Hoofdstuk 24

 

 

 

‘Ik heb iets wat je denk ik wel wilt zien.’

Sheridan stond in de deuropening, wensend dat ze niet zo opgetogen en opgelucht was om Cains verschijning. Sinds Tiger was vertrokken, had ze zijn pick-up in het oog gehouden, die nog steeds tegenover het huis geparkeerd stond. ‘Wat dan?’

Hij stak een dvd in de lucht. ‘Een opname van de straat, op de avond dat je bent meegenomen.’

‘Waar heb je die vandaan?’ Ze ging opzij om hem binnen te laten.

‘Van Robert.’

Onmiddellijk besefte ze dat Skye hier bij zou willen zijn, maar haar vriendin was al naar bed, en ze was niet van plan haar wakker te maken. Het was trouwens haar eigen schuld dat Skye iets tegen Cain had. Ze was er iets te goed in geslaagd om haar vrienden ervan te doordringen dat de geheimzinnige Cain Granger uit haar roerige verleden een versierder was, een vergissing. Dat ze erkende zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor Skyes opvattingen, veranderde echter niets aan het feit dat ze het op dit moment liever zonder haar afkeurende blikken stelde. Ze had Skye verteld dat Cain veranderd was, maar dat ze in haar ondergoed zijn huis uit was komen rollen, had haar geloofwaardigheid geen goed gedaan. Skye hield vol dat Sheridan alleen maar zag wat ze wilde zien.

En misschien had ze daar ook wel gelijk in.

De geur van zijn aftershave drong in haar neus toen hij langs liep, en even kwam ze in de verleiding zijn arm aan te raken. Ze had hem gemist. Maar dat was de zestienjarige in haar. Toen ze de deur dichtdeed en hem volgde naar de woonkamer, hield ze bewust afstand van hem. ‘Maakt Robert dan opnames van de straat?’ vroeg ze, toen hij zich naar haar omdraaide.

‘Een paar weken geleden heeft hij bewakingscamera’s opgehangen. Een daarvan bestrijkt een flink deel van de straat.’ Hij keek haar indringend aan, alsof hij zo hoopte te zien wat er in haar omging, maar ze sloeg haar ogen neer en gebaarde hem door te lopen naar de keuken, waar Skyes computer stond.

Hij betekent niets voor me, bezwoer ze. Dat was echt de laatste keer dat ik me zo heb laten inpakken. Of hij nou echt was veranderd of niet, haar leven lag in Sacramento. En daarbij moest ze erkennen dat het beeld van Ms. Stevens en hem samen haar dwarszat, al was het dan twaalf jaar geleden.

Ze probeerde zich op het hier en nu te richten en geen acht te slaan op de aantrekkingskracht die hen steeds dichter naar elkaar toe leek te drijven. ‘Wat moet hij met een bewakingssysteem?’

‘Zorgen dat mijn vader niet wordt beroofd, zegt hij.’ Hij gaf haar de dvd.

Ze bekeek het schijfje aan beide kanten. Er zat geen doosje omheen – en er stond niets op aangegeven. ‘Zijn er de laatste tijd veel inbraken geweest in de buurt?’

‘Niet dat ik weet. Robert is altijd al gek geweest op elektronische snufjes. Het is hem vooral om het nieuwe speeltje te doen, denk ik.’

Ze opende de diskdrive van Skyes computer en legde de dvd erin. ‘Waarom is hij er niet eerder mee gekomen?’

‘Als ik hem mag geloven, heeft hij de opname bekeken en is er niets belangwekkends op te ontdekken. Ik kan zelf ook niet het tegendeel beweren, dus verwacht er vooral niet te veel van.’

Ze voelde zijn nabijheid toen ze ging zitten en hij zich van achteren over haar heen boog, turend naar het scherm. ‘Dus hij heeft de opname zelf al bekeken?’ Ze huiverde toen zijn warme adem de haartjes in beweging bracht, die waren losgeraakt uit haar paardenstaart.

