***
11. De best bedachte plannen
Telkens als het even wat stil was in de supermarkt stond Tammy
Carol vlak achter me en droeg me een ander karwei op, bijvoorbeeld
het schoonmaken van de diepvrieskasten, het dweilen van de vloeren
en het opstapelen van blikjes. Alles wat ik moest doen werd me
opgedragen op een toon alsof het zo belangrijk was als een
hersenoperatie. De blikjes moesten precies met het merk naar voren
neergezet worden. De dweil moest van rechts naar links worden
bewogen in een volmaakt vierkant. Als ik de glazen vitrines zeemde,
moest ik dat met een cirkelvormige beweging doen en de cirkels niet
te groot of te klein maken. Ik kon haar adem over mijn schouder
voelen om erop toe te zien dat ik het precies zo deed als ze had
gezegd, en van tijd tot tijd verscheen meneer Ritter om mijn werk
te controleren.
Het lag me voortdurend op het puntje van mijn tong om ze te
vertellen wat ze konden doen met hun snertbaantje, maar ik slikte
het in en hield een glimlach op mijn gezicht geplakt tot het
precies begon te doen wat Tammy Carol had voorspeld: pijn.
Eindelijk was het lijd om weg te gaan. Meneer Ritter stond bij
de voordeur.
'Het kon ermee door de eerste dag,' zei hij. Als je je zo
blijft gedragen, zullen we het goed met elkaar kunnen vinden en kun
je hier de rest van de zomer blijven werken. Als je echt goed
werkt, zou ik kunnen overwegen je, als je weer naar school gaat,
ook in het weekend te laten komen,' voegde hij er als een extra
stimulans aan toe. Hij sprak zo neerbuigend alsof hij op een hoge
troon zat en ik aan zijn voeten geknield lag.
'Dank u,' zei ik.
Ik besefte pas hoe moe ik was toen ik buiten stond. Toen ik
naar de bushalte liep, leek het of mijn lichaam wraak wilde nemen
voor
alles wat het die dag had doorgemaakt. Ik kreeg buikkramp en
bedacht toen dat ik vergeten was welke datum het was. Ik had niets
bij me, had er zelfs niet aan gedacht toen ik langs het
maandverband en de tampons in de winkel was gelopen. Ik raakte
enigszins in paniek toen de bus bij de ene halte na de andere
stopte. Toen ik eindelijk op mijn bestemming was voelde ik dat ik
al begon te bloeden. Ik stapte haastig uit en holde naar
huis.
Tot mijn verbazing waren moeder en Cory thuis. Ik wist niet
dat hun optreden in die nieuwe club pas laat op de avond begon. Ze
waren nu het hoofdnummer, en dat betekende dat ze pas om tien uur
zouden beginnen. Toen ik binnengestormd kwam, keken ze allebei
verbaasd op.
'Nou, in ieder geval weet ze nu wat het betekent om
rechtstreeks naar huis te gaan na het werk,' zei Cory
hatelijk.
'Hoe ging het?' vroeg moederlief.
ik moet naar de badkamer,' zei ik, en liep haastig door. Toen
ik daar kwam, zag ik dat mijn tampons verdwenen waren; ze lagen
niet onder de wasbak waar ik ze had neergelegd. Ik deed de deur
open en gilde: 'Moederlief, waar zijn mijn tampons?'
'Die dingen bewaar je niet in de badkamer,' antwoordde Cory in
haar plaats. 'Ik wil die niet zien.'
'Ze lagen onder de wasbak.'
'Naast mijn spullen,' schreeuwde hij terug.
'Waar zijn ze?'
'In jouw kamer,' zei moederlief. 'Bedaar een beetje,
Robin.'
Ze bracht ze me. Ik nam ze aan en smeet de deur dicht. Ik kon
Cory horen lachen.
'Die vent deugt niet,' riep ik.
'Ja, ja. Ik steel niet en ik ga niet met jan en alleman naar
bed. Jij moet nodig zeggen dat een ander niet deugt. Bovendien,'
ging hij verder toen ik uit de badkamer kwam, 'wilden we zeker
weten dat je niet zwanger was, nietwaar, Kay?' Hij grijnsde naar
me.
Ik keek naar moederlief.
'Dat zou er nog aan ontbreken,' zei ze.
