Kennismaking

De stewardess van vlucht PA383 Johannesburg-londen, had dik, goudkleurig haar, dat ze hoog opgestoken had. Ze was een elegante vrouw met lange, welgevormde benen onder een rok, die tot net boven haar knieën reikte en ze deed het door een Parijse couturier voor Pan Am ontworpen uniform alle eer aan. De nonchalance waarmee ze door het gangpad van het eersteklascompartiment liep en menu's uitdeelde zonder acht te slaan op de waarderende blikken die haar volgden, betekende geenszins dat ze niet mooi en aantrekkelijk wilde zijn. Het was alleen dat ze op de lange-afstandsvluchten te veel stereotiepen ontmoette, te veel oudere mannen en te weinig mannen die haar interesseerden.

Des te meer prikkelde het haar dat de man van 4A haar kleine attenties negeerde. Ze was speciaal voor de vlucht Johannesburg-londen aan het cabinepersoneel toegevoegd en had hem opgemerkt zodra hij haar zijn instapkaart had overhandigd. Hij was niet jong — ze wist dat hij tweeënvijftig was — niet groot, niet bijzonder aantrekkelijk en zelfs zijn ogen hadden een neutrale, ondefinieerbare kleur. Toch had hij iets wat haar ertoe aanzette hem in haar ban te brengen. Ze bleef naast zijn stoel staan en toen hij opkeek, meende ze te weten wat de oorzaak was: hij was afstandelijk, hard en geestelijk geïsoleerd. Zeldzame eigenschappen. Nu pas zag ze het stervormige litteken boven het jukbeen van zijn rechterwang.

Ze overhandigde hem het menu en zei, min of meer vertrouwelijk: ‘Als ik u was, zou ik de chateaubriand nemen. Die is voortreffelijk.’

Hij gaf de kaart terug zonder er een blik op te werpen en glimlachte. ‘Ik verlaat me op u. Graag rauw.’ Zijn stem klonk alsof hij met zijn gedachten ergens anders was.

Ze keerde terug naar de boordkeuken. Bruin, dacht ze. Zijn ogen zijn bruin, met een tikkeltje groen.

Michel Moreels keek haar na toen ze wegliep. Zijn geest registreerde werktuiglijk de beweging van haar dijen, de korte split in haar rok met daaronder de zwarte zijden kousen en als in een soort van reflex werd hij zich ervan bewust hoe lang het geleden was dat hij met een vrouw naar bed was geweest. Hij wendde zijn hoofd af en staarde door het raam. Tegen de strakblauwe hemel tekende zich de condensatiestreep af van een straalvliegtuig dat in de tegenovergestelde richting vloog. Een duizendtal mijlen die kant uit had lea hem die morgen uitgewuifd op Jan Smuts, de luchthaven van Johannesburg. Nou ja, uitgewuifd. Het was kenschetsend geweest voor de stemming tussen hen beiden dat ze rechtsomkeert had gemaakt nog vóór hij de paspoortcontrole was gepasseerd. lea was in Johannesburg gebleven, nadat ze samen een bezoek hadden gebracht aan haar zuster. Die had, net als lea drie jaar geleden, een knobbeltje in de linkerborst moeten laten verwijderen. De behandeling was bij lea volkomen geslaagd, maar toch leefde ze sindsdien in een toestand van bedwongen angst en fanatieke waakzaamheid voor alles wat met haar gezondheid te maken had. lea was ernstig overtuigd van een erfelijke aanleg en toen bleek dat bij haar zuster een borst moest worden weggenomen, had ze dat ervaren als een onherstelbare verminking die haar ook te wachten stond. Daarom had ze besloten in Johannesburg te blijven en haar zuster in die moeilijke periode bij te staan.

