***
2. Huisarrest
Het verbaasde me niets dat ik vaak het idee had dat ik
opgesloten zat in een echoput. Mijn grote huis was gevuld met
woorden die om me heen dansten, herhalingen van dreigementen,
standjes, en altijd en eeuwig veranderende regels. Ik vermoedde dat
in andere huizen de gesprekken van moeders en dochters, vaders en
dochters, broers en zusters, liefdevol door de muren werden
opgenomen, maar niet door die van ons. De warmte in ons huis kwam
van de centrale verwarming, niet van gelach en gezoen, omhelzingen
en liefkozingen.
Een paar jaar geleden keek ik de stapel familiealbums door die
in de zitkamer lagen. Ik was meer geboeid door mijn broer toen hij
jonger was en door zijn relatie met mijn vader en moeder dan door
wie ook. Een van mijn therapeuten beschuldigde me er eens van dat
ik een beetje paranoïde was in dat opzicht. Hij zinspeelde op de
manier waarop ik beschreef hoe mijn moeder naar Carson glimlachte
of Carsons hand vasthield, of hoe mijn vader hem omhelsde toen hij
nog een kleine jongen was, en hoe ze mij vasthielden of naar me
keken toen ik net zo oud was als hij.
Om te beginnen waren er drie keer zoveel foto's van Carson als
van mij. Moeders verklaring was dat mijn vader meer succes kreeg
toen ik nog klein was. en het veel drukker had dan toen Carson
opgroeide. Daarom had hij niet zoveel tijd om zich te ontspannen.
Toen hij succesvoller werd in de zakenwereld, klommen ze omhoog op
de sociale ladder, en moeder kreeg de extra last erbij om hem en
zichzelf voor te stellen aan de welgestelde wereld, zoals zij het
uitdrukte. Ze werd een society vrouw die pronkte met haar veren en
hof hield tijdens diners en bals, en ervoor zorgde dat haar gezicht
op de societypagina's kwam van de kranten en in de plaatselijke
luxe tijdschriften. Als ik ook maar één woord durfde te zeggen dat
door som- migen als een klacht kon worden opgevat, bijvoorbeeld dat
we zo weinig samen deden, kreeg ik te horen dat alle opofferingen
erg belangrijk waren en goed voor de familie, waar ik natuurlijk
bij hoorde, en ik me dus niet verwaarloosd mocht voelen.
In de eerste driejaar van mijn leven had ik drie nanny's, van
wie er volgens mijn vader twee verzekerd wilden worden tegen
oorlogsneurose. Het ergste wat ik deed als kind van nog geen negen
jaar, was denk ik het omgooien van de geparfumeerde kaars in
moeders slaapkamer toen zij en mijn vader gingen dineren bij de
burgemeester. Het was mijn pech, of mijn bedoeling, afhankelijk van
wie het verhaal vertelt, dat de kaars bleef branden. Het kleine
vlammetje zette het doorzichtige nachthemd van mijn moeder in
brand, dat op een hangertje aan de kastdeur hing. Dat veroorzaakte
een grotere brand die zich uitbreidde tot de inloopkast.
We hadden een sprinklerinstallatie in huis. Natuurlijk hadden
we die, want papa was een projectontwikkelaar en op de hoogte van
alles wat nodig en noodzakelijk was. De vlammen zetten de sprinkler
in werking, zodat mama's kleren kletsnat werden en er voor
honderdvijftigduizend dollar aan kleren bedorven werd. Mijn vader
ontsloeg de nanny die ik toen had. Ik wist dat hij, als hij het
gekund had, mij ook zou hebben ontslagen.
'Je hebt je tijd hier gehad als mijn dochter,' zou hij gezegd
hebben. 'Verdwijn! Ga naar een kostschool!'
Ik droomde daar zelfs van en werd huilend wakker. Carson, die
toen vijfentwintig was en nog thuis woonde, was de enige die naar
mijn slaapkamer ging om te zien wat er aan de hand was. Ik vertelde
hem dat ik een nachtmerrie had gehad.