‘Een paar keer zelfs, kennelijk. Maar daarom kunnen wij hem zelf nog wel bekijken. Misschien staat er iets op wat jouw geheugen wakker schudt, of iets wat jou meer zegt dan een ander.’

Ze vielen stil toen het beeld van de straat op het scherm verscheen. Het geluid ontbrak, vanzelfsprekend, maar de tijd en datum in de hoek linksonder gaven aan dat het ging om de avond dat zij was meegesleurd naar het bos. ‘Dit is niet de goede hoek voor mijn huis,’ zei ze.

‘Deze camera moet mijn vaders oprit bestrijken. Maar jouw belager moet over vervoer hebben beschikt. Ik hoop dat zijn auto in beeld is gekomen.’

‘Hij had zijn auto niet voor het huis gezet. Dan had ik dat wel gezien toen ik mijn boodschappen uitpakte.’

‘Toen hij je eenmaal had vastgebonden, moet hij toch iets bij de hand hebben gehad om je over te brengen naar het bos.’

‘Wie zegt dat hij niet de andere kant op de buurt uit is gereden?’

‘Niemand. We hebben vijftig procent kans.’

Toen er op het scherm koplampen opdoken, stokte hun gesprek. Met ingehouden adem zag ze een auto in beeld verschijnen, maar toen ze besefte dat het Robert was, ontspande ze. Hij reed zijn eigen oprit op en was even later uit beeld verdwenen.

Tergend langzaam tikten de seconden voorbij, terwijl ze ingespannen naar de verlaten straat tuurden. Er kwam een buurman voorbij met zijn hond aan de riem. Karen liep naar Johns voordeur, ging naar binnen en vertrok weer na een kort bezoekje. De minuten regen zich aaneen tot een kwartier, tot twintig minuten.

‘Volgens mij is dit al nadat ik werd gegrepen,’ zei ze ten slotte teleurgesteld.

‘Hoe laat kwam je thuis van de supermarkt?’

‘Rond halfnegen.’

De band gaf kwart voor negen aan, en de straat was en bleef verlaten.

‘We kijken het nog even aan,’ zei Cain.

‘Hij moet weg zijn –’

Opnieuw lichtten op het scherm koplampen op. De lampen van een pick-up. En geen willekeurige. Ze bekeek de beelden aandachtig en draaide zich toen om in haar stoel om Cains gezicht te zien. ‘Dat is Tiger, toch?’

In Cains voorhoofd stonden diepe rimpels van concentratie. ‘Spoel eens terug.’

Ze spoelde de dvd een stukje terug en speelde het laatste gedeelte opnieuw af. Inderdaad, er reed een auto door de straat – heel langzaam – die eruitzag als Tigers pick-up.

‘Kun je het beeld stilzetten?’

Het kostte een paar pogingen om precies het punt te vinden dat ze zochten, maar even later tuurden ze naar een onscherp beeld van wat, voor zover zij op basis van zijn lengte konden bepalen, een man moest zijn achter het stuur van een verhoogde zwarte terreinwagen. ‘Is er nog iemand in het dorp met een zwarte fourwheeldrive?’ vroeg ze.

‘Er rijden er misschien nog wel een of twee rond, maar…’ Hij wees naar iets onder in het scherm. ‘…zie je die deuk daar?’

Nu hij haar erop wees, zag ze het. ‘Ja…’

‘Die streep witte lak is van een aanrijding bij het Roadhouse. Ik heb het zien gebeuren. Dat is Tigers pick-up, zeker weten.’

Haar maag verkrampte. ‘Wat kan hij op die avond hier in de buurt te zoeken hebben gehad?’

‘Ik zou het niet weten. Er wonen hier in elk geval geen vrienden van hem.’

Als dat zo was, zou Cain het weten. Hij was in deze straat opgegroeid en kwam er nog regelmatig op bezoek.

Ze drukte weer op ‘play’. ‘Even kijken of er verder nog iets te zien is.’

