La China

Ze stapte uit een willekeurige bus en landde op de Paseo del Prado waar ze, eerder vulgair dan brutaal, op haar spillebenen een middelmatige tango danste alvorens neer te ploffen naast de eerste de beste onbekende man. Ze friemelde aan zijn oor en betastte zijn kruis, waardoor de man begon te blozen van schaamte en op de vlucht sloeg. Ze bewoog haar spichtige lijf met de aanstellerige sensualiteit van een wesp. In de jaren zeventig beweerde men dat je haar overal kon aantreffen, dat ze een alomtegenwoordige duivelin was. Maar Jacinta had haar die dag uit een souterrain in de buurt van Güira de Melena zien komen.

Jacinta vroeg zich af waar ze heen ging en volgde haar. Ze nam dezelfde bus en ging naast een dikke, zwetende man zitten die een mand vol maïskolven bij zich had. La China bleef staan en wervelde van de ene naar de andere kant van het vehikel, terwijl ze de mannen op de hak nam.

'Hé vetzak, laat me je even bepotelen, je hebt vast en zeker een dingetje van niks!' Ze probeerde de man in zijn kruis te tasten, maar die sloeg haar van zich af. De hele bus stikte van het lachen. Zoals gewoonlijk stapte La China uit bij de halte voor het Capitolio, en Jacinta volgde haar. Een zwerm jongetjes liep haar achterna, schreeuwend dat ze een cocotte na moest doen. Ze begon te zingen, te schelden en te schreeuwen terwijl ze haar nek uitrekte en belachelijk met haar schouders zwaaide.

Voor de spiegel van de restanten van de winkel van J. Vallé stak ze haar hand uit en streelde haar lippen alsof ze voor een onbekende stond. Toen haar vingers het spiegelglas aanraakten, trok ze die schielijk terug.

'Goddelijk, goddelijk!' riep ze. En geschrokken stak ze de straat over.

Daarna begon ze een krolse kat na te doen, ging op jacht naar schimmen, zocht haar dubbelganger in een andere spiegel van de vroegere juwelierszaak Cuervo y Sobrino. Jacinta liep achter haar aan om haar te beschermen ofte imiteren, dat wist ze niet precies, want ze kon haar gevoelens niet goed thuisbrengen. Sommigen zeiden dat La China stamde uit een van de rijkste families van het eiland, terwijl anderen beweerden dat ze de dochter was van de voormalige eigenaar van de winkel 'Casa de los tres quilos', waar jevan alles voor een krats kon kopen. Dat de hele familie naar Miami was uitgeweken en dat zij bij haar verloofde had willen blijven, op wie ze stapelgek was, maar dat die haar in de steek had gelaten voor een frivole milicienne. Dat La China gek was geworden en vanaf dat moment de mannen voor aap zette.

Jacinta verraste haar terwijl ze een deftig gezicht trok, alsof ze een aristocratische dame was. La China merkte dat ze van dichtbij geobserveerd werd en ging midden op straat staan om een tango te improviseren of golvende bewegingen met haar armen te maken, alsof ze Het zwanenmeer danste. Ze wierp haar ene been in de lucht waardoor ze liet zien dat ze naakt was onder haar gerafelde rok.

Jacinta sloot zich aan bij de kring rond de vrouw. Er werd spottend geapplaudisseerd, maar het applaus maakte La China gelukkig en ze bedankte met buigingen. Daarna ging ze op haar hoofd staan, balanceerde op haar schedel en zwaaide met haar onderarmen terwijl ze schaterend een stortvloed van scheldwoorden over de omstanders uitstortte en de oude mannen grove beledigingen naar het hoofd slingerde. De jongelui noemden haar gekscherend 'godin', of 'koningin van de Bulevar de San Rafael'. Ze nam afscheid alsof ze echt een godin of een koningin was en stapte zogenaamd in een koets, zoals dat in voorbije eeuwen gebruikelijk was. Toen was haar feestelijke roes opeens voorbij en liet ze zich, met opgetrokken rok en ontbloot onderlijf, neerploffen in de entree van de bioscoop América. Jacinta zag haar liggen, kreeg medelijden en ging naast haar zitten.

'Kom, La China, ik trakteer je op een pizza en een pilsje. Daarna zal ik je thuisbrengen, ik woon bij je in de buurt.'

'En wie ben jij, schatje?'

'Een vriendin.'

'Ik heb geen vriendinnen, ik heb niemand. Ik ben ziek, maar niemand wil voor me zorgen, de mensen zijn slecht.'

'Kom, sta op. Ik zweer je dat ik je geen kwaad zal doen. Ik wilje vriendin zijn.'

'Waar heb ik dat opeens aan te danken? Dat wil niemand. '

'Ik ben je een tijdje gevolgd en vind je aardig.'

'Goed, als jij het zegt... Au! Verdomme!' Met moeite kwam ze overeind.

Bij de pizzeria aan de overkant gingen ze in de rij staan. La China mocht er niet in omdat ze altijd herrie schopte en er zo vies uitzag. Jacinta kocht pizza's en pikte een paar koude pilsjes. Zittend op de muur van de Malecón dronken ze pils en aten ze de pizza's op. Tegen elf uur 's avonds stak Jacinta haar duim op om te liften. Er stopte een Lada met een soldaat aan het stuur.

'Jou wil ik wel meenemen, maar dat vieze, geschifte wijf niet. Ik ken haar, weet je, ze heeft een keer geprobeerd mijn piemel eraf te rukken,' zei hij op besliste toon. Iedereen die stopte reageerde op min of meer dezelfde manier. Eindelijk hadden ze de mazzel dat er een vrachtwagen stopte die naar Güira de Melena ging en hen wel mee wilde nemen in de laadruimte, bij een kudde stomme ezels. Wat ging hij doen met zoveel stomme ezels? Op die vraag kreeg Jacinta geen antwoord, want volgens de chauffeur was dat staatsgeheim. Onderweg praatten ze niet. In het dorp stapten ze uit en Jacinta bracht La China naar het souterrain waar ze haar uit had zien komen.

'Ik slaap al twee maanden in deze bouwval, maar ik woon hier niet. Wil je me naar mijn huis brengen?'

'Als je me het adres geeft zal ikje er morgen heenbrengen. Hoe ben je in dit varkenskot terechtgekomen?' Jacinta kneep haar neus dicht toen ze het hol binnenging, want het stonk er als een latrine op een carnavalsdag.

'Wie me hierheen heeft gebracht, weet ik niet meer, maar mijn kont doet nog pijn van de streken die hij met me heeft uitgehaald. En waar ik vroeger woonde weet ik niet meer. Ik kan maar beter gaan slapen.' Ze wilde zich al uitstrekken op de vochtige vloer die bedekt was met uitwerpselen omdat het riool van het gebouw erop uitkwam, maar Jacinta pakte haar bij haar arm.

'Ga maar met mij mee. Ik regel het wel met mijn vader.'

Thuis liet ze La China een bad nemen, gaf haar kleren van haarzelf, inclusief een slipje en een beha, en stopte haar in het bed van haar zuster, waar ze als een blok in slaap viel. Toen ze al een tijdje sliepen, kwam haar vader thuis.

De volgende ochtend zette Jacinta koffie en wilde La China een kopje brengen. In het voorbijgaan zag ze dat haar vader nog lag te ronken. La China was verdwenen zonder een spoor achter te laten. Het bed was opgemaakt, precies zoals haar zuster het de vorige ochtend had achtergelaten voordat ze het vliegtuig had genomen om met een beurs haar studie in Tsjecho-Slowakije voort te zetten.