56

De legerhelikopter vloog laag over het water en volgde op ongeveer honderd meter afstand de noordelijke kustlijn van Cuba. De ronkende rotor trok de aandacht van de mensen beneden en ontlokte vrolijk gezwaai aan vissers in hun kleine bootjes en in de branding spelende kinderen.

Pitt keek uit de openstaande vrachtdeur en overwoog eventuele vluchtkansen. De heli had een driekoppige bemanning plus de beide bewakers. Hij kon ze onmogelijk alle vijf overmeesteren. De openstaande deur bood een mogelijkheid, maar een vrijwel zeker dodelijke duik was geen optie. Hij bekeek de helikopter nog eens aandachtig.

De bejaarde Mi-8 was een klassieke militaire transporthelikopter die met zijn lange cabine uitgerust was voor het vervoeren van vierentwintig soldaten. Pitt zag dat dit toestel was omgebouwd voor zoek- en reddingsacties. Achter in de romp lagen een speciale hijsmand en reddingsvesten opgestapeld, en er was een lier met een katrol boven de vrachtdeur gemonteerd. Pitt bekeek onopvallend het Spaanse controlepaneel van de lier en herkende de hendel waarmee je de hijshaak liet zakken en optrok.

Het overige interieur was typerend voor een legervoertuig: wanden en tussenschotten zonder enige vorm van bekleding. Als ex-luchtmachtpiloot met een scherp oog voor technische details bestudeerde Pitt de wirwar aan elektrische bedrading en hydraulische leidingen die kriskras door de ruimte liepen. Toen hij met zijn voet tegen een kleine brandblusser onder zijn stoel trapte, kwam er een plan in hem op. Het leek roekeloos, maar het was beter dan de confrontatie met een executiepeloton in Havana.

Het zou een kwestie van timing worden… en hij was afhankelijk van de reactie van de mannen voor hem. Zijn bewakers waren beroepssoldaten, maar ze waren al het grootste deel van de afgelopen dag en nacht in touw. Een van de twee was half ingedommeld en de ander bekeek Pitt met een vermoeide oogopslag.

Pitt keek zo ongeïnteresseerd mogelijk terug en sloot zijn ogen. Met zijn handen in zijn schoot deed hij alsof hij sliep. Hij hield dit een aantal minuten vol tot hij een voorzichtige blik door zijn oogharen riskeerde. De tweede soldaat was nog wakker, maar was iets opzij gedraaid om door de voorruit van de cockpit te kunnen kijken.

Met minieme, nauwelijks waarneembare bewegingen maakte hij zijn veiligheidsgordel los, waarbij hij zijn rechterhand met de linker afschermde. Hij verschoof wat op zijn stoel en liet zijn rechterhand daarbij langs zijn knie zakken tot hij de brandblusser te pakken had. De bewaker keek naar hem en Pitt verstarde. Maar het volgende moment richtte de man zijn blik weer door de ruit op het onder hen langs schietende water.

Pitt klemde zijn vingers om de brandblusser, haalde diep adem en sprong overeind. Met een flinke zwaai stootte hij de stalen fles voor zich uit, maar in plaats van de bewaker aan te vallen, beukte hij de onderkant van de brandblusser tegen een zijwand. Dat was niet zomaar een willekeurige uithaal. Hij had op een stel roestvrijstalen leidingen gemikt die door de harde klap omkrulden.

‘Hé!’ De nog wakkere bewaker keek op alsof hij dacht dat Pitt gek was geworden. Hij tastte naar het geweer op zijn schoot, maar Pitt was sneller. Hij draaide de brandblusser om, trok de veiligheidspin eruit, kneep de hendel in en spoot de bewakers een straal mono-ammoniumfosfaat in het gezicht. De eerste bewaker hief blindelings zijn geweer, maar Pitt slingerde op goed geluk de brandblusser in zijn richting.

Adíos,’ zei hij en hij rukte de hendel van de reddingslift omlaag. Pitt greep de kogelhaak beet die aan de kabel van de lier omlaag kwam, zette een snelle stap en dook door de openstaande vrachtdeur.

Het duurde een paar seconden voordat de bewaker zijn ogen had schoongewreven en zijn geweer op de gevangene kon richten. Maar toen was Pitt al verdwenen.

‘Landen, nu onmiddellijk!’ schreeuwde hij naar de piloten.

De piloot negeerde hem, aangezien op hetzelfde moment een rij rode lampjes op het controlepaneel begon te knipperen en de helikopter vervaarlijk aan het bokken sloeg.

‘Er komt geen brandstof meer,’ zei de copiloot. ‘Beide motoren.’

De piloot controleerde de niveaumeters. ‘Maar de tanks zijn vol.’ Hij schakelde de brandstoftoevoer van de ene tank over op de andere, maar dat maakte geen verschil. De beide motoren van de heli bleven sputteren.