Er was inderdaad meer te zien – meer van Tiger. In de vijf minuten daarna kwam hij nog drie keer voorbij, en elke keer reed hij nog langzamer.

Met een onbehaaglijk gevoel wreef ze over haar armen. Zo-even had ze Tiger nog binnengevraagd en een halfuur met hem in haar woonkamer zitten praten; ze hadden het bijgelegd, dacht ze. In de loop van hun gesprek had ze het gevoel gekregen dat hij haar het verleden nog wel enigszins nadroeg, maar al met al had ze de indruk dat Amy’s dood hem had geleerd dat soort kinderlijke haatdragendheid te relativeren.

Of was dat allemaal gewoon een spelletje voor hem geweest? Vond hij het wel grappig dat hij haar de ene avond in elkaar kon slaan en twee weken later gezellig bij haar op bezoek kon komen?

‘Denk je dat…’ De rest van haar zin kreeg ze niet eens over haar lippen. Ze was zijn vriendin geweest, al was het dan jaren geleden. Hij kon toch niet de man zijn die haar had willen vermoorden, die Jason van het leven had beroofd?

Cain wreef met een rasperig geluid over zijn kin. ‘Verbittering kan rare dingen met iemand doen.’

Verbitterd was Tiger zeker geweest – maar zo erg dat hij haar en Jason neer had geschoten omdat ze samen op Rocky Point waren? ‘Weet je waar Tiger was op de avond dat Jason en ik werden neergeschoten?’

‘Ik denk niet dat er ooit iemand op het idee is gekomen om hem dat te vragen. Waarom zouden ze?’

‘Volgens mij wordt het tijd om die vraag alsnog te stellen, denk je ook niet?’

‘Zeker weten.’ Ingespannen keek hij naar het scherm.

Ze had de dvd laten doorlopen nadat Tigers pick-up voor de derde keer voorbij was gereden, maar verder stond er niets bijzonders meer op. Rond halftien reed Robert de oprit af en kwam niet meer thuis voordat de opname was afgelopen. Dat was het.

‘Robert had dit ook bekeken, zei je toch?’

Hij bromde bevestigend.

‘Vond hij het niet opvallend dat Tiger tot drie keer toe voorbijreed?’

‘Hij kan zich vast niet voorstellen dat Tiger jou zou aanvallen of Jason zou vermoorden. Hij was goed bevriend met Jason.’

‘Misschien was hij daar juist kwaad over.’

‘Het was al een paar maanden voor de schietpartij uitgegaan tussen jullie.’

‘Dat wil nog niet zeggen dat hij er overheen was.’ Ja, gevoelens konden soms na verloop van tijd vervagen. Haar verliefdheid op Tiger was binnen drie maanden verdwenen. Dat ze het langer met hem had uitgezongen, was omdat ze het gezellig hadden samen, en omdat ze zijn vriendschap niet wilde verspelen. Maar sommige dingen bleven altijd wat ze waren, hoeveel dagen, weken of maanden er ook overheen gingen. Bij haar terugkeer naar Whiterock had de gedachte Cain tegen het lijf te lopen van alles in haar losgemaakt, ondanks het feit dat ze twaalf jaar lang geen enkel contact met hem had gehad.

Ze herinnerde zich hoe kwaad Tiger was geweest toen ze het met hem uitmaakte, en zijn stuurse en afstandelijke gedrag daarna. ‘Misschien is hij wel verknipt. Volkomen verknipt, zonder dat iemand het weet.’

Cain reikte om haar heen om de opname opnieuw te bekijken. ‘Zo verknipt dat hij de vrouw vermoordt van wie hij houdt?’

Voor de zoveelste keer zag ze Tigers pick-up langs het huis van haar oom rijden en besefte dat Cain dacht aan die in de grond gekraste boodschap. ‘Misschien was hij het zat dat Amy jou niet kon loslaten en besloot hij dat dit de laatste keer was geweest dat ze het ritje naar jouw blokhut maakte.’

