INTERESSANTE MENSEN - 2

Terwijl ze het wonder amper geloven kon, stond Polina Andrejevna ijlings op, sloeg zo goed en zo kwaad als het ging de flarden stukgescheurd ondergoed om haar lijf en vloog naar de deur. Bij de scheve schutting stond dokter Korovin, bezig de leidsels van een stevige pony, die voor een Engelse tweezitter stond, aan het toegangshek vast te maken. Donat Savvitsj droeg een strooien canotier met zwart lint, een lichte jas. Hij pakte een groot pak en een mand uit het rijtuigje, draaide zich om, merkte de gehavende dame (die overigens instinctief achteruit was gedeinsd, dieper het huis in) niet op, maar staarde naar de bewusteloos op de grond liggende broeder Iona.

'Een monnik dronken gevoerd?' vroeg de dokter en hij schudde zijn hoofd. 'Nog steeds godslasterlijk bezig? We zeggen het maar ronduit, zo groot is de heiligschennis nu ook weer niet, u bent bij lange na nog geen Stavrogin. Echt, meneer Terpsichorov, u zou die rol moeten laten varen, hij is u veel te

Toen ontwaarde Korovin de om een hoekje kijkende vrouwe in negligé en hij maakte zijn zin niet af. Eerst knipperde hij met zijn ogen, toen fronste hij zijn wenkbrauwen.

'Hm', zei hij stuurs. 'Zit dat zo. Dat was wel te verwachten. Nou ja, natuurlijk, Stavrogin is immers een groot rokkenjager. Goedemorgen, mevrouw. Ik ben bang dat ik u enige uitleg verschuldigd ben ...'

Donat Savvitsj sprak de woorden terwijl hij het stoepje op liep - en wederom maakte hij zijn zin niet af, omdat hij zijn bezoekster van twee dagen daarvoor herkende.

'Polina Andrejevna, u hier?' vroeg de dokter en hij verstijfde.

'Dat had ik niet ... Mijn God, wat is er met u? Wat heeft hij met u gedaan?'

Korovin liet zijn blik over het bont en blauw geslagen gezicht en de zielige dracht van de dame gaan en stormde de kamer binnen. Mand en plaid smeet hij in een hoek, hij pakte Nikolaj Vsevolodovitsj bij de schouders en schudde hem zo door elkaar dat 's mans hoofd heen en weer schudde.

'Dat is gewoon walgelijk, vader! Jawel! U bent alle perken te buiten gegaan! Dat gescheurde hemd, dat begrijp ik. De versierder, de Afrikaanse hartstocht en zo meer, maar waarom moet je een vrouw in haar gezicht slaan? U bent geen geniaal acteur, u bent gewoon een schoft, dat kan ik u wel zeggen!'

De door Donat Savvitsj als Terpsichorov aangeduide blonde man riep benepen uit: 'Ik zweer dat ik haar niet geslagen heb!'

'Hou je mond, vuilak!' schreeuwde Korovin hem toe. 'Ik krijg u nog wel.'

En hij stormde op Polina Andrejevna af, die uit deze vreemde dialoog maar één ding begreep: hoe afschuwelijk Nikolaj Vsevolodovitsj ook mocht zijn, de eigenaar van de kliniek was kennelijk nog erger. Waarom zou de satan van Nieuw Ararat anders zo bang van hem zijn?

'Wat een ellendige zaak', verzuchtte de dokter toen hij zag hoe de dame angstig voor hem terugdeinsde. 'Wat is er, lieve Polina Andrejevna, ik ben het, Korovin. Herkent u mij dan niet? Ik kwam net nog een patiënte tekort! Staat u mij toe dit ding over u heen te gooien.'

Hij raapte de plaid van de vloer, sloeg die behoedzaam om mevrouw Lisitsyna heen en deze barstte opeens in tranen uit.

