***
13. Gevangen vogels zingen droevige
liedjes
'Dit is je verhaal,' zei Mr. Meriweather; mijn moeder zat
naast hem. 'We kunnen je buiten de gevangenis houden, voorkomen dat
je berecht wordt als een volwassene, je zelfs buiten een
jeugdgevangenis houden.'
Ik hield mijn adem in, en keek van hem naar moeder en weer
terug naar hem.
'Hoe?'
'Er is een bijzondere school voor jonge meisjes die, laten we
zeggen, alle traditionele methodes om hun gedrag, of liever gezegd
wangedrag, te verbeteren, hebben uitgeput. Hun ouders weten niet
meer wat ze moeten doen, net als je moeder.'
Ik keek haar aan en ze wendde schuldbewust haar ogen af.
'Wat voor bijzondere school?'
'Het is een school die geleid wordt door een specialist in
gedragsverandering, en voor velen is het een laatste kans. Eer ik
verderga moet ik je heel duidelijk aan het verstand brengen datje,
als je daarnaartoe gaat, niet het recht hebt te beslissen datje
daar niet wenst te blijven. Je blijft daar tot er besloten wordt
dat je terug kunt keren en je op redelijke wijze kunt gedragen, en
dan krijg je toch nog een proeftijd. Als je zou proberen te
ontsnappen of weg te lopen uit die school, zou je onmiddellijk weer
voor de rechter komen en veroordeeld worden tot een echte
gevangenis - in jouw geval, gevonnist worden als een volwassene.
Dat is een deel van de deal.'
'Maar hoe lang moet ik op die school blijven?'
'Maanden of misschien jaren. Dat ligt helemaal aan jou. Dat is
het mooie ervan, als we het woord mooi in de mond kunnen nemen. Je
kunt zelf je toekomst bepalen. In een echte gevangenis bof je als
je je eigen stoelgang kunt bepalen,' zei hij met strakke lippen en
ijskoude ogen.
'Dus het is gewoon een school?'
'Nee, ik zeg niet dat het gewoon een school is. Het is een
bijzondere school. Met andere regels, andere activiteiten. Het doel
is je gedrag, je verderfelijke manieren te veranderen en een
productief lid van de maatschappij van je te maken. Je tekent een
contract, waarmee je je overgeeft aan de school. Je moeder tekent
ook,' voegde hij eraan toe, met een blik op haar.
Iets in haar gezicht zei me dat ze hier niet blij mee was, al
had Mr. Meriweather het doen voorkomen alsof ik hierdoor een
afgrijselijke gevangeniservaring kon vermijden. Mijn hart begon
sneller te kloppen.
'Ik weet het niet,' zei ik.
'Je krijgt even tijd om overleg te plegen met je moeder. Dan
moet ik de assistent-officier van justitie op de hoogte stellen, en
daarna gaan we praten met de rechter. Dit is het laatste mededogen
watje van deze rechtbank kunt verwachten,' voegde hij eraan toe, en
stond op.
'Nog één ding. Normaal is het heel erg duur om naar deze
bijzondere school te gaan. Het is een particuliere instelling, maar
een anonieme weldoener heeft gezorgd voor wat we het best kunnen
omschrijven als een beurs voor meisjes wier ouders het niet kunnen
betalen, maar die er toch dringend behoefte aan hebben. Dat is voor
jou weer een geluk op het moment datje dat het hardst nodig
hebt.'
Hij keek naar moeder.
'Ik kom zo terug,' zei hij, en liet ons alleen.
'Wat betekent dat allemaal?' vroeg ik.
'Wat hij zei. Ik wist niet eens dat die school bestond. Hoewel
we zeiden datje de verklaring zou tekenen, was de rechter niet te
bewegen je als een minderjarige te berechten. Het pistool maakte
alle verschil. Je was op weg naar een tijd vol ontberingen in een
instelling met vrouwen die verschrikkelijke dingen hebben gedaan en
je zullen zien als een rijpe vrucht die hun in de schoot valt. Een
maagdelijke vrucht,' voegde ze er bijna fluisterend aan toe.
'Weetje iets over die school?'
'Niet meer dan watje hebt gehoord.'
'Waar is die school?'
'Dat weet ik niet.
'Je weet het niet? Hoe bedoel je, je weet het niet?'