'Mijn advies is om die terug te stoppen in het kussen. Dat zei
moeder altijd tegen me als ik een nachtmerrie had, en het
helpt.'
Het was iets dat ze hem verteld moest hebben toen hij een jaar
of vier, vijf was, dat wist ik zeker; maar ze ging in ieder geval
naar zijn kamer als hij huilde. Mijn tranen maakten haar
zenuwachtig omdat ze ouder was en daardoor sneller nerveus. Het was
streng verboden om haar zenuwachtig te maken, want 'nervositeit
leidt tot een gerimpeld voorhoofd en een bonzend hart'.
'Het was niet mijn opzet om brand te stichten,' zei ik. Vaag
vroeg ik me af of dat misschien wel het geval was geweest. Het was
in de tijd dat ik een therapeut bezocht, die me vertelde dat we
soms zelf niet beseffen wat we heimelijk willen doen. Nu weet ik
dat hij onderbewust bedoelde, maar ik was te jong om dat te
begrijpen, dus noemde hij het mijn heimelijke ik. Hij had me er zo
van weten te overtuigen dat ik een heimelijk ik had, dat ik vaak
even voor een spiegel bleef slaan om te zien of er nog iemand
anders te zien was, die onverhoeds betrapt werd.
Mijn broer Carson bromde wat toen ik beweerde dat ik
onschuldig was. Hij had de neus en de mond van mijn moeder, de ogen
van mijn moeder, maar het brede bovenlichaam en het donkerbruine
haar van mijn vader. Van achteren gezien, vooral van een afstand of
als er niet veel licht is, zijn papa en Carson moeilijk van elkaar
te onderscheiden.
'Je weet wat papa zegt over excuses,' merkte hij op. 'Ze zijn
altijd te gering, te laat, en kunnen net zo goed achterwege
blijven. Gewoonlijk dienen ze alleen maar om het slachtoffer eraan
te herinneren dat hij of zij gekwetst is.' Hij bleef stokstijf
staan, midden in de nacht, en hield een preek tegen me, precies
zoals mijn vader zou doen. Ik kon me niet herinneren dat iemand
ooit tegen me sprak als een volwassene tegen een kind. Bij mij
thuis waren we allemaal volwassen. Of ik het leuk vond of niet, ik
werd nooit beschouwd als een klein kind of een puber, of zelfs als
een jeugdige volwassene.
'In mijn huis nemen we allemaal de verantwoordelijkheid voor
onze daden,' preekte mijn vader. 'Er wordt je gezegd wat goed en
wat slecht is, en dienovereenkomstig bepaal je je eigen gedrag.
Niemand kan beter voor je zorgen dan jij dat zelf kunt; je kunt dat
niet van een ander verwachten of ervan afhankelijk zijn.'
Carson was degene die met het idee kwam om voor mij een
verlies- en winstrekening bij te houden. Alles wat ik brak, per
ongeluk of niet, elk beetje schade dat berekend kon worden, werd
onder verlies genoteerd. Als ik op een dag geld zou verdienen, zou
hij de winst vaststellen en de winst- en verliesrekening bijwerken.
Papa vond het immens slim van hem en wilde zijn idee zelfs
voorleggen aan een paar commerciële tijdschriften.
Ik zei tegen Carson dat het me goed deed hun wat amusement te
verschaffen. Hij snapte het niet of begreep mijn sarcasme met opzet
verkeerd. Ik veronderstel dat ik me altijd gevoeld heb als een
outsider, en ze hadden mij altijd als zodanig behandeld. Mijn
moeder had niet zo verbaasd moeten zijn dat ik in niets op haar
leek.
