Hoofdstuk 20

 

 

 

Om zeven uur ’s ochtends stond Cain bij Tiger voor de deur. Het voelde alsof zijn oogkassen waren volgestort met zand, omdat hij vannacht niet meer de moeite had genomen om terug naar bed te gaan, maar duf was hij niet. Hij was pissig dat Sheridans vriendin was komen opdagen en haar had meegenomen. En hij moest en zou te weten komen wat er achter Levi’s opmerkingen zat.

Aan de blik op Tigers gezicht te zien was hij er niet over te spreken om op dit vroege tijdstip uit zijn slaap te worden gehaald. ‘Wat sta je nou voor dag en dauw op mijn deur te rammen?’ zei hij chagrijnig, knipperend tegen het zonlicht alsof hij hoofdpijn had – of een kater, wat waarschijnlijker was.

‘Ik dacht dat je al wel op zou zijn om naar je werk te gaan.’ Tiger had een garagebedrijf in de stad, waar hij ook tractors repareerde.

‘Ik heb de hele week vrij genomen.’ Hij krabde zich op zijn buik. ‘Wat kom je doen?’

‘Was je gisteravond bij mijn huis?’

Tiger gaf geen antwoord. Het was donker in zijn kleine huis, waar de geur hing van drank en zweet.

‘Tiger? Jij was het, hè, die met een fles tequila mijn huis in de gaten hield?’

Hij zuchtte en wreef in zijn rood doorlopen ogen. ‘Dat was ik, ja. Nou en?’

‘Nou en?’ bouwde Cain hem na. ‘Ik wil wel eens weten wat je daar te zoeken had. Volgens mijn buurman ben je er de laatste tijd regelmatig te vinden. En Amy kwam nog vaker langs, zegt hij.’

Tigers mond vertrok in een wrange grijns. ‘Hoe dat zit, hoef je toch niet van míj te horen, of wel?’

‘Aan de telefoon zei je dat je wist dat ik haar nooit met een vinger aanraakte.’

‘Dat weet ik, ja. Ik weet ook dat ze verliefd op je was.’ Hij keek zo bokkig als een klein kind dat zijn zin niet krijgt. ‘Ze had mij zo voor jou ingeruild, al had ze er geld op toe moeten leggen.’

Cain had altijd aangenomen dat Tiger zich volkomen onbewust was van Amy’s ware gevoelens. Uit zijn gedrag was in elk geval nooit iets gebleken. Soms had Cain zelf ook gedaan alsof hij van niets wist, al was het maar om Tigers trots te sparen. Daarom kwam het nu ook hard aan dat die het zo onomwonden toegaf – en schrok hij ervoor terug om daar dieper over na te denken. Hij had nooit om Amy’s eeuwige liefde gevraagd. Die toewijding was eerder ergerlijk dan vleiend geweest, wat hem betreft. Maar nu speelde er meer, en dat maakte het zowel Tiger als hem onmogelijk de waarheid nog te negeren of te ontkennen. ‘Dan weet ik nog steeds niet wat ze zo vaak in de buurt van mijn huis te zoeken had.’

‘Ze gluurde bij je naar binnen, Cain,’ zei hij, langzaam en duidelijk alsof hij het tegen een jongetje van vijf had. ‘Ze keek naar je. Ze hoopte dat je je zou uitkleden of aan jezelf zou zitten.’ Hij dempte zijn stem. ‘Zodat ze kon doen alsof je aan haar zat, denk ik.’ Hij lachte schamper. ‘Dat gelóóf je verdomme toch niet? Hoe stom kan een vrouw zijn, terwijl het jou niet eens genoeg kon schelen om er erg in te hebben.’

Het was vooral triest. Wat had hij gedaan dat ze zo door hem geobsedeerd was geraakt? Toegegeven, hij was in het begin zo stom geweest om iets met haar te beginnen, maar hij was van begin af aan duidelijk geweest. Zodra hij had beseft dat hij niet van haar kon houden zoals zij wilde, had hij afstand genomen. Maar zij had hem steeds opgezocht, met hem geflirt, plukkend aan zijn kleren, smekend om met haar te vrijen. Zijn grootste vergissing was wel dat hij voor haar was gezwicht. Zo was ze uiteindelijk zwanger geraakt.

Hij voelde zich schuldig over alle fouten die hij in zijn leven had gemaakt, maar als het ging om de laatste tien jaar, hoefde hij zich wat Amy betreft geen grote verwijten te maken, dat wist hij wel. ‘En jij ging haar dan achterna om te kijken wat er gebeurde?’

‘Ik was bang dat je een keer voor de bijl zou gaan. Dat als je maar eenzaam genoeg werd, je vanzelf een keer zou bedenken dat zij misschien toch beter was dan niets. Dus kocht ik een verrekijker en keek ik naar haar terwijl ze naar jou keek. Wat een zielig stel, hè?’ zei hij met een vreugdeloos lachje. ‘Zij zat zich daar in haar eigen pijn te wentelen, en ik deed precies hetzelfde.’

