***
8. Een ramp onderweg naar een ramp
Carson, papa en twee politieagenten draaiden zich naar me om
op het moment dat ik de deur opende en binnenkwam.
'Daar is ze,' zei Carson hoofdschuddend.
Papa deed een stap naar voren, de twee politiemannen aan beide
kanten naast hem. Een van hen had een klembord in de hand. Ze zagen
er allemaal uit of ze op het punt stonden me aan te vallen.
'Wat is er?' riep ik, met uitgestoken handen.
'Je moeder,' begon papa, 'viel flauw toen ze dit alles hoorde.
Ze is boven in haar slaapkamer. Ik heb dokter Stein gebeld, die wil
dat ik haar naar zijn praktijk breng om haar bloeddruk op te
nemen.' Hij zweeg even, keek naar Carson, en ging toen op luide
toon verder. 'Ze had een beroerte kunnen krijgen, Teal. Mensen
krijgen een beroerte op die manier.'
'Wat heb ik gedaan?'jammerde ik.
'Vertel het haar,' beval papa de agenten. De langste van de
twee, met het donkere haar, die links van hem stond, deed een stap
naar voren. Hij hield het klembord hoger en scheurde het bovenste
blad eraf.
'Ken je een zekere Shirley Number?'
'Natuurlijk,' antwoordde papa voor mij.
'Papa,' zei Carson zacht, 'misschien kun je haar beter niets
laten zeggen tot je Gerald Gladstone hebt gebeld.'
'Ik ben niet van plan mijn goede geld uit te geven aan een
advocaat,' schreeuwde mijn vader bijna.
Carson trok zijn lippen naar binnen en deed een stap
achteruit.
ik zou graag willen dat jij mijn vragen beantwoordt,' zei de
agent, 'en niet je vader. Goed, ken je haar?'
'Ja, ik ken Shirley. En?' snauwde ik.
Papa's gezicht werd zo rood dat het op een overrijpe tomaat
leek. Ik dacht dat hij degene was die een beroerte kon krijgen,
niet mama.
Hij wees naar me met zijn rechterwijsvinger.
ik raad je aan om berouw te tonen, Teal. Je enige hoop is dat
mensen die je niet kennen medelijden met je zullen hebben.'
Ik wendde mijn hoofd af, zodat de agent de tranen in mijn ogen
niet zou zien. Er was meer liefde tussen Del en zijn vader die zijn
gezin in de steek had gelaten, dan er was tussen mij en mijn vader,
dacht ik. Hoeveel nachten had hij wakker gelegen, wensend dat mijn
moeder een abortus had gehad?
'Shirley Number had een diamanten armband in haar bezit. Wat
weet jij daarvan?' vroeg de agent. Ik kon aan zijn gezicht zien dat
hij het antwoord al wist.
Dus dat was het. Ik voelde het bloed uit mijn gezicht
wegtrekken. Shirley had me verraden. Waarom had ze niet een of
ander verhaal verzonnen? Zeggen dat ze hem had gevonden, of wat dan
ook? Mooie vriendin. Ze had kennelijk de politie op mijn spoor
gezet. Ze was zelfs de naam van oppervlakkige kennis niet
waard.
Toen ik naar papa keek, zag ik dat ik door de uitdrukking op
mijn gezicht en mijn zwijgen de vraag van de agent bevestigde. Hij
knikte alsof hij niet anders verwacht had.
'Ze weet er alles van, hè, Teal?' vroeg hij.
Ik wendde weer mijn blik af. Moest ik liegen? Moest ik net
doen of ik van niets wist? Misschien kon ik het nog omdraaien. Ik
zou Shirley de schuld kunnen geven. Ik zou kunnen ontkennen,
ontkennen, ontkennen. Waarom zou ik haar beschermen?
'De vader van Shirley Number heeft de politie gebeld en we
hebben haar ondervraagd. Ze beweert dat jij haar de armband gegeven
hebt,' ging de agent verder. 'Ze zei dat jullie een soort
winkeldiefstal spel speelden, een wedstrijd wie het duurste
voorwerp kon stelen in het winkelcentrum. Is dat waar?'
