83
Puerto Grande was de naam die Christophorus Columbus gaf aan de grote halvemaanvormige baai die hij in 1494 ontdekte. De baai bleef de eerstvolgende vierhonderd jaar in Spaanse handen en diende als een belangrijke overslaghaven voor de export van katoen en suiker. In juni 1898 landden er Amerikaanse mariniers, die het omringende gebied veroverden tijdens een van de eerste veldslagen van de Spaans-Amerikaanse Oorlog. De inham is nu naar een nabijgelegen rivier vernoemd en heet nu Guantánamobaai.
Na de snelle verovering op de Spanjaarden, sloten de Verenigde Staten met de net onafhankelijke regering van Cuba een pachtovereenkomst voor een rechthoekig gebied van ongeveer honderdzeventien vierkante kilometer rond het zuidelijk deel van de baai voor gebruik als marinebasis. Op de basis bevindt zich het omstreden gevangenenkamp Guantánamo Bay en de VS betalen jaarlijks voor de eeuwigdurende pacht maar een paar duizend dollar aan de Cubanen in de vorm van cheques, die tot nu toe door de Castro-regering slechts één keer zijn geïnd.
Summer stond op het voordek van de Sargasso Sea en genoot van de zon en het verkoelende briesje toen het onderzoeksschip de baai in voer. Er zoefde een Orion P-3 verkenningsvliegtuig langs dat vervolgens op een vliegveldje aan haar linkerhand landde, terwijl het schip wegdraaide naar de marinebasis rechts van haar. Het schip meerde af aan een open pier langszij een fregat van de Amerikaanse marine.
Ze voegde zich bij Pitt, haar broer en Giordino toen die zich opmaakten om aan wal te gaan.
Daar werden ze door twee officieren opgewacht, die tot hun verrassing in het gezelschap verkeerden van St. Julien Perlmutter. Hij was uit Washington overgekomen en voor het eerst in tien jaar weer eens in een vliegtuig gestapt.
‘Welkom in Gitmo,’ zei de oudste van de beide officieren enigszins geforceerd formeel. ‘Ik ben admiraal Stewart, bevelhebber van de Joint Task Force.’
‘Vriendelijk van u dat u ons wilt ontvangen, admiraal,’ zei Pitt, terwijl ze elkaar een hand gaven.
‘Het komt niet zo vaak voor dat ik door de vicepresident wordt gebeld met het verzoek om assistentie bij een historische ganzenjacht.’
‘Ik kan u verzekeren,’ zei Perlmutter op het meest hooghartige toontje dat hij in huis had, ‘dat er geen gans bij komt kijken.’
‘Mag ik u voorstellen aan commandant Harold Joyce. Naast zijn andere functies is hij in feite de historicus van onze basis. Ik ben ervan overtuigd dat commandant Joyce u verder van dienst kan zijn. Goed, als u mij dan nu wilt excuseren.’ Stewart draaide zich om en liep de pier af.
‘Heeft er iemand stenen in zijn pap gedaan?’ vroeg Dirk.
Joyce schoot in de lach. ‘Nee, maar hij heeft er een pesthekel aan als politici hem commanderen. En dan vooral politici die qua rang ooit diep onder hem stonden.’
‘Vicepresident Sandecker staat erom bekend dat hij soms flink op teentjes kan trappen,’ zei Pitt.
De marinecommandant, een kleine man met bril, keek Summer vriendelijk glimlachend aan en wendde zich vervolgens tot Perlmutter. ‘Meneer Perlmutter, wat spannend dat u Gitmo met een bezoek vereert. Ik heb onlangs uw geschiedenis van de Romeinse marine gelezen en dat vond ik fascinerend.’
‘Dan behoort u tot een heel kleine minderheid, maar dank u wel. Hebt u ten aanzien van ons verzoek al resultaat geboekt?’
‘U hebt gezegd dat u op zoek bent naar een grot of gewelf op een van de eilanden. Er liggen diverse eilanden in de baai, maar slechts twee ervan hebben een omvang en hoogteverschil van enige betekenis: Hospital Cay en Medico Cay. Ik heb op beide eilandjes rondgekeken, maar helaas heb ik er niets gevonden wat op een natuurlijke grot lijkt.’
‘Misschien is-ie dichtgegroeid,’ zei Summer.
‘Dat zou kunnen,’ reageerde Joyce net iets te enthousiast op Summers opmerking. ‘Er was in wezen maar één ding dat wellicht interessant kan zijn: een oude munitiebunker op Hospital Cay. Ik verwachtte er niet veel van, maar toen ik er toch wat onderzoek naar deed, kwam ik erachter dat hij uit de begindagen van de basis stamt. Hij is nog steeds afgesloten, maar ik heb geen inventarislijst gevonden waaruit blijkt dat hij ooit daadwerkelijk voor de opslag van munitie is gebruikt.’