Hij bleef naar me grijnzen.
'Misschien deug je wel, maar snap je er gewoon niets
van.'
Voor hij antwoord kon geven liep ik naar mijn kamer en deed de
deur dicht. Ik haat het hier, dacht ik. Ik haat het!
'Mooie manier om je te gedragen nadat ik Al gesmeekt heb je
die baan te geven. En je eet en slaapt in mijn huis!' schreeuwde
hij.
'Niet lang,' fluisterde ik. 'Niet lang.'
Toen ze weg waren belde ik Keefer, maar niemand nam op in de
werkplaats. Ik kreeg het antwoordapparaat en noemde mijn naam en
vertelde hem dat ik thuis zou zijn. Ik dacht niet dat hij zou
bellen. Het was bijna middernacht en hij had niet gebeld. Ik viel
in slaap op de bank terwijl ik naar de televisie keek op Cory's
kleine toestel. Om de haverklap werd de ontvangst gestoord; het
leek of iemand door een walkietalkie sprak. Eindelijk ging de
telefoon en ik sprong overeind.
'Kun je vrijuit praten?' vroeg hij.
'Ja. Ze zijn naar hun werk.'
ik was bij mijn neef Charlie. Hij belde me om te zeggen dat
mijn vader stomdronken was geworden en hij hem bij zijn huis had
afgezet. Ik zei dat ik wenste dat hij hem in de rivier had gedumpt,
en toen besloot hij naar het centrum te komen, en we spraken af in
de Giddup Saloon. We hebben uren over mijn moeder zitten praten.
Hij is tien jaar ouder dan ik en herinnert zich haar nog als jonge
vrouw. Hij zei dat ze zo'n goede danseres was. Stel je voor,' zei
Keefer, 'ik geloof niet dat ik haar ooit heb zien dansen.'
'Gaat het goed met je?'
'Met mij? Ja hoor. Hoe wasje eerste dag in de
supermarkt?'
'Moeizaam,' zei ik. 'Ze hebben me alles laten doen behalve het
trottoir buiten vegen, maar ik denk dat dat nog wel komt.'
'Werkje niet met een caissière?' vroeg hij snel.
'O, ja, meestal wel. Maar als het niet druk is en ze hebben
genoeg inpakkers, dan moet ik blikjes stapelen of
schoonmaken.'
'Als de dienst van de caissières afgelopen is, moeten ze hun
kassa's controleren, hè?'
'Ja. Waarom?'
ik heb een idee. Ik vertel het je wel als we elkaar weer zien,
als dat ooit nog gebeurt.'
'Doe niet zo stom. Ik spaar bijna alles wat ik verdien, om
geld te hebben als we samen weggaan.'
'Heus? Dat is geweldig. Tot hoe laat werk je morgen?'
'Morgen werk ik van twaalf tot acht.'
'Oké. Ik kom om acht uur langs.'
'Laten we buiten afspreken,' zei ik. 'De manager is Cory's
vriend, en hij zou hem kunnen vertellen dat hij je gezien
heeft.'
'Ik zit in een blauwe Chevy waarvan de rechtervoorkant is
ingedeukt.'
'Keefer, hoe weet je dat die auto's veilig genoeg zijn om in
te rijden?' vroeg ik lachend.
'Ze zijn veilig. Maak je geen zorgen. Morgenochtend is de
begrafenis,' ging hij verder. 'Daarom is hij vanavond straalbezopen
geworden.'
'O. Ik zou op de begrafenis kunnen komen.'
'Nee. Het zal niet lang duren.'
'Ga niet op de vuist met hem, Keefer.'
'Dat zal ik niet doen. Charlie houdt me bij hem vandaan. Het
gaat heus goed.'
'Ik verlang ernaar je weer te zien,' zei ik.
'Ik ook. Ik ga nu slapen. Dat moet jij ook doen. Wees
voorzichtig, Robin.'
Ik wilde nog meer zeggen, maar hij had al opgehangen. Ik was
zo moe en had zo'n buikpijn dat ik niets liever wilde dan slapen.