Wat had ze niét verzwegen? Wat een lafbek, dacht ik.
'In godsnaam, Teal, vertel in ieder geval de waarheid als je
geen andere keus hebt,' zei papa.
'Ja,' gaf ik toe. 'Het is waar. Het was maar een spelletje.'
voegde ik eraan toe om het onschuldig te doen lijken.
'Dus je bekent dat je de armband hebt gestolen uit de juwe-
lierszaak van Mazel?' ging de agent verder, op de toon van een
openbare aanklager.
Ik gaf geen antwoord. Ik had hem genoeg verteld. Laat hem ook
maar wat werk doen, dacht ik. De agent richtte zich tot papa.
'Toen we het verhaal hadden gehoord, zijn we naar Mazel
gegaan. Hij controleerde het etui van de armband in kwestie en
ontdekte dat de juiste armband er niet in lag. Hij herinnerde zich
dat uw dochter binnenkwam om een cadeau te kopen. Hij zei dat de
armband die ze omruilde de helft van de waarde had.'
'Je hebt een armband omgeruild? Wat voor armband was dat,
Teal?' vroeg papa.
Ik sloeg mijn armen over elkaar en staarde naar de
grond.
'Nou?' schreeuwde hij.
'Die mama voor me gekocht heeft toen ik vijftien werd,' flapte
ik eruit.
Papa's hoofd ging op en neer als de kop van die
speelgoedhondjes die mensen achter in de auto zetten.
'Ik wist het. Koop maar dure cadeaus voor haar. Nu zie je waar
dat toe leidt,' ging hij tekeer alsof moeder vlak achter hem
stond.
'Dus je bekent datje de armbanden hebt omgeruild?' vroeg de
agent.
'Pa,' zei Carson waarschuwend.
'Nee, we beschermen haar niet, Carson. Laat ze er maar voor
boeten,' zei hij tegen mijn broer.
Ik zag het aan zijn gezicht. Mijn broer maakte zich geen
zorgen over mij, maar over de reputatie van de familie, vooral nu
hij verloofd was met de dochter van een gerespecteerde en
invloedrijke vader. Krantenkoppen flitsten voor zijn ogen en
maakten dat hij zich diep schaamde.
'Ja,' schreeuwde ik tegen de agent, ik heb die armbanden
omgeruild. Zijn jullie nu tevreden?'
'We zullen haar mee moeten nemen naar hel bureau,' zei de
agent tegen mijn vader. 'Dit is heel serieus. Je zou het zelfs een
ernstig misdrijf kunnen noemen,' zei hij, terwijl hij me strak
aankeek met zijn kille blauwe ogen.
Hij probeert alleen maar me bang te maken, dacht ik, maar
Carson leek met het ogenblik meer te verbleken. Meestal probeerde
hij zelfs te negeren dat ik zijn zus was. Nu zou hij misschien pro-
beren het te ontkennen. Misschien zou hij tegen zijn vrienden
zeggen dat ik in werkelijkheid geadopteerd was.
'Een ernstig misdrijf?' vroeg hij ademloos.
'De verkoopprijs van de armband is tienduizend dollar,' zei de
agent. 'Dat is een serieuze diefstal.'
Papa bleef knikken alsof de beoordeling door de agent hem
plezier deed. Hoe meer hij knikte, hoe meer mijn maag ineenkromp.
Ik voelde hoe de pijn zich verspreidde naar mijn borst. Hij keek zo
zelfvoldaan, alsof hij mijn hele leven kon voorspellen en deze
scène tot in details had voorzien.
'Neem haar mee en doe wat u moet doen,' zei hij tegen de
politieagent. Hij draaide zich om alsof hij me niet langer aan kon
kijken.
Ik keek naar Carson. Hij leek nu echt bedroefd voor me; zijn
bedroefdheid won het van zijn afkeer.
'Kom mee,' beval de agent.
