HET BOS
Diep in gedachten verliet ik het bos, toen ik de soldaten tegenkwam. 'Waar gaan jullie heen?' vroeg ik.
'Naar het bos toe,' zeiden ze, 'daar moet zich de vijand bevinden.'
Ik begon te lachen. 'Er is geen vijand in het bos,' merkte ik op, 'ik kom er net vandaan.'
Ze bekeken mij met enige argwaan. 'We zullen zelf wel vaststellen of er een vijand is of niet.'
Ik heb uren en uren gewacht, want ik was nieuwsgierig naar de afloop. De soldaten keerden niet terug, ze zijn nooit meer teruggekeerd. Heeft de vijand ze dan toch overmeesterd?