‘Wat viel er te zien? Wat ik doe, is niet echt boeiend. Ik eet en ik werk, net als iedereen.’

‘Het was voor haar al genoeg om je te zien slapen. Ze zat het liefst voor je slaapkamerraam.’

Ongelooflijk. En hij had er nooit iets van gemerkt. Jammer dat hij de hondenkennel niet aan de andere kant van het huis had gebouwd. ‘Waarom heb je me het niet verteld? Dan had ik er een einde aan kunnen maken.’

‘Ik wilde haar veroveren.’ Hij klonk moedeloos. ‘Ze moest aan míj denken, naar mij verlangen, zonder dat jij haar eerst moest wegjagen. En het ging ook langzaam die kant op, had ik het gevoel. Ze ging niet meer zo vaak naar jouw huis. Ik dacht echt dat ze er eindelijk mee was opgehouden. De laatste paar keer dat ik ging kijken, was ze er niet. En afgelopen week… Ze wachtte nog steeds op je, dat bleek maar weer. Ik was te min voor haar, altijd al geweest.’ Hij hield Cains blik vast, en zijn kaak trilde. ‘Ik heb maar van twee vrouwen gehouden, en allebei wilden ze jou.’

Cain wreef in zijn nek. ‘Je hebt het over Sheridan, neem ik aan.’

‘Je hebt haar ontmaagd alsof het niks te betekenen had. En ik had er alles voor overgehad om in jouw schoenen te staan.’

Opnieuw werd Cain geconfronteerd met wat hij had gedaan in een tijd dat hij met zichzelf in de knoop zat. ‘Het had wel iets te betekenen.’

‘Wat was het verschil?’ vroeg Tiger. ‘Ze was gewoon de zoveelste in een lange rij.’

Het was echt iets anders geweest. Iets heel anders. Maar dat ging hij nu niet met Tiger bespreken. ‘Het is een hele tijd geleden –’

‘En dus? Had je het niet bij die andere meisjes kunnen houden? Moest je haar nou echt zo nodig ook hebben?’

‘Ik heb een vraag voor je.’

Tiger leunde naar achteren en pakte een aangebroken biertje van een bijzettafeltje. Joost mocht weten hoelang het daar al stond. Het leek hem niet uit te maken. ‘Zeg het maar. Of ik hem hier zou smeren, weg van jou én van Amy, als ik het over mocht doen? Zeker weten. Kijk mij nou. Zij is dood, en van ons tweeën ben ik de enige die het verdomme iets kan schelen. Dat is toch triest, man.’

‘Ik heb nooit gewild dat haar zoiets zou overkomen, Tiger.’

‘Maar je bent wel blij dat ze er niet meer is, waar of niet?’

Op deze manier kwam hij geen steek verder bij Tiger, niet zoals hij er op dit moment aan toe was. ‘Zeg nou maar gewoon wat je gisteravond bij mijn huis kwam doen.’

Tiger raspte met zijn hand over zijn bakkebaarden. ‘Ik zou het bij God niet weten.’

‘Als je het mij vraagt, ben jij de enige die het kán weten.’

‘Ik denk dat ik zo afscheid kon nemen van Amy – en tegelijk voor mezelf kon toegeven dat het stom was geweest om te denken dat ik haar kon overhalen om jou te laten zitten voor mij.’ Hij goot de laatste slokken bier in zijn keel. ‘Gadver, dat is warm.’ Walgend gooide hij het blikje achter zich.

Over Tigers jaloezie wilde hij het helemaal niet hebben. Amy was er niet meer. Het deed er niet meer toe van wie ze het meest had gehouden. Er waren nu wel andere dingen waar ze zich druk over moesten maken. ‘Enig idee wie haar vermoord kan hebben, Tiger?’

Tiger staarde apathisch voor zich uit.

‘Tiger?’

‘Hij kende haar goed, dat weet ik wel.’

‘Waarom denk je dat?’

‘Hij had iets in de grond gekrast, niet zo ver van haar lichaam.’

‘Ik heb niets gezien.’

‘Ned ontdekte het toevallig. Gisteravond pas, tegen etenstijd. Hij was teruggegaan naar de plaats van de moord nadat alles was opgeruimd, om er nog een keer rond te kijken, en toen zag hij het, op een meter of zes van de plek waar jij haar vond.’

Cain had niets bijzonders gezien. Het was natuurlijk ook donker geweest, en na de schok van de moord op Amy was hij vooral op gevaar bedacht geweest. Zodra hij had beseft dat Amy dood was, was hij in paniek naar het huis gerend om te zien of alles goed was met Sheridan. ‘Wat had hij geschreven?’

‘Ik hou van je, Amy.’

Cain stak zijn handen in zijn zakken. ‘Het is maar wat je liefde noemt.’

‘De liefde is wreed,’ zei Tiger, en hij deed de deur dicht.

 

Het kwam niet door de aanblik van het huis van haar oom. Het was de geur – een combinatie van oude meubels, verse boenwas en de geur van rozen die met de wind binnen kwam door de open deur achter haar.

