De grappen van Pepito
Pepito bestaat niet echt, hij is een verzinsel van de traditionele Cubaanse vertelkunst. De klassieke held in ontelbare grappen. Een eeuwig jonge, ondeugende knaap, een soort Mafalda zonder auteur, of liever, wiens auteur het spitsvondige Cubaanse volk is. Pepito is een soort luis in de pels, maar dan wel intelligent, stout, vermetel en schrander, kortom, een echte schavuit. De jongen is zo ingeburgerd in het leven van alledag van de Cubaan dat er niets gebeurt dat geen aanleiding geeft tot een grap waarin Pepito alles neersabelt met een bijtende kritiek die kan variëren van elegant tot vulgair. Pepito is een genie, omdat hij bepaalde aspecten van de samenleving kan veranderen. In een land waar een revolutie is gevoerd, is de enige echte revolutionair een fictief personage van wie tot op heden godzijdank geen portret bestaat. Pepito heeft geen eigen gezicht omdat hij het gezicht heeft dat elke Cubaan hem toedicht, ieder van de elf miljoen bewoners van het eiland en van de twee milj oen ballingen. Hij is het brutale knaapje dat op zijn school in La Lisa aan de juffrouw vraagt: 'Heeft een hart poten, juf ?'
'Nee, Pepito. Hoe kom je daar nou bij ? Waarom vraag je dat?'
'Omdat ik mijn vader 's nachts vaak hoor zeggen: "Spreid je pootjes, hartje.'"
Pepito is een pervers ventje. En zijn vlijmscherpe tong laat ook de politiek niet ongemoeid.
Zo vertelt men dat Pepito rondhing bij een bushalte in San José de Las Lajas en tegen iedereen die langskwam zei dat de dictatuur nog sneller verdwenen zou zijn dan een zak snoepjes op een schoolplein.
'Mevrouw, het is maar dat u het weet, onze Komediant loopt op zijn laatste benen. Hallo meneer, hebt u nog niet gehoord dat het bewind morgen valt?'
Alle voorbijgangers sprak hij op die manier aan, maar de mensen, met hun gebruikelijke angst, ontweken hem. Het duurde niet lang of er stopte een Moscovitch met een verklikker die uitstapte en hem in de kraag greep.
'Pas op je woorden, maffe grapjas,' zei hij dreigend terwijl hij hem door elkaar schudde. 'De Commandant heeft gehoord wat jij loopt rond te bazuinen en heeft mij opgedragen je te zeggen dat de enige reden waarom hij je niet ter plekke laat neerknallen is dat we krap in onze wapens zitten. Dus hou je waffel, want als je dat niet doet naaien we hem dicht met prikkeldraad en dwing je ons met je verdomde gebrek aan discipline de guillotine weer in ere te herstellen.'
Pepito trok een bang gezicht en knikte.
'Ik wil het uitjouw mond horen! Vooruit, zeg me na: "Ik beloof dat ik de revolutie en onze geliefde Papa Fidel nooit meer zal beledigen..."'
Het jongetje herhaalde de zin samen met de gorilla, terwijl de laatste zijn testikels fijnkneep. Tevreden dat hij de knaap die de grootste ideologische problemen veroorzaakte had uitgeschakeld, vertrok hij om een rapport over het gebeurde op te stellen. Wat Pepito betreft, die liep een blokje om en ging weer op dezelfde plek staan, bij de bushalte. Hij wachtte tot er zich een grote groep mensen had verzameld en riep toen: 'Meneer, dit bewind is bijna naar de haaien! Denkt u zich eens in, het heeft niet eens wapens meer om ons neer te knallen.'
Pepito was de enige die de dictator het hoofd durfde te bieden. Op een keer liet de Commandant hem bij zich komen. Pepito meldde zich doodbedaard terwijl zijn gastheer barstte van woede.
'Kom hier, Pepito, ik heb gehoord dat je aan iedereen vertelt dat je, als ik dood ben, op mijn graf zal spuwen. Is datwaar?'
'Nee, Commandant, u weet dat ik er niet van hou om in de rij te staan.'
Het jongetje paste zich bovendien zonder problemen aan de sociale en economische veranderingen aan. Toen de paus Havana bezocht, liet hij drie Havanen bij zich komen wier wensen hij zou vervullen. En aangezien Pepito's faam zelfs hem had bereikt wilde hij dat het jongetje een van hen was.
De eerste Cubaan die verscheen zag er erg verdrietig uit.
'Waarmee kan ik je helpen, mijn zoon?' vroeg Zijne Heiligheid.
'Ach, Heilige Vader, het enige wat ik wil is een auto kopen. Mijn gezin sterft van de honger en met een auto kan ik als taxichauffeur werken, een paar dollar verdienen en ze te eten geven.'
'Verzoek ingewilligd,' zei de paus, en toen de gelovige het gebouw verliet stond er een gloednieuwe Aleko op hem te wachten.
Nummer twee was aan de beurt.