Het duurde niet lang voordat ik in slaap viel. Ik sliep zo vast dat
ik moederlief en Cory niet hoorde thuiskomen. Ik was verbaasd dat
ik wakker werd toen de zon in mijn gezicht scheen. Eerst dacht ik
dat ze nog niet terug waren. Ik had me voorgesteld dat ze hun
aanhoudende succes zouden vieren, maar toen ik uit de kamer kwam
zag ik moeders kleding op de bank en haar laarzen op de grond
liggen. Ik had zelf tot ongeveer halftien geslapen en hoorde
slechts een doodse stilte in hun slaapkamer.
Zo stilletjes mogelijk zette ik koffie en at een kleine kom
havervlokken. Daarna nam ik snel een douche, droogde me af en pakte
een nieuwe tampon. Ik was zo verdiept in mijn gedachten aan Keefer
en de begrafenis van zijn moeder, dat ik eerst niet besefte dat de
deur van de badkamer was opengegaan. Ik keek op en zag Cory met
open mond naar me staan kijken. Ik schreeuwde, deze keer zo schril
en luid, dat hij even ineenkromp en een sprong achteruit maakte,
waarna hij de deur snel dichtdeed.
Ik kleedde me zo snel mogelijk aan, verhit en over mijn toeren
van woede. Cory had zich teruggetrokken in hun slaapkamer, maar dat
kon me nu niet meer schelen. Zodra ik me had aangekleed, deed ik
hun deur open en schreeuwde: 'Dat was walgelijk. Je wist dat ik in
de badkamer was.'
Moederlief lag met gesloten ogen in bed. Ze draaide zich om en
haar oogleden trilden. Cory stond in zijn ondergoed bij de
klerenkast en pakte een spijkerbroek.
'Wat is er?' vroeg moederlief slaperig.
'Hij deed het wéér. Hij kwam gewoon binnengestormd en toen hij
zag dat ik in de badkamer was, deed hij niet de deur dicht. Hij
bleef me staan aangapen,' zei ik beschuldigend.
Cory meesmuilde.
'Wat een onzin. Je gaf me de kans niet om de deur dicht te
doen. Je werd gewoon hysterisch.'
'Heb je genoten van het uitzicht? Heb je zo'n belangstelling
voor de vrouwelijke hygiëne?'
Cory keek naar moederlief.
'Kun jij iets aan haar doen?'
'Robin,' begon ze. Ze ging rechtop zitten en liet de deken
omlaagvallen tot haar middel. Haar naaktheid stoorde me nooit, maar
wél als er een man in de kamer was. Ik draaide me van haar af. ik
weet zeker dat het per ongeluk was,' zei ze.
'Per ongeluk, ja,' zei ik. 'Dat is precies wat hij is. Een
stuk ongeluk. Ik wed dat zijn moeder een uitkering van de
ongevallenverzekering heeft gekregen toen hij werd geboren.'
'Leuk, hoor.'
'Robin.'
'Laat maar,' zei ik. ik ga naar mijn werk.'
Ik smeet de deur van hun kamer achter me dicht en stormde het
appartement uit. Mijn voetstappen dreunden op de trap en klikten
over het voetpad. Het duurde lang voor er een bus kwam. Ik werd
ongeduldig en liep naar de volgende halte. Mijn zenuwen waren zo
gespannen en ik had zo'n buikpijn, dat ik niet met de anderen kon
blijven wachten. Dat was stom, want vijf minuten later kwam de bus
en reed langs toen ik op weg was naar de volgende halte. Ik holde,
maar haalde de bus niet. Moe en pissig plofte ik neer op de bank en
wachtte weer. Deze bus leek vaker te stoppen dan normaal, en toen
ik bij de supermarkt kwam, was ik net een minuut te laat. Ritter
sprong op me af zodra ik binnenkwam. Hij zei niets, maar wees op
zijn horloge.
ik heb de bus gemist,' zei ik. 'En de volgende ging veel
langzamer en...'
'Met dergelijke dingen moetje rekening houden, jongedame. Je
moet vroeger van huis gaan, begrepen?'
'Ja, meneer.'
'Mijn politiek is dat als je een minuut te laat bent, er een
uur van je salaris wordt ingehouden. Ik adviseer je morgenochtend
heel vroeg hier te zijn, om zeker te weten dat je niet te laat
bent. Als je een minuut of zo later was gekomen, had ik je
ontslagen, dus wees maar blij.'