In de deuropening bleef Sheridan staan, steun zoekend tegen de gangmuur, terwijl in haar hoofd de ene na de andere herinnering opdook. Cain had gelijk gehad: ze was net terug uit de supermarkt geweest op het moment dat ze werd aangevallen. Ze zag het weer haarscherp voor zich. Ze wist nu ook weer dat ze met haar boodschappen naar de keuken was gelopen en bezig was geweest met opruimen toen ze aan de zijkant van het huis een schim had gezien.

Nieuwsgierig, en niet helemaal op haar gemak, was ze naar het voorraam gelopen en had ze in de zijtuin getuurd. In het schemerlicht had ze de vuilnisbak en de oudpapierbak zien staan, maar meer eigenlijk niet.

Ze had geprobeerd haar onbehaaglijke gevoel van zich af te zetten en zichzelf voor te houden dat haar argwaan te wijten was aan haar op hol geslagen verbeelding. Door haar werk zag ze al snel overal spoken. Bovendien viel het ook niet mee om terug te zijn in het dorp waar ze bijna het leven had gelaten in een schietpartij. Ze was het bord ‘Welkom in Whiterock’ nauwelijks gepasseerd of ze was overvallen door sentimentele, nostalgische gevoelens, zeker toen ze alle veranderingen in haar geboorteplaats had gezien.

Een nieuw benzinestation aan de rand van het dorp, het recent opgeknapte motel en het nieuwe uithangbord van de enige kroeg van het dorp: bewijzen te over dat het leven ook zonder haar gewoon was doorgegaan.

‘Wat is er?’

Skyes stem bracht haar terug in het heden. Haar vriendin was voor haar uit gelopen, maar toen ze in de gaten kreeg dat Sheridan was blijven staan, kwam ze terug. ‘Gaat het?’

Ze knikte, maar ze was bang voor de andere herinneringen – beelden die in snel tempo aan scherpte wonnen. Daarmee kwamen ook de plotselinge doodsangst en de hulpeloosheid terug die ze had gevoeld.

‘Ik had de deur op slot gedaan,’ zei ze.

Skye keek haar vragend aan. ‘Wat had je gedaan?’

‘Ik was niet helemaal achterlijk. Ik had in elk geval de deur op slot gedaan.’

‘Op de avond dat je werd mishandeld, bedoel je?’

Ze haalde diep adem en knikte weer. ‘Ik dacht iets te zien, al kon ik het niet bevestigen, maar ik ben toch maar voor alle zekerheid teruggegaan om de deur op slot te doen.’

Skye nam haar mee naar de woonkamer, waar ze zich op de stugge oude bank liet zakken. Ze weigerde ook maar in de richting van de keuken te kijken, nu ze wist wat daar gebeurd was, dat ze aan het aanrecht had gestaan, zich om had gedraaid en opeens oog in oog had gestaan met een man met een bivakmuts op. Bij het zien van een gestalte die haar zo sterk deed denken aan de avond dat Jason en zij waren neergeschoten, was alle kracht uit haar benen verdwenen. Omdat ze had beseft dat hij was teruggekomen om haar te vermoorden.

‘Hoe is hij dan binnengekomen?’ Skye pakte haar voorzichtig bij haar schouder.

‘Hij had de sleutel,’ fluisterde ze.

‘Hoe kwam hij daaraan?’

‘Volgens Cain lag er een onder de mat. Ik heb er geen moment aan gedacht om dat te controleren. Bij mij in de familie legt niemand een reservesleutel op zo’n voor de hand liggende plaats, we weten wel beter. De huurder zal hem daar wel hebben achtergelaten toen hij verhuisde.’

‘Had je hem binnen horen komen?’ Skye probeerde details uit haar los te krijgen, maar het was niet eenvoudig om iets bruikbaars op te vissen uit de chaos in haar hoofd.

Ze sloeg haar armen om zich heen. ‘Nee. Maar hij moet door de deur binnen zijn gekomen. Ik heb geen glas horen breken, geen hout horen versplinteren. Eigenlijk hoorde ik helemaal niets, totdat vlak achter me de vloer kraakte. En toen was het al te laat.’ Ze deed haar ogen dicht. Hoefde ze die paar minuten maar niet te herleven. Maar ze wist hoe belangrijk het was om alles tot in het kleinste detail na te gaan.

‘Wat deed hij, Sher?’

‘Hij gaf me een zet. Ik probeerde hem van me af te houden, maar hij legde zijn handen om mijn keel en kneep tot… totdat het me zwart voor de ogen werd.’

‘En toen kon hij je meenemen, het huis uit.’

‘Hij heeft me eerst vastgebonden en gekneveld.’ Ze ging met haar tong over haar droge lippen en probeerde rustig te blijven ademhalen. ‘Ik kwam pas weer bij toen hij me door het bos droeg. In mijn mond zat een stuk stof of zoiets gepropt. Mijn handen waren vastgebonden, maar mijn voeten waren nog los.’

‘Had hij toen die bivakmuts nog op?’ Skyes stem klonk zacht en indringend.

