Hanna

‘Ik ben Temina niet,’ zei ze. ‘Ik ben Hanna, haar zusje. Ten tijde van de pogrom was ik 14 maanden. Daar weet ik niets meer van, maar jij moet je mij toch kunnen herinneren.’

Hij lag naast haar en probeerde de stukjes van de puzzel in elkaar te passen.

De kleine Hanna lag met het hoofdje op de armpjes alsof ze lag te slapen. Alleen de donkere pijpekrulletjes bewogen wat in de wind.

Hij hief het hoofd op, streek de waaier van blonde haren op het kussen glad. ‘Hanna had bruin haar.’

Ze giechelde. ‘Kom nou, Michel.’

Hij lachte schaapachtig en kuste het donkere dons in haar oksel. Hij wees op het litteken. ‘Hoe komt het dat ik de ukht nooit eerder heb gezien?’

‘Vrouwen maken zich op,’ verklaarde ze eenvoudig.

Hij knikte. ‘Vertel me alles,’ zei hij.

Rechtop zittend, met haar rug tegen het hoofdeinde, vertelde ze haar verhaal. Terwijl hij luisterde, zag hij in gedachten Temina Mittel blootsvoets om het huisje heen lopen. Voor het eerst zag hij de gebeurtenissen opnieuw vóór zich, in scherpe beelden, maar alléén dat wat zich op het erf van Temina had afgespeeld. Verder kon – of wilde – hij zijn herinneringen niet terugroepen. Anna vertelde hoe ze de dag van de pogrom in haar stoeltje in slaap gevallen was. Dat had vermoedelijk haar leven gered. De ene soldaat had blijkbaar van de andere gedacht dat hij haar om het leven had gebracht. Yusuf had haar gevonden en ondergebracht bij zendelingen van de Engelse Gereformeerde Kerk in Mosoel. Toen ze twaalf jaar was hadden die haar meegenomen naar Zuid-Afrika, waar ze door een Engels echtpaar werd geadopteerd. Later, na haar mislukte huwelijk, was ze door Yusuf gerecruteerd voor de ze door een Engels echtpaar werd geadopteerd. Later, na haar mislukte huwelijk, was ze door Yusuf gerecruteerd voor de Mossad. Ze was geen echte spionne, maar een agente, opgeleid voor bescherming van VIPS.

Hij herinnerde zich hoe ze de Amn-agent had uitgeschakeld. Toch vroeg hij ongelovig: ‘Een body-guard? Jij, een vrouw?’

‘Juist daarom, Michel. Van een vrouw wordt niet verwacht dat ze scherpschutter is of kan vechten. Je bent te zeer gewend te denken in termen van spierkracht. Ik heb leren denken in termen van kwetsbaarheid: ogen, neus, keel en geslacht. Een man mag dan al wereldkampioen gewichtheffen zijn, met gewichtheffen kan hij zijn ballen niet ongevoelig maken voor een knietje.’

Hij lachte witjes, zich gelukkig prijzend dat alles nog normaal functioneerde.

‘Toen de Mossad lucht kreeg van project Wodzja, zochten ze naar een samenwerkingsvorm met de CIA om het gevaar te bezweren. Ik werd door Yusuf bij het Agency gedetacheerd als liaison-officer vanwege mijn kennis van het Arabisch. Eén van mijn opdrachten was contact met jou te leggen en je politieke geschiktheid om je bij de Mossad in te lijven te evalueren.’

Hij wilde wat zeggen, maar ze legde twee vingers op zijn lippen. ‘In hun strijd tegen het terrorisme controleren de inlichtingendiensten de passagierslijsten van de luchtvaartmaatschappijen. Toen jij in Johannesburg reserveerde om zonder je vrouw naar huis terug te keren, vonden we dat een geschikte gelegenheid. Ik werd als stewardess op het zelfde toestel geplaatst.’

‘Dat kan zó maar?’ vroeg Michel sceptisch.

‘Ja. Het Agency maakt daarbij gebruik van een uitzendbureau voor luchtvaartpersoneel.