Ze gingen tussen mij en mijn vader en broer staan.
ik wil eerst mama zien,' riep ik.
'Ze wil je niet zien,' mompelde papa.
'Nee. Ik ga niet mee voor ik haar gezien heb,' hield ik vol.
Zij zou hem overhalen me te helpen.
'Je krijgt haar niet te zien, Teal. Ze heeft een van haar
tranquillizers ingenomen en ze rust nu,' zei papa. ik sta je niet
toe haar gezondheid nog één seconde langer in gevaar te
brengen.'
'Ik dacht datje zei datje met haar naar de dokter zou
gaan.'
'Later. Op het ogenblik wil niemand een voet buiten dit huis
zetten. De schande is zo groot dat we die in de lucht kunnen
voelen.'
Hij knikte naar de agent, en degene met het klembord pakte
mijn elleboog vast en draaide me met geweld om naar de deur.
'Mama!' schreeuwde ik bij de trap.
'Papa!' riep Carson.
'Laat haar gaan,' hield mijn vader vol.
Ik weet niet waarom ik zo verbaasd was, zo geschokt over de
houding van mijn vader. Per slot had hij me al eens laten
arresteren voor autodiefstal.
Ik werd naar buiten gebracht naar de patrouillewagen, waar ik
op de bank achter de tralies werd gezet, een plek die me steeds
vertrouwder begon te worden. Het portier sloeg weer dicht en even
la- ter reden we weg van het huis. Ik leunde achterover op de bank,
vervloekte eerst Shirley en toen mezelf omdat ik zo stom geweest
was haar te vertrouwen.
Toen we op het politiebureau kwamen, keek de brigadier achter
de balie me aan alsof ik een beroepsmisdadigster was.
'Wat is er gebeurd, miste je je cel en wilde je daar weer naar
terug?' vroeg hij besmuikt. Toen grinnikte hij naar de andere
politiemannen.
Opnieuw maakte ik de boekingsprocedure door en werd ik naar de
Spartaanse cel geleid, waar nu een wollen deken op de bank lag. Een
man die eruitzag als een dakloze lag te slapen op de grond van een
cel aan de overkant van de gang. Toen ik opgesloten was, besefte ik
dat het deze keer geen zin had om om mijn enige telefoongesprek te
vragen. Wie kon ik bellen die me zou kunnen helpen? Mijn vader
wilde niet dat ik met mijn moeder sprak.
Ik kroop naar de bank. legde mijn hoofd op de opgevouwen deken
en sloot mijn ogen. Als ik geluk heb, dacht ik, val ik misschien in
een permanente slaap, zoals Doornroosje, en word ik niet meer
wakker voordat Del besloten had dat ik gelijk had gehad en was
gekomen om me een zoen te geven en me mee te nemen, net als de
sprookjesprins. En natuurlijk zouden we nog lang en gelukkig
leven.
Ik bleef er de hele nacht en de helft van de volgende dag
voordat Carson me kwam halen. Papa had hem als een loopjongen
hiernaartoe gestuurd om die onaangename taak te verrichten.
'Wat gaat er met me gebeuren, Carson?' vroeg ik. Ik was stijf
door het gebrek aan comfort en erg moe.
'Gelukkig voor je kalmeerde papa genoeg om te beseffen dat de
familie er niets mee zou opschieten als jij veroordeeld werd voor
een misdrijf en naar de gevangenis zou worden gestuurd,' vertelde
hij me toen we het bureau verlieten. 'Hij is naar Mazel gegaan en
heeft hem ertoe bewogen de aanklacht in te trekken.'
'Heeft hij dat gedaan?'
'Ja.' zei Carson, die bij de auto bleef staan. 'Weet je
hoe?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Door de ketting te kopen. Ja, Teal, het heeft hem tienduizend
dollar gekost om jou uit de rotzooi te halen. Tienduizend dollar!
En moeder weigert hem te dragen. Ze zegt dat hij haar alleen maar
zou herinneren aan je afschuwelijke daad.'