Vooral nu, in de tijd die ze beschouwde als mijn
debutantenjaren, vroeg ze zich vertwijfeld af waarom ik zo'n
mysterie voor haar was. Waarom wilde ik niet dezelfde dingen die
zij altijd gewild had? Waarom stond ik erop gescheurde
spijkerbroeken te dragen in plaats van de dure designer jeans die
ze voor me had gekocht? Waarom droeg ik nu en dan een ringetje in
mijn neus en in mijn navel? Waarom luisterde ik naar die
afgrijselijke muziek, en vooral, waarom wilde ik nog steeds
rondhangen met vriendinnen die, om met haar te spreken, 'beneden
onze stand' waren?
Ik twijfelde er nooit aan dat ik, als ik niet haar dochter
was, ook beneden haar stand zou zijn. Ze kijkt me nooit echt aan,
ziet me nooit zoals ik ben. dacht ik. Misschien is ze bang voor wat
ze heeft geholpen te creëren. Misschien heeft mijn vader dezelfde
angst. Ik ben een herinnering aan hun grootste fout.
Mijn vader was er zelfs niet toen ik geboren werd. Hij was op
zakenreis. Mijn moeder beschuldigde hem dat hij die reis met opzet
in die tijd gepland had. Ten slotte bekende hij dat hij vond dat
mijn geboorte voornamelijk haar verantwoordelijkheid was.
'Hoezo?' vroeg ze.
'De vrouw,' zei hij, 'is als eerste verantwoordelijk voor het
voorkomen van een zwangerschap, niet de man.'
Zoals hij het beschreef, was de man een onschuldige
omstander.
En dus werd mijn moeder belast met mijn opvoeding. Toen ik al
die problemen had op de openbare school, hoorde ik ze erover
redetwisten.
'Ik weet wat we afgesproken hebben,' zei ze, 'maar ik ben te
oud hiervoor, Henderson. Ze maakt dat ik vóór mijn tijd oud word.
De stress is te zien. Jij hebt niet zoveel te verduren. Jij gaat
weg om je aan je projecten te wijden.'
Hij wees haai" er onmiddellijk op dat die 'projecten'
betaalden voor het grote huis, de dure auto's, dure vakanties,
kilometers kleren in haar inloopkast, en wat dies meer zij.
Dat was het moment waarop ze hem wist te overtuigen dat hij me
met dat geld naar die fantastische particuliere school moest
sturen.
'We moeten haar weghalen uit die kring van jeugddelinquenten,'
beweerde ze.
'Ik denk,' antwoordde hij, 'dal hun ouders die kinderen wel
bij haar willen weghalen. Misschien kunnen we ze vragen bij te
dragen aan het schoolgeld. Ze zouden het waarschijnlijk graag doen
om haar uit de buurt te krijgen,' mompelde hij.
Maar hij liet zich vermurwen en schreef de cheque om mij naar
die particuliere school te laten gaan. En nu werd ik ook van die
school gestuurd.
'Ga direct naar je kamer en blijf daar tot je vader komt,'
beval mijn moeder toen we thuis waren. 'En ik wil niet die muziek
horen tetteren. Blijf rustig zitten en denk na over watje hebt
gedaan en wat er van je is geworden.'
Ik liep de trap op. Ik voelde me nog steeds moe en verveeld en
verheugde me er zelfs op weer in bed te kunnen kruipen. Ik viel
snel in slaap en werd pas wakker toen de honger me deed dromen
overeten.
Moeder was weer weg, dus alleen de twee dienstmeisjes en ik
waren thuis. We hadden er al één nodig om uitsluitend voor moeders
spulletjes te zorgen, haar suite schoon te maken en haar
boodschappen te doen. Ik kon de stofzuigers horen, die elk
stofdeeltje in huis inslikten. Ik slenterde naar de keuken en
maakte een sandwich klaar met kaas en tomaat. Ik had een immense
honger, waarschijnlijk het gevolg van de alcohol die ik had
gedronken. Ik at twee sandwiches en een yoghurtijsje met
chocola.