‘Je bent dus geen stewardess?’

‘Dat ben ik wel. Het is een prima dekmantel.’ Anna wipte het bed uit en een paar ogenblikken later keerde ze terug met twee blikjes bier en glazen. Hij trok de blikjes open en nadat ze hadden gedronken, ging ze verder.

‘Alles liep als gepland. De kennismaking, het verblijf in Londen, zelfs je invitatie voor een bezoek aan Fazoft. Tussen haakjes: Fazoft is een tijdelijke agent van de CIA. Ik registreerde jullie gesprek in de Fanny Brawne Inn en rapporteerde je reacties aan Yusuf en het Agency. In Antwerpen verschafte ik Yusuf en Brachfelt toegang tot je appartement en ik zorgde ervoor dat je geen alarm sloeg. Yusuf wist dus min of meer bij voorbaat wat hij kon verwachten toen hij met zijn voorstel bij jou kwam. Er was één zaak die verkeerd liep.’

Hij keek haar vragend aan.

‘In de planning was niet voorzien dat ik op jou verliefd zou worden.’

Hij streelde haar heup, maar Anna legde een hand over de zijne en hield hem daar. ‘De kennismaking was dus als je wilt gearrangeerd, maar als de ontmoeting toevallig was geweest, zou ik evengoed geprobeerd hebben je te verleiden. Vraag me niet waarom.’ Ze staarde in haar glas als een waarzegster in een glazen bol. ‘Nadat jij met Yusuf tot een akkoord gekomen was, was mijn opdracht volbracht, maar ik wilde niet dat er een eind kwam aan onze… eh…, nou ja. Ook voelde ik me enigermate aansprakelijk voor je veiligheid. Ik had je tenslotte min of meer helpen aanwerven. Dus overreedde ik Clancy, de case-officer van het Agency, om me mee naar Bagdad te laten gaan.’

Het was allemaal zo voor de hand liggend dat hij niet begreep Anna ooit te hebben kunnen verdenken. Hij vroeg: ‘Waarom dan die plotselinge verdwijning?’

‘Toen ik in Brussel arriveerde, werd ik opgewacht door een hitteam van de Estikhbarat. Ik had geluk en wist te ontkomen. Uit veiligheidsoverwegingen vond Clancy het beter dat ik niet meer met jou werd gezien. Nee, dat klopt niet. Ik kreeg een absoluut verbod je nog te ontmoeten. Hij wil niets weten van intieme relaties tussen agenten. Zelfs niet als dat tijdelijke medewerkers zijn.’

‘Als het Bull betreft, is hij blijkbaar niet zo kieskeurig. Ga je met hem ook naar bed?’

Anna kreeg een kleur, maar slaagde erin haar stem in bedwang te houden. ‘Moet je luisteren, Michel. Ik ben drieënveertig en ik geef toe al met een paar mannen naar bed te zijn geweest, maar nooit voor geld of voor inlichtingen of op bevel. Soms, toen ik jong was, omdat ik verliefd was, later omdat ik eenzaam was en één enkele keer omdat ik dacht de man van mijn leven te hebben ontmoet.’ Ze zweeg en keek hem strak in de ogen. ‘Die man was jij.’ Ieder woord benadrukkend liet ze erop volgen: ‘Nee, ik ben niet met Jerry naar bed geweest.’

Michel had allang spijt van zijn woorden. ‘Het spijt me, Anna. Zie je, er is zoveel dat ik niet begrijp. Waarom moet jij Bull bewaken? Hij werkt toch ook voor het Agency, of niet? Waarom vertrouw je hem dan niet? Die opmerking over de Zwarte Weduwe was toch als waarschuwing bedoeld, nietwaar?’

