Baghdad International Fair

Anna's vliegtuig was met een uur vertraging vertrokken. Nadat Michel van de luchthaven was teruggekeerd, bracht hij de huurauto terug naar de Al Emad Driving School. Daarna reed hij met een taxi naar de Baghdad International Fair. Het schemerde toen hij er aankwam.

De hoofdingang bevond zich op de hoek van Damascus- en Mansour Street. Het was een indrukwekkend monument: een vijftig meter hoge H-vormige metaalconstructie die een reusachtige wereldbol schraagde.

Een feeëriek schouwspel van kleurig verlichte fonteinen en naar de hemel priemende zoeklichten zorgden ervoor de aandacht af te leiden van het machtsvertoon waarmee de veiligheid van de hoge bezoekers werd verzekerd. De omgeving was afgezet met dubbele hagen elitesoldaten van de Republikeinse Garde. Op alle strategische plaatsen stonden pantserwagens opgesteld en nu en dan overstemde het lawaai van patrouillerende helikopters de muziek en de mededelingen uit de luidsprekers.

Nadat Michels identiteit nauwgezet was gecontroleerd en hij door een metaaldetectie-poort was gelopen, kreeg hij een in blauwe rok en blazer geklede fair-hostess als begeleidster toegewezen. Het was een grote vrouw met een grof gezicht en zware wenkbrauwen. Ze stelde zich voor als Amina en overhandigde hem een veelkleurige catalogus met de namen van de exposanten en de produkten die ze te koop aanboden. Daarna ging ze hem voor naar een met bloemen en palmbomen versierde binnenplaats met een mozaïekvloer die de zegeningen van de republiek voorstelde. In het midden bevond zich een sprekerspodium.

Het daaropvolgende uur volgden de sprekers elkaar op. Ook kolonel Qazzaz, in zijn hoedanigheid van erevoorzitter van de Handelskamer, was van de partij. Alle toespraken waren terug te brengen tot huldebetoon aan Saddam Hoessein en tot een lofzang op de jaarbeurs als de grootste commerciële gebeurtenis van het Midden-Oosten. De hele tijd bleef Amina in Michels buurt en ze vertaalde met een zeurderige stem de in het Arabisch gehouden toespraken.

Michel stond zich nog af te vragen hoe hij het lastige mens kon kwijtraken, toen Fazoft hem op de schouder tikte. ‘Blij je te zien. Ik heb nieuws voor je.’

Michel wierp hem een woedende blik toe. ‘Kop dicht, kerel. Er zijn hier toespraken aan de gang.’ Met een hoofdbeweging wees hij in de richting van Amina.

Fazoft keuvelde ongestoord verder. ‘Ik heb vanmorgen Daisy op bezoek gehad. Ze heeft…’

Michel liet hem niet uitspreken. Hij draaide hem bruusk de rug toe en sprak Amina aan. ‘Ik heb vreselijke hoofdpijn, Amina. Zou je een aspirientje voor me willen halen? Ik blijf hier op je wachten.’

Ze keek verontwaardigd omdat ze begreep dat hij haar kwijt wilde, maar hij gaf haar een zetje en tegen haar zin ging ze op weg.

Michel baande zich een weg door de menigte tot aan de rand van de binnenplaats en bleef staan onder één van de vele luidsprekers. Fazoft was hem gevolgd en drukte hem een stukje papier in de hand. ‘Hier zijn een paar namen van westerlingen die meewerken aan het raketprogramma. Je bent me tweeduizend dollar schuldig.’ Hij moest zijn mond tot bij Michels oor brengen om zich verstaanbaar te maken.

Michel wierp een vluchtige blik op het briefje:

Zakat Dianne – Arbrooht – Kriesply – Chef Shirefoundrie

Eén van de vier namen kwam hem bekend voor: Arbroath Holdings was een Britse munitiefabriek. De andere namen: Zakat Dianne, Kriesply en Shirefoundrie waren hem volslagen onbekend.

Hij vroeg: ‘Is Shirefoundrie de naam van de chef van het project?’

Fazoft haalde de schouders op. ‘Weet ik veel.’