‘Als we hier nu toch zijn, kunnen we er dan niet even een kijkje gaan nemen?’ vroeg Summer.
Perlmutter knikte. ‘Dat lijkt me het zinnigst, ja.’
‘Absoluut,’ zei Joyce. ‘Ik ben zo vrij geweest om de ouwe heer alvast om toestemming te vragen. Het grootste probleem was het vinden van de sleutel van het slot. Ik heb zeker vier uur in de archieven van de basis rondgeneusd. Volgens mij is daar al een eeuw niemand meer geweest.’
‘En, gevonden?’ vroeg Summer.
Joyce hield een koperen sleutel ter grootte van boek op.
‘Aan de volgende pier heb ik een sloep klaar laten leggen,’ zei hij. ‘We kunnen er nu gaan kijken.’
De groep nam plaats in de sloep en Joyce bracht hen door de baai naar een ongeveer in het midden gelegen eilandje. Tot zijn verbazing zag Pitt een klein, onder Cubaanse vlag varend vrachtschip de baai oversteken.
‘Volgens de in 1903 ondertekende pachtovereenkomst hebben de Cubanen het volste recht om door de baai te varen, ook al komen ze daarbij vlak langs onze basis,’ zei Joyce. ‘Vroeger kregen we nog wel vluchtelingen die zich op vlotten stroomafwaarts naar de basis lieten drijven, maar het Cubaanse leger houdt het tegenwoordig behoorlijk goed in de gaten.’
Hij meerde de boot af aan Hospital Cay, een eiland van nog geen kilometer lang met een ietwat verhoogde kam die als een ruggengraat over de gehele lengte liep. Het eiland was net zo dor als het omringende landschap en bedekt met laag struikgewas en cactussen.
Pitt zag verschillende diepe inkepingen in de grond rond de plek waar ze hadden aangelegd, onmiskenbaar sporen van vroegere bebouwing. ‘Heeft hier ooit een deel van de basis gestaan?’
‘Zeker,’ antwoordde Joyce. ‘Hier heeft het oorspronkelijke kolenstation gestaan voor het bijvullen van de marineschepen. Dat was de reden waarom ze de baai wilden hebben. Er stonden meerdere grote bunkers op de kam die via lorries in verbinding stonden met de pieren. Dat heeft tot 1937 geduurd toen alle op kolen varende marineschepen werden afgedankt.’
Dirk tuurde over het nu kale eiland. ‘Ze hebben niet veel voor het nageslacht overgelaten.’
‘Een paar jaar later hebben ze alles afgebroken en sindsdien is hier nooit meer iets gebeurd. Maar het enige wat ze niet hebben gesloopt is de munitiebunker. Die is aan de noordpunt van het eiland.’
Het was maar een korte wandeling naar de andere kant van het eiland, maar in de warme vochtige lucht transpireerden ze allemaal hevig toen ze bij een kleine inkeping in de kam kwamen. Joyce ging hen voor naar een betonnen overwelfde doorgang in de helling van de heuvel die met dikke stalen deuren was afgesloten. Hij stak de grote koperen sleutel in het slot en probeerde hem om te draaien, maar het mechanisme gaf geen millimeter mee.
‘Laat me die sleutel eens zien, jongeman.’ Perlmutter drong met grote stappen naar voren. Hij greep de sleutel en gooide zijn honderdtachtig kilo zware lijf in de strijd. Uit het slot klonk een knarsende klik, waarop hij de deur openduwde.
Binnen was helemaal niets. De ruimte liep een meter of zes in de helling door met muren van strak aaneensluitende stenen. Er was geen schat en zelfs geen munitie. De groep drong naar binnen, waar ze allemaal teleurgesteld om zich heen keken.
‘Dat was dus Montezuma’s schat,’ concludeerde Summer ontgoocheld.
‘Dit is duidelijk door rovers leeggehaald,’ mompelde Joyce.
‘Dat er dieven aan het werk zijn geweest hebben we wel vaker gezien,’ zei Perlmutter. ‘Zo zijn de piramiden ook leeggeroofd.’
‘Waarschijnlijk al drieduizend jaar geleden,’ reageerde Pitt afwezig, terwijl hij in de kamer rondliep en op de stenen tikte om de sterkte van de voegen te testen.
Perlmutter bekeek wat hij deed en vroeg: ‘Zoek je naar een verborgen deur?’
Met de grote koperen sleutel tegen de stenen tikkend antwoordde hij: ‘Ik vind het vreemd dat hier helemaal niets is, geen restjes of andere aanwijzingen, waaruit blijkt dat er in deze ruimte überhaupt ooit iets is opgeslagen. Het lijkt wel of de boel hier grondig is schoongeboend.’
Giordino richtte zijn zaklamp op de betonnen vloer. ‘Hier kan mijn eigen huis niet tegenop.’