Michel zag dat het eten werd geserveerd. Hij maakte de klink los en klapte het eettafeltje neer. De stewardess boog zich voorover om het blad neer te zetten. De bovenste knoopjes van haar uniformblouse stonden achteloos open en daardoor kreeg hij een vluchtige kijk op de welvingen van haar volle boezem, die haar vrouwelijkheid uitdagend onderstreepte. Voor ze zich oprichtte, ving hij haar blik op. Hij zag daarin schroom noch koketterie. Even later keerde ze terug en toonde hem het etiket van een fles wijn. Hij knikte goedkeurend en keek naar haar handen terwijl ze inschonk. Een onverwachte beweging van het vliegtuig wist ze handig op te vangen zonder een druppel te morsen.

‘Straks hebben we een film met Dustin Hoffman,’ vertelde ze. ‘Rain man. Maar als u de voorkeur aan een actiefilm geeft, hebben we ook Midnight Run.’ Ze sprak Engels met een Zuidafrikaans accent.

Hij schudde het hoofd. ‘Het maakt niet uit. M'n hoofd staat niet naar een film.’

Ze glimlachte. ‘Het helpt de tijd verdrijven.’

‘Precies wat ik probeer te vermijden.’

Ze keek hem onderzoekend aan, maar hij gaf geen verdere uitleg en wijdde zijn aandacht aan het eten. Het vlees was mals en sappig, maar hij had weinig eetlust en nadat hij de helft van de maaltijd naar binnen had gewerkt, gaf hij het op. Hij stak een sigaret op en staarde opnieuw door het raam.

Lea had niet gezegd hoe lang ze van plan was in Zuid-Afrika te blijven en hij had er evenmin naar gevraagd. Hij had haar twintig jaar geleden in Bagdad leren kennen toen ze haar vader, die directeur-generaal was van het Duitse moederbedrijf van een internationaal staalbedrijf, vergezelde bij het opstarten van een nieuwe draadwalserij, waarvan hij, Michel, de leiding op zich genomen had. Ze trouwden, gingen in Duitsland wonen, en Michel kreeg de baan die hij op het oog had: hij kreeg de supervisie over de buitenlandse filialen. Hij reisde veel, gedreven door een nerveuze onrust, en in de jaren die volgden leerde hij beter dan wie ook de internationale handel in produkten met strategisch belang kennen. Toen tien jaar later zijn schoonvader overleed, verliet hij het Duitse concern en ging als industrieel handelsagent voor eigen rekening werken. langzamerhand werd het hem duidelijk dat de rusteloosheid waaraan hij leed, niet met het ouder worden zou verdwijnen. Hun huwelijk was kinderloos gebleven en ze waren er geen van beiden helemaal in geslaagd hun onderlinge karakterverschillen te accepteren. in plaats van nader tot elkaar te komen, groeiden ze daarentegen verder uit elkaar en dat verklaarde ook waarom hij zijn band met de University for Peace al die jaren voor haar had verzwegen. Met haar conservatieve opvoeding zou lea zich nooit hebben kunnen verzoenen met het idee dat haar man lid was van een geheime loge, een niet-gebonden internationale vredesbeweging die, naar analogie van Amnesty international, alle verkapte daden die aanleiding tot oorlogshandeling, oproer of geweld konden geven, in de openbaarheid wilde brengen. lid zijn van de UP stelde niet zoveel voor; hij was niet veel meer dan een geheim informant, maar in sommige landen zou hij daarvoor op het schavot kunnen komen.

De stewardess verscheen naast hem en vroeg of hij nog wat wilde gebruiken. Michel bestelde cognac en stak een nieuwe sigaret op. Zijn dubbele leven had in zijn huwelijk tot verzwijgingen, halve waarheden en soms tot leugens geleid. Dat had een grotere wig tussen hen gedreven dan de onbetekenende avontuurtjes die hij af en toe op zijn reizen had gehad. Overwegend en catalogiserend gleden zijn gedachten terug in de tijd, maar toen hij aan zijn kinderjaren in irak was aangekomen kwam er, zoals altijd, een ondoordringbaar scherm omlaag.

In de cabine werd het licht gedoofd. Met uitzondering van Michel hadden alle passagiers een hoofdtelefoon op en keken naar de film. Een paar minuten na de aanvang kwam de stewardess naast hem in de lege gangpadstoel zitten. ‘Stoor ik?’ vroeg ze.

