20
Summer zat stilletjes op de achterbank, maar achter haar rug wrikte ze verwoed met haar handen. Het touw om haar polsen was nog nat van het meer. Het vocht smeerde haar polsen en maakte het touw elastischer. Bij iedere hobbel van de Jeep trok en wrong ze en rekte de knoop zo millimeter voor millimeter uit.
Omdat hij al snel geen zin meer had haar onder schot te houden, boog de ontvoerder die naast haar zat zich over haar heen en drukte het deurslot in, waarna hij zijn pistool in de holster wegstak. Desalniettemin staarde hij haar achterdochtig aan, of was het misschien uit interesse? Met een bombardement van vragen ging ze tot de aanval over en vuurde vragen als het onvermijdelijke ‘Waar brengen jullie me naartoe?’ tot het frivole ‘Waar heb je die sjaal gekocht?’ op de bewaker af. Maar alles ketste af op een ijzig stilzwijgen. Uiteindelijk had het voortdurende gekakel effect. Hij wendde zijn gezicht van haar af en staarde door het raampje naar buiten.
Summer hield zich nu iets meer in met haar commentaar. Het had geen zin om het op de spits te drijven. De gewapende mannen hadden niet geaarzeld om Torres neer te knallen en zouden ook haar niet sparen. Ze vond het jammer dat de drie dieven ondanks de hitte hun gezichten bedekt hielden. Als zij zich rustig hield tot ze een stad bereikten, kon ze misschien uit de auto springen en veilig wegkomen. Maar eerst moest ze dat touw los zien te krijgen.
Haar wensen gingen nog eerder in vervulling dan ze had gehoopt. De weg werd geleidelijk steeds beter tot de banden van de Jeep op plaveisel stuitten. Ze hadden de stuwdam bereikt, waar de weg versmalde en de betonnen constructie opliep. De chauffeur stuurde erop af, maar vloekte opeens en stond boven op de rem.
Terwijl de Jeep in een slip over het asfalt schoof, schoten de vier inzittenden naar voren. Het harde remmen werkte in Summers voordeel. Haar linkerhand schoot los uit de knoop en terwijl ze op haar plaats terugviel, trok ze vliegensvlug het touw van haar polsen. De reden voor de noodstop had ze niet gezien, maar toen ze door het zijraam keek, viel haar mond open van schrik.
De groene bestelwagen van de universiteit was over de rand van de rotswand recht boven hen geschoten en kwam als een Tomahawkraket op hen af. Hij vloog langs de Jeep en raakte een meter voor hen met zijn neus de rand van de weg, waarna hij over de kop sloeg en met een enorme klap op zijn dak terechtkwam. Het gekraakte voertuig schoof nog een paar meter door voordat het, de hele weg blokkerend, in een plas van lekkende olie en benzine tot stilstand kwam.
De Jeep gleed nog door, terwijl Summer de deur van slot deed en zich naar buiten wierp. Ze rende al voordat ze goed en wel het wegdek raakte en sprintte, luid de naam van haar broer gillend, naar de bestelwagen. Naarmate ze dichterbij kwam, voelde ze haar maag verkrampen. Het was uitgesloten dat een eventuele inzittende de val had overleefd.
Ze liep naar het ondersteboven gekeerde zijraam aan de bestuurderskant en knielde om naar binnen te kijken. Er was niemand te zien en de knoop in haar maag trok onmiddellijk weg.
Ze merkte dat de bestelwagen bewoog, maar tijd om iets te doen had ze niet meer. De Jeep was ernaartoe gereden en de chauffeur probeerde het wrak opzij te duwen. Summer kwam overeind terwijl de bestelwagen een paar centimeter naast haar wegschoof en ze haar metgezel van de achterbank met getrokken pistool op zich af zag komen.
Gedwee stak ze haar handen in de lucht, terwijl ze om zich heen naar een teken zocht van Dirk. De zon scheen in haar ogen, maar het klif leek te steil om erlangs af te kunnen dalen. Omdat ze niets zag op de weg waar ze vandaan waren gekomen, tuurde ze in de tegengestelde richting.
Ze stonden op de stuwdam en het blauwe water van het meer klotste zo’n zes meter onder haar tegen het beton. Merkwaardig genoeg leek het terrein aan de andere kant van de hoge, smalle dam volkomen droog. Er was geen waterkrachtcentrale of een andere constructie waardoor water de steile, nauwe kloof in stroomde die El Infiernillo Cañones werd genoemd.