Ik mimede een bedankje en ging mijn schort aantrekken. Alles
die ochtend maakte mijn buikpijn erger. De mensen dachten dat ik
glimlachte, terwijl ik in werkelijkheid grimassen maakte van de
pijn. De pech hield niet op. Het bleek een van de drukste dagen van
de week te zijn. Tot mijn lunchpauze had ik geen moment rust.
In plaats van mijn collega's gezelschap te houden ging ik op
een bank zitten om een van de sandwiches te eten die de zaak
verkocht. Die werd natuurlijk van mijn salaris afgetrokken. Het
slot van het liedje was dat ik het meeste ervan aan de vogels
voerde.
Toen het 's middags wat rustiger werd, zette Tammy Carol me
aan het werk bij de diepvrieskasten. Ze wilde dat alles eruit werd
gehaald en keurig gerangschikt weer teruggezet. Het was een
moeilijk karwei, want het was zo koud dat ik dooie vingers kreeg.
Als ik er even te lang over deed, was zij of Ritter er als de
kippen bij om me te vertellen dat ik de artikelen niet te lang
buiten de vriezer kon laten en moest opschieten.
Mijn laatste dienst als inpakster was het moeilijkst. Ik
voelde me zo moe en ziek dat ik een fles cranberrysap uit mijn
handen liet glijden. Hij viel aan mijn voeten kapot.
'Dat wordt afgehouden van je salaris,' waarschuwde Ritter me
onmiddellijk. 'Ruim het onmiddellijk op, maar ga eerst een nieuwe
fles halen voor de klant, zodat ze niet onnodig hoeft te wachten.
Vooruit, schiet op!' Ik haastte me, klemde de fles tegen me aan of
mijn leven ervan afhing en ging terug. Toen begon ik de rommel op
te ruimen. Ik sneed mijn vinger aan een stuk glas, wat hem nog
kwader maakte.
'Nu komt er ook nog overal bloed. Ga naar achteren en gebruik
de eerstehulpdoos. Ik lijk wel gek. Cory is me heel wat
verschuldigd,' zei hij nijdig.
Eindelijk was het acht uur en ik klokte uit.
'Denk eraan,' zei Ritter toen ik wegging, 'datje morgenochtend
vroeg komt.'
Ik knikte en vertrok. Ik was zo suf, dat ik even vergat dat
Keefer er zou zijn. Hij moest zelfs toeteren. Ik draaide me om en
zag hem zwaaien uit de gehavende auto. Ik was nog nooit zo blij
geweest hem te zien en holde naar hem toe. Hij stapte uit om me te
omhelzen.
'Hé,' zei hij. 'Je ziet er nog slechter uit dan ik.'
ik heb een vreselijke dag achter de rug,' zei ik, en begon eik
moment ervan op te ratelen. Toen herinnerde ik me hoe zijn dag
geweest moest zijn en vroeg hem hoe het gegaan was.
'Moeilijk. Mijn vader verkeerde in een lethargische toestand.
Hij leek bijna niet te weten wie ik was. Charlie was geweldig. Ik
ben nog gebleven toen iedereen al weg was, en heb een laatste
gesprek met haar gehad.' Zijn ogen werden glazig en hij haalde diep
adem.
Ik gaf hem een zoen op zijn wang en kneep zachtjes in zijn
arm. Hij schudde zijn hoofd.
ik kan hier niet blijven,' zei hij. 'Ik dacht dat ik het wel
zou kunnen redden, een tijdje een andere baan zoeken, maar ik wil
gewoon weg.'
ik ook,' zei ik. 'Ik voel me ellendig in dat appartement, en
ze willen me daar ook liever niet hebben.' Ik vertelde hem dat Cory
een levensgrote engerd was en ik wanhopig werd omdat mijn moeder
altijd zijn partij koos.
'Ze is nu afhankelijk van hem.' Hij keek achterom naar de
supermarkt. 'Heb je enig idee hoeveel geld er in de kassa zit als
de caissières van dienst wisselen?'
'Dat weet ik niet. Ik denk zo'n vijfentwintighonderd dollar.
Waarom?'
'Ik zou het graag willen lenen.'
'Wat bedoel je?'
'Het is een gemakkelijke roof. Ik dacht er al over nog voordat
jij in een supermarkt ging werken.'
'Meen je dat?'