‘Kun je Daisy niet om wat toelichting vragen?’

‘Nee. Mijn verblijf in het Tweestromenland is afgelopen. Morgenvroeg vlieg ik naar Londen.’

Een langdurig applaus duidde het einde van de toespraken aan. De minister voor Handel en Industrie verklaarde de jaarbeurs voor geopend en begon met zijn genodigden aan een rondgang langs de stands.

Fazoft gaf Michel een fikse klap op de schouder. ‘Denk erom, old fellow. De wijsheid zit in de pen.’

Eer Michel had kunnen vragen wat dat te betekenen had, was Fazoft verdwenen.

Toen Amina verscheen met een doosje aspirine en een glas water, bekende Michel dat zijn hoofdpijn genezen was. De hostess trok een gezicht, maar gaf verder geen commentaar. Ze raakte de aspirine en het water kwijt aan een passerende kelner en met vlakke stem verzocht ze Michel haar te willen volgen voor een bezoek aan de tentoonstelling.

Tot laat in de avond kuierden ze langs stands met de meest geavanceerde wapens, van luchtdoelartillerie tot raketwerpers, maar ook met machines en werktuigen voor de produktie ervan. Bij de wapenstands was Frankrijk het best vertegenwoordigd, maar ook belangrijke Duitse en Britse ondernemingen waren van de partij. Daarna bracht Amina hem naar de afzonderlijke hallen voor burgerlijke en luchtvaartindustrie. Ze stelde hem voor aan exposanten en vertaalde de door hen verstrekte uitleg op een toon alsof ze een van buiten geleerd lesje opdreunde.

Het bezoek eindigde bij een uitgebreide stand van Moult Center, een Engelse fabriek uit Coventry, dat een complete collectie high techwerktuigen en machines tentoonstelde.

Toen ze er aankwamen was er een receptie aan de gang. Michel herkende onder de aanwezigen wapenhandelaars en militaire aankopers van derde-wereldlanden, maar ook zakenmensen met wie hij sinds jaar en dag handel gedreven had. Het werd hem spoedig duidelijk dat op deze receptie heel wat contacten werden gelegd.

Kolonel Qazzaz stond een paar passen van hem vandaan. Hij droeg een pas geperst blauw lichtgewicht pak, een gesteven wit overhemd en een blauwe stropdas. De man met wie hij stond te praten was een reus van een vent, gekleed in een witlinnen pak waarvan het jasje wijd openstond. Zijn gele hemd vertoonde vlekken van transpiratie en omspande een buik van ontzagwekkende afmetingen.

Toen Qazzaz Michel zag, kwam hij met uitgestoken hand naar hem toe. De gevaarlijke dreiging van die middag was uit Qazzaz' blik verdwenen. In een reflex greep Michel zijn uitgestoken hand. Het joviale gebaar verraste hem. Qazzaz liet zijn hand niet los, maar troonde hem mee naar de dikke man. Daar liet hij los.

‘Deze goed doorvoede zakenman heet Sakhes Sakhadyahn,’ zei hij opgewekt. ‘Hij is een van onze belangrijkste medewerkers en heeft zijn kantoor in Brussel. Dit is Michel Moreels. Hij woont ook in Brussel.’

‘Nee, niet in Brussel, in Antwerpen,’ weerlegde Michel, terwijl hij de klamme hand van Sakhadyahn schudde.

‘Is Antwerpen geen voorstad van Brussel?’ vroeg Sakhadyahn. Hij lachte en de beweging van zijn buik deed een paar knopen van zijn hemd openspringen. ‘In de wapenhandel zeggen we dat alle wegen naar Rome leiden, maar dat al het wapentuig vanuit Brussel op die wegen wordt gericht.’

Zijn opmerking irriteerde Michel enorm. Hij had moeite zijn tegenzin te verbergen. ‘Moet ik hieruit concluderen dat meneer Sakhadyahn de ingenieur is met wie u me in contact zou brengen?’ vroeg hij aan kolonel Qazzaz.

‘Nee,’ zei Qazzaz. ‘Sakhadyahn werkt aan een ander project dan jij. Wat ik van jullie verwacht is dat jullie elkaar bijstaan als het nodig is. Je weet wel, formaliteiten, licenties, functionarissen.’

