***
8. Ik glijd dieper de afgrond in
De rest van de week kwam Keefer me elke avond opzoeken. Ik had
feitelijk geen omgang met iemand anders. Kathy Anns ouders hadden
gehoord over het ongeluk, uit haar eigen mond of via roddels van
mensen in het gebouw die er getuige van waren geweest, en verboden
haar bij mij in de buurt te komen, anders zou ze huisarrest krijgen
tot de school weer begon. Ze kwam het me in de wasruimte
vertellen.
'Natuurlijk kunnen we wel eens in de stad afspreken.' zei ze,
'maar ik kan niet boven komen.'
'Maak je geen zorgen. O, hoe gaat het met Axel?'
Ze sloeg haar ogen neer.
'Er is hem toch niets ergs overkomen?'
'Hij heeft me niet meer gebeld sinds die avond, en ik had nog
wel iets voor hem gekocht,' klaagde ze.
'Nou ja, zo zijn footballspelers,' zei ik, alsof ik uit
ervaring sprak. 'Misschien heeft hij een klap op zijn hoofd gehad
na die avond,' opperde ik. 'Hoe gaat het met Charlotte Lily?'
'Goed, denk ik.' Haar gezicht klaarde op. 'Ik heb haar verteld
over jou en Keefer en zo, en ze klonk jaloers.'
'Waarom? Ze zei toch dat ze hem niet de moeite waard
vond?'
Kathy Ann haalde haar schouders op, keek nerveus uit het raam
en zei toen dat ze zou proberen me later weer te zien. Ze liep
haastig weg.
Ik word hier nu als een melaatse beschouwd, dacht ik.
Moederlief, als je succes zult krijgen, doe het dan een beetje
gauw, zodat we in een betere omgeving kunnen gaan wonen.
Waar moederlief en Cory wél in slaagden was een
sollicitatiegesprek voor me regelen voor die baan in de supermarkt.
Ze was er zo enthousiast over dat ze zelfs 's morgens vroeg opstond
om me naar de supermarkt te rijden, waar ik de manager zou spreken,
een man die Al Ritter heette. Hij was mager en donker, met een heel
zwarte snor en de diepste gleuf in zijn kin die ik ooit gezien had.
Zijn kantoor hing vol met aanplakbiljetten en zijn bureau was
begraven onder formulieren en poststukken.
Ik moest beginnen met een sollicitatieformulier in te vullen.
Eén vraag luidde of ik, de sollicitante, ooit was gearresteerd.
Daar de datum voor mijn verschijnen in de rechtbank naderde en ik,
als ik de baan kreeg, vrij zou moeten vragen om erheen te gaan,
besloot ik de waarheid te vertellen en vulde in: ja. Eerst dacht ik
dat het er echt niet toe deed. Hij keek het formulier zo snel door,
dat ik dacht dat hij Cory of mijn moeder al had beloofd me te
zullen aannemen.
Hij begon met me te vertellen dat hij gewoonlijk alleen jonge
studentes aannam, omdat zij het geld hard nodig hadden en
betrouwbaar waren. Toen pakte hij het sollicitatieformulier weer
op, keek het nog eens door, en bleef toen stil zitten. Langzaam
sloeg hij zijn ogen op.
'Waarvoor ben je gearresteerd?'
'Winkeldiefstal,' bekende ik.
'Waar?'
'Hier in Nashville. Ik moet volgende week voor de rechter
verschijnen,' zei ik zo achteloos mogelijk.
'Aha,' zei hij. 'Goed, we zullen wachten tot we weten wal er
met je gaat gebeuren.'
'Zoals u wilt,' zei ik, haalde mijn schouders op en liep het
kantoor uit. Mijn moeder zat in haar auto te wachten, haar hoofd
achterover, haar ogen gesloten, luisterend naar een van haar
bandopnamen.
Zodra ik het portier opende, ging ze rechtop zitten en zei:
'En?'
'Hij wil wachten tot volgende week, om te zien wat er
gebeurt.'
'Volgende week? Waarom volgende week? Wat moet er volgende
week gebeuren?'