Hij haalde zijn schouders op en toen zocht hij onder de bank
en haalde een pistool tevoorschijn. Ik dacht dat alle lucht uit
mijn lichaam verdween. Winkeldiefstal was tot daaraan toe - sommige
vriendinnen van me in Ohio vonden het zelfs een spelletje - maar
een pistool!
'Waar heb je dat vandaan?'
'Het is van Izzy, maar de helft van de tijd vergeet hij dat
hij het heeft. Wees maar niet bang. Er zitten geen kogels in, maar
dat weet niemand natuurlijk. Wat ik wil doen is naar binnen lopen
op het moment dat de caissière haar ontvangsten controleert, en als
het gebeurd is meteen weer naar buiten lopen en met jou
wegrijden.'
'Maar over een maand of zo heb ik genoeg geld verdiend.'
'Ik wil niet langer wachten,' zei hij scherp.
'Maar je zei dat Izzy de zaak pas over een maand verkoopt en
-' 'Je hoeft er niet aan mee te doen als je niet wilt, Robin. Dat
kan ik best begrijpen. Doe alleen maar of je niet weet wie ik
ben.'
Ik staarde hem even aan, keek toen naar het pistool en leunde
achterover. Hij wachtte terwijl ik nadacht.
Kon ik het doen? Moest ik het doen? Hoe zou het leven hier
zijn als Keefer vertrokken was? Hoe lang zou ik het trouwens
uithouden? Wat liet ik achter? Moederlief had een nieuwe familie:
de bandleden en iedereen die betrokken zou zijn bij haar carrière.
Ik zou altijd een buitenstaander blijven of in een donker hoekje
zitten wachten tot ze zich mijn bestaan herinnerde, en dan zou het
geen blijde herinnering zijn, maar de herinnering aan een
verplichting. Ik deed haar alleen maar denken aan een van de grote
fouten in haar leven.
Ik knikte langzaam en draaide me toen naar hem om.
'Oké, Keefer. Laten we het doen. Laten we zo ver mogelijk hier
vandaan gaan, van alles wat hier is.'
Hij glimlachte.
'Oké. Luister goed. Je moet geen achterdocht wekken door een
koffer of tas te pakken. Zoek uit wat zo belangrijk voor je is
datje het niet achter kunt laten; dan halen we het vanavond op. Op
die manier kun je gewoon naar je werk, net zoals je vanochtend hebt
gedaan. We zullen geld genoeg hebben om alles wat je nodig hebt te
kopen als we onderweg zijn.'
ik wil niets,' zei ik. 'Niets dat ik vanavond zou willen
halen.'
ik ook niet.' Hij knikte begrijpend.
Toen werd hij weer enthousiast. We hebben de suv die twee
dagen geleden bij een kettingbotsing betrokken was. De achterkant
is ingedeukt, zodat het portier niet open kan, maar de
achterlichten doen het nog en er mankeert niets aan de motor. De
eigenaar is naar Florida voor een vergadering en een paar dagen
vakantie. We zullen de suv onderweg ergens dumpen. Ik weet precies
hoe we het moeten doen, dus maak je geen zorgen,' verzekerde hij
me.
'Maar je hebt toch nog nooit iemand beroofd, Keefer! Hoe weet
je wat je moet doen?'
'Zo moeilijk is het niet, het kost me hoogstens een paar
minuten. Erin en eruit, en weg zijn we. Voorgoed. Geloof me maar,
het is gemakkelijk genoeg.'
'Ik geloof je, maar ik denk niet dat ik vannacht zal kunnen
slapen. Het zal voortdurend door mijn hoofd malen.'
'Ja, ik weet watje bedoelt. Ik wou dat we bij elkaar konden
blijven, maar dat zou allerlei alarmsignalen doen afgaan en zou het
morgen niet mogelijk zijn. Ik zal je zelfs niet helemaal
thuisbrengen nu. Ik zetje een blok of zo vóór het
appartementengebouw af. Doe precies wat ze willen, zodat je geen
achterdocht wekt, oké?'
Ik knikte.
Hij kuste me en toen keken we allebei even naar de supermarkt.
Plotseling was de plaats die ik uit de grond van mijn hart haatte,
de bron van nieuwe hoop.
