning om je leerbehoeften krachtig te formuleren, helpen je navigeren in informatiebronnen en leercentra, en stellen je kritische vragen.

Architecturaal is het lichthuis een baken in de leefgemeenschap met zijn transparante, flexibele en creativiteitbevorderende ruimtes. Je kunt er niet aan voorbij!

Buiten de stad kunnen de lichthuizen de vorm aannemen van leerdorpen of leersites.

In deze centra is iedereen welkom: of je nu formeel diplomagericht of informeel wilt leren. Nadat je een basisopleiding gevolgd hebt, kun je meteen bij een specifieke vereniging terecht om je met gelijkgestemden verder te bekwamen. Zo kan er in het centrum bijvoorbeeld een hobbyclub van textielbewerkers gehuisvest zijn, waar je, na een formeel opleidingstraject, nog jaren gepassioneerd kan leren van ‘meesters’

Verenigingen zijn dus meer dan welkom in de lichthuizen van de toekomst, want ze geven mee kleur aan het centrum en beiden de kans om informeel te leren.

IN EEN NOTENDOP

VAN NAAR
School als gebouw of instituut School als leergemeenschap
Leren per leeftijd Leeftijdsonafhankelijk leren
Studievakken Leercompetenties

TIPS VOOR LEERKRACHTEN

 Verzin een inspirerende naam voor je lerarenkamer. Organiseer met je collega’s hiervoor een brainstormsessie met als centrale vraag: ‘Welke naam straalt meer creativiteit en innovatie uit en geeft weer dat dit een stimulerende omgeving is?’

 Word lid van online-learning communities: www.creatinglearningcommunities.org. Zo zou je bijvoorbeeld in de lerarenkamer een pc kunnen reserveren voor online-leergemeenschappen. Met één klik gaat een wereld aan boeiende leergemeenschappen voor je open. Wellicht is er wel een collega die regelmatig het menu opfrist en nieuwe gemeenschappen toevoegt.

Een online-leergemeenschap is een virtueel platform waarbij de leden over een bepaald thema hun kennis delen. De community trekt geïnteresseerden aan die enthousiast werken aan kenniscreatie in een bepaald domein en tevens ideeën uitwisselen.

 In sociale netwerken, zoals LinkedIn, creëer je zelf vlot een learning community. Via een zoekopdracht zoek je een groep die aansluit bij jouw interesses. Je kunt uiteraard zelf ook een nieuwe groep creëren. Zo zou je eens kunnen zoeken op ‘creatieve onderwijsmethodieken over klimaatopwarming’.

 Doe inspiratie op bij Brede scholen : www.bredeschool.nl of www.bredeschool.be

 Creëer in je school een leerlandschap, een stimulerende omgeving die aanzet tot leren. Stel die niet op in een afgelegen lokaaltje, maar aan de ingang van de school! Dat nodigt meteen uit tot leren als je de school binnenkomt, of je nu leerling of leerkracht bent.
Hoe ga je van start? Brainstorm aan de hand van de 6-vraagwoorden-mindmap (zie p. 45).
Zet zowel leerlingen, leerkrachten als ondersteunend personeel rond de tafel bij het brainstormen. Je kunt ook andere stimulerende vragen bedenken, bv.

-  Hoe zie je dat dit een inspirerende leeromgeving is als je onze school binnenkomt?

-  Wat stel je je voor bij de saaiste leeromgeving? Brainstorm hierover en keer de ideeën om.

 Creëer een ‘Leonardoruimte’ volgens de zeven principes die Michae l Gelb beschrijft in zijn boek Denken als Leonardo da Vinci.

Een Leonardoruimte is een ruimte waar Leonardo Da Vinci zich meteen thuis zou voelen. In deze ruimte

-  wordt je nieuwsgierigheid voortdurend opgewekt;

-  kun je voortdurend experimenteren en leren van je fouten;

-  krijgen je zintuigen continu prikkels;

-  leer je met onzekerheid omgaan en vertrouwen op je intuïtie en buikgevoel;

-  kun je leren met je totaalbrein (zowel wetenschap als kunst komen aan bod);

-  zit je niet voortdurend stil, maar beweeg je zowel je geest als je lichaam;

-  kun je verbanden leggen tussen een onderzoeksvraag uit een specifiek schoolvak en andere maatschappelijke domeinen.

