***
11. Het laatste redmiddel
Tot mijn verbazing bracht de politie me deze keer niet naar
het bureau. Ze reden rechtstreeks naar mijn huis. Nu begreep ik wat
de bestuurder bedoelde toen hij zei dat ze wel belangrijkere dingen
te doen hadden dan jacht maken op een verwend kind. Pa had zijn
politieke invloed benut om dit te bewerkstelligen.
De suv stond geparkeerd voor de deur, maar Tomkins was nergens
te bekennen. Toen pas herinnerde ik me dat ik de bruine envelop met
al het geld tussen de stoel van de bestuurder en die van de
passagier had gestopt. Ik vroeg me af of hij er nog was. Zo ja, dan
zou ik hem terug kunnen leggen in de safe en mijn vader in de waan
brengen dat ik niets verkeerds had gedaan, maar alleen weer zonder
zijn toestemming met de suv was weggereden.
Carson deed open toen we voor de deur stonden.
'Ik moet u uit naam van mijn vader bedanken,' zei hij tegen de
agenten, zonder mij aan te kijken. Het leek wel of ik niet
bestond.
'Geen probleem,' zei de bestuurder. Hij keek even naar mij. en
toen liepen ze terug naar de auto.
'Ga naar pa's kantoor,' beval Carson. Hij deed een stap
achteruit, zodat ik naar binnen kon.
'Waar is mama?' vroeg ik.
'Ga naar pa's kantoor,' herhaalde hij.
'Dank je, Carson,' mompelde ik, en liep de gang door.
Ik merkte dat de dienstmeisjes niet aan het werk waren. Ik
hoorde geen stofzuiger, geen borden die werden afgewassen, geen
enkel geluid in een van de kamers. De deur van pa's kantoor stond
een klein eindje open. Ik aarzelde, haalde diep adem, concentreerde
me op mijn gedrag en de woorden die ik ter verdediging kon
aanvoeren, en ging toen naar binnen.
Hij zat met zijn rug naar de deur en staarde uit het
raam.
'Pa?' zei ik.
Eerst dacht ik dat hij zou weigeren zich om te draaien, maar
eindelijk deed hij het, heel langzaam. Hij keek me lange tijd aan,
zonder iets te zeggen. Zijn gezicht stond merkwaardig kalm en
zelfvoldaan. In zijn ogen lag niet de gebruikelijke withete
woede.
'Toen je klein was en je je slecht gedroeg, maakten we ons
wijs dat het normale groeipijnen waren, dat je je aan moest passen.
De enige echte ervaring die je moeder en ik hadden met kinderen was
Carson. Hij heeft een volkomen andere persoonlijkheid, een ander
karakter, gedeeltelijk omdat hij een man is, veronderstel ik.
Anderen, vrienden, vertelden me altijd dat meisjes moeilijker
op te voeden waren dan jongens. In verhalen, films, worden jongens
altijd voorgesteld als wildebrassen, schoffies, probleemkinderen.
Meisjes werden geacht gevoelig, kwetsbaar te zijn; maar dat,
verzekerde iedereen me, was gewoon niet waar.
En dus accepteerden we je zoals je was en probeerden je te
leren je in bedwang te houden op alle manieren die wij en zelfs
zogenaamde deskundigen kenden.
'Toen je ouder werd - een prepuber en toen een puber - en je
kwam in moeilijkheden, werd het duidelijk serieuzer. Voornamelijk
je moeder besloot dat we een kinderpsycholoog en zelfs een
psychiater in de arm moesten nemen. We stuurden je naar mensen van
wie we hoorden dat ze erg deskundig waren, maar er volgde niet de
dramatische ommekeer die we verwachtten, waar we op hoopten.
Ik nam een strengere houding aan, vooral na de recente
incidenten. Ik dacht, oké, je bent egocentrisch, maar uiteindelijk
zul je beseffen dat je geen goed en plezierig leven kunt hebben als
je doorgaat met het creëren van moeilijkheden en slechte cijfers
halen op school, en zul je veranderen, uitsluitend om jezelf
gelukkig te maken. Maar ook dat gebeurde niet.
Je moeder - alweer, meer dan ik - hoopte dat als je in een
rijkere omgeving werd geplaatst, waar je meer onder controle stond
en meer individuele aandacht kreeg, je bij zou draaien, maar dat
gebeurde niet.
In mijn hart hoopte ik dat je van je familie zou houden,
althans genoeg om ons niet echt kwaad te doen. Dat zou zo ongeveer
het dieptepunt zijn geweest, de laatste druppel, nietwaar?
En toen deed je dit,' zei hij, en hield de bruine envelop op.