'Schrijf je dit bij op de verlies- en winstrekening die jij en
papa over me bijhouden?'
'Toe maar, ga zo maar door, slimmerik, dan zul je zien wat je
daarmee bereikt,' zei hij, en stapte in de auto.
Even dacht ik erover om me om te draaien en weg te lopen,
zelfs zonder een cent op zak. Ik zou er beter aan toe zijn als ik
op straat leefde, dacht ik.
'Stap in, Teal. We hebben nog een hoop te doen,' beval
Carson.
Ik stapte in en sloeg uitdagend mijn armen over elkaar.
'Hij betaalde die tienduizend niet voor mij,' zei ik. 'Hij
deed het voor hemzelf en voor jou, om de zaak te sussen.'
'Dat is hetzelfde,' zei Carson, terwijl hij wegreed. 'We zijn
familie.'
'We worden geacht familie te zijn. We zijn geen familie,
Carson, bij lange na niet.'
'O, hemel. Welk liedje krijgen we nu weer te horen? Het arme
verwaarloosde dochtertje?'
'Nee, je hoort geen woord meer van me.' Ik perste mijn lippen
op elkaar.
Hij ratelde maar door over de opofferingen die onze ouders
zich hadden getroost voor ons beiden, vooral voor mij, en beschreef
de moeite die ze hadden gedaan en nog deden om mij zover te krijgen
dat ik me volwassen en verantwoordelijk gedroeg en een behoorlijke
toekomst zou hebben. Terwijl ik daar zat en zijn woorden het ene
oor in en het andere uit gingen, bedacht ik hoe mijn moeder, vader
en broer op elkaar leken zodra een van hen het tegen mij had. Nooit
had ik intenser het gevoel gehad dat ik aan de ene kant en zij aan
de andere kant stonden als op deze ochtend.
'Papa zei dat je in je kamer moet blijven tot hij vandaag
thuiskomt,' zei Carson toen we bij het huis waren.
'Wat is er met mama gebeurd? vroeg ik.
'Ze is bij de dokter geweest, en hij heeft haar nieuwe
tranquillizers gegeven, maar ze had vanmorgen een afspraak met
Waverly Taylor en de huwelijksplanner, en heeft haar medicijnen nog
niet ingenomen.'
'Flink van haar,' mompelde ik.
'Weetje, Teal,' zei Carson met samengeknepen ogen. ik geloof
niet dat iets wat pa doet enig verschil voor je zal maken. Je bent
een ramp onderweg naar een ramp. Het is slechts een kwestie van
tijd en van watje nu weer gaat doen om jezelf te gronde te richten,
en eerlijk gezegd ben ik niet van plan daarvan nachtenlang wakker
te liggen.'
'Alsof je dat ooit gedaan hebt,' zei ik, stapte uit en smeet
het portier achter me dicht.
Hij reed weg voordat ik bij de deur was.
Ik zag de auto verdwijnen over de oprit. Ik heb me altijd enig
kind gevoeld, dacht ik. Dit bevestigt het alleen maar. Ik wilde
blij zijn. Ik wilde uitdagend en onsympathiek zijn en me er niets
van aantrekken, maar toch kwamen de tranen in mijn ogen. Waarom
waren Carson en ik zo anders? Was het alleen omdat ik zoveel later
geboren was? Hel was echt of we twee verschillende ouderparen
hadden. Waarom was hij de gelukkige? Waarom was hij als eerste
geboren, toen ze nog naar een kind verlangden en meer tijd hadden
om lief te hebben?
Het was zo gemakkelijk voor Carson om vanaf zijn bergtop
minachtend op me neer te kijken. Hij was met steun en liefdevolle
zorg door alle dalen gevoerd en over alle moeilijke terreinen, en
met zachte hand neergezet op een plek waar succes en aanzien hem
wachtten. Ik worstelde nog steeds om een poot aan de grond te
krijgen, me vast te houden aan iets dat me zelfs maar de schijn gaf
van respectabiliteit en eigenwaarde. Was het werkelijk allemaal
mijn schuld?