'Ik sta geheel tot uw dienst, zeg maar wat ik voor u kan doen,' klonk het aanbod van de paus, die een toonbeeld van nederigheid en vrijgevigheid wilde zijn.
'Maria zij geprezen! Heilige Vader, wat mijn gezin en ik nodig hebben om niet te stervan van verdriet, is dat mijn jongste zoon uit de gevangenis wordt vrijgelaten. Hij is de enige die in staat is een boot naar Miami te roeien en ons uit deze hel te halen. De rest van ons is ziek en aan het eind van zijn krachten.'
'Verzoek ingewilligd.' Enkele minuten daarna was de zoon vrij.
Toen arriveerde Pepito.
'Aha, jij bent de beroemde Pepito,' mummelde de Heilige Vader. Het kind keek de paus een beetje verlegen aan.
'Vertel me eens, lief kind, welke wens heb jij voor de toekomst?'
'Mijn wens is heel simpel, Vader. Ik wil alleen maar dat u dit beeld van onze Komediant zegent.'
'Verder niets ?' informeerde de paus bevreemd. Het jongetje schudde zijn hoofd en deed alsof hij vroom in diep gepeins was verzonken. Zijne Heiligheid zegende het gipsen beeld.
Het jaar daarop maakte de paus op weg naar Mexico een tussenlanding op Rancho Boyeros, het vliegveld van de hoofdstad. Daar informeerde hij naar het lot van zijn drie begunstigden. Met de eerste, zo fluisterde men hem toe, was het bergafwaarts gegaan: zodra Zijne Heiligheid in het vliegtuig was gestapt om het eiland te verlaten, had men zijn auto in beslag genomen, en hij en zijn gezin waren gestorven van de honger. Met de tweede was het ongeveer net zo afgelopen. Direct nadat het vliegtuig van Zijne Heiligheid in een wolk was verdwenen had men de zoon weer opgepakt en in de cel gezet, waar hij was bezweken aan folteringen. Zijn familie kon kiezen: of met een vlot de oceaan vol haaien oversteken, of rechtstreeks belanden in de gevangenis, de mannen in Kilómetro 7 en de vrouwen in Nuevo Amanecer. Vanzelfsprekend stortten ze zich in zee en ze werden verslonden door de haaien. Pepito daarentegen...
'Wat is er met Pepito? Hoe is het hem vergaan?' informeerde de paus nieuwsgierig.
'Geweldig. Hij heeft een herenhuis van twee miljoen dollar gekocht. Elke dag geeft hij grandioze feesten waarvoor hij topmodellen uitnodigt. U zou eens moeten zien wat hij allemaal bezit: zwembaden, limousines... Ongelooflijk, maar waar.'
'Ik wil hem spreken. Laat hem onmiddellijk hier komen,' beval de Heilige Vader. De jongen verscheen binnen de kortste keren.
'Weer hier op bezoek, Heilige Vader?'
'Ik heb gehoord dat het u fantastisch goed gaat.'
'Dat is overdreven. Maar dankzij u ben ik er inderdaad op vooruit gegaan. Ik ben u daar bijzonder dankbaar voor...'
'Goed, goed, geen plichtplegingen. Leg me eens uit hoe het u gelukt is rijk te worden met een gezegend beeld van XXL.'
'Heel eenvoudig. Ik heb het op de patio van mijn huis gezet... Voor twee dollar mocht men het bespuwen en voor vijf dollar een trap tegen zijn kont verkopen, als Uwe Heiligheid mij die uitdrukking toestaat.'
XXL gaat eindelijk dood. Pepito draait het nummer van het Centraal Comité en doet alsof hij erg bedroefd is.
'Vertel eens, kameraad, is het echt waar dat de Komediant zojuist gestorven is?'
'Ja, het spijt me dat te moeten meedelen, maar het is de indroevige waarheid.'
Pepito hangt op en draait het nummer nogmaals.
'Neem me niet kwalijk, misschien kunt u mijn twijfel wegnemen. Weet u zeker dat XXL dood is ?'
'Ja, helaas heeft die grote tragedie plaatsgevonden,' bevestigt de stem aan de andere kant. Weer verbreekt Pepito de verbinding, loopt even rond door zijn huis, drinkt een kop koffie en belt opnieuw naar het Centraal Comité.
'Wilt u me alstublieft vertellen hoe het gesteld is met de gezondheid van de Onredelijke Redenaar?'
'Maar natuurlijk, stelt u zich toch eens voor: onze Papa heeft zojuist definitief afscheid genomen van zijn kind, het volk. Maar was u het niet die al twee keer eerder heeft gebeld?'
'Inderdaad.'
'Bent u niet goed bij uw hoofd, of wat? Dit is de derde keer dat ik u vertel dat de Eeuwige Bevrijder gestorven is!'
'Rustig aan, niet kwaad worden! U hebt volkomen gelijk, maar zulk fantastisch nieuws kun je niet vaak genoeg horen!'
Pepito is gewoon uniek, een grappig symbool van wat Jorge Manach op zo'n subtiele manier heeft gedefinieerd als de choteo, het Cubaanse gevoel voor humor.