Hoofdstuk 11

 

 

 

Met opgetrokken neus kwam Ned haar slaapkamer in. ‘Wat stinkt het hier. Wat is dat?’

Cain liep achter hem, maar was blijkbaar niet in een erg spraakzame stemming, dus gaf Sheridan maar antwoord. ‘Zalf. Voor blauwe plekken.’

‘Hoe kom je daaraan?’

‘Volgens mij heeft Cain die gemaakt voor zijn kliniek.’

Cain bevestigde noch weersprak haar uitleg. Kennelijk interesseerde het hem geen zier of Ned zich al dan niet welkom voelde.

‘Als het je te sterk ruikt, moet je maar een andere keer terugkomen,’ zei ze, in de vurige hoop dat Ned haar nog even respijt zou geven. Ze was nog niet bekomen van de overdosis hormonen die haar hooguit een paar tellen voor zijn entree had overweldigd.

‘Nee hoor. Laten we het nu maar doen.’ Hij keek rond op zoek naar een zitplaats, en trok toen de stoel bij die Cain had gebruikt toen hij haar te eten had gegeven. De zitting zakte diep in toen hij zich erin liet zakken. Daarna keek hij om naar Cain, die zich als een onverbiddelijke poortwachter bij de deur had geposteerd. ‘Kan ik haar misschien even onder vier ogen spreken?’

‘Nee.’ Hij stak zijn handen diep in zijn zakken.

Dat antwoord stond Ned niet aan, maar Cains strakke gezicht maakte duidelijk dat het onderwerp wat hem betrof afgehandeld was.

Binnensmonds mopperend wendde Ned zich tot haar. ‘Je begrijpt vast wel waar ik voor kom.’

‘Natuurlijk.’

‘Fijn. Dan kunnen we het nu misschien eens hebben over wat je twaalf jaar geleden niet aan de politie hebt verteld.’

‘Alles wat van belang was, heb ik ze verteld.’

‘Je hebt ze niet verteld van je relatie met Cain in de weken die voorafgingen aan de schietpartij.’

‘We hadden geen “relatie”.’

‘Je bent wel met hem naar bed geweest. En daar heb je vervolgens over gelogen.’

‘Ik heb niet gelogen.’

Hij haalde een notitieblokje uit het borstzakje van zijn overhemd. ‘Je hebt er niets over gezegd tegen de politie. Anders zou het in de verslagen terug te vinden zijn.’

‘Daar is het nu te vinden,’ zei Cain. ‘Volgende onderwerp, stel ik voor.’

Ned wierp even een norse blik op Cain voor hij verderging met zijn ondervraging. ‘Voor zover ik heb begrepen, gebeurde het op een feestje.’

‘Dat klopt.’

‘Was Jason daar ook?’

‘Nee. Jason en Cain gingen niet echt met dezelfde mensen om.’

‘Waren er drugs op dat feest?’

‘Wat heeft dat er nou mee te maken?’ vroeg Cain.

‘Ik probeer vast te stellen of jullie ervaring hadden met drugs. Misschien kom ik zo te weten of drugsgebruik mogelijk een rol speelde in de schietpartij.’

‘Er waren geen drugs op het feest. Cain had wel iets gedronken, volgens mij.’

‘En jij?’

‘Ik dronk op die leeftijd nog geen alcohol.’

Ned trommelde met zijn pen op zijn boekje. ‘Dat zeg je nu.’

Ze liet zich niet kennen. ‘Je weet zelf ook dat ik niet dronk.’

‘Ik weet helemaal niks. Tot gisteren dacht ik ook dat jij nooit je benen wijd deed,’ voegde hij er met een vette lach aan toe.

Cain was zo snel bij hem dat Ned in elkaar dook en bijna van zijn stoel viel. ‘Wat nou?’ zei hij klaaglijk, en hij liet zijn opschrijfboekje op de grond vallen.

‘Als je geen respect voor haar kunt opbrengen, donder je maar op.’

De twee mannen staarden elkaar een paar tellen woest aan, maar uiteindelijk was het Ned die bakzeil haalde. ‘Best,’ bromde hij. Met een theatrale zucht wendde hij zich weer tot Sheridan. ‘Had Cain het met jou wel eens over onenigheid tussen hem en Jason?’

‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Voor zover ik weet, konden ze prima met elkaar opschieten.’