'Ach, Terpsichorov, Terpsichorov, wat hebt u aangericht', zei Donat Savvitsj terwijl hij de huilende vrouw over de rode haren streelde. 'Het is niets, mijn beste, het is niets. Ik zweer dat ik hem zijn kop afruk en u die op een schotel opdien. En u neem ik mee, ik geef u een versterkend middel, ik geef u een kalmerend spuitje

'Ik hoef geen spuitje', snikte Polina Andrejevna. 'Brengt u me liever naar het pension.'

Korovin schudde het hoofd. Met een vriendelijk verwijt zei hij, als tegen een redeloos kind: 'In zo'n staat? Geen denken aan. Ik moet u nakijken. Straks hebt u iets gebroken of gekneusd? En als u nu, wat God verhoede, een hersenschudding hebt? Nee hoor, mijn beste, ik heb de eed van Hippocrates afgelegd. We gaan, we gaan. Waar is uw jurk?'

Hij keek om zich heen, wierp zelfs een blik onder de houten brits. Lisitsyna zei niets, de slap geworden ongelukkige Nikolaj Vsevolodovitsj evenmin.

'Goed dan, de duivel hale die jurk. We vinden wel iets.'

Hij sloeg zijn hand half om Polina Andrejevna's schouders en nam haar mee naar de buitendeur. Ze had niet de kracht zich te verzetten en ze kon zich ook inderdaad moeilijk in een dergelijke, ontklede staat in de stad vertonen.

Donat Savvitsj begon zich om een of andere reden te verontschuldigen. Hij liet het ,paardje in lichte draf lopen en zei schuldbewust: 'Een afschuwelijke gebeurtenis. Ik weet gewoon niet wat ik tot mijn rechtvaardiging moet aanvoeren. Iets dergelijks is mij nog nooit overkomen. U hebt vanzelfsprekend gelijk uw beklag bij de autoriteiten te doen, mij voor het gerecht te dagen, enzovoort. Voor mijn kliniek brengt dat narigheid met zich mee, misschien zelfs wel sluiting, maar mea culpa, dus moet ik ook maar bloeden.'

'Wat hebt u hier nu mee te maken?' vroeg Polina Andrejevna verbaasd, terwijl ze haar ijskoud geworden voeten onder zich optrok - haar schoenen waren in de vuurtoren achtergebleven, maar daar zou ze ook niets aan gehad hebben, koud en doorweekt als ze waren. 'Waarom zou u zich voor de misdaden van die man moeten verantwoorden?'

Ze was net van plan de dokter de hele waarheid over de Zwarte Monnik uit de doeken te doen, maar kreeg er de tijd niet voor - Korovin zwaaide boos met zijn hand en begon snel en geagiteerd: 'Omdat Terpsichorov een patiënt van me is en niet voor het gerecht kan worden gedaagd. Hij staat onder mijn toezicht en valt onder mijn verantwoordelijkheid. Ach, hoe heb ik er zo naast kunnen zitten met mijn diagnose! Dat is volstrekt onvergeeflijk!

Latente agressie over het hoofd zien, en wat voor een! Met zijn vuisten een vrouw bewerken - dat is gewoon een schandaal! Ik stuur hem in elk geval terug naar Petersburg. In mijn kliniek is geen plaats voor opvliegende types!'

'Wie is uw patiënt?' vroeg Lisitsyna, die haar oren niet kon geloven. 'Nikolaj Vsevolodovitsj?'

De dokter grijnslachte bitter.

'Heeft hij zich aldus aan u voorgesteld, als Nikolaj Vsevolodovitsj? Maar natuurlijk! Och, ik kom er wel achter wie hem die vuiligheid heeft toegestopt!'

'Welke vuiligheid?' vroeg Polina Andrejevna, die er nu helemaal niets meer van begreep.