‘Ik begrijp het,’ zei Michel neutraal.

‘Kom,’ zei Qazzaz. ‘Ik zal je voorstellen aan de man met wie je wél moet samenwerken.’

Michel herkende Cornelis Crisply van vroegere zakelijke contacten. Hij wist dat de man een doctorstitel had en aan het hoofd stond van Worldwide Somers, een Brits ingenieursbureau. Crisply was een typisch produkt van de booming eighties, het tijdperk van de dinkies met hun double income, no kids-filosofie. Hij was onberispelijk gekleed en zijn haar was stijlvol gekapt. Hij had een smalle neus en smalle lippen en droeg een goudomrande bril. Zijn articulatie was pijnlijk nauwgezet.

Het werd Michel spoedig duidelijk dat de Brit op zijn komst had gewacht. Nadat ze wat beleefdheden hadden uitgewisseld, liet Qazzaz hen alleen en Crisply nam Michel mee naar een tussen separatieschermen ingericht zitje. Crisply liep naar een tafeltje met een rijke keuze aan flessen en een rijtje glazen: ‘Een borrel?’

Afgezien van een broodje op de luchthaven had Michel sinds het ontbijt niets meer gegeten, maar na alles wat er die dag was gebeurd, kon hij een borrel best gebruiken. ‘Scotch, graag.’

Crisply liet wat ijs in twee glazen vallen en goot er twee vingers drank op. ‘Sinds enige tijd gaan er stemmen op om ook in Irak een alcoholverbod in te voeren.’ Hij overhandigde een glas aan Michel en glimlachte. ‘Mocht het zover komen, dan kun je altijd bij Moult terecht voor een echte scotch.’

Michel nipte aan zijn drankje. ‘Sinds wanneer werk jij voor Moult, Cor? Vroeger werkte je toch voor Worldwide Somers?’

‘Dat doe ik nog. Het enige wat is veranderd, is dat het bedrijf nu in Jersey is gevestigd. Ik coördineer voor ws een project voor de petrochemische industrie in Irak waaraan een aantal Britse bedrijven meewerkt. Moult is daar één van.’

‘O ja? Vrees je niet je reputatie te grabbel te gooien? Irak is toch een controversieel land. De oorlog met Iran. De wapenembargo's.’

‘Als we met zulke overwegingen rekening moeten houden, kunnen we de hele internationale handel wel opdoeken. Twee derde van alle landen van de wereld heeft totalitaire regimes die de mensenrechten niet respecteren. Trouwens, voor dit project hebben we de actieve medewerking van de Britse regering. Meer zelfs, we worden gesponsord door British Trade and Industry. Daar komt nog bij dat we uitsluitend neutrale produkten verkopen.’

‘Kom kom, Cor. Als er ooit machines geschikt zijn om wapens te vervaardigen, zijn het die van Moult wel.’

Crisply haalde zijn schouders op. ‘Voor oneigenlijk gebruik zijn wij niet verantwoordelijk.’ Er verscheen een dubbelzinnig lachje om zijn smalle lippen. ‘En je weet ook wel dat alle westerse regeringen twee gezichten hebben. Voor alles wat we aan Irak verkopen, verlenen ze ons zonder aarzelen uitvoerlicenties en vergunningen. Als het maar geld in het laadje brengt. En in het handje, als je begrijpt wat ik bedoel. Zowel België, Duitsland, Frankrijk, als Groot-Brittannië. Je hoeft je niet eens uit te sloven om de bestemming te verdoezelen. Het project waarover kolonel Qazzaz je heeft gesproken vormt daarop geen uitzondering.’

Michel vertrok geen spier. Hij vond het best dat de ander open kaart speelde. ‘Oké, Cor. Laten we dan maar ter zake komen. Waar gaat het om? Welke produkten moet ik leveren?’

Crisply legde een zwartleren aktentas op de tafel en morrelde aan het cijferslot. Hij haalde een doorschijnende plastic map te voorschijn en overhandigde die aan Michel. ‘We hebben speciale dichtingsringen nodig van koolstofvezels,’ zei hij.