‘Het is een mogelijkheid.’

‘Dat hij het op jouw terrein heeft gedaan, is op een bepaalde manier wel poëtisch, en dan vooral dat hij de verdenking op jou laadt. Misschien ziet hij dat als je verdiende loon, omdat jij tussen hem en Amy in stond.’

‘Ik weet echt niet wat ik nog meer had kunnen doen om mezelf uit die positie te manoeuvreren.’

Ze besefte dat hij Amy’s fixatie niet volledig begreep. Hoe kon hij dat ook begrijpen? Hij was nooit zo hopeloos verliefd geweest, voor zover ze wist.

Zelf kon ze zich tot op zekere hoogte wel in Amy verplaatsen. Het was haar eer te na om zichzelf een ongewenste lastpost te laten worden, maar ze hield al bijna even lang van Cain als Amy.

 

Het zweet brak John uit in de klamme, bedompte lucht in de nauwelijks meer dan een meter hoge kruipruimte onder het huis van Sheridans oom. Toch liet hij het zware luik aan de kant van de zijtuin, waardoor hij naar binnen was geslopen, nog dicht. Straks zag de buurman aan die kant het luik nog openstaan. En hoe ongemakkelijk hij er ook bij zat, zijn poging het gesprek tussen Cain en Sheridan op te vangen, nam hem te veel in beslag om de opening in de steek te laten, die hij in de vloer van de woonkamer had geboord.

‘Dat lijkt me wel een erg bewerkelijke methode om een paar duizend dollar veilig te stellen,’ zei Sheridan.

‘Misschien gaat het wel om meer dan een paar duizend,’ antwoordde Cain.

‘Waarom bergt hij dat geld niet ergens op waar het veiliger is?’

‘Volgens Owen heeft hij geen vertrouwen meer in de banken. Ik weet alleen niet sinds wanneer dat speelt. Tegen mij heeft hij er in elk geval nooit iets over laten vallen.’

En dat verbaasde Cain? Ze spraken elkaar nooit meer ergens over. John zou Julia’s zoon het liefst voorgoed uit zijn leven bannen.

‘Dus jij wilt zeggen dat hij niet weet dat Robert bewakingscamera’s in zijn huis heeft opgehangen?’ Dat was Sheridan weer.

‘Nee, volgens Robert weet hij van niets. Ik had er ook vast wel íéts over gehoord als hij er wel vanaf wist, al was het maar dat Robert geld uitgaf dat hij beter voor de energierekening of de boodschappen had kunnen gebruiken.’

‘Je zou toch denken dat die camera’s John moeten opvallen.’

‘Robert heeft ze verdekt opgesteld. Toen ik wegging, heb ik naar de daklijst gekeken. Het was donker, en ik kon niet blijven staan, omdat hij me nakeek vanuit zijn caravan, maar zelfs toen ik wist waar ik naar moest kijken, kon ik ze nog niet ontdekken.’

John vond het een onbehaaglijke gedachte dat Robert zoiets achter zijn rug om had gedaan. Als hij niet het verpakkingsmateriaal van de spullen in de container had gevonden, had hij waarschijnlijk niet in de gaten gehad waar Robert mee bezig was.

Het had echter niet lang geduurd voor hij besefte dat het ook voordelen had dat alles wat er rondom zijn huis gebeurde, werd vastgelegd.

‘Ga je Tiger hiermee confronteren?’ vroeg Sheridan.

‘Reken maar.’

‘Wanneer?’

‘Morgen, na de begrafenis.’

Een paar minuten geleden had John de twee horen zeggen dat Tiger op de avond van de aanval op Sheridan een paar keer door de straat was gereden. Had hij misschien iets gezien, door het raam van Sheridans huis? En waarom had Robert niets gezegd, terwijl hij wist dat Tiger in de buurt was geweest? Hij had toch kunnen zeggen dat hij Tigers auto had gezien, zonder te onthullen dat hij een bewakingssysteem had geïnstalleerd.