‘En je had niet het idee dat het misschien problemen kon geven tussen de twee broers als je eerst met de een en vervolgens met de ander het bed in dook?’

Cains ogen fonkelden van woede. ‘Verdomme, Ned. Hou je gedeisd of ik smijt je eruit.’

‘Ik ben niet met Jason naar bed geweest,’ zei ze.

‘Jullie waren op een populair vrijplekje. En volgens getuigen waren de autoraampjes dik beslagen. Je kon niet eens meer naar binnen kijken.’

‘Dat wil nog niet zeggen dat we aan het seksen waren!’

‘Je bent met Cain naar bed gegaan op jullie eerste avond samen. Waarom zou je dat niet ook met Jason doen?’

Ze drukte haar handen tegen haar ogen. ‘Jason en ik waren gewoon vrienden. We zaten gewoon te práten.’

‘Over…’

‘Het leven. School. Ouders.’

‘En dat was alles?’

Met gespeelde onverschilligheid haalde ze haar schouders op. Ze voelde zich altijd afschuwelijk als Jason ter sprake kwam. Waarom had ze hem ooit betrokken bij haar kinderachtige poging Cains aandacht te trekken? Hoe vaak had ze zich al afgevraagd of Jason nog in leven zou zijn als zij niet zo dom en onvolwassen was geweest en onder ogen had kunnen zien dat Cain haar gewoon had gebruikt?

‘Wist hij ook dat jullie wat jou betreft gewoon vrienden waren?’

Nee. Hij hoopte op meer. Dat vond ze nog het afschuwelijkste van alles. ‘Hij… Hij wilde graag zoenen,’ gaf ze toe.

Ned schoof zijn stoel dichterbij. ‘Kun je iets harder praten?’

Met moeite gaf ze haar stem iets meer kracht. ‘Ik zei dat hij me wilde zoenen, maar ik gaf hem de kans niet.’

‘Waarom niet?’

Nog meer ongeloof. Zoals ze al had verwacht, was Ned van mening dat hij een hypocriet had ontmaskerd. Ze was destijds niet geweest wat ze leek, en dus moest ze wel het tegenovergestelde zijn. ‘Omdat ik eigenlijk niet met hem daar wilde zijn.’

‘Waarom was je er dan heen gegaan?’

Ze moest en zou Cain die avond zien en had gedacht dat hij misschien op Rocky Point zou zijn. Door met Jason mee te gaan, had ze een geldige reden om daar ook te zijn. De hele avond had ze aan niets anders dan Cain kunnen denken, vanaf het moment dat Jason haar was komen ophalen tot aan het schot. ‘Cain had me niet meer gebeld na de… na wat er in de camper was gebeurd. Ik denk dat ik… Ik wilde zien of hij ermee zou zitten als ik met een andere jongen uitging.’

Ze voelde Cains blik op zich rusten, maar weigerde hem aan te kijken.

‘Je wilde hem dus jaloers maken met zijn eigen broer.’

‘Ned…’ waarschuwde Cain.

Ze slikte moeizaam, in de hoop het nare brandende gevoel in haar keel te verhelpen, en gebaarde naar Cain dat hij niet tussenbeide hoefde te komen. Wat Ned zei, was waar, hoe hard het ook klonk, en zij moest daar de verantwoordelijkheid voor dragen. ‘Precies, dat deed ik,’ zei ze. ‘Ik was die avond met Jason op Rocky Point, omdat ik er alles voor overhad om een reactie van Cain te krijgen.’

Ned stak zijn minachting voor haar gedrag niet onder stoelen of banken, maar dat deed er niet toe. Naast haar eigen gevoel over haar optreden stelde zijn minachting niets voor.

‘Wist Jason dat hij gebruikt werd?’

‘Nu is het klaar.’ In één snelle beweging greep Cain de politiecommissaris van Whiterock bij zijn overhemd en sleurde hem overeind.

De stoel smakte tegen de grond in Neds worsteling om los te komen. ‘Wat doe je, verdomme!’

Quixote gromde achter in zijn keel, en Koda en Maximillian kwamen overeind met hun oren in de nek, gespitst op het minste teken dat Cain gevaar liep.

Cain liet Ned los, maar gaf hem wel een zet in de richting van de deur. ‘Weg jij.’