'Dan moet ik voor de rechter verschijnen, weetje nog
wel?'
'Hè? Maar hoe wist hij... heb je hem verteld dat je
gearresteerd bent?'
'Dat was een van de vragen op het sollicitatieformulier. Onder
aan het formulier staat dal als je met opzet valse informatie ver-
schaft, je terstond kunt worden weggestuurd, wat, geloof ik,
betekent datje op staande voet wordt ontslagen.'
Ze staarde me met samengeknepen, donkere ogen aan.
'Dat heb je met opzet gedaan, Robin. Je hebt ervoor gezorgd
dat hij je niet zou aannemen, en dat terwijl Cory hem had gevraagd
ons een dienst te bewijzen.'
'Had je gewild je dat ik zou liegen, moederlief? Dat is geen
methode om een carrière te beginnen in de supermarkt.'
'O, jij... jij...' Ze mompelde iets en startte de motor. 'Ik
begin bijna te hopen dat ze je volgende week inderdaad naar de
gevangenis sturen.'
Ik zei niets. Ze leek een traan weg te pinken voor we
terugreden naar huis. Cory sliep nog.
ik weet niet wat er van je terecht moet komen, Robin, behalve
dat je je steeds dieper in de problemen werkt,' zei ze, toen we
binnen waren.
ik zal het huishouden hier doen,' bood ik aan. 'Als je wilt
zal ik koken op de avonden dat jullie thuis kunnen eten.'
Ze keek me onderzoekend aan om te zien of ik het serieus
meende, en knikte toen.
'We zullen zien,' zei ze. Toen liep ze naar de slaapkamer en
deed de deur zachtjes achter zich dicht.
'Bedankt dat je me voor gek hebt gezet,' zei Cory, toen hij
het verhaal had gehoord en was opgestaan. Hij maakte de koelkast
open, haalde het sinaasappelsap eruit en dronk uit de fles, wat het
heel wat minder aantrekkelijk maakte om eruit te drinken.
'Dat kun je zelf ook wel,' zei ik.
Hij keek me zo woedend aan, dat ik dacht dat ik over de
schreef was gegaan en hij me aan zou vliegen. Ik zette me al
schrap, maar hij kalmeerde toen ik zei: ik vond niet dat ik hoorde
te liegen tegen een vriend van je. Dat zou het nog erger hebben
gemaakt.'
Hij fronste zijn wenkbrauwen.
'Als ik was aangenomen en vrij had moeten vragen om naar de
rechtbank te gaan, geloof je dan niet dat hij een beetje
achterdochtig zou zijn geworden en zich hebben geërgerd datje hem
dat niet verteld had?'
'Je had je ziek kunnen melden.'
'Mensen roddelen.'
'Genoeg,' zei hij en hief zijn handen op met de palmen naar
mij gekeerd. 'Ik hou ermee op. Je bent niet mijn
verantwoordelijkheid.'
'Wie zegt van wél?' vroeg ik, niet zozeer om brutaal te zijn,
maar om te weten te komen of moederlief hem had weten te overtuigen
dat hij voor ons allebei zou moeten zorgen en niet alleen voor
haar.
'Niemand, en daarvoor dank ik mijn gelukkige gesternte.'
Ik stond op en liet hem achter in de keuken. Een gelukkig
gesternte, hoe zag dat eruit? vroeg ik me af.
De volgende week bood Keefer aan met me mee te gaan naar de
rechtbank, maar ik dacht niet dat moederlief dat prettig zou
vinden, en om eerlijk te zijn, geneerde ik me een beetje en wist ik
niet wat voor figuur ik daar zou slaan. Ik zei dat ik liever had
dat hij niet meeging.
'Goed.' zei hij. 'Als je me ergens voor nodig hebt, bel je me
maar.'
Ik bedankte hem. Al deed ik me nog zo dapper voor, vanbinnen
beefde ik zodra ik wakker werd op de ochtend van mijn verschijning
voor de rechter. Moederlief jammerde vanaf het eerste moment dat ze
zo vroeg op moest na een vermoeiende avond zingen.