'Je wist wat dit was, nietwaar, Teal? Dat moet wel, wantje wist
waar het geld was. Je moet me bespioneerd hebben of zo,
toch?'
Ik nam niet de moeite om te antwoorden. De waarheid was dat ik
moeilijk mijn woorden kon vinden. Mijn keel voelde dichtgeknepen.
Ik wendde mijn blik af.
'Eigenlijk ben ik blij dat je niets zegt. Het enige wat ik nu
van je te horen zou krijgen zouden leugens, verzinsels, excuses
zijn. Zeg maar liever niets.'
Hij leunde achterover.
'Ik zal nog één ding voor je doen. Je moet goed beseffen dat
dit het laatste is wat ik zal doen, dat staat vast. Ik ben, via een
paar invloedrijke vrienden, op de hoogte gebracht van wat je het
laatste redmiddel zou kunnen noemen als het gaat om jou en alle
kinderen van jouw leeftijd die net zo zijn als jij.'
Ik keek op. Wat bedoelde hij?
ik stuur je naar een andere school. Een school waar je intern
bent, zodat je je een tijdlang niet tegenover mij hoeft te
verantwoorden.'
'Wat voor school?'
'De naam doet er niet toe. Het enige belangrijke is wat die
school voor jou kan doen. Als je daar mislukt... tja, dan misluk
je. In ieder geval weet ik dan dat we voor je hebben gedaan wat we
konden.'
'Ik wil niet naar een nieuwe school,' zei ik.
'Wat jij wilt en niet wilt doet niet meer ter zake. Had het
nooit moeten doen. Dat is misschien een van mijn fouten geweest -
me iets aantrekken van wat jij wilde.'
'Ik wil met mama praten,' zei ik.
'Ze is er niet.'
'Waar is ze?'
'Ze is naar haar zuster gegaan, je tante Clare, voor een
hoogst noodzakelijke rust.'
ik wil met haar praten.' jammerde ik. 'Bel haar.'
'Ze wil niet met je praten. Ze wilde niet thuis zijn toen je
deze keer werd teruggebracht, Teal. Ze kon het idee niet
verdragen.'
'Nee.'
'Ja,' zei hij. 'Het is waar.'
Hij boog zich naar voren, vouwde zijn handen en keek op zijn
horloge.
'Buiten staat een auto, een limousine, op je te
wachten.'
'Wat bedoel je, pa? Nu?'
'Nu is al bijna te laat voor je, Teal. Ja, nu, op dit
moment.'
'Maar mijn spullen.'
'Alles wat je nodig hebt, ligt in de auto.'
Ik schudde mijn hoofd.
'Ik ga nergens naartoe, pa.'
ik heb een paar kruiwagens moeten gebruiken en, geloof me. een
hoop geld moeten betalen, twee keer zoveel als je particuliere
school, om je daar onder te brengen, Teal. Ik hoop datje het op een
dag zult weten te waarderen. Ik besef heel goed datje dat voorlopig
niet zult doen, maar dat is een bittere pil die ik zal moeten
slikken.'
Ik bleef mijn hoofd schudden.
'Waar is die school?' vroeg ik, toen ik zag dat hij
vastbesloten was.
'Waar je laatste kans ligt.'
Instinctief deinsde ik achteruit en botste tegen iets wat als
een stenen muur voelde. Ik draaide me en zag Tomkins glimlachend op
me neerkijken.
'Tomkins zal zorgdragen voor je vervoer,' zei pa.
Ik raakte in paniek.
'Waar is Carson?'
'Naar huis.'
ik moet naar boven naar mijn kamer om te zien of er iets is
dat ik nodig heb en datje niet in de auto hebt gelegd, pa,' zei ik,
in een wanhopige poging om uitstel te krijgen.
'Daar dacht je ook niet aan toen je ervandoor ging met de auto
van je moeder en met mijn geld, wel, Teal? Waarom zou het nu wél
belangrijk voor je zijn?'
'Alsjeblieft, laat me mama bellen.'
ik begrijp je plotselinge belangstelling voor ons niet, Teal.
Je hebt toch ook niet met je moeder gesproken voordatje wegliep? Je
hebt niet met mij of met Carson gesproken. Ik geef je watje wilt
-je ontsnapt aan ons.'
Dat was niet wat ik wilde van mijn familie, wilde ik hem
zeggen. Ik wilde liefde en zorg. Ik wilde aandacht en ik wilde me
gewenst voelen, maar ik zei niets. We waren als water en vuur, pa
en ik. Op het ogenblik was ik te kwaad en te koppig om iets meer te
doen dan te smeken. Stuur me maar naar een andere school, dacht ik.
