29

De kogel floot rakelings langs terwijl Dirk boven op de rem stond. De pick-up zwenkte met een smak tegen de Volkswagen en drukte de auto tegen de wrakke brugleuning. Het linker spatbord schuurde langs de leuning waarvan de spijlen als luciferhoutjes ratelend afknapten.

Dirk schakelde terug en probeerde uit alle macht het stuur recht te houden. Summer slaakte een gil toen ze erdoorheen schoten en de linkerwielen half over de rand hingen. De pistoolschoten van de schutter klonken boven de herrie uit. De voorruit van de Beetle spatte uiteen terwijl Summer en Dirk onder het dashboard wegdoken.

Er klonk gekrijs van metaal op metaal en de VW kwam tot stilstand voordat de zwaardere pick-uptruck hem in de beek had kunnen drukken. Dirk gaf een ruk naar rechts aan het stuur en ontsnapte daarmee op het nippertje aan een duik in de beek. Omdat hij geen tegemoetkomend verkeer zag, zwenkte hij naar de rechterbaan en trapte het gaspedaal in.

De viercilinder TDI-dieselmotor gierde toen de kleine auto de nog afremmende pick-up voorbijschoot. De chauffeur van de pick-uptruck reageerde snel en trapte zijn eigen motor op z’n staart. De 5.7 liter Mopar Hemi onder de motorkap logenstrafte het gammele uiterlijk van de kleine vrachtwagen en had meer dan genoeg power voor een achtervolging.

‘Hoe hebben die ons hier gevonden?’ gilde Summer met haar handen stevig om het dashboard geklemd, terwijl Dirk de Beetle zonder af te remmen een scherpe bocht in stuurde.

‘Geen idee, maar dat ze ook in de andere helft van de steen geïnteresseerd zijn, is duidelijk.’

De VW raakte een diepe kuil in de weg en vloog met een boog door de lucht. Bij het neerkomen schraapte de achterbumper over het plaveisel en er spatte een vonkenregen op. Summer draaide zich om en zag dat de pick-up in dezelfde kuil smakte, waarbij de chauffeur bijna de macht over zijn stuur verloor.

De Beetle was sneller in de bochten, maar de pick-uptruck won snel terrein op de rechte stukken. Terwijl ze over zo’n recht stuk raasden, kwam de vrachtwagen dichterbij en beukte tegen de achterkant van de Volkswagen. De Beetle schoot naar voren, maar Dirk hield de wagen onder controle en wist de achtervolger tot de volgende bocht van zich af te houden.

‘Weet je waar deze weg heen gaat?’ riep Summer.

‘Ik weet dat hij langs de noordkust minstens tot Port Antonio doorloopt, maar dat is nog een heel eind. Als we daarvoor al in een niet al te kleine stad komen, kunnen we proberen hem kwijt te raken of politie te zoeken.’

Summer zag op een bord langs de weg dat ze over achttien kilometer bij het stadje Ocho Rios zouden komen. ‘Misschien is daar politie?’

De VW raakte nu tussen langzamer verkeer verzeild, waar Dirk tegenliggers ontwijkend met snelle inhaalmanoeuvres langs schoot. De pick-uptruck bleef volgen, maar raakte geleidelijk iets achterop. Dirk werd gedwongen af te remmen toen ze het stadje St. Ann’s Bay, dat ooit de eerste Spaanse hoofdstad was geweest, binnenreden. Het centrum bestond uit een handvol sierlijke koloniale gebouwen die Dirk en Summer de hoop gaven dat er hulp van politie te vinden zou zijn. Maar die hoop vervloog al snel toen er achter hen opnieuw schoten klonken.

‘Bukken!’ riep Dirk terwijl hij in de achteruitkijkspiegel keek.

De pick-up had op de een of andere manier razendsnel een hele rij auto’s ingehaald en zat weer vlak achter hen. De man naast de bestuurder hing uit het zijraam en schoot. Hij mikte slecht of verkeerde in de veronderstelling dat in deze moderne Kever-modellen de motor nog steeds achterin zat, want hij schoot drie kogels in de achterbak zonder er veel schade mee aan te richten.