Ze schikte een kussen in haar rug. ‘Ik weet het ook niet, hoor. Je hebt er geen idee van hoe weinig een agent weet over het project waaraan hij meewerkt. Alles wat ik weet is dat Bull zowel voor de Mossad als voor de CIA een soort sleutelfiguur is bij één van hun spelletjes.’ Ze pakte een zendertje voor afstandsbediening van het nachtkastje en drukte een knop in. ‘In de woonkamer staat een zeer geavanceerde luisterpostuitrusting opgesteld. De CIA wilde Bull eigenlijk vanuit één van hun safe-houses laten werken, maar dat weigerde hij met klem. Hij is allergisch voor veiligheidsagenten, mannen in het bijzonder. Tenslotte heeft hij ingestemd met een elektronische bewaking.’ Uit een luidsprekertje op het nachtkastje hoorde Michel het schrapen van een stoel. Na een korte stilte het zachte getrommel van geoefende vingers op een elektronisch toetsenbord.

‘Bull die aan het werk is aan zijn computer,’ verklaarde Anna. ‘Alle geluiden of gesprekken worden geregistreerd, ook de nummers die hij draait. Een speciaal systeem waarschuwt me als iemand bij hem binnen komt.’

‘Moet jij hem dag en nacht bewaken?’ vroeg Michel wat ongelovig.

‘Nee. Alleen 's nachts. Overdag op kantoor heeft hij een eigen veiligheidsagente. Zoals gezegd, wil hij geen mannelijke bewakers om zich heen. Je hebt haar gezien. De vrouw achter het stuur. Soms blijft ze bij hem slapen.’

‘Mooi zo,’ zei Michel sarcastisch.

‘Veel plezier beleeft ze niet met hem. Bull werkt dag en nacht,’ zei ze. ‘Ik weet niet waarmee hij bezig is, maar ik vertrouw hem voor geen cent.’

‘Waarom niet?’

‘Zomaar. Noem het mijn vrouwelijke intuïtie.’ Ze sloeg haar benen uit het bed. ‘Ik weet niet hoe het met jou staat, maar van vrijen krijg ik altijd honger. Ik ga wat te eten maken.’

Ze trok een T-shirt over haar hoofd dat nog net tot over de donzige driehoek reikte en liep de kamer uit.

Michel keek haar na. Hij had al eerder opgemerkt dat Anna beter was in het opvangen van signalen in de omgang met anderen; dingen waarvoor hij als man verhoudingsgewijs blind en doof was. Toch was hij niet bereid zijn oordeel over Bull te laten beïnvloeden door Anna's zintuiglijke superioriteit. Wat hij wilde waren nuchtere feiten, geen emotionele nuances. Bull was de enige aan wie hij de schuilplaats van Daisy bekend had gemaakt, maar ook dat betekende niets. Hij vroeg zich af of de Amerikaanse geleerde nog altijd werkte aan zijn lanceringssysteem voor satellieten dat hij aan de straatstenen niet kwijt kon. Trouwens, wie bezat genoeg geld en was ijdel genoeg om zo'n geldverslindend prestigeproject te kopen? Eigenlijk lag de oplossing voor de hand: het Midden-Oosten. Niet de gematigde machthebbers daar, zoals de sjeik van de Emiraten, de emir van Koeweit of de koning van Saoudi-Arabië. Die hadden het geld, maar waren wel wijzer, en de Iraanse president Rafsanjani had zijn handen vol aan de wederopbouw van zijn land. Wie overbleef, was Saddam Hoessein. Die was zo verwaand dat hij met alle geweld de eerste leider van het Midden-Oosten wilde zijn die satellieten de ruimte in schoot. Aan de andere kant kon Michel zich niet voorstellen dat gezworen vijanden als Bull en Crisply voor dezelfde meester zouden gaan werken.

Het werd Michel steeds duidelijker dat het hele mysterie draaide rondom de ambitie van die ene man: Gerald Vincent Bull.

Hij trok zijn hemd en broek aan en liep op blote voeten naar de keuken. ‘Anna,’ vroeg hij, ‘hoeveel weet jij over project Wodzja?’

Anna ging op haar tenen staan om iets van het hoogste schap in de kast te nemen zodat haar T-shirt tot boven haar bips omhoog schoof. ‘Alles wat ik weet is dat het de bedoeling was jou te laten infiltreren in een westerse wapenproduktieketen voor Saddam Hoessein.’