'Het valt niet mee om er fris en jong uit te zien als je geen
slaap krijgt,' kermde ze.
'Ga dan niet. Ik ga wel alleen.'
'O, natuurlijk. We boffen dat we een pro Deo-advocaat voor je
konden krijgen. Kleedje netjes en conservatief aan, Robin Lyn, en
als je weet wat goed voor je is, hou je je mond dicht.'
Ik was niet de eerste beklaagde in de rechtbank. We moesten
zelfs bijna een uur wachten voor we naar binnen mochten. De
rechter, rechter Babcock, was een vrouw met kort
peper-en-zoutkleurig haar. Ze zag eruit of ze voor het laatst had
gelachen op haar eerste verjaardag. Haar smalle lippen waren zo
stevig op elkaar geklemd terwijl ze het rapport over mij las, dat
het leek of ze een ritssluiting had op de plaats waar haar mond had
moeten zijn. Toen ze eindelijk haar ogen opsloeg en me aankeek, had
ik het gevoel dal ze twee gaten in mijn gezicht brandde.
'Uw cliënte pleit schuldig?' vroeg ze aan onze advocaat, een
doodgewoon uitziende man met blond haar, Carson Meriweather
genaamd, wiens pak om zijn lichaam zat alsof het op een
hangertje hing in een klerenrek. Hij leek op een hoofd met een
skelet eronder.
'Ja, edelachtbare.'
'Begrijpt u wat dit betekent, miss Taylor?'
'Ik geloof het wel, ja,' zei ik.
'U gelooft het? U begrijpt dat u schuldig pleit aan
winkeldiefstal of u begrijpt het niet. Dit is geen spelletje. Nou,
wat zal het zijn?'
'Schuldig,' zei ik, voordat mijn keel samenkneep en
dichtzat.
'Helaas hebben te veel jonge mensen van uw leeftijd een
verwrongen gevoel van goed en verkeerd. Er is een tijd geweest
waarin de moraal thuis werd onderwezen, maar,' zei ze zuchtend,
'het begint steeds meer de verantwoordelijkheid te worden van de
rechtbank.'
Ze richtte zich tot mijn moeder.
'Mevrouw Taylor, hoe bent u thuis met deze situatie
omgegaan?'
ik... we zijn pas onlangs hierheen verhuisd,
edelachtbare.'
'Ja? En?' vroeg ze, toen moederlief scheen te denken dat dit
een soort antwoord was.
'Ik zei dat ze het terrein van het appartementencomplex niet
af mocht. Ze had huisarrest.'
ik begrijp het. Hebt u de tijd genomen om haar uit te leggen
dat mensen werken om hun brood te verdienen, dat de werknemers van
dit warenhuis ervan afhankelijk zijn dat het warenhuis winst maakt,
dat roven en stelen in ieders nadeel is, dat als we daar geen eind
aan maken, iemand haar ook zou kunnen beroven en we dan een
anarchie zouden krijgen? Wel?'
*Ja, edelachtbare. Ik heb haar gevraagd zich goed te
gedragen.'
'O?'
'Ik heb haar zelfs naar een therapeut gestuurd toen we nog in
Ohio woonden.'
'Aha. En hoe lang bent u van plan in Nashville te blijven,
mevrouw Taylor?'
'O, ik blijf hier voorgoed, edelachtbare. Ik ben zangeres
en...'
'Dan kunt u er maar beter voor zorgen dat uw dochter weet wat
onze wetten zijn en wat we verlangen van onze burgers,' snauwde
ze.
'Ja, edelachtbare.'
Rechter Babcock ging rechtop zitten en tikte met haar pen op
de voor haar liggende documenten. Er viel een lange, zenuwslopende
pauze. Ze leek met zichzelf te overleggen of ze mij al dan niet
naar de galg zou sturen.