Gewoonlijk benijden jonge meisjes hun moeder om de een of
andere reden. Mijn vriendinnen op de openbare school vonden over
het algemeen dat ze niet zo mooi waren als hun moeder. Op de
particuliere school was dat anders. Daar hadden de snobs met wie ik
nu en dan wilde praten, geen probleem met hun ego. Ik heb niet zo'n
opgeblazen zelfbeeld, maar ik kan ook niet zeggen dat ik graag op
mijn moeder zou willen lijken. Sommige dingen aan haar bevallen me,
maar we zijn zo verschillend dat ik kan begrijpen dat iemand mijn
geboortebewijs zou willen controleren om zeker te weten dat ze echt
mijn moeder is.
Bij ons was de afgunst omgekeerd als het om ons figuur ging.
Moederlief begreep maar niet dat ik kon eten wat ik wilde zonder
moddervet te worden. Ze was altijd op een of ander dieet en had een
persoonlijke trainer. Een grammetje gewicht erbij, een rimpel, iets
uitgezakts, wat dan ook, en ze raakte in paniek. Toen ik heel klein
was en naast haar liep, viel het me op dal ze vaak stilstond om
zichzelf in een etalageruit te bekijken. Ze kon geen spiegel
voorbijlopen. Eerst dacht ik dat ze controleerde of iemand ons
volgde. Ik draaide me en keek achter me. Het duurde niet lang of ik
zag dat ik gelijk had. Moeder werd achtervolgd door de gedachte aan
ouder worden.
Ik betrapte haar er nu vaak op dat ze naar me keek. Als
afgunst vertaald kon worden in tranen, zou ze haar ogen uithuilen.
De enige voldoening die ze had was me te vertellen dat als ik niet
beter voor mezelf zorgde, ik het op een dag zou berouwen.
'Op een dag zul je wakker worden en vet zien waar het eerst
niet was, of dat stevige kontje van je zal plotseling veranderen in
een zacht kadetje. Je moet iets doen om dat te voorkomen. Je neemt
niet voldoende lichaamsbeweging. Je eet alles wat ik je zeg datje
niet moet eten. Ik kan het weten,' ging ze verder. 'Ik was net zo
slank als jij en ik heb ontdekt hoe moeilijk het is om zo te
blijven.'
Soms was ik rancuneus en voegde opzettelijk nog een schep ijs
toe aan mijn dessert of at een zak Kit Kat-repen waar ze bij was.
Ik wist dat ze ernaar snakte er ook een te eten.
'Wie heeft die in huis gehaald?' riep ze dan uit. 'Ik heb
strikte opdracht gegeven die niet te kopen.'
'Dat heb ik gedaan,' zei ik. 'Ik ben er dol op.'
Ze vluchtte bijna voor mij of mijn desserts.
Toe maar. Hol maar weg. Ik zal nooit zo worden als jij,
bezwoer ik mezelf.
Na mijn late lunch pakte ik mijn draagbare cd-speler en ging
wandelen. Er stond een telefoon in het kleedhuis bij het zwembad,
dus ging ik erheen en belde een van mijn vriendinnen van de
openbare school. Shirley Number. Ik verwachtte dat ze nu wel thuis
zou zijn, en dat was ze ook. Ik vertelde haar wat ik gedaan had en
wat er met me gebeurd was. Ze vond het natuurlijk grappig en
vertelde toen over een paar dingen die zij en de andere meisjes die
ik kende deden. Ik betreurde het dat ik er niet meer bij kon
zijn.
'Zie je Del Grant nog?' vroeg ik. Hij was een jongen uit een
hogere klas op wie ik al verliefd was sinds de onderbouw.
'Nee,' zei ze. 'Herinner je je dat niet meer? O, ik denk dat
ik je dat niet verteld heb.'
'Wat niet?'
'Hij is van school gegaan toen zijn vader hen in de steek
liet. Je weet hoe zijn moeder is. met haar drugs en zo.'
'Van school gegaan?'