‘Precies,’ zei hij. ‘Aan het hoofd staat een zekere Cornelis Crisply. Hij is de gewezen partner van Bull.’

Anna haalde een heerlijk geurende pizza uit de magnetronoven. ‘Dek alvast de tafel,’ zei ze. ‘De koffie komt zo.’

Even later zaten ze tegenover elkaar aan tafel. ‘Crisply is bezig een reuzenkanon te vervaardigen waarmee de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten verlegd zullen worden,’ zei Michel. ‘De plannen heeft hij van Bull gestolen. Die twee kunnen eikaars bloed wel drinken.’

‘Vreemd,’ zei Anna met volle mond. ‘Bull heeft een telefoon laten installeren waarvan hij denkt dat we hem niet kunnen afluisteren. Daarmee belt hij bijna dagelijks met Cornelis Crisply en die twee lijken me helemaal geen vijanden te zijn.’

Jerry Bull kwam van achter zijn bureau overeind en drukte Michel de hand. ‘Eindelijk,’ zei hij. ‘Ik dacht al dat je van de aardbodem was verdwenen.’ Hij trok een lade open en haalde er een pakje uit. ‘Je hebt dit in het Palestine-Meridien Hotel laten liggen. Eh… de portier gaf het me mee.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Elf uur. Tijd voor een aperitief. Een borrel?’

‘Nee, dank je.’ Michel scheurde het papier los en haalde het fotoalbum te voorschijn. Pijnlijk getroffen las hij het opschrift: Souvenir van Babylon. Hij bestudeerde de foto's, op zoek naar een aanwijzing. Ook deze keer zou er wel iets achter schuilen. Fazoft was geen man van kleine attenties.

Bull had zich een Bourbon ingeschonken en keek mee over zijn schouder. ‘Leuk paar,’ zei hij. ‘Zie je haar nog steeds?’

Michel liet zijn stoel ronddraaien. ‘Ja en nee. Luister, ik heb andere dingen aan mijn hoofd.’ Hij had lang nagedacht hoe hij Bull zou moeten aanpakken en was tot de slotsom gekomen het met een frontale aanval te proberen. Bull was een denker, geen prater met ad rem antwoorden. Bij een open gesprek bestond er veel kans dat hij zich zou verraden. Hij keek Bull ernstig aan: ‘Ik wil met jou praten over het reuzenkanon.’

Bull knipperde met de ogen. ‘Hè?’

‘Kom op, Jerry. Laten we 't kind bij de naam noemen. Je weet immers dat ik als inkoopagent voor Bagdad werk, of niet?’

Bull liep naar zijn stoel en ging zitten. ‘Eh… ja,’ zei hij.

‘Dan weet je ook dat ik voor Cornelis Crisply werk en zijn problemen met de componenten van koolstofvezels heb opgelost.’

Bull staarde naar zijn handen en vertrok zijn mondhoeken tot iets dat op een glimlach moest lijken. ‘Eh… carbon fiber, bedoel je?’

‘Ja. Hulzen van koolstofvezels om de staartvinnen van raketten te beschermen als ze door de loop van een gigantisch kanon worden afgeschoten. Crisply is bezig zo'n kanon te maken voor Saddam Hoessein. Nu wil hij dat ik hem krytonen lever. Weet je wat dat betekent?’

‘Crisply is een dief. Hij heeft mijn ontwerpen gestolen. Zonder mijn hulp slaagt hij er nooit in het kanon operationeel te maken. Het ontbreekt hem aan de detailplannen.’

‘Hou op met er omheen te draaien, Jerry. Ik weet toevallig dat jouw ingenieurs bezig zijn die detailplannen voor hem uit te werken. Ik weet ook dat je bijna dagelijks met Crisply gesprekken voert over de technische uitvoering ervan. Jullie spelen onder één hoedje, dat is zo klaar als een klontje, maar waarom die komedie?’