Het kostte Pitt zo’n veertig minuten voordat hij een afwijkend dof geluid hoorde in plaats van de scherpe klank van hard steen.
Giordino liep naar de sloep en kwam terug met een gereedschapskist. Met een hamer en een beitel vielen Pitt en hij aan op wat al snel een losse steen was.
Om beurten hakten ze een bredere gleuf aan één kant van de steen. Nadat ze de beitel diep in het gat hadden geslagen, probeerden ze de steen met een lange schroevendraaier verder los te wrikken. Zwetend en geleidelijk steeds vermoeider kregen ze een paar centimeter speling in de steen. Vervolgens wrikten ze aan de andere kant en wisten zo de steen nog iets losser te krijgen. Giordino duwde iedereen opzij en trok de steen met één krachtige ruk naar buiten.
Een kort ogenblik stonden ze met zijn allen zwijgend in de ruimte erachter te staren. Het was alsof ze niet verder door het gat durfden te kijken uit angst dat daar ook niets zou zijn. Tot Pitt met een zaklamp naar binnen scheen en met de lichtbundel door de duisternis zwaaide. Summer had het niet meer van de spanning en stak haar hoofd door de opening. ‘Ik zie een jaguar,’ zei ze met gedempte stem, ‘volgens mij een wachtpost.’ Ze draaide zich om en keek haar broer en vader met een veelbetekenende glimlach aan.
Ook Dirk kon de verleiding niet meer weerstaan en duwde Summers hoofd opzij. ‘En genoeg goud om er heel Fort Knox mee te vullen!’ Om beurten hakten ze stenen weg tot ze een opening hadden die groot genoeg was om doorheen te kunnen.
Summer was de eerste die de kamer binnenging. Ze werd door een grote geel-zwart gevlekte kat met een opengesperde bek begroet. Toen ze met haar zaklamp omlaag wees, bescheen ze een gebeeldhouwde inheemse krijger onder een van een jaguarhuid gemaakte hoofdtooi.
Ze liep langs de krijger. In het schijnsel van haar zaklamp strekte zich een met amberkleurige schitteringen bespikkelde, lange donkere grot uit.
Goud.
Het was overal, in de vorm van beeldjes, vergulde speren en schilden, en van op stenen platen uitgestalde sieraden en vazen. Tegen een van de zijwanden stond een grote houten kano opgesteld die tot aan de dolboorden met gouden voorwerpen was gevuld; met juwelen ingelegde maskers en rijkelijk gegraveerde stenen schijven.
De anderen waren Summer gevolgd en staarden sprakeloos naar de artefacten.
Joyce kon zijn ogen niet geloven. ‘Wat is dit allemaal?’
Pitt wees op een grote katoenen mantel overdekt met juwelen en felgroene veren. ‘De schat van Montezuma.’
Summer omhelsde haar broer. ‘Het is een kleine genoegdoening voor doctor Torres.’
Perlmutter staarde met kinderlijke verwondering naar de artefacten. ‘Het is echt waar,’ mompelde hij.
Pitt liep naar de grote man toe. ‘St. Julien, volgens mij heb je ons aan het lijntje gehouden. Jij wist allang dat dit hier lag, toch?’
Perlmutter glimlachte. ‘Ik was er niet zo op gebrand om de geschiedenis te herschrijven, maar de feiten liegen niet. Voor zover we nu weten, heeft een Spaanse commando-eenheid in samenwerking met de archeoloog Julio Rodriguez de Maine opgeblazen om de Azteekse steen te pakken te krijgen. Het autopsierapport van Ellsworth Boyd was de sleutel. Er bleek uit dat hij aan een schotwond was overleden en de Spaanse revolver waarmee dat was gebeurd, hebben jullie hoogstwaarschijnlijk op het wrak zelf gevonden.’
‘Het lijkt er dus op dat Rodriguez met de San Antonio hiernaartoe onderweg was,’ zei Pitt.
‘Jaren eerder had hij veldwerk gedaan bij een opgraving van een nederzetting van Taíno-indianen in Guantánamo Bay. Dus hij kende de lokale geografie. Ik denk dat het diagram op de steen van Boyd, toen hij die eenmaal in bezit had, voor hem al voldoende was om de plek te herkennen en daarop wilde hij onmiddellijk hiernaartoe.’
‘Maar als de San Antonio met de steen gezonken is, hoe wist de VS dan waar ze de schat kon vinden? Een waarom is die hier dan nog?’