 Breng ‘plezier’ in de school. Een schitterend voorbeeld hiervan is het kantoorgebouw van Google in Zürich. Daar brengt een glijbaan je van de eerste verdieping naar de bedrijfskantine. Zo kun je leerlingen zelf ook creatieve en concrete voorstellen laten bedenken. De leukste ideeën kunnen ze daarna ook in de praktijk uitwerken.

 Bezoek met je schoolbestuur voorbeelden van inspirerende school-omgevingen. Ga bijvoorbeeld eens kijken bij een Sudbury-school (Amersfoort, Gent): www.sudbury.nl of www.sudbury.be

 Vraag een Europese subsidie aan om samen met leerkrachten van buitenlandse scholen een visie te ontwikkelen rond ‘lichthuizen van educatie’.

 Herschep je school en meer specifiek je klaslokaal via de ‘zes denkhoeden’ van dr. Edward de Bono.

De creativiteitbevorderende methodiek van de ‘zes denkhoeden’ benadert een uitdaging via verschillende invalshoeken. Je zet telkens een specifieke hoed op (maak hoedjes!) en je benadert de uitdaging vanuit het perspectief van de hoed die je draagt.

TIPS VOOR LEERLINGEN

 Bedenk een ‘studentenkamerpakket’ om je kamer in te richten tot een stimulerende omgeving. Kom met enkele leeftijdgenoten samen en brainstorm over de volgende centrale vraag: hoe ziet de ideale studentenkamer van de toekomst er uit? Pas enkele trends toe op die centrale vraag, zoals ‘focus op gezondheid’, ‘duurzaamheid’, ‘technologische innovatie’ en ‘diversiteit en multicultureel’. Hoe zorg je ervoor dat al je medestudenten laaiend enthousiast bij jou over de vloer komen en achteraf hun superverhalen vertellen aan iedereen die het horen wil? Haal die zaken eruit die je met een minimaal budget kunt realiseren. Misschien bouw je wel de eerste ‘studentenkamercaravan’ waardoor je letterlijk mobiel wordt in je leren. Je zet je caravan drie maanden op een campuscamping in Bordeaux om daarna te verkassen naar een campuscamping in Helsinki. Je internationale leerloopbaan kan er wel bij varen!

 Stel aan je schooldirecteur voor dat zesdejaarsleerlingen elk jaar hun klas mogen verbouwen tot een inspirerende leeromgeving, op voorwaarde dat ze die op het einde van het schooljaar terug naar de begintoestand te brengen. Zo krijgt een nieuwe leerlingengroep telkens de kans om van een ‘blanco kamer’ te vertrekken.

 Ga praten met Ikea, Gamma of Hema om je innoverende studentenkamerpakket te commercialiseren. Onderhandel over vijf gratis pakketten. Werk een businessplan uit en start een onderneming.

TIPS VOOR HET BELEID

 Reactiveer proeftuinen. Dat zijn proefruimtes voor onderwijsinnovatie. Vlaanderen en Nederland willen in de toekomst tot de topregio’s in Europa en de wereld behoren. Aangezien onderwijs een cruciale schakel is in de lerende samenleving, is het noodzakelijk dat onderwijsinstellingen stimulansen krijgen om te experimenteren en te innoveren.

 Bezoek de school voor de toekomst uit ’s Hertogenbosch, een kennisplatform voor nieuw leren. Ze focussen op kennisuitwisseling rond creatief denken en competentiegericht leren. Meer informatie vind je op www.schoolvoordetoekomst.nl.

 We steken een pluim op de hoed van de Vlaamse overheid voor haar beleidsvisie om te investeren in de scholen voor morgen en de scholenbouw voor de toekomst. De ambitie is om tegen 2016 een 200-tal nieuwe scholen in gebruik te nemen. Leerlingen van de toekomst kijken reikhalzend uit naar een motiverende leeromgeving waar ze dagelijks vol passie uitdagingen krijgen om te leren. Meer informatie vind je op www.scholenvanmorgen.be en www.scholenbouwen.be.

 Stel je op het beleidsniveau van je school de volgende vragen:

-  Zijn we een school of zijn we een centrum?

-  Hoe vullen we onze centrumfunctie in?

-  Zijn we wel een centrum? Willen we een centrum zijn en wat betekent dat dan concreet?

-  Hoe vertaalt zich dat in onze toekomststrategie?

-  Is iedere lerende welkom in ons centrum, ongeacht zijn leeftijd?

 Laat de Centra voor Volwassenenonderwijs meer ‘centra’ worden. Hun naam hebben ze alvast mee! Laat meer vervlechting toe met niet-formeel leren.