Hij bood haar een sigaret aan. ‘Ja,’ zei hij, ‘maar juist daarom bent u welkom. Tijdens het vliegen zit ik altijd orde op zaken te stellen. Geestelijk, welteverstaan.’

Ze knikte begrijpend. ‘U bent niet de enige.’ Ze accepteerde de sigaret en boog zich over het vlammetje van zijn aansteker. ‘Op twaalfduizend meter hoogte heeft iedereen wel eens de neiging te gaan filosoferen. Zo ver boven de wereld is het bovendien makkelijker om te relativeren. Tussen haakjes: m'n naam is Anna Steiner.’

‘Aangenaam. Ik heet Michel Moreels.’

‘Dat weet ik. U bent Belg, zakenman met een kantoor in Antwerpen en u bent, laat eens kijken, tweeënvijftig.’

‘U weet heel wat over me.’

‘Nee hoor. Alleen wat op onze VIP-lijsten staat. Precies genoeg om meer te willen weten.’

Hij zei: ‘Ik voel me gevleid.’

Ze glimlachte wat ondeugend. ‘Misschien is er wel een tikkeltje eigenbelang mee gemoeid, meneer Moreels.’

‘Zeg maar Michel.’

‘Graag. Zie je, dit is mijn laatste vlucht als stewardess voor Pan Am. Daarna ga ik een tijdje voor Kuwait Airways Corporation in Brussel werken. Ik moet helpen hun dienst ‘passenger relations’ te reorganiseren.’

‘Je komt dus in Brussel werken?’

‘Ja. Wonen ook. Voor hoe lang weet ik nog niet. Het probleem is dat ik in Brussel volkomen vreemd ben.’

‘En je zoekt iemand die je wat wegwijs kan maken?’

‘Precies.’

Hij grinnikte. ‘Niet bang dat ik wel eens misbruik zou kunnen maken van je hulpeloosheid?’

Nu lachte ze voluit. ‘Dat geldt voor ons allebei.’

‘Hoezo?’

‘Je weet toch dat in de volmaakte relatie tussen man en vrouw beiden denken meer te krijgen dan te geven.’

Haar antwoord beviel hem. Anna veranderde van onderwerp. Eerst wilde ze weten wat hij in zijn vrije tijd deed, maar met een glimlachje merkte hij op dat hij weinig dingen deed die zich leenden voor vluchtige conversatie. Dus begon ze over zichzelf te vertellen. Ze had de Engelse nationaliteit, was in Zuid-Afrika geboren en opgegroeid. Ze was drieënveertig en getrouwd geweest met een regeringsambtenaar in Pretoria, die meer belangstelling had voor het verzamelen van authentieke Afrikaanse maskers dan voor zijn levenslustige jonge vrouw. Na drie jaar waren ze als goede vrienden uit elkaar gegaan.

Voor de duur van de film bleven Michel en Anna zachtjes met elkaar praten. Af en toe liet ze hem even alleen als dat voor haar werk nodig was en terwijl hij wachtte op haar terugkeer, staarde hij in gedachten verzonken naar de stroeve en klapwiekende bewegingen van Dustin Hoffman, die een schitterende vertolking gaf van een autistische jongeman.

Een paar minuten voor de film ten einde was, kneep ze hem vluchtig in de hand en stond op. ‘Ik moet aan het werk, Michel. Een dezer dagen kom ik naar België om de zaak te bekijken. Als je het goed vindt, bel ik je dan op.’

Het was acht uur 's avonds toen het toestel op Heathrow landde. Anna stond naast de tweede piloot bij de voorste cabinedeur om de vertrekkende passagiers te groeten. Ze schudden elkaar de hand. ‘Tot ziens,’ zei hij en met een vluchtig handgebaar in de richting van de piloot liep hij met vaste tred de instapsluis in.

Toen ze hem zag verdwijnen, realiseerde Anna zich dat ze ondanks uren praten maar weinig van hem te weten was gekomen.