‘Het ligt voor de hand dat Boyd de betekenis van de steen kende,’ antwoordde Perlmutter. ‘Zijn compagnon was een deskundige op het gebied van de Meso-Amerikaanse culturen, dus het verband met de schat van Moctezuma hadden ze snel gelegd. Ik vermoed dat hij met de steen naar New York terug wilde om geld voor een zoektocht in te zamelen. In plaats daarvan ging zijn schip in Santiago kapot en werd hij door Rodriguez naar Havana opgejaagd en uiteindelijk vanwege de steen op de Maine vermoord. Maar hij had alles wat hij wist aan de consul-generaal op Cuba en aan de kapitein van de Maine verteld,’ vervolgde Perlmutter. ‘Ik ontdekte diverse communiqués met betrekking tot het vergaan van de Maine waarin melding werd gemaakt van wat “Boyds Vondst” werd genoemd. Vandaar de jacht op en het tot zinken brengen van de San Antonio door de Amerikaanse vloot. Rodriguez leefde nadat hij uit zee was gevist nog net lang genoeg om met de vinger naar Guantánamo te wijzen. De militaire verslagen zijn na dat tijdstip heel uitgesproken over de strategische noodzakelijkheid om de Guantánamobaai in te nemen.’
‘Wil je daarmee zeggen dat Moctezuma’s schat uiteindelijk de aanleiding is geweest tot de Spaans-Amerikaanse Oorlog?’ vroeg Pitt.
Perlmutter knikte. ‘Het was een factor van doorslaggevend belang, hoe je het ook bekijkt. Het tot zinken brengen van de Maine was er een direct gevolg van, evenals onze reactie om Cuba binnen te vallen.’
‘Maar waarom is-ie hier blijven liggen?’
‘De machthebbers in Washington wilden de nieuwe, onafhankelijke staat Cuba niet voor het hoofd stoten. Bovendien was de beslissende overwinning op de Spaanse vloot hier en bij de Filippijnen een enorme opkikker voor de VS als nieuwe wereldmacht. De ontdekking werd in plaats daarvan dus juist geheim gehouden. Het leek president McKinley beter om eerst een paar jaar te wachten voordat ze het bestaan ervan onthulden, dus liet hij vastleggen dat de schat tot na zijn ambtstijd achter slot en grendel moest blijven. Waarschijnlijk had hij er niet op gerekend dat Theodore Roosevelt hem zou opvolgen.’
‘Kreeg Roosevelt lucht van de schat?’
‘Absoluut. Maar hij had een persoonlijke reden om de vondst te verzwijgen. Als de held van San Juan Hill zag Roosevelt zijn eigen erfenis liever niet bezoedeld door een vermeend hebzuchtig verlangen naar rijkdommen. Bovendien verslechterde de situatie in Mexico gedurende de laatste jaren van zijn presidentschap. Er was een groeiende rebellie tegen de Mexicaanse leider Porfirio Díaz, die uiteindelijk tot de Mexicaanse Revolutie leidde. Roosevelt wist dat het Mexicaanse volk woedend zou reageren op het nieuws dat de VS Moctezuma’s schat in bezit had, waardoor de toch al gespannen situatie in het grensgebied ernstig zou verslechteren.’
‘Dus heeft hij de hele kwestie begraven.’
‘En wel tamelijk letterlijk. Roosevelt gaf opdracht om de schat ter plaatse te verzegelen. Alle verslagen over de ontdekking werden vernietigd en de paar mensen die van het bestaan op de hoogte waren, moesten geheimhouding zweren… bovendien was het hun ten strengste verboden ooit nog een voet in Guantánamo Bay te zetten. Ik kwam dit op het spoor toen ik op een presidentieel besluit stuitte ondertekend door Roosevelt aangaande de bouw van een geheime, afgesloten berging op de basis voor de opslag van zogenaamd gevoelige items.’
‘En daarna is het simpelweg in vergetelheid geraakt.’
‘Precies.’
Summer voegde zich bij de twee mannen die een stenen beeld van een reiger met ogen van juwelen en een staart van goud omhooghielden. ‘Is dit niet schitterend? Het vakmanschap is heel bijzonder.’
‘Hier ligt genoeg goud om de hele staatsschuld mee af te lossen,’ zei Dirk.
‘Het is een waanzinnige collectie,’ zei Perlmutter. ‘Ik hoop alleen dat er geen derde wereldoorlog om het eigendomsrecht uitbreekt.’
‘Dirk en ik hebben daar al over nagedacht,’ reageerde Summer. ‘Een derde gaat naar het Museo Nacional in Havana, een derde gaat naar het Antropologisch Museum in Xalapa bij Veracruz en een derde gaat naar het Smithsonian in Washington onder de voorwaarde dat de gehele collectie om de vijf jaar rouleert.’
‘Dat klinkt als een redelijk plan,’ zei Pitt, ‘maar stel dat de marine de hele schat wil houden.’
Er speelde een slinks glimlachje om Summers lippen. Ze sloeg een arm om de schouders van commandant Joyce en drukte het nietige mannetje tegen zich aan. ‘In dat geval zullen we een les van de Azteken serieus moeten nemen en een paar harten moeten uitsnijden.’