Michel las de specificaties. Het ging om dichtingsringen voor buissegmenten met diameters van zestig cm en van één meter. ‘Waar heb je die voor nodig?’ vroeg hij.

‘Hydraulische pompen voor de petrochemische industrie. Ze moeten weerstand bieden aan een uitzonderlijk hoge druk.’

‘Maar waarom van koolstofvezels? Dat is toch een vreselijke geldverspilling.’

Crisply fronste de wenkbrauwen. ‘Het is niet aan ons om Bagdad met geld te leren omgaan.’

‘Als jij het zegt.’

‘We hebben ook een nieuwe techniek ontwikkeld voor olieboringen. Daarvoor hebben we beschermhulzen van koolstofvezels nodig om de boorkoppen te beschermen. De tekeningen zitten achteraan in de map.’

Michel bestudeerde de plannen. Het deed hem denken aan hulzen om de staartvinnen van raketten te beschermen bij het lanceren. Hij zei: ‘Je weet toch dat de koolstofvezeltechnologie aan banden gelegd is vanwege de toepassingsmogelijkheden bij de bouw van raketten?’

In Crisply's ogen verscheen een vlugge, maar onmiskenbaar misnoegde blik. ‘Luister, Michel. De Amerikanen bouwen raketten die ze in Mississippi kunnen lanceren en doen belanden in het tweede raam van de derde verdieping van het Kremlin zonder dat er één onderdeel van koolstofvezel voor wordt gebruikt. Hou dus op met chicaneren en doe wat van je verwacht wordt.’

Michel begreep dat hij zijn boekje te buiten was gegaan. Hij glimlachte, min of meer verontschuldigend. ‘Sorry, hoor. Je hebt gelijk.’

Doctor Crisply nam zijn bril van zijn neus en poetste de glazen op met een zijden pochet. ‘Goed. Hoe denk je aan die dingen te komen?’

Michel dacht een ogenblik na. ‘Een relatie van mij exploiteert een high techbedrijfje in Darlington. Hij is gespecialiseerd in koolstofvezelsamenstellingen en heeft de nodige hoge-temperatuurovens. Hij kan een of meer modellen en prototypes maken, maar voor massaproduktie moet ik ergens anders terecht.’ Hij zweeg en overwoog de mogelijkheden.

Crisply hield zijn bril naar het licht om te zien of de glazen blonken. ‘Voor de massaproduktie hebben we een oplossing voor ogen. We zijn van plan LF op te kopen. Althans, dat is wat jij voor ons zult doen.’

Michel dacht een ogenblik dat hij 't niet goed had gehoord. Lightning Fast was de onderneming die een revolutionair burgervliegtuig vervaardigde, gebouwd van koolstofvezels. Nu herinnerde hij zich dat die fabriek in Belfast was gevestigd en dat de deal de machines omvatte waarmee koolstofvezelsamenstellingen vervaardigd konden worden. Maar welke gek wilde zo'n fortuin uitgeven, alleen maar om een paar honderd beschermhulzen voor boorkoppen te fabriceren?

‘Godallemachtig, Cor. De vliegtuigfabriek van LF is een kwestie van honderden miljoenen.’

‘Ik heb je al gezegd dat geld geen probleem is,’ zei Crisply met nadruk. ‘Hoeveel tijd denk je dat het bedrijf in Darlington nodig heeft om de modellen te maken?’

Michel tuitte nadenkend zijn lippen. ‘Eén maand?’

‘Afgesproken. Eén maand. Niet meer. En begin zonder uitstel je onderhandelingen met LF. Neem een optie op de aankoop en betaal hun de prijs die ze vragen. De verkoopdirecteur heet O'Killick. Hij staat aan onze kant.’ Crisply schoof de aktentas naar Michel. ‘Hierin zit al het nodige. Instructies, volmachten, kredietbrieven. Je treedt op voor een Zwitsers consortium.’