'Ziet u, Laërt Terpsichorov -een toneelpseudoniem vanzelfsprekend -is een van mijn meest onderhoudende patiënten. Hij was acteur, geniaal acteur, een van God gegeven talent zoals dat heet. Als hij in een voorstelling stond, vereenzelvigde hij zich volledig met zijn personage. Pers en publiek waren laaiend enthousiast. Het is bekend dat de beste acteurs mensen met een zwak individu zijn, mensen die niet door hun eigen "ik" belet worden zich met elke nieuwe rol te identificeren. En zo ontbreekt het Terpsichorov totaal aan een eigen "ik". Als je hem zonder rol laat, ligt hij van de vroege ochtend tot de late avond op de bank naar het plafond te staren, weet u, zoals een marionet in de koffer van de poppenspeler ligt. Maar hij hoeft maar in een rol te kruipen of hij leeft op, hij wordt opgeladen met leven en energie. Vrouwen worden waanzinnig verliefd op Terpsichorov, hysterisch verliefd. Hij is drie keer getrouwd geweest en elke keer duurde zo'n huwelijk een paar weken, het langste een paar maanden. Vervolgens begreep zo'n vrouw dan dat haar uitverkorene een nul was, een nietsnut, en dat ze niet verliefd was geworden op Laërt Terpsichorov, maar op een literaire hoofdpersoon. Het punt is dat deze acteur door de pathologische onvolwaardigheid van zijn persoonlijkheid zich zo in elke volgende rol inleefde dat hij daar ook in het dagelijks leven geen afstand van nam, voor de auteur verder dacht, improviseerde, nieuwe situaties en replieken bedacht. En dat net zo lang tot men hem weer een nieuw stuk gaf om in te studeren. Daarom trouwde zijn eerste vrouw met Tsjatski en werd ze later opeens de levensvriendin van Chlestakov. De tweede verloor haar hoofd aan Cyrano de Bergerac, maar viel al snel aan ridder Schraalhans toe. De derde werd verliefd op de melancholieke prins van Denemarken, maar plotsklaps veranderde hij in de fatterige graaf Almaviva. Na zijn derde scheiding wendde Terpsichorov zich tot mij. Hij hield erg van zijn laatste vrouw en zijn wanhoop had hem op de grens van zelfmoord gebracht. Hij zei: "Ik geef het toneel op, als u me maar redt, helpt u mij mezelf te worden!'"

'En dat is niet gelukt?' vroeg Polina Andrejevna, in de ban van het merkwaardige verhaal.

'Ja, dat is wel gelukt. De echte, onvermengde Terpsichorov is de schim van een mens. Van de vroege ochtend tot de late avond vertoeft hij in een staat van passiviteit, van lethargie en is diep ongelukkig. Goddank kreeg ik een vertaald boek in handen, een bundel verhalen, waarin een vergelijkbaar geval staat beschreven. Daarin wordt ook een recept aangeboden - als grap, vanzelfsprekend, maar het idee leek mij productief.'

'En wat is dat idee?'

'Vanuit psychiatrisch oogpunt volkomen redelijk: iets kroms in de psyche hoeft niet altijd rechtgezet te worden - dat kan de individualiteit tenietdoen. Je moet van de zwakte een kracht maken. Elke verlaging die je honderdtachtig graden draait, wordt immers een verhoging. Als een mens nu eenmaal niet zonder toneelspel kan en een volwaardig leven leidt door een of andere rol te spelen, dan moet je hem van een permanent repertoire voorzien. En alleen maar die rollen kiezen waarin de beste, meest verheven kwaliteiten van de menselijke ziel tot uitdrukking komen. Geen Chlestakov, ridder Schraalhans of, wat God verhoede, Richard m.'

'Dus "Nikolaj Vsevolodovitsj", dat is Stavrogin, uit de roman Boze geesten ?' steunde mevrouw Lisitsyna. 'Maar waarom hebt u zo'n gevaarlijke rol voor uw patiënt bedacht?'