‘Ik denk het wel.’ Ze probeerde het zich scherper voor de geest te halen. ‘Ja,’ zei ze toen overtuigd. ‘Ik had moeten proberen dat ding te grijpen toen ik mijn handen eenmaal had bevrijd, maar op dat moment was ontsnappen nog het enige waar ik aan dacht. Ik wist dat mijn leven afhing van wat ik in die paar minuten of misschien zelfs seconden deed.’

‘Wat deed je wel?’ Skye pakte haar handen.

Ze keek naar de handen van haar vriendin, die de hare een voorzichtig kneepje gaven. ‘Ik gaf hem een zet tegen zijn borst. Hij had meer te dragen dan alleen mij. Hij had ook nog een… een schop, zoiets. Dat klinkt wel logisch, ja, want later had hij een schop. Dat moet het geweest zijn.’

Skye wachtte met een gespannen blik af, maar onderbrak haar niet.

‘Hoe dan ook, toen ik bijkwam, begon ik te rukken aan het touw. Toen ik merkte dat het losser kwam te zitten, kon ik het bijna niet geloven. Waarschijnlijk had hij me in alle haast vastgebonden en verwachtte hij niet dat ik nog de kans zou krijgen om mezelf te bevrijden. Dus toen ik om me heen begon te schoppen en te slaan, was hij zo verrast dat hij zijn evenwicht verloor en onderuit ging, en ik viel languit op de grond.’ Nu haar herinneringen aan kracht wonnen, volgden de woorden elkaar sneller op. ‘Daardoor kreeg ik de kans overeind te krabbelen en het op een rennen te zetten. Ik ging ervandoor, maar ik kon mijn benen bijna niet in beweging krijgen. Het was net alsof ze elk vijftig kilo zwaar waren. En er sloegen steeds takken tegen mijn gezicht en mijn wangen en armen.’

‘En hij achtervolgde je, neem ik aan.’

Ze slikte moeizaam. ‘Ja. Een minuut later greep hij me bij mijn kleren.’ Ze viel stil en probeerde te bevatten wat hij daarna had gedaan. Het was het meest schokkende wat haar ooit was overkomen. Zelfs de schietpartij op Rocky Point was niet zo traumatisch geweest – op het moment zelf, in elk geval. Omdat het zo snel was gegaan. De eerste paar seconden had ze niet eens beseft dat ze was geraakt.

Dit was anders geweest. Bij de eerste aanblik van die bivakmuts had ze geweten dat het goed mis was. En ze was nooit zo bang geweest als in die paar minuten waarin de man die haar keel had dichtgeknepen haar in het bos op de hielen zat.

Totdat hij haar te pakken had gekregen.

‘Begon hij je toen te slaan?’ vroeg Skye.

Ze trok haar handen los om haar ogen te kunnen bedekken.

‘Sher?’ Skye schoof dichter naar haar toe en wreef troostend over haar rug.

‘Ja,’ fluisterde ze. ‘Hij… Hij pakte iets van de grond. Een soort knuppel, al zal het wel een… een dikke stok of een stuk hout zijn geweest of zo. Daarmee sloeg hij op me in. Hij bleef maar slaan en slaan en slaan. Net zolang tot ik niets meer zag door al het bloed dat in mijn ogen stroomde. Mijn oren suisden en ik kon niet meer nadenken. Ik wist niet meer waar ik was, ik wist niet eens meer wíé ik was.’

‘Waarom hield hij op? Raakte je weer bewusteloos?’

‘Nee. Ik wist dat ik niet meer moest terugvechten, dat ik hem moest laten denken dat hij gewonnen had. Dus hield ik me slap.’

‘En dat werkte?’

‘Hij schopte me om te kijken of ik nog bewoog, maar ik verroerde me niet. Ik had geen kracht meer. Ik lag daar gewoon maar. Ik had het gevoel dat ik ergens boven mijn lichaam zweefde en zijn wreedheid bekeek.’

‘Zei hij nog iets? Heb je zijn stem gehoord?’

‘Hij zei: “Stomme teef! Ik zal je laten boeten”! Alsof ik hém iets had misdaan.’

‘Hoe klonk zijn stem?’

‘Als hees gefluister. Meer niet. Hij was nauwelijks verstaanbaar.’

Skye vloekte van frustratie en teleurstelling, maar ze was nog niet bereid het bijltje erbij neer te gooien. ‘En wat deed hij toen?’

Wat er verder was gebeurd, stond haar nog maar vaag voor de geest. Ze nam maar aan dat ze in de paar minuten daarna steeds even bewusteloos was geraakt. ‘Dat weet ik niet.’

‘Wat dénk je dat hij deed?’

‘Ik ga ervan uit dat hij terug is gegaan voor die schop en me toen dieper het bos in heeft gedragen. Want toen ik weer bijkwam, stond hij mijn graf te graven.’

‘Mijn hemel. Wilde hij je gaan begraven? Het mag een wonder heten dat je nog leeft.’