Naar woorden zoekend, wreef Bull met zijn vingertoppen over zijn wenkbrauwen. ‘Het is geen komedie,’ mompelde hij. ‘Ik haat Crisply, maar ze dwingen mij met hem samen te werken.’

‘Wie zijn ze?’

Hij keek verongelijkt. ‘Alsof je dat niet weet. Als het verkeerd afloopt, zal ik opnieuw de zondebok zijn. De fall guy. Net als de vorige keer.’ Hij dronk zijn glas leeg en liep naar de bar om het bij te vullen.

‘Wie, Jerry? Het Agency?’

Bull bleef staan bij een glimmende, manshoge granaathuls. ‘Ik ben een wetenschapsman, Mike. Niemand weet zoveel over ballistiek als ik. Ik heb een intercontinentaal kanon ontworpen. Het ultieme wapen. Een V-3. De generaals van mijn eigen land wilden er niets van weten.’ Hij wond zich meer en meer op. ‘Destijds hebben ze me gedwongen kanonnen aan Zuid-Afrika te verkopen. Nu verplichten ze me voor Crisply te werken. Die heeft mijn V-3 aan Saddam verkocht. Maar het zal ze zuur opbreken, Mike. Dat geef ik je op een briefje.’

‘Wie zijn ze, Jerry?’

‘Zal ik je wat vertellen, Mike? Het kan me niet schelen wie er mee naar wie zal schieten en met wat. De dag dat dat gebeurt, zullen er in het Pentagon koppen rollen. Dan zullen ze weten wat doctor Gerald Vincent Bull waard is.’

Hij ging zitten en leunde achterover.

Michel wachtte tot hij zag dat Bull tot bedaren was gekomen. ‘Jerry,’ vroeg hij, ‘is dat kanon reëel of is het een hersenschim?’

Bull trok een beledigd gezicht. ‘Mijn ontwerpen zijn nooit hersenschimmen. Het enige dat Crisply bij de montage moet doen is mijn aanwijzingen strikt opvolgen. Dat kan nu iedere dag gebeuren. Als het zover is, kun je vanuit één en dezelfde geschutstelling in één klap zowel Tel Aviv als Teheran of Riaad van de aardbodem vegen.’

Michel kon zijn oren nauwelijks geloven. ‘Waar het dus op neerkomt, is dat jij dat monsterlijke wapen hebt ontworpen en dat het op aanstichten van de CIA door Crisply wordt vervaardigd om aan Saddam Hoessein te worden verkocht?’ Hij pauzeerde. ‘Kom nou, Mike. Waarom zouden de Amerikanen dat doen? Wat hebben die daar bij te winnen?’

Bull haalde zijn schouders op. ‘Weet ik veel. Dat noemen ze strategische krijgskunde, buddy. Misschien kan Clancy je daar meer over vertellen.’

‘En het kan je niet schelen dat ik krytonen lever? Heb jij dan geen geweten?’

Bull wuifde de beschuldiging weg. ‘Ik heb het kanon ontworpen voor vredelievend gebruik. Als iemand er atoomgranaten mee gaat schieten, neem ik dat niet voor mijn rekening. Maar je hoeft je geen zorgen te maken, Mike. Saddam Hoessein zal het nooit voor oorlogsdoeleinden kunnen gebruiken.’

‘Waarom niet?’

‘Alleen Arbroath Holdings kan kardoezen vervaardigen die geschikt zijn voor ultra-lang vuurbereik. Maar niet zonder dat ik hun de formule bezorg voor de samenstelling van het kruit, samen met de specificaties van het kanon.’

‘En dat doe je niet?’

‘Nee. Nooit.’

‘Saddam Hoessein zal daar niet blij mee zijn. Vrees je niet dat hij een overvalscommando van de Estikhbarat erop uit zal sturen om zich te wreken?’

Bull glimlachte, listig. ‘In dat geval zal Crisply de klos zijn. Die heeft hem het kanon verkocht.’

Michel dacht aan de woorden van Crisply. Die had gezegd: ‘Geen zwendel. Big business, my friend.’