22
De huistelefoon rinkelde en rinkelde, en bleef rinkelen. St. Julien Perlmutter geloofde niet in antwoordapparaten, voicemail of mobieltjes. In zijn ogen waren al die dingen één grote opdringerige plaag. En hij had dergelijke spullen ook absoluut niet nodig aangezien hij zijn huis in Georgetown maar zelden verliet, wat over het algemeen inhield dat hij voor een maaltijd een van de chiquere eetgelegenheden van de hoofdstad bezocht of voor een archiefonderzoek de nationale bibliotheek.
De beller had geluk dat Perlmutter thuis was; hij was op zoek naar een oud standaardwerk op een van zijn talrijke boekenplanken. Deze reus van een vent was waarschijnlijk de belangrijkste maritiem historicus van de hele planeet. De omvang van zijn kennis van schepen en scheepswrakken was legendarisch en archivarissen keken al watertandend uit naar de dag van zijn overlijden, waarna zijn verzameling van brieven, kaarten, journaals en logboeken mogelijk te verwerven zou zijn.
Nadat hij zich in een forse leren fauteuil naast een cilinderbureau had laten zakken, nam hij de telefoon op, die ondertussen voor de tiende keer was overgegaan. Net als de meeste voorwerpen in zijn huis was ook dit apparaat een zeevaartrelikwie, het had ooit de brug van het luxueuze lijnschip United States gesierd.
‘Perlmutter,’ zei hij met een norse stem.
‘St. Julien, met Summer. Ik hoop dat ik je niet stoor tijdens het eten.’
‘Mijn hemel, nee.’ Zijn stem klonk direct veel warmer. ‘Ik was net op zoek naar een ooggetuigenverslag van Christophorus Columbus’ vierde reis naar de Nieuwe Wereld.’
‘Een tijd van grootse ontdekkingen,’ reageerde Summer.
‘Dat was die periode zeker. Ik heb onlangs nog met je vader gedineerd, een groot genoegen. Hij vertelde dat Dirk en jij in Mexico onderzoek doen.’
‘Ja, daar zijn we nog steeds. En we hebben je hulp nodig. We zijn op zoek naar een Spaans schip dat in de eerste periode van de veroveringen uit Veracruz is vertrokken.’
‘Hoe heette het?’
‘Dat weten we helaas niet. Het enige wat van haar identiteit bekend is komt van een Azteekse codex. Een kopie ervan hebben we je zojuist per e-mail opgestuurd.’
Terwijl Summer over hun ontdekking van de codex vertelde en hun belevenissen met de Azteekse steen, zette Perlmutter zijn desktop-computer aan en bekeek de afbeelding op zijn scherm.
‘Nogal pietepeuterig allemaal,’ zei hij. Hij bestudeerde de cartoonachtige tekening van het zeilschip met een aap zwevend boven de boeg. ‘Hebben die Azteken-experts van jullie er iets over gezegd?’
‘Niets definitiefs. De aap zou met de lading te maken kunnen hebben, of anders met de naam van het schip. We hopen op dat laatste.’
‘Dat zou kunnen, hoewel de Spanjaarden hun schepen in die tijd bij voorkeur naar religieuze iconen vernoemden. Gelukkig zijn de verslagen van de vroegste Spaanse reizen tamelijk uitvoerig.’
‘Het gaat ons om de steen, dus als jij enig idee hebt waar die gebleven zou kunnen zijn, willen we dat heel graag weten. Kennelijk is hij voor iemand ongelooflijk belangrijk.’
‘Helaas is het zo dat er lieden onder ons verkeren die al voor een simpele dollar tot onverkwikkelijke zaken overgaan. Het spijt me verschrikkelijk voor jullie vriend. Ik hoop dat Dirk en jij wel voorzichtig doen.’
‘Ja hoor.’
‘Wat de steen betreft; ik heb in mijn leven alle belangrijke Spaanse zeevaartmusea doorgespit en kan me niet herinneren dat er ergens van een dergelijk artefact sprake is. Hij kan ook in een privécollectie terecht zijn gekomen. Ik zal eens wat navraag doen.’
‘Bedankt, Julien. We zullen niet vergeten een fles van je favoriete tequila voor je mee te nemen. Porfidio, als ik me goed herinner.’
‘Summer, je bent een engel. Laat alleen die afvallige vader van jullie er niet te dicht bijkomen, want dan is die fles leeg voordat ik ’m in handen krijg.’
Perlmutter hing op en staarde op zijn computer naar de afbeelding van het galjoen. Terwijl hij met zijn hand over zijn grijze sik streek, was hij in zijn hoofd mijlenver weg. Vierduizend mijlen om precies te zijn.
‘Er is maar één plek om te beginnen, heerlijk harig hummeltje,’ zei hij hardop tegen de tekening van de aap. ‘Sevilla.’