'Die heb ik helemaal niet bedacht!' riep de dokter geïrriteerd uit. 'Ik hou zijn lectuur nauwlettend in de gaten, ik weet welke rol met hem op de loop kan gaan en daarom mag hij nu al een jaar lang maar één roman van die genoemde Dostojevski lezen, De idioot. Van alle personages komt alleen vorst Mysjkin voor het repertoire van Terpsichorov in aanmerking. En de rol was Laërt naar de zin. Hij veranderde in de uiterst stille, uiterst gewetensvolle Lev Nikolajevitsj Mysjkin, de beste van de bewoners van deze aarde. Alles ging uitstekend tot het moment dat een of andere onverlaat hem Boze geesten in handen duwde en ik dat over het hoofd zag. Nou ja, natuurlijk, Stavrogin is veel aanlokkelijker dan vorst Mysjkin, en dus wisselde Terpsichorov van repertoire. Het byronisme, het hemelbestormende, de poëtisering van het kwaad is dramatisch gezien heel wat aantrekkelijker dan het zoetsappig christelijke universele begrip en de universele vergevingsgezindheid. Toen ik besefte wat er gebeurd was, was het al te laat - Laërt was inmiddels getransformeerd, ik moest naar aanpassingen zoeken. Tijdens een crisis zonderde ik hem zo ver mogelijk van de andere patiënten af en ging op zoek naar lectuur die vrolijker is dan Boze geesten. Ik moet zeggen dat het lang geen gemakkelijke opgave is. Maar ik had niet gedacht dat Stavrogin zo gevaarlijk kon zijn en heb de creatieve fantasie van Laërt onderschat. En toch is een Stavrogin die vrouwen slaat wel een wat te ver gaande interpretatie van het voorbeeld. Het is en blijft een aristocraat.'

'Hij heeft me niet geslagen', zei mevrouw Lisitsyna zacht - ze begreep wel waar de arme gek de omineuze roman vandaan had. Vader Mitrofani had die Aljosja voor onderweg meegegeven - uit pedagogische overwegingen, en moet je zien wat ervan komt!

Omdat ze zich tot op zekere hoogte medeplichtig voelde (zij was het die de hoogeerwaarde aan het lezen van romans had gebracht), vroeg Polina Andrejevna: 'Jaagt u Nikolaj Vsevolodovitsj niet weg, het is niet zijn schuld. Ik dien geen klacht in.'

'Echt niet?' vroeg Korovin en hij hief dreigend zijn vinger naar een onzichtbare Terpsichorov op. 'Wel, nu ga jij de rol van Suikerbrood uit De blauwe vogel instuderen!' Toen liet hij echter opnieuw zijn hoofd hangen. 'Ik moet bekennen dat ik een zielenknijper van likmevestje ben. Het lukt me slechts weinig mensen te helpen. Terpsichorov is een zwaar geval maar niet hopeloos, maar hoe ik Lentotsjkin moet redden, dat weet ik echt niet.'

Lisitsyna huiverde, omdat ze begreep dat Aljosja's verdwijning nog niet ontdekt was -en ze zweeg.

Het eenassige rijtuigje rolde door het dennenbosje, tussen de kleurige en in diverse stijlen uitgevoerde huisjes van de kliniek door. Om een bocht kwam het herenhuis van de dokter in zicht, met voor de inrit een laag, met vier paarden bespannen rijtuig zwart met een gouden kruis op het deurtje.

'De eerwaarde is op bezoek', zei Donat Savvitsj verwonderd.

'Wat zou hij moeten? Doorgaans nodigt hij mij uit, van tevoren. Ik zal u naar mijn persoonlijke vertrekken brengen, Polina Andrejevna, en zeggen dat men zich over u ontfermt. Dan ga ik zelf, neemt u mij alstublieft niet kwalijk, naar mijn werkkamer, naar de heerser over het eiland.'

Het liep echter anders dan Korovin zich had voorgesteld. De archimandriet had het rijtuigje kennelijk door het raam zien aankomen en kwam hun in de gang tegemoet. En niet gelopen, maar gevlogen: pikzwart, des duivels, dreigend tikkend met zijn stok. Hij wierp een terloopse blik op het wezen van het vrouwelijk geslacht, trok een vies gezicht en wendde de ogen af - alsof hij vreesde zijn blik te bezoedelen met de aanblik van zo veel zedenverval. Als hij haar herkend had, was dat ook niet erg, stelde mevrouw Lisitsyna zichzelf gerust, dan zou hij concluderen dat het getikte mevrouwtje weer van haar krokodil gedroomd had.