‘Je kunt geen geweld gebruiken tegen een politieagent in functie!’

‘Ik heb geen geweld gebruikt. Nog niet.’

Neds blik schoot van Cain naar zijn honden en weer terug. ‘Jij zit zwaar in de problemen, weet je dat? Ik zal ervoor zorgen dat jij eindelijk je verdiende loon krijgt.’

‘Ga nou maar,’ zei Cain. ‘Jij kwam hier niet voor nader onderzoek naar de moord op Jason. Je kwam om ervoor te zorgen dat Sheridan zich een slet voelde. En nu heb ik wel genoeg gehoord.’

 

Amy zat naast haar broer aan het tafeltje, en tegenover Kent Lazarus, een van de twee andere politieagenten van hun bescheiden korps.

‘Hij had me bijna een dreun gegeven!’ zei Ned, die vertelde over zijn bezoek aan Cain.

‘Waar was hij zo kwaad over?’ vroeg Kent.

‘Hij vond dat ik Sheridan vernederde. Maar zij zou wel eens de reden achter Jasons dood kunnen zijn. Dan is die vernedering wel op zijn plaats.’

‘Jij zegt het.’ Amy kon nauwelijks geloven dat Cain het voor Sheridan opnam. Ze was knap, dat was helemaal waar, maar ze waren nou weer geen dikke vrienden geweest op de middelbare school. ‘Ze deed zich altijd beter voor dan de rest van de wereld, maar ondertussen deed ze het wel achter mijn rug om met mijn vriendje.’

‘Hij was je vriendje niet,’ bromde Ned.

Ze liet de opmerking passeren, omdat hij technisch gesproken gelijk had. Ze had Cain nooit ergens op kunnen vastleggen, totdat hij met haar was getrouwd. ‘Wie had nou ooit gedacht dat ze met Cain rotzooide?’

‘Als haar ouders erachter waren gekomen, hadden ze haar niet meer willen kennen,’ beaamde bij. ‘Die waren zo streng dat ze altijd om elf uur al thuis moest zijn. Ze mocht ook maar één avond per weekeinde stappen. En voordat ze zestien was, mocht ze al helemaal niet met jongens uit.’

‘En daarna mocht ze alleen maar samen met een ander stel op stap, of naar de officiële schoolfeesten,’ vulde ze aan. ‘Jij hebt haar nog een keer mee uit gevraagd, weet je nog? Toen zei ze nee, omdat het niet voor een schoolfeest was. En jij stond niet zo slecht bekend als Cain. Met hem had ze zeker nergens heen gemogen.’

‘Hoe heeft Cain haar zover gekregen?’ vroeg Kent. Hij was drie jaar geleden in de stad komen wonen, lang nadat Cains leven in rustiger vaarwater was gekomen, en kende hem niet zo goed.

‘Cain kon iedereen krijgen op de middelbare school,’ zei Amy.

Kent grinnikte. ‘Dus in de tijd dat hij het met haar deed, deed hij het ook met jou?’

Het liefst was ze overeind gekomen om hem een klap te verkopen. ‘Kop dicht!’

‘Eigenlijk is dát het gewoon waar je zo pissig om bent, waar of niet?’

Ned kwam tussenbeide voordat het op ruzie uit zou draaien. ‘De vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat Cain zijn verdiende loon krijgt. Ik laat hem niet ongestraft nog meer van die rotgeintjes flikken.’

‘Zo moeilijk kan dat toch niet zijn.’ Kent dempte zijn stem. ‘Het geweer lag in Cains blokhut. Sheridan is mishandeld op Cains grond. Voor zover we weten had alleen Cain een motief om Jason te vermoorden. Cain was in het ziekenhuis toen die geheimzinnige man opdook. En het is bekend dat Cain als puber emotioneel in de knoop zat. Het is Cain voor, Cain na. Hij is de gemeenschappelijke factor. Ik zeg: zet alles wat we nu hebben op een rijtje, ga ermee naar rechter Brown en vraag om een huiszoekingsbevel.’

Ned overwoog zijn voorstel. ‘Als we Cains spullen kunnen doorzoeken, vinden we misschien die bivakmuts wel, of een bebloed kledingstuk of iets dergelijks.’