Ik ging naar binnen en naar mijn kamer. De ervaring van mijn
arrestatie en gevangenneming zonder enig hoopvol vooruitzicht was
geestelijk en emotioneel veel uitputtender geweest dan ik deze keer
verwacht had. Zodra ik op bed lag viel ik in slaap. Uren later
voelde ik het bed bewegen en deed mijn ogen open. Pa stond op me
neer te staren.
'Heb je genoten van je tweede nacht in de gevangenis,
Teal?'
Ik gaf geen antwoord, maar draaide me om en staarde uit het
raam naar de grijze lucht.
'Oké,' zei hij. 'Tot nader order doen we het als volgt. Ik heb
een chauffeur aangenomen die je 's morgens naar school brengt en
aan het eind van de dag weer thuisbrengt. Hij brengt je nergens
anders naartoe, dus vraag hem dat niet. Je komt thuis, maakt je
huiswerk, eet, en gaat rechtstreeks naar je kamer. Je spreekt met
niemand buiten dit huis, accepteert geen uitnodigingen, zelfs niet
om te gaan winkelen, wat voor jou toch alleen maar stelen betekent.
Je zult met je moeder de dingen mogen kopen die je nodig hebt voor
Carsons huwelijk. Verder breng je je weekends hier in huis en in de
tuin door. Je nodigt niemand hier uit.'
'Ik zou beter af zijn geweest in de gevangenis.' kermde
ik.
'Misschien had ik je voor de rechter moeten laten komen en je
tot een gevangenisstraf laten veroordelen, Teal. Misschien zou dat
de enige manier zijn geweest om het goed tot je te laten
doordringen dat je daar niet beter af zou zijn. Maar er zijn andere
mensen met wie ik rekening moet houden, andere mensen die er meer
door gekwetst zouden zijn dan jij, en daar kun je dankbaar voor
zijn. Anders, geloof me, zou ik je daar gelaten hebben. Niets van
wat ik verder heb gedaan of geprobeerd te doen heeft enig succes
gehad.
Ik kan je verzekeren," ging hij verder, 'dat als je op school
weer in moeilijkheden raakt, als je cijfers omlaaggaan, dit
huisarrest zal voortduren. Je therapeut noemt dit strenge liefde.
Al zul je dit niet willen geloven, het is moeilijker voor je moeder
en mij dan voor jou. Ik probeer me op mijn werk geen zorgen te
maken over je moeder en jou. maar dat valt niet mee.'
'Misschien ga ik dood en ben je dan gelukkig.'
'Zelfmedelijden werkt niet bij mij, Teal. Verspil je tijd niet
aan tranen en dreigementen en gekerm. Je zult je gedragen. Op de
een of andere manier zal ik daarvoor zorgen.'
Hij liep naar de deur, maar bleef toen staan en draaide zich
weer naar me om.
'Het enige dat voor je pleit is het feit datje deze walgelijke
daad hebt gedaan voordat je gedrag op school vooruitging. Ik hoop
dat je werkelijk een andere weg bent ingeslagen en veel
gewetensonderzoek doet en op het juiste pad blijft. In dat geval
zullen we de beperkende maatregelen wat versoepelen. Hoe je leeft
en hoe je van je leven geniet ligt dus vanaf dit moment uitsluitend
aan jezelf.'
'Dat is altijd zo geweest,' mompelde ik. Als hij me hoorde,
nam hij niet de moeite te reageren. Hij staarde me nog even aan en
ging toen weg, deed de deur achter zich dicht.
Het klonk me in de oren als hel geluid van een dichtslaande
celdeur, ratelend en rammelend.
Toen moeder thuiskwam, keek ze me aan alsof ik iemand was die
aan een terminale ziekte leed. Haar gezicht was vol medelijden,
haar ogen zagen dof van verdriet.