'Ik denk dat het wel een vreemd gevoel voor je is om hun geld
in te pikken, hè?' zei Keefer.
Ik lachte.
'Ben je mal? Ik zou niemand zo graag beroven als die manager.
Ik wil dolgraag de uitdrukking op zijn gezicht zien.'
Keefer glimlachte, startte de motor en reed weg. We keken
allebei peinzend voor ons uit tot hij het blok bereikte, waar ik
uit moest stappen en de rest van de afstand lopen.
'We kunnen niet het risico lopen dat Kathy Ann ons ziet en
gaat kletsen,' zei hij.
'Ze zal meer dan genoeg te kletsen hebben als het achter de
rug
is.'
We keken elkaar zwijgend aan.
'Als je je om de een of andere reden bedenkt...' begon
hij.
'O, nee, dat doe ik niet. Maak je maar niet ongerust.' Ik boog
me naar hem toe om hem een zoen te geven en stapte uit. Hij bleef
me nakijken toen ik wegliep.
Mijn hart bonsde niet meer zo hard, maar het gedroeg zich
vreemd - het tikte als een tijdbom. Mijn hele lichaam voelde
trouwens vreemd. Het leek of ik al mijn gevoel kwijt was en straks
van het trottoir omhoog zou rijzen en wegdrijven op de wind als een
ballon die was losgelaten. Ik zou in de verte verdwijnen, kleineren
kleiner worden, tot ik niet meer dan een vage herinnering was, die
gemakkelijk vergeten werd.
Ik wist zeker dat grootpapa me vergeten was. Dat kind van de
zonde zijn we tenminste kwijt, zou hij waarschijnlijk denken, en
met een gevoel van opluchting aan het werk gaan. Hij hoefde zich
niet langer ongerust te maken over de duivel die zijn huis in- en
uitging en zijn nobele, pure ziel bedreigde.
En moederlief... zij zou mijn weglopen ongetwijfeld verwerken
in een lied.
Off she went into the night, thinking there was nowhere she
belonged,
My accidental daughter who came and went like a dream to be
remembered only when dark clouds warned us of another storm. My
accidental daughter.
(Ze ging heen in de nacht, denkend dat ze nergens
thuishoorde,
Mijn onvoorziene dochter die kwam en ging als een droom, een
herinnering die slechts gewekt werd als donkere wolken ons
waarschuwden voor weer een naderend onweer. Mijn onvoorziene
dochter.)
Dat is helemaal niet zo slecht, dacht ik, terwijl ik langzaam
terugslenterde naar het appartement.
Misschien zal ik het opschrijven en voor haar achterlaten,
zodat ze iets van me heeft dat ze kan gebruiken.
Het was al veel meer waard dan iets wat ik van haar zou
meenemen.12. De derde klap
Zoals ik al voorspeld had, kon ik niet slapen. Eerst probeerde
ik mezelf nog meer uit te putten door tot bijna één uur in de
ochtend tv te kijken. Mijn ogen gingen open en dicht, open en
dicht. Ik dacht dat mijn onrustige brein voldoende suf geworden was
en stond eindelijk op, zette de tv uit en ging naar bed. Ik sliep
zelfs een paar minuten, maar werd dan weer met zo'n schok wakker
dat ik bijna uit bed rolde. Mijn ogen gingen open, en alle
gedachten, plannen en discussies met Keefer kwamen weer bij me
terug, en mijn hart begon te bonzen.
Uren later hoorde ik moederlief en Cory terugkomen. Ze waren
kennelijk allebei dronken. Het scheen hun niet te kunnen schelen
hoe hard ze praatten. Ik hoorde hun opgewonden en enthousiaste
stemmen. Moederliefs liedjes en de band hadden het uitzonderlijk
goed gedaan, begreep ik. Ik hoorde haar steeds weer zeggen: Tien
weken! Een contract voor tien weken!'
'Volgende halte, de Grand Ole Opry,' riep Cory, en ze klonken
met flesjes bier. Toen begonnen ze een van moederliefs liedjes te
zingen:
My heart is a prison and you 've got the key,
But darlin' there 's no prisoner I 'd rather be.'
(Mijn hart is een kerker en jij hebt de sleutel,
maar lieveling, ik zou niet anders dan je gevangene willen
zijn.)