'Ja. Hij werkt fulltime in Diablo's Pizza in het
winkelcentrum. Hij zegt dat hij moet helpen om zijn broertje van
zeven en zijn zusje van vijf te onderhouden.'
'O, wat erg voor hem!'
'Hij lijkt me niet echt ongelukkig, maar je kent Del. Als hij
het wél was, zou je het toch niet merken.'
'Heeft hij een meisje?' vroeg ik, terwijl ik mijn adem
inhield.
'Niet dat ik weet. Selma Wisner is straal verliefd op hem en
stalkt hem praktisch, maar hij schijnt niet veel belangstelling
voor haar te hebben.'
'Ik zie je dit weekend in het winkelcentrum,' zei ik.
'Zaterdag.
oké?'
'Heus? Ik dacht dat je niet meer met ons om mocht gaan.'
'Dat mag ik ook niet.'
'Oké,' zei ze lachend, 'we spreken af voor de lunch. Mag je
weg in het weekend?'
'Nee, maar dat heeft me nog nooit tegengehouden,' zei
ik.
Ze lachte weer.
'Ik mis je!' riep ze uit. 'Iedereen is zo... zo gewoon.' Nu
was het mijn beurt om te lachen.
'Tot gauw,' zei ze en hing op.
Ik liep door, voornamelijk aan Del Grant denkend. Het leukst
aan hem vond ik, geloof ik, dat hij een eenling was. Waarschijnlijk
door zijn situatie thuis, vermeed hij het met veel mensen
vriendschap te sluiten. Hij had nooit tijd voor buitenschoolse
activiteiten en was zo vaak afwezig, dat hij de lessen maar
nauwelijks kon bijhouden. Hij was eenzelvig en praatte niet veel op
school, en als ik hem ergens in de stad zag, glimlachte hij of
knikte, maar leek altijd bang om meer te doen dan dat.
Toch vond ik hem niet verlegen. Hij leek meer te weten en
ouder te zijn dan de andere jongens van zijn leeftijd. Ik had het
gevoel dat hij de dingen die voor hen belangrijk waren kinderachtig
of zinloos vond. Hij was schoon en netjes, ook al was hij arm en
had hij niet veel kleren. Soms droeg hij dagenlang hetzelfde. Maar
hij leek goed te zorgen voor het weinige dat hij had. Neal
Sertner
vertelde me dat Dels moeder zijn haar knipte, als ze niet
stoned was. Als het geknipt was, zag hij er stijlvol uit. Zijn
moeder werkte nu en dan in een schoonheidssalon, maar ze had al
zoveel baantjes gehad, was zo vaak ontslagen, dat de mensen zeiden
dat ze niet alleen de bruggen achter zich verbrandde, maar zelfs de
wegen naar de bruggen.
Ik hield van Dels donkere ogen, de manier waarop hij zijn
hoofd enigszins schuin hield als hij naar iemand keek, vooral naar
mij. Ik zag een kracht in hem die ik bewonderde. Hij was echter
niet forsgebouwd. Hij was ongeveer een meter vijfenzeventig en had
het normale gewicht voor zijn leeftijd. Hij had geen krachtige
spieren of brede schouders, maar had een stevig gebouwd lijf, niet
gehard door lichaamsoefening maar door het leven zelf, en in mijn
ogen gaf hem dat een zekere rijpheid waarvoor ik respect had.
Zijn neus was perfect, en zijn lippen waren niet te vol en
niet te dun. Zijn kaak was misschien een beetje scherp, maar hij
had de jukbeenderen van een mannelijk model. Hij liep niet zozeer
zelfverzekerd als wel onverschillig door de gangen van de school.
Hij keek altijd strak voor zich uit, en als hij in de kantine zat
of als ik hem in een klaslokaal zag zitten, staarde hij omlaag en
keek alleen op als hij moest, maar hij leek nooit voor iéts bang te
zijn.
De andere jongens op school bleven uit zijn buurt. Als hij
door een drom leerlingen liep, was het of Mozes de zee scheidde. De
andere leerlingen gingen achteruit. Ze leken bang hem aan te raken.