De stemmen van Cain en Sheridan klonken nu dichterbij.

Met ingehouden adem drukte John zich tegen zijn zelfgemaakte kijkgaatje aan, in de hoop een glimp van hen op te vangen. Ze kwamen terug naar de woonkamer, maar hij had hen nog niet in het vizier. Het gat gaf hem maar beperkt zicht.

‘Ik laat je hier liever niet alleen,’ zei Cain.

‘Ik bén niet alleen. Skye is in de kamer hiernaast.’

‘De dader zou jullie ook allebei kunnen vermoorden. Dat weet je.’

Eindelijk kwamen ze in beeld. Cain stond tegen de muur geleund met zijn handen in zijn zakken, alsof hij van plan was nog uren te blijven hangen, terwijl hij er toch gesloopt uitzag.

Die rotzak was ook zo taai als wat. Als iemand dat wist, was het John. Hij zou nooit vergeten dat Cain hem ter verantwoording had geroepen over de begrafenis van zijn moeder. John had geprobeerd de kosten niet uit de klauwen te laten lopen. De gemiddelde puber zou zich er niet mee bezig hebben gehouden, maar Cain was ook geen gemiddelde puber. Hij bemoeide zich overal mee en had er weinig moeite mee om zijn poot stijf te houden. Het kwam erop neer dat hij op Johns schuldgevoel had gespeeld, zodat hij een ‘fatsoenlijke’ kist en een ‘respectabele’ steen regelde, door te zeggen dat hij zo nodig zelf het geld voor die dingen bij elkaar zou krijgen. Omdat John het zich niet kon veroorloven het medeleven en de steun van de hele gemeenschap te verspelen, was hij gezwicht, maar het zat hem nog steeds dwars dat Cain hem zo voor het blok had gezet. Bijna alles aan Cain zat hem dwars.

‘Het is al laat,’ zei Sheridan boven zijn hoofd. ‘Je moet nodig naar bed. Je bent doodop.’

Doodop was nog niet dood genoeg. Als jongen had Cain John het leven al zuur gemaakt, al kon hij niet precies zeggen waarom. Dat frustreerde hem misschien nog het meest. Zoals hij op Cain reageerde… Hij wist nog steeds niet precies waar hem dat in zat. Cain gaf John het gevoel dat hij weinig voorstelde, zonder er ook maar iets voor te hoeven doen. Op de dag dat Julia en haar zoon bij hem waren ingetrokken, was John thuisgekomen met een bos bloemen en een doosje bonbons die hij eigenlijk had gekocht voor een andere vrouw, die ze had geweigerd omdat ze had gehoord dat hij binnenkort ging trouwen. Cain en Julia konden onmogelijk van die voorgeschiedenis op de hoogte zijn geweest, maar op het moment dat John ze aan Julia aanbood, had Cains blik de zijne gevonden alsof hij de waarheid –

Hij rukte zich los uit zijn overpeinzingen. Sheridan en Cain wisselden geen algemeenheden meer uit. Hun stemmen klonken anders – zachter, gedempter.

‘In het restaurant zei Karen nog dat hij haar niet meer hoefde te bellen.’

‘Blijkbaar hebben ze het bijgelegd.’

‘Wanneer is de bruiloft?’

‘Ergens in december.’

John voelde zijn hart in zijn keel. Hoe wist Cain het van de bruiloft? John kwam net bij Karen vandaan. Ze had gepraat alsof ze het nog geen sterveling had verteld, en John wist heel zeker dat híj het er met niemand over had gehad.

‘Hoe sta je daartegenover?’ John hoorde aan haar stem dat ze uit was op een reactie die iets dieper ging dan ‘maakt me niet uit’.

‘Ik weet het eigenlijk niet.’

Wat kon het hem schelen? Wat ging het hem aan? John verbeet zich van ergernis dat Cain ook maar het vermoeden kon hebben dat zíjn huwelijk hém op een of andere manier zou kunnen raken.