'Mijn instinct zegt me dat ik dit niet moet doen. Ik zou u zo
streng moeten behandelen als de wet me toestaat, maar ik geef u een
proeftijd van twee jaar en stel u weer onder voogdij van uw moeder,
in de hoop dat deze ervaring een onuitwisbare indruk op u heeft
gemaakt. Begrijp me goed: als u voor enig ander vergrijp weer
gedagvaard zou worden, zal ik niet aarzelen u rechtstreeks naar een
jeugdgevangenis te sturen, tenzij,' ging ze verder, zich over haar
lessenaar buigend, 'uw nieuwe misdaad zo ernstig is dat u als een
volwassene wordt gevonnist. In dat geval gaat u niet naar een
jeugdgevangenis. Een jeugdgevangenis lijkt een kleuterschool
vergeleken met de gevangenis waartoe u zou worden veroordeeld. Ben
ik duidelijk genoeg geweest, miss Taylor? U lijkt niet goed te
luisteren.'
'Ik luister,' zei ik, iets te kribbig. Ik wist het zodra de
woorden eruit waren, en hield mijn adem in.
Ze keek me even strak aan voor ze zich tot moeder
wendde.
'U hebt hier als moeder een serieuze verantwoordelijkheid,
mevrouw Taylor. Ik hoop dat u zich daar goed van bewust bent en dat
u meer tijd en energie zult besteden aan de opvoeding en het gedrag
van uw dochter.'
Moederlief knikte. Ze keek alsof ze elk moment in tranen kon
uitbarsten. Ik wilde haar een por met mijn elleboog geven, om te
zorgen dat ze ons niet allebei te schande zou maken. Ze beet op
haar onderlip en knikte weer.
'Heel goed. De zaak is voorlopig afgedaan,' zei rechter
Babcock.
De advocaat, die niet veel meer had gedaan dan me te vertellen
dat ik schuldig moest pleiten en beleefd zijn tegen de rechter,
gebaarde naar ons en wenkte dat we konden vertrekken.
Ik hoorde een andere naam afroepen en zag een jongen die niet
veel ouder dan tien leek, en binnengeleid werd door een man die
zijn hand stevig om de achterkant van de hals van de jongen geklemd
hield. Ik dacht, als dat zijn vader is, zouden ze
hém beter naar een jeugdgevangenis kunnen sturen.
ik hoop datje waardeert hoeveel gelukje hebt gehad,
jongedame,' zei de advocaat.
'Dat doet ze niet, maar ik zal ervoor zorgen dat ze dat gaat
doen.'
'Hier kun je beter niet meer terugkomen,'zei hij. 'Dit is een
heel strenge rechter.'
Moederlief bedankte hem en liep haastig met me naar
buiten.
ik begrijp niet waar je die opstandigheid vandaan hebt,' zei
ze toen we terugreden naar Cory's flat.
'Misschien van mijn mysterieuze vader.' opperde ik. 'Hé,' ging
ik verder, op en neer wippend op mijn stoel, 'zo kun je erachter
komen wie mijn vader was. Wie van dat tiental mannen met wie je die
nacht naar bed ging leek het meest op mij?'
Ze keek me aan alsof ze zich afvroeg of ik het serieus meende
of niet. Toen schudde ze meesmuilend haar hoofd.
'Hou vol, Robin. Blijf me straffen voor je eigen mislukkingen
en gebreken. Zie maar waar het eind zal zijn.'
'Bedoel je dat dit nog niet het eind is?' antwoordde ik.
Haar gezicht verstrakte en de rest van de rit legde ze
zwijgend af. Vanbinnen voelde ik me als broos porselein dat een
harde tik had gekregen en vol barsten zat. Je hoefde er maar even
tegen te sloten en het zou in duizend stukken breken.
Cory toonde slechts een vage belangstelling voor het gebeurde
in de rechtszaal. Hij zei: 'Kinderen van haar leeftijd kunnen
tegenwoordig ongestraft een moord plegen.' De beslissing van de
rechter versterkte slechts zijn opvatting. In ieder geval wilde hij
zijn tijd niet verdoen met over mij te praten. Hij had een
belangrijke aankondiging voor mijn moeder.