'Teal,' zei ze. Ze sprak mijn naam uit zoals ze zou doen als
ze aan mijn graf stond. 'Teal, ik heb zo'n medelijden met je, ik
voel me zo hulpeloos. Vergeet je vader, je broer en mij even. Als
je mensen slecht behandelt, denk je dan ooit aan het verdriet dat
je ze doet? Kun je je voorstellen hoe die arme meneer Mazel zich
voelde toen hij zijn verlies ontdekte? Hij heeft een kleine
familiezaak. Denk je daar ooit wel eens bij na?'
Ik gaf geen antwoord, maar ik wist dat het een kort antwoord
zou zijn: Nee. Wat ik ook deed, ik deed het impulsief, in een
opwelling. Ik stond nooit stil bij de gevolgen voor mijzelf en voor
de mensen die erbij betrokken waren. Ik leek op een hysterica, wild
om me heen slaand, naar alle kanten zoekend naar wat verlichting
van mijn eigen ellende. Dat hadden de therapeuten me tenminste doen
inzien.
Maar ik wist absoluut niet hoe ik dat aan mijn moeder moest
uitleggen, dus bleef ik haar blik vermijden. Ze zuchtte diep als
altijd en ging toen verder. 'Ik denk dat ik je volledig in handen
van je vader zal moeten geven, Teal. Ik kan me er niet meer mee
bemoeien. Ik kan niet langer voor je pleiten. Ik heb je
teleurgesteld.' Toen ze dat zei keek ik haar aan.
O, moeder, dacht ik, je weet de helft nog niet. Je hebt geen
idee hoe lang je me al teleurstelt: mijn hele leven. Misschien zag
ze het in mijn ogen, want ze draaide zich abrupt om en liep weg,
terug naar haar favoriete onderwerpen: Carsons huwelijk en andere
sociale evenementen.
Pa had geen gekheid gemaakt wat die chauffeur betrof. Hij had
blijkbaar een voormalige gangstermoordenaar ingehuurd, dacht ik,
want de man, een forsgebouwde, donkerharige man met kraalogen en
een nek als van een jonge stier, staarde me aan met een strak
gezicht, dat uitschreeuwde: 'Bezorg me geen last'. Hij stelde zich
niet voor en zei zelfs geen goedemorgen. Hij bromde wat tegen me en
startte de motor. Pa had me wél verteld dat hij Tomkins heette,
maar ik wist niet of dat zijn voor- of achternaam was.
Aan het eind van de dag stond hij bij de auto met de houding
van een geheim agent. Ik zag de nieuwsgierigheid op de gezichten
van de andere leerlingen. Natuurlijk waren er ook anderen die door
een auto met chauffeur van en naar school werden gebracht, maar de
meesten moesten met de bus, net als ik tot nu toe.
Toen ik die eerste dag naar de auto liep, keek Tomkins op zijn
horloge.
'Je bent tien minuten te laat,' zei hij bestraffend.
'Een van mijn Ieraren heeft me laten blijven om me iets uit te
leggen. Soms moet ik een uur of zo langer blijven om werk in te
halen,' antwoordde ik.
'Dit is het tijdstip om je op te halen,' zei hij vastberaden,
en tikte op zijn horloge. Hij zag eruit of hij elk moment op me af
kon springen en mijn hoofd eraf slaan. 'Als er veranderingen
gemaakt worden, moeten die afkomstig zijn van je vader. Anders moet
ik naar binnen en je komen halen. Op de een of andere manier zal ik
dat doen,' ging hij verder. Hij liet weinig aan mijn verbeelding
over. Hij deed het achterportier open en snauwde: 'Stap in.'
Ik weet niet op wie ik kwader was op dat moment: op mijzelf
omdat ik in die situatie was geraakt, op Del omdat hij ons droom
plan had verzaakt, of op mijn vader die net een gevangeniscipier
was. De rit naar huis was somber - geen muziek, geen conversatie.
Toen we voor ons huis stopten, bleef Tomkins nog een tijdje wachten
tot hij zeker wist dat ik naar binnen was. Ik verwachtte niet
anders dan dat hij buiten voor de deur geparkeerd zou staan, om te
zien of ik het gebod van mijn vader niet overtrad en huis en tuin
verliet.