Ze keken even naar hem en hervatten dan snel hun eigen gesprekken
alsof hij er niet bij was. Ik vond het prachtig dat het Del totaal
niet leek te interesseren. Hun onverschilligheid versterkte de
zijne.
We lijken op elkaar, dacht ik. Op een dag zal hij dat inzien;
hij zal langer naar me kijken, meer met me praten, en hij zal me
begrijpen en glimlachen en me beter willen kennen. Dat was mijn
schoolmeisjesfantasie voordat ik abrupt van de openbare school werd
gehaald en naar de school voor snobs werd gestuurd. Mijn grootste
angst was dat hij zou denken dat ik dat zelf wilde, dat ik gewoon
een verwend rijk meisje was.
'Teal!' hoorde ik moeder gillen. 'Wat doe je daar buiten? Heb
ik je niet gezegd dat je in je kamer moest blijven? Je vader is op
weg naar huis. Ga naar binnen en naar boven,' commandeerde
ze.
Ze had haar Mercedes net geparkeerd, was uitgestapt en had mij
langs de heg van onze tuin zien lopen. Ik zag dat ze een tas had
met de naam van een van haar favoriete boetieks.
ik had behoefte aan wat frisse lucht,' zei ik.
'Je zult meer nodig hebben dan wat frisse lucht. Ga naar
binnen.'
Ik deed wat ze zei en ging naar mijn kamer, waar ik me op bed
liet vallen, met mijn koptelefoon nog op. Ik sloeg mijn armen
mokkend over elkaar en staarde naar de deur. Straks zou mijn vader
die openmaken, en ik moest me voorbereiden op een scène.
Papa kon enorm dramatisch doen. Ik denk dat het kwam door de
zakelijke onderhandelingen die hij moest voeren. Hij kon zich
uitstekend een houding geven en ik kende niemand die je zo strak
kon aankijken en met zijn ogen een gat in je branden. Dat, samen
met zijn scherpe verstand, was waarschijnlijk de reden van zijn
succes. Carson had zijn wiskundige talent geërfd. Ik leek volkomen
te zijn overgeslagen toen de genen van zijn geestelijke
capaciteiten werden verdeeld. Misschien konden we daarom niet met
elkaar opschieten. Als ik in andere opzichten niet op hem had
geleken, zou hij mijn moeder waarschijnlijk van ontrouw hebben
beticht. Zelfs nu nog keek hij me soms aan alsof hij dacht dat ik
verwekt was met een gemengd sperma, van hem en van een of andere
minnaar die mijn moeder gehad moest hebben. Wat voor andere
verklaring kon hij voor mij bedenken?
De deur ging langzaam open, en hij stond op de drempel naar me
te kijken.
Mijn vader sloeg me nooit, hief nooit zijn hand tegen me op.
Ik weet dat veel mensen zouden zeggen dat ik daarom zo geworden
ben. Ironisch genoeg vertelde Carson me dat hij wél door hem was
geslagen en zulke harde klappen kreeg dat het hem duizelde.
Lange tijd hield ik mijn koptelefoon op. Ik wist dat het olie
op het vuur was, maar probeerde het onvermijdelijke uit te stellen.
Maar eindelijk zette ik hem toch af.
'Dronken? Op school?'
Ik gaf geen antwoord.
ik wil zelfs geen excuus horen. Je bent zo slim met je
excuses, Teal. Je zou er eens over moeten denken om advocaat te
worden. Maar dat zou betekenen dat je je schoolwerk serieus moest
nemen en zou moeten proberen ook werkelijk iets te bereiken, iets
anders met je leven te doen dan het leven van alle anderen te
ruïneren en verwoesten en in de war te sturen.
Ik wil niet datje dit huis verlaat voordat ik het zeg,
begrepen?'
'Het huis niet verlaten? Ik hoef niet naar school?' vroeg
ik.