'Bill Renner, een talentenjager voor Reliable Records, was
gisteravond in onze club. Ik kreeg net een telefoontje van hem. Hij
hield van je song "Ridin' on a dream". Hij wil dat we naar de
studio komen om een opname te maken. Ik heb het Del en Ernie al
verteld. Ga je mooiste outfit aantrekken,' ging hij verder. 'Zorg
dat je er goed uitziet, Kay. Ik wil dat hij de mogelijkheden ziet
voor foto's, covers, advertenties.'
Moederlief krijste van verrukking en wierp zich in zijn armen.
Hij wervelde haar rond. Ze wekten de indruk van twee gelukkige
kinderen. Onwillekeurig verscheen er een glimlachje om mijn lippen,
maar toen dacht ik aan de plaats waar ik net geweest was en voelde
me nog meer het dode gewicht aan haar enkels, waar Cory me van
beschuldigd had. Dit was hun succes, niet het mijne, hun dromen
kwamen uit. Daarin was geen plaats voor mij.
Ik benijdde hen beiden om hun vreugde en uitgelatenheid.
Moederliefs ogen straalden als die van een klein meisje. Ze bloeide
voor mijn ogen op, en Cory leek heel zelfvoldaan.
'Weet ik waarover ik het heb of niet?' vroeg hij haar.
'Je weet het, Cory, o, jongen, óf je dat weet.'
Ze zweeg even en keek naar mij.
'Wees blij voor ons allemaal, Robin. Dit is zo'n grote kans,
en het is een van mijn liedjes, het is mijn liedje!'
'Ik bén blij,' zei ik. 'Ik ben zo blij dat ik in een zeepbel
zou kunnen veranderen en uiteenspatten.'
Haar glimlach bevroor. Cory's lippen krulden.
'Veel succes,' zei ik en ging naar mijn slaapkamer.
'Vergeet haar maar,' zei hij. 'We moeten ons concentreren op
deze kans en al onze energie eraan geven.'
Ik kon hun vrolijke stemmen horen toen ze zich aankleedden en
voorbereidden in de kamer naast me. Ik ging op bed liggen en
staarde naar het witte plafond en probeerde een droom te bedenken
voor mijzelf. Wat zou ik op een dag bereiken? Wat zou me ooit zo
gelukkig maken? Misschien hebben mensen die in een luchtledig
zweven nooit dromen. We zweven gewoon van het ene saaie moment naar
het andere.
Ik moet een tijdje zijn ingedommeld, want toen ik mijn ogen
opende, leek het al te schemeren. De deur van mijn slaapkamer stond
open, maar ik hoorde niemand. Ik luisterde ingespannen, keek toen
op mijn horloge en zag dat het al vijf uur geweest was. Ze moesten
al weg zijn. Moederlief was waarschijnlijk naar me toe gekomen om
me te laten zien hoe ze eruitzag en had me slapend aangetroffen. Ik
wist zeker dat ze die korte rok met strookjes had aangetrokken en
die blouse met lovertjes en de bijpassende hoed en laarzen. Het was
haar lievelingsdracht, en ik moest bekennen dat ze eruitzag als een
ster in die kleren.
Er lag een briefje op de koelkast.
Er ligt wat geld op de keukentafel. Bestel een pizza of
zoiets. Ik bel
je later.
Kay
Ze kon hel zelfs niet ondertekenen met 'moeder'. Was ze
werkelijk zo bang dat iemand het zou zien en het zou weten? Ik
verfrommelde het en gooide het in de vuilnisbak. Toen pakte ik het
geld en liep naar buiten. Toen ik voor het gebouw stond, keek ik
naar rechts en zag Kathy Ann tussen de gordijnen door naar buiten
staren. Met opzet zwaaide ik enthousiast naar haar en de gordijnen
werden onmiddellijk dichtgetrokken.
Lachend liep ik de straat af en nam de bus naar het centrum.
Ik kon alleen maar aan Keefer denken. Voorlopig was hij mijn droom;
ik voelde me pas gelukkig als ik bij hem was. Het licht in de
werkplaats was als het licht van een vuurtoren dat straalde in de
duisternis van mijn wereld. De enige veilige haven die ik had was
in zijn armen.