Pitt had zijn doelwit goed gekozen en een knik in de twee ijzeren leidingen bij de motorkap met het opschrift combustible de aviacíon geslagen. Helaas voor de piloot voerden ze de brandstof voor de motoren aan uit beide externe tanks. Pitt had goed gegokt dat de inhoud van de interne tank op de heenvlucht was opgebruikt, hoewel er een reserverestje in zat waarop de motoren het een paar minuten volhielden. Hoewel hij geen seconde meer te verliezen had, kreeg de piloot het feit dat de externe tanks nog vol waren niet uit zijn hoofd.

De motoren van de heli kuchten en sputterden, en vielen direct na elkaar stil. Alleen het geluid van de alarmsignalen in de cockpit en het wegstervende gieren van de rotorbladen doorbraken de plotselinge stilte.

De piloot duwde de neus naar voren en probeerde een glijvlucht, maar het zwaar bepantserde toestel wilde daar niets van weten. De enorme heli schoot nog een klein stuk door en stortte vervolgens als een baksteen neer.

Hij raakte het water met de neus naar voren, de cockpit werd in één klap verbrijzeld, terwijl de hoofdrotor afscheurde en op de golven smakte. De open romp dobberde nog een seconde op de waterspiegel en zakte het volgende ogenblik met alle inzittenden razendsnel weg in de diepte.

Storm in Havana
553b7c99ed3dd7.html
553b7c99ed3dd8.html
553b7c99ed3dd9.html
553b7c99ed3dd10.html
553b7c99ed3dd11.html
553b7c99ed3dd12.html
553b7c99ed3dd13_split_000.html
553b7c99ed3dd13_split_001.html
553b7c99ed3dd14.html
553b7c99ed3dd15.html
553b7c99ed3dd16.html
553b7c99ed3dd17.html
553b7c99ed3dd18.html
553b7c99ed3dd19.html
553b7c99ed3dd20.html
553b7c99ed3dd21.html
553b7c99ed3dd22.html
553b7c99ed3dd23.html
553b7c99ed3dd24.html
553b7c99ed3dd25.html
553b7c99ed3dd26.html
553b7c99ed3dd27.html
553b7c99ed3dd28.html
553b7c99ed3dd29.html
553b7c99ed3dd30.html
553b7c99ed3dd31.html
553b7c99ed3dd32.html
553b7c99ed3dd33.html
553b7c99ed3dd34.html
553b7c99ed3dd35.html
553b7c99ed3dd36.html
553b7c99ed3dd37.html
553b7c99ed3dd38.html
553b7c99ed3dd39.html
553b7c99ed3dd40.html
553b7c99ed3dd41.html
553b7c99ed3dd42.html
553b7c99ed3dd43.html
553b7c99ed3dd44.html
553b7c99ed3dd45.html
553b7c99ed3dd46.html
553b7c99ed3dd47.html
553b7c99ed3dd48.html
553b7c99ed3dd49.html
553b7c99ed3dd50.html
553b7c99ed3dd51.html
553b7c99ed3dd52.html
553b7c99ed3dd53.html
553b7c99ed3dd54.html
553b7c99ed3dd55.html
553b7c99ed3dd56.html
553b7c99ed3dd57.html
553b7c99ed3dd58.html
553b7c99ed3dd59.html
553b7c99ed3dd60.html
553b7c99ed3dd61.html
553b7c99ed3dd62.html
553b7c99ed3dd63.html
553b7c99ed3dd64.html
553b7c99ed3dd65.html
553b7c99ed3dd66.html
553b7c99ed3dd67.html
553b7c99ed3dd68.html
553b7c99ed3dd69.html
553b7c99ed3dd70.html
553b7c99ed3dd71.html
553b7c99ed3dd72.html
553b7c99ed3dd73.html
553b7c99ed3dd74.html
553b7c99ed3dd75.html
553b7c99ed3dd76.html
553b7c99ed3dd77.html
553b7c99ed3dd78.html
553b7c99ed3dd79.html
553b7c99ed3dd80.html
553b7c99ed3dd81.html
553b7c99ed3dd82.html
553b7c99ed3dd83.html
553b7c99ed3dd84.html
553b7c99ed3dd85.html
553b7c99ed3dd86.html
553b7c99ed3dd87.html
553b7c99ed3dd88.html
553b7c99ed3dd89.html
553b7c99ed3dd90.html
553b7c99ed3dd91.html
553b7c99ed3dd92.html
553b7c99ed3dd93.html
553b7c99ed3dd94_split_000.html
553b7c99ed3dd94_split_001.html
553b7c99ed3dd95.html
553b7c99ed3dd96.html
553b7c99ed3dd97.html
553b7c99ed3dd98.html
553b7c99ed3dd99.html
553b7c99ed3dd100.html