Dirk trapte het gaspedaal in en negeerde een rood stoplicht, waarbij hij nog net een vrachtwagen met fruit kon ontwijken. ‘Onze vrienden hebben kennelijk geen hoge pet op van de plaatselijke veldwachters.’

‘We moeten Ocho Rios zien te halen,’ zei Summer. ‘Volgens mij is dat een aanleghaven voor cruiseschepen, dus daar is beslist politie.’

Dirk laveerde langs een stilstaande bus en scheurde het stadje uit, terwijl de pick-uptruck in het verkeer vastzat en achterbleef. Op de kustweg nam het verkeer sterk af en Dirk joeg de Volkswagen met ruim honderdveertig kilometer per uur naar het noorden. Na een minuut of tien bereikten ze de grotere stad.

‘Kijk of je de politie van Ocho Rios kunt bellen,’ zei Dirk. ‘Vraag het adres en zeg dat we eraan komen.’

‘911?’ vroeg Summer.

‘Volgens mij is het hier andersom: 119.’

Terwijl Summer het nummer intoetste, moest Dirk keihard remmen, waardoor het mobieltje uit haar handen vloog. In een bocht zag hij opeens een touringcar op de weg staan. Het tegemoetkomende verkeer was ook gestopt om een rij van het strand terugkerende toeristen de gelegenheid te geven de bus in te stappen. Even verderop draaiden nog een paar bussen van een parkeerterrein de weg op.

‘Dit gaat niet goed,’ zei Dirk, die zag dat er geen snelle ontsnapping uit deze bottleneck inzat. Snel speurde hij de weg af op een zijweg of een andere mogelijkheid om weg te komen.

Hij zag maar één oplossing. Direct naast de bus kronkelde een smalle zandweg het bos in. Als hij met de VW die weg in kon slaan voordat de pick-up in de bocht verscheen, zouden de achtervolgers kunnen denken dat zij al voorbij waren voordat de opstopping ontstond.

Dirk trok op en reed recht op de stilstaande bus af.

Summer greep naar het dashboard en zette zich schrap voor een botsing. ‘Wat doe je?’

Ze zweeg toen hij afremde en een onverwacht scherp naar rechts afsloeg. De instappende toeristen schrokken, maar hun gegil werd overstemd door de gierende banden van de Beetle die op twee wielen in de bocht overhellend het zandpad inschoot. Dirk hield zijn adem in toen de auto bonkend en hotsend de jungle in raasde. Hij wierp nog een haastige blik naar rechts de hoofdweg af om te kijken of ze ongezien waren ontsnapt.

De neus van de pick-up verscheen net in de bocht op het moment dat de Volkswagen door het dichte struikgewas van de jungle werd opgeslokt. De auto vloog bokkend en doorslippend over de met diepe voren doorploegde weg, die de indruk wekte dat er al in geen jaren meer een auto had gereden.

‘Denk je dat ze ons hebben gezien?’ vroeg Summer.

‘Dat weet ik niet, maar ik hoop van niet. Op dit pad blijven we ze in ieder geval niet lang voor.’

Zo’n honderd meter achter hen had de bestuurder van de pick-up de Volkswagen niet zien afslaan. Maar de verse slipsporen die de zijweg inliepen en het stofwolkje dat er nog boven hing, waren hem niet ontgaan. Met een satanische grijns stuurde hij de zijweg in en stoof rammelend over het wasbordachtige karrenspoor.

Even verderop steeg de weg door dicht kreupelhout dat over de blauwe lak van de VW schuurde. Summer ontwaarde een met klimop begroeid bord dat met een pijl naar Dunn’s River Lookout wees. Toen de weg een scherpe haarspeldbocht maakte, keek ze achterom en zag een metalen glans in het struikgewas. ‘Slecht nieuws. Ze zijn er nog.’

Dirk knikte en wist de Beetle met moeite op de weg te houden. Hij had geen flauw idee waar de weg naartoe ging, maar hij begreep dat ze dit niet lang meer volhielden.

‘Als het erop aankomt, stoppen we en rennen we het bos in,’ zei hij. ‘Altijd bergafwaarts en houd de weg aan. Als we elkaar kwijtraken, treffen we elkaar in de Green Stone Bar.’

