STRUIKELEN
Zonder te kloppen kwam hij bij mij naar binnen. Hij struikelde over de dorpel. Ik zat bij het haardvuur dus ik schrok op.
'Wat doet u daar?' vroeg ik.
'Ik struikelde,' zei hij en klauterde overeind.
'Ja, dat zag ik,' stelde ik vast.
'Ik struikelde,' herhaalde hij. 'En weet u waarom? Omdat ik wel es wilde struikelen, ik heb er zo vaak over gelezen maar ik ben nog nooit gestruikeld.'
'Nu wel,' zei ik, 'u viel zelfs op de grond.'
'Ja,' beaamde hij, 'ik ben voor het eerst in mijn leven gestruikeld en ik vond het een prachtige ervaring.'
Hij verliet juichend mijn huis. Ik hoorde hem buiten roepen tegen een ieder die het horen wilde: 'Hoera, ik ben gestruikeld, ik ben eindelijk gestruikeld.'