Summer keek weer naar de bewaker. Met een woedend gezicht gebaarde hij haar terug te gaan naar de Jeep. Ze knikte en deed een halve stap naar voren toen een overlevingsimpuls haar anders deed besluiten. Het was misschien niet haar beste kans om te ontsnappen en waarschijnlijk zelfs helemaal geen kans, maar ze ging er wel voor. Met een bliksemsnelle afzet naar opzij, sprong ze naar de vangrail en dook eroverheen. De bewaker reageerde onmiddellijk. Omdat hij zijn wapen niet wilde gebruiken, graaide hij met zijn vrije hand naar haar en kreeg nog net de zoom van haar broek te pakken. Daardoor uit evenwicht gebracht werd hij naar de vangrail getrokken. Hij wilde haar niet loslaten maar kon met zijn zwakke greep haar vaart niet afremmen. Zijn benen klapten tegen de vangrail en ook hij sloeg eroverheen.
Ze vlogen door de lucht en doken samen met een enorme plons in het water. Summer probeerde diep weg te duiken en de bewaker van zich af te trappen. Maar hij liet haar been niet los en gebruikte zijn andere hand om met de kolf van zijn pistool naar haar uit te halen. Ze voelde zich als in een gevecht van onderwaterworstelaars. Ervan uitgaand dat ze een betere zwemmer was, dook ze naar nog grotere diepte, waarbij ze uit alle macht bleef proberen zich los te trappen.
Haar hand sloeg tegen de dam en ze voelde haar vingers over het betonnen oppervlak schuren. Ze daalden sneller dan je zou verwachten. Ze werden door een sterke stroming meegetrokken. Het water werd donkerder en ze besefte dat ze naar de voet van de stuwdam werden gezogen.
Opeens waren haar zintuigen op een heel nieuw gevaar gespitst. Wat was de oorzaak van die onderstroom? Er was geen waterkrachtcentrale of een zichtbare waterdoorlaat aan de andere kant van de dam. Wanneer er geen water wegvloeide, kon een duik in het stuwmeer vlak bij de dam niet gevaarlijk zijn.
De angst om te verdrinken was nu groter dan haar angst voor de bewaker. Ze verzette zich niet langer tegen zijn greep en werkte mee met zijn pogingen naar de oppervlakte te zwemmen. Maar het water bleef donkerder worden en uit de toenemende druk in haar oren leidde ze af dat ze dieper het meer in werden getrokken.
In het troebele water ontwaarde Summer een rond gat van een kleine vijf meter breed waar ze naartoe werden gezogen. Ze begreep dat het een afvoerkanaal was dat aan de onderkant door de dam liep. De Zimapán-dam was wel degelijk voor de opwekking van elektriciteit gebouwd, alleen stond de centrale beneden in het dal aan het einde van een twintig kilometer lange tunnel.
Er zat een rooster in de opening van het afvoerkanaal tegen het instromen van al te grote hoeveelheden puin, maar door jarenlang slecht onderhoud was het kromgebogen en verhinderde geenszins een vrije doorstroming van het water.
Summer en de bewaker zagen wat er op hen afkwam en probeerden uit alle macht om weg te zwemmen. Maar de zuiging werd sterker en trok hen steeds sneller naar het gat. Summer liet haar instinct varen en deed het ondenkbare. Ze zwom naar het afvoerkanaal toe.
De bewaker keek haar vol ongeloof aan en er kwam een panische angst in zijn ogen terwijl hij zich tegen de sleurende stroming bleef verzetten. Te laat besefte hij dat Summer de slimste was geweest. Door met de stroom mee te zwemmen kon ze op het onbeschadigde deel van het traliewerk af sturen. Ze kreeg een metalen dwarsstaak te pakken en trok zich ernaartoe.
Ze knalde tegen het rooster met een klap waarmee bijna het laatste restje lucht uit haar longen werd geslagen. De zuiging van het water drukte haar tussen een paar boomstronken, een autoband en dergelijke troep. Ze keek om en zag de bewaker langs schieten. Zijn sjaal en zonnebril was hij allang kwijt en Summer zag de doodsangst in zijn ogen nu hij er niet in slaagde zich uit de zuiging te bevrijden. Het volgende ogenblik was hij verdwenen, meegezogen in het zwarte gat waar het kolkende water zijn laatste gil smoorde.
Mijn lichaam zal tenminste nog door iemand gevonden kunnen worden, dacht Summer terwijl al haar zintuigen hunkerden naar lucht.
Terwijl ze zich in uiterste wanhoop aan het traliewerk vasthield, vroeg ze zich af wat er op de dam gebeurde en of haar broer nog leefde.