Ik benijdde moederlief haar blijheid en geluk. Alles wat ik
haar hoorde zeggen ging over haar en Cory en de band. Mijn naam
werd niet genoemd. Het was echt alsof ik er niet was; of ik nooit
had bestaan. Ik verborg mijn gezicht in het kussen en probeerde hun
vrolijke stemmen niet te horen. Ze bleven nog minstens een uur lang
feesten, tot ze eindelijk neerploften in bed. Hun gelach bleef
hangen in de stilte. Ik deed nog meer mijn best om in slaap te
vallen, en vlak voordat het eerste ochtendlicht zich kenbaar
maakte, lukte het me.
Ik werd wakker en kreunde, draaide me om en viel weer in
slaap. Deze keer werd ik pas om elf uur wakker. Ik verstarde in
panische angst. Zo snel ik kon sprong ik uit bed. Het was mijn
bedoeling al mijn spulletjes na te gaan, ondanks wat ik tegen
Keefer gezegd had, zodat ik kon beslissen of iets me dierbaar
genoeg was om mee te nemen. Nu kon ik alleen maar wat koud water op
mijn gezicht spatten, een borstel door mijn haar halen en naar
buiten hollen naar de bushalte. Als ik vandaag te laat kwam, zou
Ritter ongetwijfeld doen waarmee hij gedreigd had en me op staande
voet ontslaan. Dat zou Keefers plan volledig in de war
schoppen.
Een ogenblik aarzelde ik bij de deur van moederliefs
slaapkamer. Ik ging weg zonder afscheid te nemen, zonder een
laatste woord. Misschien zouden we elkaar een tijdlang niet meer
spreken, dacht ik. Hoe zou ze écht reageren? Zou ze een zucht van
opluchting slaken en opgewekt doorgaan met haar ontluikende
muzikale carrière? Zou ze zich een paar uur lang ongerust maken
over me of spijt hebben van de manier waarop ze me behandeld had?
Ik veronderstelde dat Cory zou zeggen dat ze geen tijd moest
verspillen met een gedachte aan mij. Dat was ik niet waard na alles
wat ze voor me hadden gedaan. Alsof dat iets voorstelde.
Zij noch ik had mijn grootmoeder en grootvader gebeld om te
zeggen dat het ons goed ging. Ik wist dat ze geloofde dat ze blij
waren ons kwijt te zijn, als ze al aan ons dachten, maar dat kon ik
toch niet helemaal met haar eens zijn. Oma zou zich zeker zorgen
maken, en ondanks zijn barse, kille manieren zou grootpapa beslist
wel eens aan ons denken. Mensen, familie, zetten elkaar toch niet
zomaar als lege melkpakken aan de kant?
Maar misschien doen ze dat wel, dacht ik. Ik was volkomen in
de war. Het enige wat ik op het ogenblik concreet vond en waar ik
zeker van was, was Keefers toewijding, Keefers dromen en plannen,
omdat ik bij alles betrokken was. Ik maakte een groot deel van zijn
plannen uit. Ik was eindelijk belangrijk voor iemand, iemand die
mij even hard nodig had als ik hem. Dat is een geschenk, dacht ik.
Dat is een gelukkig toeval dat op mijn weg komt, en dat kan ik niet
zomaar vergooien. Waarvoor zou ik het trouwens opgeven?
Hiervoor?
Ik keek om me heen in het slonzige appartement met de overal
verspreid liggende kleren, de lege bierflessen op de tafel en de
grond, moederliefs laarzen die me aanstaarden. Dat is het, dacht
ik. Die neem ik mee. Dan zou ik in ieder geval iets van haar
hebben. Ik pakte ze op en verliet het appartement, deed de deur
zachtjes achter me dicht.
Blijf maar slapen, moederlief. Dat is beter voor je, dacht ik,
en holde de trap af.
Ik had geluk met de bus en was tien minuten te vroeg in de
supermarkt. Nu kwam het moeilijkste deel - werken tot de eerste
caissière van dienst wisselde. Ik moest blijven glimlachen, er kalm
en onschuldig uitzien. Maar ondanks alles kon ik niet voorkomen dat
ik voortdurend naar buiten keek, in afwachting van Keefers komst.