Ze dacht aan Cain. Ik kan niet meer wachten. Ik wil in je zijn… En hij zát ook in haar, in haar hart, in haar bloed. Ze betwijfelde of ze hem er ooit nog uit zou krijgen. ‘Ik had nu ook niet meer geleefd als hij niet was gestoord.’

‘Gestoord?’

‘We waren op Cains terrein. Toen zijn honden aansloegen, kwam hij uit bed om te kijken wat er aan de hand was. Toen ging de man met de schop ervandoor. Tenminste, dat denk ik. Ik weet alleen nog dat ik naar de sterren boven me lag te staren – tot ik mijn ziekenhuiskamer in beeld kreeg.’

Skye pulkte aan de versleten rand van de bank. ‘Heeft Cain je naar een ziekenhuis gebracht?’

‘Ja.’

Skye knipperde met haar ogen tegen de tranen en schudde haar hoofd. ‘Je was bijna dood geweest.’

Sheridan zweeg.

Skye schraapte haar keel. ‘Kun je je nog iets bijzonders van je belager herinneren, Sher? Een… een maniertje? Een geur? Een geluid? Zijn kleding? Zijn manier van bewegen? Zijn lengte? Wat dan ook?’

‘Hij was gemiddeld van bouw. Hij was stil en voorzichtig, maar wel ontzettend doelgericht. En hij had handschoenen aan – ik voel ze nog om mijn keel.’ Veel was het niet, besefte ze.

‘Meer niet? Iets over zijn auto, misschien?’

‘Ik herinner me niets van een auto. Hij moet me toch op een of andere manier van hier naar Cains terrein hebben gebracht. Dat is een kwartier rijden. Maar ik kwam pas weer bij kennis toen hij me het bos in droeg.’

‘Er moet toch meer zijn,’ drong Skye aan. ‘Iets wat er uitsprong.’

Uit alle macht groef ze in haar geheugen naar details, hoe klein ook. Ze herinnerde zich het gesteun van haar belager toen hij op haar in sloeg, zijn bijna tastbare woede, zijn glasharde gebrek aan respons op haar smeekbeden.

En toen kwam van diep uit het zwarte gat van haar onbewuste een herinnering bovendrijven.

‘Die klootzak moest zo nodig alles hebben.’

‘Wat?’ Skye boog zich dichter naar haar toe.

‘Dat fluisterde hij toen ik me slap hield. Hij stond hijgend over me heen gebogen, met die stok of waar hij me dan ook mee geslagen had in zijn handen, en mompelde: “Die klootzak moest zo nodig alles hebben”.’

‘Over wie had hij het?’

‘Ik weet het niet. Cain, misschien. We waren op zijn terrein.’

Skye wachtte zwijgend af, duidelijk hopend op meer. Maar meer was er niet. Na een tijdje gooide ze haar tasje op de salontafel, stond op en liep naar het raam. ‘Is de politie hier al geweest?’

Cain had verteld dat ze hier hadden rondgekeken, maar niets van belang hadden gevonden. ‘Ja.’

Skye wierp een blik door de kamer. ‘Wie heeft er opgeruimd?’

‘De politie?’

‘Dat had je gedroomd.’ Ze keek weer uit het raam.

Skye had gelijk. Sheridan had nog nooit meegemaakt dat de politie een plaats delict opruimde. Dat was typisch een klus om uit te besteden. Of een familielid mocht het doen, zelfs na de gruwelijkste moordpartijen. Maar dit was een dorp, en in dorpen golden vaak eigen gewoontes. Misschien was iemand van de politie wel zo vriendelijk geweest om de boel aan kant te maken, al wist ze bijna wel zeker dat Cain het had gedaan. Die regelde alles, had ze het gevoel.

Met haar handen in haar zij draaide Skye zich naar haar om. ‘Wat denk je? Gaat het je echt lukken om hier te overnachten?’

Al was ze zich maar al te bewust van de kosten van een motel, ze stond niet te popelen om hier terug te komen. ‘Hoelang wil je blijven?’

‘Een weekje. Misschien twee.’

‘En David en de kinderen dan?’

‘Die redden zich wel. Zo vaak ga ik nou ook weer niet de stad uit.’

‘Volgens mij heb je ze nog nooit alleen gelaten.’

‘Ik kan er wel van op aan dat David voor zichzelf en de kinderen kan zorgen. Ik wil jou helpen. Ik wil deze zaak oplossen, zodat ik jou mee naar huis kan nemen.’

Haar steun ontroerde Sheridan, maar ze kon niet van Skye vragen om meer dan een paar dagen haar eigen leven aan de kant te zetten. ‘Nee Skye, je moet eerder terug. We kunnen niet allebei zo lang weg van De Laatste Linie. Ava is nog maar net begonnen. Die weet vast niet waar ze het zoeken moet. En je hebt zelf gezegd dat Jonathan met een grote zaak bezig is. Hij kan niet veel voor haar doen.’

Skye keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Ze komen er wel uit, oké?’