Kijk maar of dat iets uithaalt.
'Dag pa,' zei ik.
'Veel geluk, Teal. En dat meen ik echt,' zei hij.
Ik draaide me om en liep zijn kantoor uit. Tomkins kwam vlak
achter me aan. Bij de trap keek ik even omhoog. Ik denk dat Tomkins
bang was dat ik een spurt naar boven zou nemen. Hij liep snel langs
me heen, met de duidelijke bedoeling me de weg te versperren. Hij
opende de voordeur.
Daar stond, zoals pa had gezegd, een lange limousine.
In ieder geval ga ik in stijl, waar ik ook naar toe ga, dacht
ik.
Wat me verbaasde was dat er een andere chauffeur was. Waarom
was Tomkins dan hier? Deze chauffeur was in uniform. Hij stapte uit
zodra we buiten kwamen en hield het achterportier voor me open.
Mijn verbazing werd nog groter toen Tomkins me volgde en tegenover
me in de limousine ging zitten.
'Ga jij ook naar een nieuwe school?' vroeg ik hem.
Hij staarde me met een kille blik aan. Wat dacht pa eigenlijk,
was hij bang dat ik de chauffeur zou dwingen te stoppen en uit de
auto zou springen? Dit wordt belachelijk, dacht ik.
De chauffeur stapte in en we reden weg. Vreemd, dat ik niet
bedroefd achterom had gekeken naar het huis toen ik was weggelopen,
maar om de een of andere reden dat nu wél deed, misschien door de
klank in pa's stem en zijn opvallend kalme, bijna verslagen
houding.
Toen ik naar Tomkins keek, zag ik een grijns op zijn
gezicht.
'Het is heel wat om te vergooien,' mompelde hij.
'Je weet er niks van,' snauwde ik.
'Natuurlijk niet. Niemand behalve jij weet iets,' antwoordde
hij.
We reden door, en ik realiseerde me algauw dat we in de
richting van de luchthaven reden. Pa had geen gekheid gemaakt toen
hij zei dat het ver weg was. De limousine mocht door een speciaal
toegangshek, rechtstreeks naar het kleine vliegtuig.
'Wat is dat?' vroeg ik.
'Dit is een vliegveld en dat is een vliegtuig,' zei
Tomkins.
'Leuk, hoor. Waarom ga ik met een privé-vliegtuig?'
'Omdat je zo bijzonder bent,' zei hij met diezelfde kille
grijns.
De motoren van het vliegtuig begonnen te draaien zodra we
ernaast stopten. Tomkins stapte snel uit en hield het portier van
de limousine voor me open. De chauffeur keek recht voor zich uit.
Ik aarzelde. Ik had het gevoel dat mijn lichaam diep in de kussens
van de bank was weggezonken.
'Schiet op. Ik heb nog meer te doen vandaag,' snauwde Tomkins.
Toen ik bleef aarzelen, leunde hij naar binnen. 'Wil je dat ik je
uit de auto sleur?'
'Waar ga ik naartoe?'
'Mijn opdracht was je hier te brengen. De piloot weet waar je
naartoe gaat. Vooruit,' beval hij.
Ik wist zeker dat hij de daad bij het woord zou voegen, dus
stapte ik uit de limousine. De wind joeg om ons heen. Tomkins pakte
mijn linkerarm, kneep met zijn dikke vingers stevig in mijn
elleboog en duwde me naar de smalle vliegtuigtrap. Ik boog mijn
hoofd en stapte in het toestel. Er was niemand anders.
De deur werd dichtgegooid.
'Maak je riem vast,' hoorde ik. Ik voelde dat hel vliegtuig
zich in beweging zette.
Ik keek uit het raam. Tomkins stapte weer in de limousine, die
wegreed toen het vliegtuig keerde en het toerental werd
opgevoerd.
Waar waren mijn spullen ? dacht ik plotseling. Ik had niets
uit de limousine zien halen en naar het vliegtuig brengen.
'Wacht!' schreeuwde ik tegen de deur tussen mij en de
cockpit.
Mijn stem verdronk in het gedaver van de motoren.
'Waar ga ik naartoe?'
Het vliegtuig rolde sneller over de startbaan en verhief zich
toen in de lucht.
Ik keek uit het raam.
'Mama,' fluisterde ik.
De zon ging onder achter een wolk toen we hoger stegen.
Ik zag mijn gezicht weerspiegeld in het raam aan de andere
kant.
Ik huilde.
'Arm klein rijk meisje,' hoorde ik mezelf zeggen.