LEREN MET PIT
Cool! Rekenen hoeft niet saai te zijn! We hebben op Facebook nieuwe
sommen leren maken met de online-boerderij van Farmville.
‘Hoe komt het dat we gemakkelijker dingen onthouden die ons
interesseren?’ vraagt Ben zich af, terwijl hij zijn toetsresultaten
bekijkt. ‘Kijk, ik heb goed gescoord voor Chinees en ben gezakt
voor chemie!’
‘Denk aan het Franse liedje Ami de mon Amygdala…’ lacht leerkracht Ann, de popsong neuriënd. ‘Diep in je brein, in je emotioneel centrum, schuilt je amygdala. Dit is een soort hersenschakeling die werkt als een filter op je waarneming. In je verbeelding kun je je voorstellen dat je amygdala als het ware een geheugenpoort bestuurt. Wat je graag doet, brengt positieve emoties voort en dan opent de poort. Wat je niet graag doet, wekt negatieve emoties op en dan sluit de poort!’
‘Woeps!’ roept Ben. ‘Wat een rampscenario! Wat ik niet graag doe, lukt niet goed; daardoor doe ik het nog minder graag en dan knalt die poort dicht!’
‘Precies, Ben. Wat je wél graag doet, lukt dus beter en daardoor begin je het nog liever te doen…’
‘Hoe kan ik die neerwaartse spiraal omkeren?’ vraagt Ben.
‘Drie dingen kunnen je daarbij helpen. Ten eerste kun je beter slimmer dan harder werken. Dat betekent dat je beide hersenhelften gebruikt. Dat doe je bijvoorbeeld wanneer je een mindmap maakt. Zo behaal je met minder moeite toch een beter resultaat. Vervolgens kun je de minder aantrekkelijke leerstof ‘verpakken’ in een mooi verhaal waarin fantasie een belangrijke rol speelt. Als je dat ten slotte al allemaal zo veel mogelijk tijdens de les en de projectwerking zelf doet, hoef je dat thuis niet meer te doen.’
Op Wikipedia vinden we de onderstaande informatie terug over de
amygdala.
De amygdala speelt een belangrijke rol bij het vormen en opslaan van herinneringen aan emotionele gebeurtenissen. Daarbij wordt informatie die afkomstig is van verschillende zintuigen geïntegreerd. De amygdala werkt bij de geheugenopslag nauw samen met de hippocampus. Samen vormen zij een soort werkgeheugen met tijdelijke opslag, het kortetermijngeheugen. Na enige tijd wordt de informatie overgebracht naar het langetermijngeheugen in de hersenschors.
De amygdala zorgt vooral voor de affectieve kleuring van indrukken uit de buitenwereld. Er wordt endorfine aangemaakt die stemmingen kan opwekken die bij de passende emoties horen. Op deze wijze worden emoties gekoppeld aan bepaalde zintuiglijke ervaringen en de daarmee verbonden mensen, dieren of voorwerpen. Zo wordt het geheugen versterkt en kunnen voorwerpen en situaties later worden herkend.
Zo zie je dat de rationele cortex van de hersenen sterk onder invloed staat van de emotionele middenhersenen. De hersenstam die de reflexen en driften stuurt, heeft een nog grotere invloed op het leervermogen. Als je hersenstam gevaar waarneemt, dan neemt het de controle over de grotere hersenen over. Je herkent de gelaagdheid van de hersenen – van onder naar boven – ook in de behoeftepiramide van Maslow.
De primaire behoeften behoren tot het werkterrein van de breinstam, je reptielenbrein. Het middenbrein (limbisch systeem) is je emotionele zoogdierenbrein, dat vooral begaan is met sociale contacten en je eigenwaarde. Het bepaalt dus of je je goed in je vel voelt. Het opperbrein ten slotte zorgt voor je mens-zijn, je zelfontplooiing.
Het is daarom van ontzettend groot belang om de zin tot leren, de spontane leerhonger die we waarnemen in een spelend kind, opnieuw aan te wakkeren.