Summer probeerde te glimlachen. ‘Eerste rondje betaal jij.’

Dirk stuurde de Beetle nog een stuk de helling op en stopte toen. De weg kwam uit op een open plek die voor een auto net groot genoeg was om te keren. Er stonden hoge bomen omheen, behalve aan hun linkerhand, waar een ondiepe beek stroomde. Ze zaten volkomen in de val, terwijl achter hen de pick-uptruck de heuvel op raasde.

Dirk keek zijn zus aan.

‘Zo te zien,’ zei hij met een pijnlijke trek op zijn gezicht, ‘is dit het eindpunt.’

Storm in Havana
553b7c99ed3dd7.html
553b7c99ed3dd8.html
553b7c99ed3dd9.html
553b7c99ed3dd10.html
553b7c99ed3dd11.html
553b7c99ed3dd12.html
553b7c99ed3dd13_split_000.html
553b7c99ed3dd13_split_001.html
553b7c99ed3dd14.html
553b7c99ed3dd15.html
553b7c99ed3dd16.html
553b7c99ed3dd17.html
553b7c99ed3dd18.html
553b7c99ed3dd19.html
553b7c99ed3dd20.html
553b7c99ed3dd21.html
553b7c99ed3dd22.html
553b7c99ed3dd23.html
553b7c99ed3dd24.html
553b7c99ed3dd25.html
553b7c99ed3dd26.html
553b7c99ed3dd27.html
553b7c99ed3dd28.html
553b7c99ed3dd29.html
553b7c99ed3dd30.html
553b7c99ed3dd31.html
553b7c99ed3dd32.html
553b7c99ed3dd33.html
553b7c99ed3dd34.html
553b7c99ed3dd35.html
553b7c99ed3dd36.html
553b7c99ed3dd37.html
553b7c99ed3dd38.html
553b7c99ed3dd39.html
553b7c99ed3dd40.html
553b7c99ed3dd41.html
553b7c99ed3dd42.html
553b7c99ed3dd43.html
553b7c99ed3dd44.html
553b7c99ed3dd45.html
553b7c99ed3dd46.html
553b7c99ed3dd47.html
553b7c99ed3dd48.html
553b7c99ed3dd49.html
553b7c99ed3dd50.html
553b7c99ed3dd51.html
553b7c99ed3dd52.html
553b7c99ed3dd53.html
553b7c99ed3dd54.html
553b7c99ed3dd55.html
553b7c99ed3dd56.html
553b7c99ed3dd57.html
553b7c99ed3dd58.html
553b7c99ed3dd59.html
553b7c99ed3dd60.html
553b7c99ed3dd61.html
553b7c99ed3dd62.html
553b7c99ed3dd63.html
553b7c99ed3dd64.html
553b7c99ed3dd65.html
553b7c99ed3dd66.html
553b7c99ed3dd67.html
553b7c99ed3dd68.html
553b7c99ed3dd69.html
553b7c99ed3dd70.html
553b7c99ed3dd71.html
553b7c99ed3dd72.html
553b7c99ed3dd73.html
553b7c99ed3dd74.html
553b7c99ed3dd75.html
553b7c99ed3dd76.html
553b7c99ed3dd77.html
553b7c99ed3dd78.html
553b7c99ed3dd79.html
553b7c99ed3dd80.html
553b7c99ed3dd81.html
553b7c99ed3dd82.html
553b7c99ed3dd83.html
553b7c99ed3dd84.html
553b7c99ed3dd85.html
553b7c99ed3dd86.html
553b7c99ed3dd87.html
553b7c99ed3dd88.html
553b7c99ed3dd89.html
553b7c99ed3dd90.html
553b7c99ed3dd91.html
553b7c99ed3dd92.html
553b7c99ed3dd93.html
553b7c99ed3dd94_split_000.html
553b7c99ed3dd94_split_001.html
553b7c99ed3dd95.html
553b7c99ed3dd96.html
553b7c99ed3dd97.html
553b7c99ed3dd98.html
553b7c99ed3dd99.html
553b7c99ed3dd100.html