'Ze willen niet dat de ouders weten waar die school is. Ze
willen niet dat de ouders van gedachten veranderen en hun kinderen
gaan halen.'
'Maar als ik je bel en je vertel waar ik ben?'
'Je kunt niemand bellen, Robin.'
'Maar... dal is erger dan de gevangenis. Gevangenen hebben
toch het recht om iemand te bellen?'
'Niet meteen. Ik denk datje na een tijdje kunt bellen. Ik weet
ook niet alles.'
Ik staarde haar aan. 'Je weet helemaal niks, hè? En het kan je
ook niks schelen. Het is een manier om van me af te komen. Dat is
het enige waar je aan denkt.'
'Dat is niet waar. Ik wil niet datje naar een gewone
gevangenis gaat en...'
'En wat?'
ik ben geen goede moeder geweest, en dat zal ik waarschijnlijk
ook nooit zijn,' bekende ze. 'Het is waar wal hij zei. Ik ben niet
in slaat om te doen wat gedaan moet worden. Ik heb hulp nodig. Moet
je dit zien,' zei ze, een vel papier openvouwend. 'Ze hebben me
gevraagd aan te kruisen wat op jou van toepassing is.'
Heeft uw tiener moeite met fundamentele regels in het
gezin?
Is uw tiener ooit van school gestuurd? Heeft hij of zij vaak
gespijbeld?
Gebruikt uw tiener scheldwoorden of onfatsoenlijke taal?
Gaat uw tiener om met verkeerde leeftijdgenoten?
Heeft hij of zij problemen met de wet? Ontbreekt het hem/haar
aan motivatie?
Heeft hij of zij gebrek aan eigenwaarde? Heeft hij of zij
problemen met gezag? Is uw tiener seksueel promiscue geweest?
Manipulerend en/of oneerlijk? Heeft hij of zij geld gestolen of
andere waardevolle dingen uit uw huis?
Verzet uw tiener zich tegen de regels die worden vastgesteld
en negeert hij of zij de gevolgen?
Voelt u zich vaak machteloos ten opzichte van uw tiener?
Ik legde het papier neer.
'Zie je, ik heb alles moeten aankruisen.'
'Mocht wat,' zei ik.
'Ja, mocht wat. Ik teken de verklaring.'
'Kan me niet schelen,' zei ik. 'Teken maar.'
'Op een dag zul je me bedanken.
'Ik kan gewoon niet wachten.'
'Ze nemen je meteen hiervandaan mee, Robin. We krijgen niet de
kans om afscheid te nemen.'
'We hebben al lang geleden afscheid genomen, moederlief.' Ik
zei het met vaste stem, maar ik had een waas van tranen voor mijn
ogen.
Ze knikte.
'Het spijt me, lieverd. Het spijt me dat ik je verdriet heb
gedaan. Watje ook denkt, ik zal altijd van je houden. Ik hoop datje
terugkomt.'
'Terugkomt waarnaar?'
'Naar mij,' zei ze, en deed de deur open. Ze aarzelde even en
deed hem toen dicht.
Het was geen hard geluid, maar mij klonk het in de oren als
een pistoolschot.
Een paar minuten later kwam een politievrouw binnen.
'Ik zou nog maar even naar het toilet gaan,' zei ze. 'Je hebt
een lange rit voor de boeg.'
Ik deed wat ze voorstelde. Toen ik weer buiten kwam, stond ze
op me te wachten.
Ze ging me voor naar buiten, waar een politieauto geparkeerd
stond. Een agent deed het achterportier open en ik stapte in. Ik
realiseerde me dat ik niets anders bezat dan de kleren die ik
aanhad. Ik wilde er iels over zeggen, maar niemand toonde enige
belangstelling, dus hield ik mijn mond.
Ik keek achterom toen de auto wegreed. Ik weet niet waarom.
Iets dwong me ertoe.
Ik zag moederlief op het voetpad staan, de laarzen die ik had
meegenomen in haar armen geklemd.
Ze klemde ze net zo stevig tegen haar borst als ik had
gedaan.
Het was het enige wat we op het ogenblik met elkaar gemeen
hadden.
Maar het was voldoende om de tranen te bevrijden die in mijn
hart zaten opgesloten.