'Goedendag, vader.' Korovin maakte een hoofdbuiging en keek de toornige overste vol vrolijk onbegrip aan. 'Waaraan heb ik de onverdiende eer te danken?'

'Schendt u onze afspraak?' vroeg Vitali en hij bonkte met zijn stok op de grond. 'Een afspraak gaat boven geld, meneer. Wat had u mij beloofd? Dat ze van de broederschap af zou blijven! En wat nu?'

'Ja, en wat nu?' vroeg de dokter, allesbehalve bang geworden.

'Wat is er voor verschrikkelijks gebeurd?'

'De Basiliscus is vanmorgen niet uitgevaren! De kapitein is er niet! Niet in zijn cel, niet op de aanlegsteiger, nergens niet! De passagiers beginnen te morren, in het ruim ligt een vracht die niet wachten kan -zure room van het klooster - en er is niemand om het schip te besturen!' De eerwaarde greep naar zijn lijfkruisje — kennelijk om zich zijn christelijke zachtaardigheid te herinneren. Het mocht niet baten. 'Ik heb onderzoek laten doen! Iona is gisteravond gesignaleerd in het gezelschap van die hoer van Babyion van u!'

'Als u op Lidia Jevgenjevna Borejko doelt,' antwoordde Donat Savvitsj kalm, 'dan is zij absoluut geen hoer, ze heeft een andere diagnose: pathologische quasinymfomanie met obsessieve opdringerigheid en gebrek aan libido. Met andere woorden, ze behoort tot de categorie verstokte cocottes die mannen wel het hoofd op hol maken maar hen in geen geval tot hun lichaam toelaten.'

'We hadden een afspraak!' bulderde Vitali oorverdovend. 'Je zou haar bij mijn monniken vandaan houden! Laat ze zich maar op de gasten uitleven! Hadden wij een afspraak of niet?'

'Ja,' erkende de dokter, 'maar misschien heeft die Iona van u zichzelf wel niet als een monnik jegens haar gedragen.'

'Broeder Iona is een simpele, eenvoudige ziel. Ik neem hem zelf de biecht af, al zijn kleine zonden ken ik van haver tot gort!'

Korovin kneep zijn ogen tot spleetjes.

'Simpele ziel, zegt u? Ik heb hier op de slaapkamer van Lidia Jevgenjevna een zakje cocaïne gevonden, en nog twee lege, met poedersporen. Weet u wie haar die troep vanaf het vasteland bezorgt? Uw zeevaarder.'

'Een leugen!!! Degene die u dat heeft medegedeeld is een lasteraar en een praatjesmaker!'

'Lidia Jevgenjevna heeft het zelf toegegeven.' Donat Savvitsj gebaarde met zijn hand in de richting van het meer. 'Terwijl uw verloren lam, die simpele ziel, op dit moment ladderzat bij de oude vuurtoren ligt. U kunt erheen en uzelf ervan overtuigen. Dus mevrouw Borejko kan er niets aan doen dat de boot niet uitvaart.'

De archimandriet liet alleen zijn ogen vuur schieten, maar ging er verder niet tegenin. Als een zwarte windhoos schoot hij naar buiten, sloeg het portier van zijn rijtuig dicht en schreeuwde: 'Rijden! Vooruit!'

Het rijtuig schoot met een ruk van zijn plaats en het gravel spoot onder de wielen vandaan.

'Dus Borejko is ook een patiënte van u?' vroeg Polina Andrejevna, uit het veld geslagen. De dokter fronste zijn voorhoofd, luisterend hoe de hoeven zich met razend gekletter verwijderden.