'Je weet wat ik bedoel, Teal. Natuurlijk moetje naar school,
al denk ik niet dat je daar nog veel langer zult blijven. Als ze je
er uitgooien, kom je in een veel slechtere situatie te verkeren,
geloof me, dus als ik je een advies kan geven: zorg dat je je niet
nog meer moeilijkheden op de hals haalt, Teal. Mijn geduld is
uitgeput.'
Ik maakte aanstalten om de koptelefoon weer op te
zetten.
'Een ogenblik, jongedame. Voordatje je zoals gewoonlijk
terugtrekt in je eigen wereld...' zei hij, en liep de kamer door
naar mijn telefoon. Hij haalde de stekker eruit. 'Geen eigen
toestel meer. En je mag niet bellen op de lijnen van je moeder of
van mij, begrepen?'
'Zijn rooksignalen nog toegestaan?'
Hij staarde me aan en voor het eerst zag ik iets meer dan
alleen ongeduld en teleurstelling in zijn ogen. Ze waren niet heet
van woede. Ze waren koud, dodelijk, op me gefixeerd als een slang
op zijn prooi. Er liep een rilling over mijn rug. Ik moest snel
mijn ogen afwenden.
'Je zult dit gezin niet langer kapotmaken, Teal. Je moeder
heeft het opgegeven, en ik heb de tijd noch de bereidheid je als
een klein kind te behandelen en te proberen je ervan te overtuigen
dat je je leven verspilt. Ga niet te ver,' waarschuwde hij.
'Ik haat die school,'jammerde ik. 'Het zijn allemaal snobs,
die zich gedragen of ze een geschenk uit de hemel zijn. Ik heb niet
één echte vriendin!'
'Daarvoor ga je niet naar school. Je bent er voor een
opleiding, niet voor een sociaal leven. Het is een kans die andere
meisjes van jouw leeftijd niet hebben, en je hoort er zoveel
mogelijk van te profiteren.'
'Ik haat die school,' hield ik vol.
'Je bent op die school omdat je niet naar een openbare school
kon zonder in moeilijkheden te raken.'
'Ik ben hier ook in moeilijkheden geraakt,' zei ik, en hij
richtte zich in zijn volle lengte op.
'Zorg ervoor dat dat niet nog eens gebeurt, Teal.' Zijn ogen
versomberden als de lucht bij dreigend hevig onweer.
'Ik wil,' ging hij op zachtere toon verder, 'dat je je tijd
doorbrengt met nadenken over je toekomst, denken aan watje hebt
gedaan met al je privileges. Jij en ik zullen nog bespreken watje
met jezelf wilt gaan doen.'
'Wanneer?' vroeg ik, snel opkijkend. Dat had hij nog nooit
voorgesteld.
'Zodra je bewijst dat ik mijn tijd niet zal verspillen.'
'O.'
'Niet "O". Ik zal het doen als je toont datje het waard bent,
Teal. Ik wil een verbetering zien in je werk op school en in je
gedrag. Ik wil niet zien dat je je moeder nog meer ergernis geeft.
Als je toont dat je je kunt gedragen als een volwassene, zal ik je
behandelen als een volwassene en met je praten als met een
volwassene.'
Wanneer zul je me behandelen als je dochter? wilde ik
antwoorden, maar ik beet op mijn lip en slikte de woorden in.
Hij liep naar de deur, met mijn telefoon in de hand, en
draaide zich toen nog een keer om.
'Je hebt nu huisarrest. Je gaat nergens heen behalve op en
neer naar school, Teal. Begrepen?'
In plaats van te antwoorden zette ik mijn koptelefoon weer op
en ging met mijn hoofd op het kussen liggen om naar het plafond te
staren. Ik wist niet hoe lang hij nog naar me stond te kijken. Ik
wist slechts dat hij, toen ik een tijdje later mijn hoofd ophief,
weg was en de deur gesloten was.
Ik was weer even alleen als altijd.