Blijkbaar vertikte Skye het de zaken praktisch te bekijken. Ze gaf haar hart voorrang boven haar verstand – en uiteindelijk zou ze dat toch moeten omdraaien. ‘Dit is niet handig voor jou.’

‘Voor jou wel, dan?’

Sheridan stond op en liep doelloos door de keuken. In de koelkast stond nog een deel van de boodschappen die ze had ingeslagen. Ze wist niet wat er met de rest was gebeurd. Er lag geen afval, er stonden geen borden in de gootsteen. ‘Het is niet gezegd dat je er zomaar zonder kleerscheuren vanaf komt als je hierbij betrokken raakt, Skye. Ik kan het me niet permitteren om me ook nog zorgen om jou te moeten maken.’

‘Ik kan heel goed voor mezelf zorgen.’

‘Zaken als deze kunnen lang duren. Dat weet je zelf ook. Hoe groot is de kans nou helemaal dat we het snel oplossen, zelfs als jij je ermee bemoeit?’

‘Groter dan als ik dat niet doe.’ Ze klapte in haar handen. ‘Maar laten we ons daar nu nog maar niet druk over maken. Eerst maar eens kijken wat we boven water kunnen krijgen, en dan gaan we van daaruit verder.’

Sheridan leunde op de rugleuning van een keukenstoel. ‘Je bent niet goed wijs.’

‘Jij zou hetzelfde voor mij doen.’

‘Maar ik heb geen gezin thuis.’

‘Dat doet er niet toe. Mij schud je voorlopig niet af, dus probeer dat ook maar niet meer. Ik wil nu alleen maar van je horen of we naar het motel gaan of dat we hier intrekken.’

Dat was de knoop die ze niet wilde doorhakken. Degene die haar had willen vermoorden, had geweten waar hij haar kon vinden en was met onvoorstelbaar gemak bij haar in de buurt gekomen – hier, in dít huis. Ze voelde zich hier niet veilig. Aan de andere kant was ze toen niet op gevaar bedacht geweest en had ze zich dus niet op een aanval kunnen voorbereiden. En in motels werden evengoed moorden gepleegd. Ze moest op haar hoede zijn, daar ging het om, en dat was belangrijker dan waar ze sliep. Als haar belager het echt wilde, vond hij haar overal. Dan maakte het niet uit waar ze heen ging.

‘We kunnen net zo goed wat geld uitsparen,’ zei ze schouderophalend.

‘Mee eens.’ Skye liep naar de deur. ‘Kom, dan halen we onze koffers.’

Piekerend of ze met haar keuze zou kunnen leven, bleef ze nog even in de keuken hangen – tot ze iemand bij de voordeur hoorde.

‘Zo, goedemorgen. Wie mag jij dan wel zijn?’

De stem klonk bekend, al kon Sheridan hem niet meteen thuisbrengen. Toen ze de hoek om kwam, zag ze de jongste broer van Cain op de stoep staan, die Skye over de rand van zijn zonnebril goedkeurend monsterde.

Hij droeg een Harley T-shirt waarvan de mouwen waren afgescheurd en een spijkerbroek, met daaronder een paar teenslippers die vrij uitzicht boden op weerzinwekkende voeten met uit hun krachten gegroeide teennagels. Een bovenarm ging schuil onder een getatoeëerde draak; op de andere prijkte R.I.P. Jason in rood en blauw.

Skye bekeek hem met dezelfde overdreven belangstelling, zag Sheridan. ‘Ik ben Skye Willis,’ antwoordde ze. ‘Een vriendin van Sheridan uit Sacramento. Ben jij de man die haar heeft mishandeld?’

Robert schoof zijn zonnebril weer hoger op zijn neus. ‘Eh… Nee,’ zei hij, zichtbaar verbaasd.

‘Dat is mooi,’ zei Skye met een vastberaden knikje. ‘Dan hoef ik je niet neer te schieten.’

Hij lachte alsof hij er niet helemaal van overtuigd was dat ze een grapje maakte. Sheridan wist het zelf ook niet zeker. ‘Felle tante,’ zei hij tegen Sheridan, toen hij haar in het oog kreeg. ‘Dat mag ik wel.’

‘Ze is ook getrouwd,’ zei Sheridan. ‘Skye, dit is Cains jongste broer.’

‘Stiefbroer,’ verduidelijkte Robert.

‘Stiefbroer,’ herhaalde ze, een schamper lachje verbijtend. Ze kon wel begrijpen dat Cain Robert niet van harte als zijn broer erkende, maar andersom was het een ander verhaal – maar goed, als Robert tot enige zelfreflectie in staat was, zou hij ook zijn teennagels wel knippen.

‘Kunnen we iets voor je doen?’ vroeg ze.

‘Ik was op weg naar huis en zag dat hier volk over de vloer was, dus besloot ik maar even langs te komen om je welkom te heten. Het valt vast niet mee om hier terug te komen na wat er gebeurd is.’ Nu was Sheridan blijkbaar aan de beurt om gemonsterd te worden, want de zonnebril kwam weer naar beneden. ‘Je ziet er al beter uit, zie ik. De blauwe plekken trekken aardig weg.’