'Dat hij niet zei dat Terpsichorov de kapitein dronken had gevoerd ... Sorry, wat? Ah, Borejko. Maar natuurlijk, ze is een patiënte van mij. Zie je dat dan niet aan haar? Een tamelijk wijdverbreide accentuering van de vrouwelijke persoonlijkheid, doorgaans femme fatale genoemd, zij het dat het bij Lidia Jevgenjevna tot in het extreme is doorgevoerd. Dat meisje moet zich voortdurend het lustobject van zo veel mogelijk mannen voelen. Met name de begeerte van een vreemde geeft haar een zinnelijke bevrediging. Vroeger woonde ze in de hoofdstad, maar na een paar tragische geschiedenissen die op een duel en op zelfmoord uitdraaiden, vertrouwden haar ouders haar aan mijn zorgen toe. Het eilandleven komt Lidia Jevgenjevna te stade. Heel wat minder mannen die haar opwinden, vrijwel geen verleidingen, maar vooral een totaal gebrek aan concurrentes. Ze voelt zich de grootste schoonheid van dit besloten wereldje en is daarom gerustgesteld. Af en toe probeert ze haar charmes op een van de bezoekers uit, overtuigt zich van haar eigen onweerstaanbaarheid en is tevreden. Ik zie niets gevaarlijks in die kleine ondeugden. Borejko heeft beloofd niet op de monniken te experimenteren -er staan strenge sancties op overtreding. Kennelijk is die Iona zelf de schuldige.'

'Kleine ondeugden?' zei mevrouw Lisitsyna droevig grinnikend en ze vertelde de dokter van 'de koningin van Kanaan'. Korovin luisterde - en greep alleen naar zijn hoofd.

'Afschuwelijk, gewoonweg afschuwelijk!' zei hij verslagen. 'Wat een monsterlijke recidive! En weer geheel en al onder mijn verantwoordelijkheid. Mijn experiment met het etentje met drie moet als een jammerlijke mislukking worden beschouwd. U gaf mij destijds niet de kans om uit te leggen ... Ziet u, Polina Andrejevna, de relatie van een psychiater met patiënten van het andere geslacht is gestoeld op een paar modellen. Een daarvan, zeer effectief, is het gebruik van het mechanisme van de verliefdheid. Mijn macht over Borejko, de hefboom van mijn invloed op haar, bestaat uit het feit dat ik de eerzucht in haar prikkel. Ik ben de enige man die volkomen ongevoelig blijft voor de charmes en chicanes van deze femme fatale. Zonder mijn ongenaakbaarheid was Lidia Jevgenjevna het eiland allang ontvlucht met een of andere aanbidder, maar zolang ze er niet in slaagt mij te veroveren, zal ze nergens heen gaan, dat staat haar eerzucht niet toe. Van tijd tot tijd moet er onherroepelijk zout in die wond worden gesmeerd, wat ik met uw hulp ook probeerde te doen. Het effect overtrof helaas mijn verwachtingen. In plaats van haar een tikje jaloers te maken met de tekenen van mijn aandacht die ik mijn aantrekkelijke bezoekster bewees, verviel Borejko tot paranoïde hysterie, omdat ze in uw komst een heel complot zag. Met als resultaat dat u daar bijna met uw leven voor hebt betaald. Ach, dat zal ik mezelf nooit vergeven!'

Donat Savvitsj was zo ontdaan dat de hartelijke mevrouw Lisitsyna hem ook nog eens moest troosten. Ze ging zelfs zo ver dat ze zei dat ze zelf van alles de schuld was - dat ze de arme psychopate met opzet geïrriteerd had (voor een deel was dat ook zo). En wat de medische fout betrof, wie overkwam dat niet, vooral in zo'n subtiele aangelegenheid als de behandeling van zielsaandoeningen. Kortom, ze wist de dokter zo goed en zo kwaad als het ging uit de put te praten.

Deze liet met een belletje de dienstdoende arts in zijn werkkamer komen. Hij zei somber: 'Laat u Lidia Jevgenjevna onmiddellijk bij me komen. Maakt u een injectie met een kalmeringsmiddel klaar -een aanval is waarschijnlijk. Laat de hoofdzuster voor mevrouw Lisitsyna iets van schoeisel en kleding regelen. En een ontspannende massage met een lavendelbad.'