IN EEN NOTENDOP
VAN | NAAR |
Leren tegen je zin, omdat het moet | Leren met zin, uit interesse |
Van buiten leren (linkerbrein) | Leren met mindmaps (totaalbrein) |
Aandacht voor opgelegde kennis | Aandacht voor ontwikkeling van talenten |
TIPS VOOR LEERKRACHTEN
• Stel bij het begin van het schooljaar aan je leerlingen de volgende vragen:
- Welk verband kun je leggen tussen dit vak en je leven?
- Welke drie vragen heb je over dit vak?
• In de traditionele didactische opbouw van een les vertrek je vanuit een probleemstelling die je aan je leerlingen voorlegt. Daarna vraag je hen om het probleem te analyseren en oplossingen te formuleren. Draai die opbouw eens om. Formuleer oplossingen en vraag je leerlingen om problemen of onderzoeksvragen te formuleren die aan de basis liggen van die oplossing(en).
• Gebruik meer visuele technieken om je vak boeiender te maken. Gebruik mindmaps en beeldmateriaal dat online beschikbaar is. Meer informatie vind je op Google of YouTube. Kijk bijvoorbeeld eens naar ‘Hoe mindmaps maken’ of ‘Tony Buzan – How to Mind Map’.
• Haal motiverende tips uit de boeken Leuker Leren, Leukere Lessen en SOS Brein van Bernard Lernout en Inge Provost.
• Taaldocenten kunnen specifieke tips halen in SOS Taal van Bernard en Lisa Lernout.
Een mindmap is een ‘kaart’ van je gedachten, een ruimtelijke synthese. Die bestaat zowel uit sleutelwoorden, beelden als symbolen. Door je gedachten op die manier voor te stellen worden zowel de linker- als de rechterhersenhelft aangesproken. Je kunt een mindmap onder andere gebruiken om je gedachten te ordenen, om samenvattingen te maken van lessen en boeken en om leerstof efficiënter te studeren.
• Vervang een klassieke les door een interactieve verkenning: maak samen met de leerlingen een mindmap over een bepaald thema of een bepaalde doelstelling.
• Stimuleer jongeren om van elkaar te leren. Vraag hen leuke filmpjes te maken over ‘Leren Met Zin’ op YouTube en sociale netwerken.
• Overweeg om een
T-attest te overhandigen aan elke leerling op het einde van het
schooljaar.
Het T-attest brengt één of meerdere talenten van de leerling in
kaart, met aanbevelingen om die talenten verder te ontwikkelen.
Laat je voor het T-attest inspireren door de meervoudige
intelligenties volgens de Amerikaanse psycholoog Howard Gardner.
Hij onderscheidt verschillende soorten intelligenties:
- verbaal/linguïstische intelligentie (woord-slim);
- logisch/mathematische intelligentie (getal-slim);
- visueel/ruimtelijke intelligentie (beeld-slim);
- muzikaal/ritmische intelligentie (muziek-slim);
- lichamelijke/kinesthetische intelligentie (lichaam-slim);
- interpersoonlijke intelligentie (mens-slim);
- intrapersoonlijke intelligentie (zelf-slim);
- natuurgerichte intelligentie (natuur-slim).
TIPS VOOR LEERLINGEN
• Zoek online informatie en tips om slimmer te leren. Kijk op Google of YouTube naar Smart Learning, Braintraining, SOS Brein en Leuker Leren.
• Maak een mindmap van elke les en zoek figuren, foto’s en kleuren die je bij de leerstofonderdelen plaatst om zo het geheel aantrekkelijker te maken. Om te vermijden dat je mindmaps moet maken na de les, kun je er een op papier maken tijdens de les. Werk die kladmindmap later verder uit met een gratis mindmapprogramma (Surf op Google naar bv. XMIND Basic of FreeMind). Mindmappen op de pc is geen ‘verloren tijd’, want je bent – terwijl je op de computer speelt – de leerstof aan het verankeren!
TIPS VOOR HET BELEID
• Betrek jongeren bij de opmaak van elke vorm van regelgeving. Stel jezelf de vraag wat het effect is van elk decreet, elke beleidsmaatregel of elke circulaire op de leermotivatie van de jongeren.