In het daaropvolgende halfuur namen ze samen de documenten door van een ingenieus opgezet netwerk van vennootschappen in Zwitserland en Luxemburg, dat voor de financiering van aankopen voor Irak moest zorgen. Drie dagen geleden was Michel bij notariële akte door een notaris in Zürich aangesteld tot financieel gevolmachtigde van het consortium. De cynische zelfverzekerdheid van Crisply en Qazzaz hem te benoemen voor hij zijn instemming had verleend, was voor Michel een ergerniswekkende vertoning. Betalingen werden geregeld door de BCCI, een Londense bank met vertakkingen in een van de Golfstaten.

‘Dat is het dan.’ Crisply leunde tevreden achterover. ‘Wat mij betreft hoef je niet langer in Bagdad te blijven. Hoe eerder je aan de slag gaat, hoe liever ik het heb.’

‘Is er zo'n haast bij?’ vroeg Michel.

‘Het is méér dan dringend,’ zei Crisply nadrukkelijk. ‘Je moet er hoe dan ook voor zorgen dat Lightning Fast nog vóór het einde van het jaar vierhonderd dichtingsringen en honderd beschermhulzen levert.’

‘Geen enkel probleem,’ zei Michel zelfverzekerd. ‘Als ik zo met geld mag smijten, krijg ik alles voor elkaar. Waar moeten die spullen afgeleverd worden? Moult Center in Coventry?’

‘Nee. Bij Shefshire Foundry.’

‘Shefshire Foundry?’ Michel herinnerde zich Chef Shirefoundrie op het briefje van Fazoft. Wat ben ik toch een slechte detective, dacht hij.

‘Ja,’ zei Crisply. ‘De buissegmenten waarvoor we die dichtingsringen nodig hebben, zijn reusachtige stalen pijpen. Alleen Shefshire kan die gieten.’

Michel kwam overeind. Hij legde de plastic map op de andere documenten in de aktentas en knipte het slot dicht. ‘Waar kan ik je bereiken als er iets misloopt?’

‘Er kan niets mislopen,’ zei doctor Crisply en zijn lippen vormden een smalle, dunne streep. ‘Ik verwacht dagelijks een verslag van je vorderingen. M'n secretaresse bij ws weet me te allen tijde te bereiken.’ Hij wees op de aktentas. ‘De code is 789.’

‘Code?’

‘Van het cijferslot. Wat geheimhouding betreft, je weet uit welke hoek de wind waait, wees dus voorzichtig. Met Qazzaz valt niet te spotten.’

Ze liepen samen naar buiten en namen afscheid van elkaar.

Het was halfeen. Michel voelde zich nu echt hongerig. Hij besloot eerst ergens wat te eten en daarna naar het hotel terug te keren. Rustig kuierde hij naar de uitgang, op zoek naar een taxi. Alles gebeurde veel sneller dan hij had verwacht. Hij was ongetwijfeld op het goede spoor. Buissegmenten, dichtingsringen en beschermhulzen voor de petrochemische industrie? Die hydraulische pompen moesten wel erg belangrijk zijn als het consortium van Crisply bereid was daarvoor een vliegtuigfabriek te kopen. Het minste wat je kon zeggen, was dat Crisply een extravagant project coördineerde.

Kriesply!

Hij haalde het papiertje dat Fazoft hem had overhandigd uit zijn zak en bleef staan.

De piloot had de namen min of meer fonetisch opgeschreven, afgaande op de klanken die hij had opgevangen.

Zoals hij al eerder had begrepen, was Chef Shirefoundrie Shefshire Foundry.

Het zelfde met Zakat Dianne. Dat was niemand minder dan Sakhadyahn, de wapenhandelaar die voor de logistiek van project Wodzja zorgde.

En als Kriesply en Crisply één en dezelfde waren, dan was doctor Cornelis Crisply ongetwijfeld de geleerde naar wie de Mossad op zoek was.

Hij was benieuwd daarover de mening van amo Yusuf te horen.

Michel beende met grote stappen naar de taxistandplaats.

Het had inderdaad geen zin nog langer in Irak te blijven. Morgen zou hij naar huis terugkeren.

Niet alleen omdat Crisply dat zo graag wilde. Ook omdat hij Anna begon te missen.

Nu al.