Amy speelde met het deksel van het metalen melkkannetje. ‘Met een bebloed kledingstuk kom je er niet. Doordat hij Sheridan in de nacht van de aanval naar zijn huis heeft gebracht, is er een geldige verklaring voor de aanwezigheid van haar bloed. Owen weet het ook. En zijn loyaliteit ligt bij Cain. Hij wil niet met mij praten over wat hij in de camper heeft gezien, en ik kreeg de indruk dat hij het er helemaal niet mee eens was dat Robert het ons had verteld.’

‘Dus hij zou onder ede verklaren dat Cain haar niet wilde vermoorden, maar probeerde te redden.’

‘Precies.’

‘Niet te geloven dat ze die aanval heeft overleefd,’ mompelde Ned.

‘Het is een wonder dat ze nog leeft.’ Amy zou bijna willen dat het anders was gelopen. Dan was Sheridan nu niet bij Cain in huis, en hoefde Amy niet de hele dag doodsbenauwd te zijn dat hij zich aan haar hechtte.

‘Stel nou dat we bloed van Jáson vonden?’ zei Kent.

‘Dat gebeurt niet. Daarvoor is het al te lang geleden.’ Amy wist best dat Cain Jason niet had neergeschoten, hoe graag ze hem ook zou zien boeten voor zijn afwijzing, en hoezeer hij zich ook ongewild verdacht maakte met zijn weinig berouwvolle en afstandelijke houding. Haar broer wist dat echter niet, en Kent evenmin, wat de twee de ideale werktuigen maakte om Cain onder druk te zetten. Een dezer dagen had hij een bondgenoot nodig, had hij háár nodig. Daar hunkerde ze zo naar dat ze hem al kon proeven, zijn huid, zijn lippen…

‘Dus wat doen we?’

‘We gaan door met praten met de buren en proberen iemand te vinden die Cain in de buurt heeft gezien voordat Sheridan verdween,’ antwoordde ze.

Ned keek bedenkelijk. ‘Hij heeft familie in de straat. Een paar huizen verderop wonen zijn stiefvader en stiefbroer. Als we al iemand vinden die hem daar op straat heeft gezien, kan hij daar een goede reden voor aanvoeren.’

‘Robert staat aan onze kant.’

Ned speelde met de suikerzakjes op tafel. ‘Robert is een alcoholist, en over het algemeen zijn alcoholisten niet de meest geloofwaardige getuigen.’

Amy schoof het kommetje met suikerzakjes tegen de muur. Ze wilde niet dat Ned de hele voorraad sloopte. Er kwam nog verse koffie aan. ‘Dankzij zijn verklaring hebben ze wel toegegeven wat ze gedaan hebben.’

‘John zou betrouwbaarder zijn als getuige,’ hield Ned vol.

‘Dat doet hij niet.’

‘Dat is nog niet gezegd. Hij wil Jasons moordenaar pakken. En nu dat geweer is gevonden, begint hij aan Cain te twijfelen.’

Amy schudde haar hoofd. ‘Hij moet rekening houden met Marshall.’

‘Wat heeft Marshall ermee te maken? Die woont al sinds de dood van Johns moeder in het verzorgingstehuis.’

‘Dat maakt niet uit,’ wierp Amy tegen. ‘Marshall heeft een flinke zak met geld overgehouden aan de verkoop van zijn doe-het-zelfzaken, en daar ziet John niets van als hij zich niet gedeisd houdt. John kan dan misschien niet met Cain door één deur, maar Marshall loopt met hem weg.’

‘Misschien moeten we meer getuigenverklaringen verzamelen over Cains aanwezigheid op Rocky Point,’ opperde Ned. ‘Als we iemand vinden die kan verklaren dat hij woedend werd toen hij Jason en Sheridan samen zag, dat hij dreigementen uitte…’

De ijsblokjes in Kents glas tinkelden tegen elkaar toen hij zijn laatste slokken water nam. ‘We hebben Maureen Johansen toch al?’

‘Dat is niet genoeg,’ zei Amy. ‘Die had “het idee” dat Cain “misschien wel” van slag was, verder wilde ze niet gaan. Als we een zaak willen opbouwen met indirect bewijs, moet het wel staan als een huis. We moeten meer hebben.’

Ned mikte het laatste gemangelde suikerzakje dat ze voor hem had laten liggen op tafel en leunde achterover. ‘Dat vinden we nog wel.’