Sheridan bewoog en verdween uit zijn gezichtsveld. Wat hij wel kon zien, was het betrokken gezicht van zijn stiefzoon.

‘Is er iets waardoor je niet gewoon blij voor ze kunt zijn?’ vroeg ze. Waar wilde ze heen? Ze klonk gespannen, vreemd genoeg, alsof ze haar hart vasthield voor het antwoord. Maar waarom…

Op dat moment werd hun gesprek onderbroken. ‘Is het niet een beetje aan de late kant om langs te komen bij een oude vriendin?’

De nieuwe stem klonk vanuit de gang, en wat Cain ook had willen zeggen, vanavond zou het niet meer gebeuren.

‘Je hebt gelijk, het is laat,’ antwoordde hij. ‘Ik moest maar eens gaan.’ Hij richtte zich tot Sheridan. ‘Weet je zeker dat jullie het redden met zijn tweeën?’

De andere vrouw overstemde Sheridan met haar pinnige reactie. ‘We redden ons prima.’

De twee verschenen weer in Johns gezichtsveld. Hij zag Sheridan een hand uitsteken toen Cain de deur opendeed, om die weer te laten zakken zonder hem aan te raken.

‘Welterusten,’ bromde hij, en het geluid waarmee de deur in het slot viel, klonk nog na in Johns hoofd, vermengd met de vraag die hem misselijk maakte van argwaan: waarom wist uitgerekend Cain als eerste dat hij Karen eindelijk had kunnen overhalen om met hem trouwen?

 

Hij had op het punt gestaan het Sheridan te vertellen, had zijn hart willen luchten, open willen zijn over wat er was gebeurd op die middag dat Ms. Stevens hem had gevraagd bij haar langs te komen om haar gras te maaien. Uit schaamte had hij al die jaren elke gedachte aan wat ze hadden gedaan uitgebannen. Er hoefde maar een beeld van hun middag samen door hem heen te schieten, of hij kromp ineen en dwong zich aan iets anders te denken; hij weigerde de herinnering toe te laten. Toch wilde hij het Sheridan vertellen, voordat ze het langs een andere weg zou ontdekken. Hij wilde de kans krijgen het uit te leggen.

Niet dat het ook maar enige zin had. Wat kon hij zeggen? Er viel tenslotte niets te ontkennen.

Op het tuinpad bleef hij aarzelend staan. Of hij het nu vertelde of niet, hij wilde haar beschermen, wilde bij haar zijn. Het had hem de grootste moeite gekost om zijn handen thuis te houden toen ze in de woonkamer hadden gestaan. De herinnering aan haar zachte huid werkte vreselijk verslavend; hij stelde zich voor dat hij zijn hand onder haar T-shirt liet glijden om haar te strelen terwijl hij haar kuste.

Maar goed, hij had altijd al geweten dat ze bestemd was voor iemand die beter was dan hij, iemand als Jason. Dat zag hij zelfs op de middelbare school al in. En toch had hij haar ontmaagd. In het volle besef dat hij egoïstisch bezig was, ook toen al. Dat hij haar daarna hardnekkig links had laten liggen, had het er alleen maar erger op gemaakt. Hij kon nu niet van haar verwachten dat ze hem nog vertrouwde.

Denkend aan de verwijtende blik van Skye, waarmee ze hem te verstaan had gegeven dat hij Sheridan niet waard was, dwong hij zichzelf door te lopen naar zijn pick-up. Sheridans vriendin had gelijk; zonder hem was ze beter af.

Met een laatste blik op het huis stapte hij in de auto. Hij zag de stationwagen van zijn vader voor het huis staan, niet op de oprit maar aan de weg, zoals gewoonlijk, zodat Robert er met zijn auto in en uit kon. Het huis was donker.

Karen lag vast ook al in bed. Morgen zou ze wel naar de begrafenis van Amy gaan, of voor de klas staan. Maar Cain moest horen wat ze te vertellen had.