Het kostte haar moeite om niet te laten blijken hoe weinig zijn mening haar kon schelen. ‘Dank je.’

‘Ik wilde je trouwens gelijk even laten weten dat ik een oogje in het zeil zal houden,’ voegde hij eraan toe, met een knipoog die Sheridan er allesbehalve geruster op maakte.

‘Robert woont in een stacaravan achter het huis van zijn vader, een paar huizen verderop aan de overkant van de straat,’ verduidelijkte ze voor Skye.

‘Het huis met de ijzeren dinosaurus in de voortuin,’ vulde Robert aan. ‘Mijn vader bouwt die dingen.’

‘Heb je de avond van de aanval op Sheridan iets opvallends gehoord of gezien?’ vroeg Skye, die niet de moeite nam interesse te veinzen voor Johns hobby.

‘Helemaal niets. Cain was nog even langs geweest, maar verder niets.’

Het stak Sheridan, tegen beter weten in, dat Robert maar bleef proberen Cain in verband te brengen met wat er was gebeurd. Hij had Amy verteld van de ruzie tussen Cain en Jason op de avond van de moord op Jason. Hij had zijn grote mond opengedaan over wat Owen hem over de camper had verteld. En nu dit weer.

Ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Komt hij vaak op bezoek?’

Ze hoopte op een bevestigend antwoord, zodat ze Robert kon verwijten dat hij details benadrukte die niets te betekenen hadden. Als Cain geregeld aan huis kwam, was er niets opmerkelijks aan dat hij er ook was op de avond dat zij was mishandeld. Gezien zijn verstandhouding met zijn stieffamilie was de kans echter klein dat hij er al te vaak op de stoep stond.

‘Niet echt,’ zei Robert.

‘Dus dit bezoekje was wel opvallend?’

‘Min of meer. We verwachtten hem in elk geval niet.’

‘Waar kwam hij voor?’

‘Hij wilde met mijn vader over opa praten.’

Dat klonk wel als Cain. Bij de gedachte aan zijn liefde voor Marshall, voelde ze een glimlach opkomen. Maar toen ging Robert verder.

‘Niet dat hij lang genoeg bleef om veel te zeggen. Karen Stevens kwam een paar minuten later binnen, en zodra hij haar zag…’ Robert klapte in zijn handen om zijn woorden kracht bij te zetten. ‘…was hij weg.’

Skye keek van de een naar de ander, zo te zien bezig een eigen mening over Robert te vormen, maar Sheridan had te veel aan haar hoofd om daarnaar te raden. ‘Wil je soms zeggen dat hij vanwege Karen vertrok?’ vroeg ze aan Robert.

‘Dat is wat ik wil zeggen, ja. Zo gaat het elke keer. Geen idee waarom, maar hij heeft er een hekel aan om met haar in één ruimte te zijn.’

‘Maar Cain vond Karen vroeger altijd zijn leukste lerares. Waarom zou haar aanwezigheid hem dan zo dwarszitten?’

Een geniepig lachje plooide Roberts mondhoeken. ‘Omdat hij haar een beetje té leuk vond, misschien. Omdat hij meer deed dan alleen haar bordenwissers uitkloppen na school, misschien.’

Onmiddellijk werd ze bevangen door een onbehaaglijk gevoel. In haar en Cains middelbareschooltijd had Karen Stevens kort na de dood van Cains moeder iets gehad met John Wyatt. Hun relatie was toen al begonnen. Zóver zouden Cain en Ms. Stevens toch niet zijn gegaan?

Nu Robert erover was begonnen, herinnerde ze zich ook dat Cain onmiskenbaar een streepje voor had gehad bij Ms. Stevens. Een dergelijke voorgeschiedenis zou wel haar gedrag en opmerkingen in het eetcafé verklaren. Een man zoals hij laat je niet zomaar achter…

‘Wil je suggereren dat ze een ongepaste relatie hadden?’ vroeg Skye. Ze zag kennelijk dat Sheridan aarzelde haar gedachten onder woorden te brengen, dat ze het liever niet wilde weten.

‘Ik suggereer helemaal niks,’ zei Robert met gespeelde onschuld. ‘Stel je voor wat een schok het voor mijn vader zou zijn als hij zoiets hoorde.’

Robert was niet bij haar aan de deur gekomen uit de behoefte zich een goede buur te betonen; hij was hier om het Cain moeilijk te maken. Eigenlijk had ze niet anders kunnen verwachten, maar hier had ze toch niet op gerekend. Ms. Stevens? Wat wilde Robert dat ze met die informatie deed?

Toen drong het opeens tot haar door. Hij wist het van de camper. Hij hoopte dat ze dit uit gekwetste trots en verontwaardiging aan de grote klok zou hangen – en Cains naam nog verder door het slijk werd gehaald. Robert kon dan beweren dat zijn vader dit niet ter ore mocht komen, maar dat wilde hij juist wel. Hij wilde alleen niet dat hij het van hém hoorde.