Ik liep de werkplaats in. Gereedschap lag op de grond. De
radio stond zoals gewoonlijk keihard aan, maar ik zag hem
niet.
'Keefer?'
Ik keek naar het kleine kantoortje, maar dat was donker. Ik
liep tussen de auto's door die er stonden om gerepareerd te worden
naar zijn appartement. Waar kon hij anders zijn? dacht ik, maar
toen realiseerde ik me dat hij misschien weg was om bier te kopen
of zo.
Toen ik de deur opendeed hoorde ik een gekreun. Mijn eerste
gedachte was dat er iets verschrikkelijks met hem was gebeurd. Of
hij had zich verwond in de werkplaats of zijn dronken vader was
naar hem op zoek gegaan en had hem weer in elkaar geslagen.
Toen hoorde ik haar lachen en rechtop gaan zitten op de bank.
Ze was halfnaakt, haar borsten glommen in het licht van de kleine
lamp. Ze zag me en gaf een gil. Een seconde later verscheen Keefer,
en ze staarden beiden naar mij. Ik was zo verbaasd en geschokt dat
ik als aan de grond genageld bleef staan, al had ik me het liefst
omgedraaid en was weggerend.
'Kijk eens wie er is, Keefer. Robin. Kom je om iets te laten
fiksen, schat?' zei Charlotte Lily plagend, terwijl ze haar blouse
pakte en die over haar hoofd trok.
Keefer duwde haar weg, maakte zijn broek vast en stond
op.
'Nee, het lijkt me dat jij degene bent die vanavond iets heeft
laten fiksen, Charlotte Lily," zei ik. De tranen brandden onder
mijn oogleden omdat ik weigerde ze tevoorschijn te laten
komen.
Ze lachte.
ik dacht datje hem niet de moeite waard vond.' zei ik. Mijn
geschoktheid maakte plaats voor woede. 'Breng je een bezoekje aan
de achterbuurt?'
Ze lachte weer, maar iets minder zelfverzekerd. Keefer keek
even naar haar, haalde toen diep adem en liep naar mij toe.
'Het spijt me,' zei hij.
'Er is niets om spijt over te hebben, Keefer, tenzij ze een
grote teleurstelling was. En dat is heel waarschijnlijk.' Ik keek
haar met een koele glimlach aan, draaide me toen om en liep de
kamer uit, de deur achter me dichtsmijtend.
Ik hoorde haar lachen, en toen Keefers stem dat ze zich koest
moest houden.
Toen ik buiten de werkplaats was en op straat stond, liet ik
mijn tranen ontsnappen. Ik veegde ze van mijn wangen en liep
haastig weg.
Ik bleef lopen, aanvankelijk niet in een bepaalde richting,
maar toen in de richting van huis. Het was een lange wandeling.
Auto's zoefden langs me heen, soms werd er getoeterd omdat ik me te
ver op de rijweg waagde. Nu en dan had ik me het liefst voor een
van de auto's laten vallen, maar het vooruitzicht van een hoop pijn
zonder dat ik meteen dood was, weerhield me.
Ergens in de stad, met al zijn lichten en opwinding, de muziek
die op straat te horen was, de lachende en grapjes makende mensen,
die genoten van hun vakantie of hun avondje uit met vrienden,
ergens daar stond moederlief te zingen, reikend naar haar
droom.
Ik was zo ver van haar, van haar gedachten verwijderd als maar
mogelijk was, zo ver feitelijk dat het leek of ik nooit geboren
was.
Misschien was ik dat ook niet, dacht ik. Misschien was dit
alles maar een nachtmerrie, en sliep ik nog in dat niets waar
zielen bestaan tot ze gekozen worden om te worden geboren. Ik was
als een weeskind dat telkens weer werd overgeslagen. Deze niet, die
is er nog niet klaar voor om in de wereld te leven, hoorde ik de
engelen zeggen.
'Blijf dromen, lieverd. Blijf maar dromen. Wij vertellen je
wel wanneer het tijd is om wakker te worden.'
Zelfs beloftes in de hemel worden gebroken, dacht ik.