Mijn tweede schok kreeg ik toen ik me verkleed had en naar
beneden ging om Del te bellen in het pizzarestaurant om te vragen
hoe het hem ging. De wandtelefoon in de keuken was verdwenen en de
telefoon in de zitkamer ook. De deur van pa's werkkamer was op
slot. Er was geen telefoon beneden die ik kon gebruiken. Ik draaide
duizelig rond in de gang, alsof ik net uit een draaimolen kwam. Ik
leef echt in een gevangenis, dacht ik. Erger nog. Eenzame
opsluiting.
Kwaad en zelfs een beetje in paniek liep ik haastig de gang
door naar de trap en ging naar boven. Er waren twee telefoons in de
slaapkamer van mijn ouders, maar tot mijn teleurstelling was ook
die deur op slot. Boos rammelde ik eraan.
'Dit kun je niet maken!' schreeuwde ik.
Een van de dienstmeisjes beneden riep iets terug om te vragen
of er iets mis was. Ik gaf geen antwoord. Ik liep naar mijn
slaapkamer en smeet de deur dicht. Pa's strategie was de telefoons
weer terug te brengen als hij aan het eind van de dag thuiskwam.
Moeder werd strikt verboden me op hun telefoons te laten bellen. Ik
had het gevoel dat ik gewurgd werd.
Ik loop weg, dacht ik. Ik doe het.
De volgende dag wist ik Lisa Hardwick over te halen me haar
mobiel te laten gebruiken tijdens de lunch. Del was net in het
pizzarestaurant gearriveerd om aan het werk te gaan. Snel vertelde
ik hem wat er gebeurd was, zodat hij niet zou denken dat ik hem
vermeed of had besloten hem nooit meer te zien of tegen hem te
praten.
ik had zo'n idee dat er iets dergelijks zou gebeuren, Teal. Je
bent te ver gegaan toen je die armband stal, en het was stom om hem
aan iemand als Shirley te geven.'
ik weet het. Ik probeerde alleen maar indruk op je te
maken.'
Dat stemde hem milder.
'Ja, goed. Wees jezelf, Teal, zoals je bent met mijn broertje
en zusje. Dat is voldoende om indruk op me te maken.'
'Daar ben ik blij om, Del. Ik mis ze. Ik mis jou. Hoe gaat
het?'
'Mijn moeder heeft nog steeds haar baan en tot dusver gaat het
prima. Ik hou natuurlijk mijn adem in, maar de vooruitzichten
lijken goed.'
ik ben blij voor je, Del.'
'Doe niks waardoor je nog meer moeilijkheden kunt krijgen,'
zei hij. 'Misschien zal je vader de teugels dan wat laten
vieren.'
'Dat betwijfel ik, Del, en ik haat mijn chauffeur. Hij is net
een gevangenisbewaarder! Je wilt me toch nog wel zien, hè?'
'Natuurlijk.'
Ik had nog zoveel willen zeggen, maar Lisa stond naast me, en
wilde haar telefoon terug hebben.
'Ik bel je weer. Ik verzin wel wat.'
'Hoe dan ook,' zei hij, 'wees voorzichtig.' Toen zei hij dat
hij weer aan het werk moest.
Ik klapte de telefoon dicht en gaf hem aan Lisa.
'Dank je,' zei ik. 'Mag ik hem morgen nog een keer
gebruiken?'
'Het is duur om te bellen,' antwoordde ze, en maakte een
grimas door haar beugel heen.
ik geef je tien dollar voor vijf minuten, oké?' Ze haalde haar
schouders op.
'Misschien,' zei ze, genietend van haar macht over mij en van
mijn wanhoop, ik zal wel zien.'
Ik haatte die snobs, die zo minachtend op anderen neerkeken
die ze als hun minderen beschouwden.
Mijn dag komt nog, dacht ik. Mijn dag komt.