‘Waarom probeer je dit uit te laten lekken?’ vroeg ze.

‘Dat doe ik niet.’

‘Je wilt dat het uitgaat tussen je vader en Karen, is dat het? En als je tegelijkertijd Cain in een kwaad daglicht kunt stellen, is dat mooi meegenomen.’

‘Hou toch op. Doe niet zo paranoïde!’

‘Wat scheelt eraan? Kun je niet met Karen opschieten?’

‘Ik vind haar een trut, daar maak ik geen geheim van, maar mijn vader moet zijn eigen leven leiden. Het maakt mij niet uit met wie hij iets heeft.’

Tenzij hij met haar trouwde, natuurlijk. Ze wist wel zeker dat Karen niet stond te juichen bij het idee dat Johns zoon van vijfentwintig in haar achtertuin bivakkeerde. Als de relatie serieuze vormen aannam, zou Robert moeten verhuizen en misschien zelfs eindelijk eens zijn eigen broek moeten leren ophouden.

‘Nou, bedankt voor het onsmakelijke beeld dat ik nu voor me zie,’ zei ze, ‘maar ik geloof er niets van. En al deed ik dat wel, dan nog zou ik er niemand over vertellen. Ik denk dat je zelf ook begrijpt wat er tussen je vader en Karen gebeurt als zo’n gerucht de wereld in wordt geslingerd.’

‘Daarom heb ik er ook nooit iets over gezegd.’

Ze sloeg haar ogen ten hemel. ‘Behalve tegen mij dan, zojuist,’ merkte ze fijntjes op.

Met een gezicht waar de oprechtheid van af moest stralen, schoof hij zijn handen in zijn zakken en speelde met zijn kleingeld. ‘Weet je, soms vraag ik me af of ik mijn vader wel een dienst bewijs door dit voor hem achter te houden. Seks met een leerling is behoorlijk schandalig. Cain was minderjarig. En dan is er nog de gezagsverhouding tussen Karen en Cain. Ik heb leerkrachten wel voor minder naar de gevangenis zien gaan.’

Skye legde een hand op Sheridans arm om haar te manen rustig te blijven.

‘Wil je haar daar zien eindigen?’

‘Of ik dat wil of niet, uiteindelijk komt de waarheid vaak toch aan het licht. Uiteindelijk krijg je toch wat je toekomt, linksom of rechtsom. Dat ben je toch met me eens? Kijk naar wat jou is overkomen, bijvoorbeeld.’

‘Vind je dat ik met mijn mishandeling kreeg wat me toekwam?’

‘Als ik mag geloven wat Amy vertelde voordat ze werd vermoord, had jij Jason meegelokt naar Rocky Point om Cain jaloers te maken. Is dat waar?’

Ze was niet in staat antwoord te geven. Steeds weer zag ze de loop van het geweer door het open portier van de pick-up steken, steeds weer hoorde ze die knal…

‘Je bent zijn dood geworden,’ vervolgde Robert. ‘Vanwege Cain.’

Zijn woorden waren als een slag in haar gezicht. Ze was schuldig aan het ten laste gelegde, maar het was haar nog nooit zo openlijk voor de voeten gegooid door iemand uit Cains stieffamilie.

‘Volgens mij kun je beter weggaan,’ zei Skye rustig, maar hij maakte geen aanstalten om te vertrekken.

‘Mijn stiefbroer en de vrouwen.’ Vol walging schudde hij zijn hoofd. ‘Je zou eens moeten zien hoe suf het er uitziet, zoals je kwijlend achter hem aan loopt en in zijn bed springt zodra hij met zijn vingers knipt.’

‘Proef ik misschien iets van jaloezie bij je? Knaagt de gedachte aan je dat je grote broer alles is wat een vrouw zich kan wensen, alles wat jíj nooit zult zijn?’

‘Ik ben alles wat ik moet zijn,’ kaatste hij terug. ‘Jij bent degene die zich altijd beter voordoet dan je bent, overdag een en al onschuld, en ’s nachts snakkend naar Cain. Geen wonder dat iemand jou zo ontzettend haat dat hij –’

‘Ben jij die iemand?’ riep ze uit.

‘Als ik je had gegrepen, had je het niet meer kunnen navertellen.’

‘Ga naar huis.’ Skye gaf hem een zet tegen zijn borst. ‘Nu. Hoor je me? Anders schiet ik je alsnog neer.’

Lachend om de felle reactie die hij had weten uit te lokken, liet hij zijn hand zakken en liep naar Owens pick-up, die hij scheef aan de stoeprand had geparkeerd met de motor nog aan.

Hij had nauwelijks een paar stappen gezet of hij draaide zich alweer om. ‘O ja, laat ik dit maar bij jullie achterlaten, nu ik er toch ben.’ Hij haalde een dichtgevouwen vel papier uit zijn achterzak, dat hij voor hun voeten op de grond mikte.

Sheridan was zo woest dat ze vertikte het op te rapen tot hij weg was. Toen vouwde ze het open en streek het glad: het was de aankondiging van Amy’s begrafenis.