Toen ik hem eindelijk bij het trottoir voor de supermarkt zag
stoppen, leek mijn hart stil te staan en toen weer op gang te
komen. Het bloed trok weg uit mijn gezicht, en ik was klunzig met
de boodschappen.
'Gaat het wel goed met je?' vroeg de caissière, Betty Blue
Nickols. Ik had al eerder met haar gewerkt en vond haar erg aardig.
Ze was een oudere vrouw, liep tegen de vijftig, dacht ik. De vaste
klanten kenden haar bij naam en waren duidelijk op haar gesteld.
Veel vrouwen wisselden een paar woorden met haar terwijl ze aan het
werk was, praatten over hun kinderen of familieleden, alsof ze die
kende. Het bracht een beetje warmte in een verder heel koude en
onpersoonlijke wereld, vond ik.
'O, ja, prima,' zei ik snel.
Ik keek op de grote klok aan de linkermuur. Over tien minuten
zou Betty Blue haar kassa sluiten. Keefer zat in de gehavende suv,
keek naar me door het raam, wachtte op mijn leken. Elke minuut die
voorbij tikte deed meer bloed naar mijn wangen stijgen. Mijn
gezicht leek in brand te staan. Had ik koorts? Ook mijn keel werd
kurkdroog. Mijn handen trilden bij het inpakken van de artikelen.
Op een gegeven moment kwam Ritter naar de kassa en keek me strak
aan. Zijn wenkbrauwen kromden zich als twee geïrriteerde rupsen. Ik
hield mijn adem in, en toen liep hij weg om een klant te
helpen.
Betty Blue deed haar kassa dicht en zette het bordje neer dat
haar kassa ging sluiten. Toen opende ze de kassa opnieuw en begon
het contante geld te tellen. Ik draaide me langzaam om en keek naar
Keefer. Dit was het beslissende moment. Als er een beschermengel op
een van mijn schouders zat, dan sliep hij. Ik knikte nadrukkelijk
en hij stapte uit de suv en liep met grote passen naar de ingang
van de supermarkt.
Ik werd geacht door te lopen naar de volgende caissière, maar
aarzelde lang genoeg om Keefer de gelegenheid te geven binnen te
komen en naar Betty Blue te lopen, die verbaasd opkeek.
'Ik ben gesloten,' zei ze, maar keek vreemd op toen het tot
haar doordrong dat hij geen boodschappen en geen winkelwagen bij
zich had. Keefer keek even naar mij en haalde toen het pistool uil
zijn jasje.
Betty Blue slaakte een kreet.
'Stop het geld in een papieren zak.'
Betty Blue verstarde. In Keefers ogen was een uitdrukking van
paniek te zien. Ik was bang voor wat er zou gebeuren als ze niet
heel snel handelde, maar ze was in een shock.
'Robin, doe het,' zei hij, en ik duwde haar achteruit en begon
het geld uit de kassa te halen en in de zak te stoppen.
'Het zit erin,' zei ik.
'Laten we gaan,' zei hij kortaf.
Ik knielde en pakte moeders laarzen, die ik onder de toonbank
verstopt had.
'Schiet op, Robin,' beval hij.
Een naderende klant zag het pistool in Keefers hand en gilde.
Ritter kwam aangelopen over een van de winkelpaden. Zijn mond viel
open en zijn ogen puilden uit.
Keefer en ik holden naar de uitgang en naar buiten. Met mijn
ene hand hield ik de zak met geld vast en met de andere moeders
laarzen. We stapten in de auto en hij reed weg. Ik keek niet
achterom; ik geloofde ook niet dat ik mijn hoofd zou kunnen
bewegen, zo verstijfd was ik.
'Tel het geld!' schreeuwde Keefer. 'Laat eens zien hoeveel we
hebben.'
Ik knikte en begon te tellen. We hadden iets meer dan
tweeduizend dollar. Hij was tevreden.
'Goed zo. Dat zal genoeg zijn om mee te beginnen.' Toen
glimlachte hij. 'Dat ging gemakkelijk, gemakkelijker dan ik dacht,
hè?'
'Ja,' zei ik.
'Hé, wat moetje met die laarzen?' vroeg hij. Ik hield ze weer
tegen me aangedrukt. Ik had niet eens beseft dat ik dat deed.
'Die zijn van mijn moeder.'
'Hebben jullie dezelfde maat?'
'Nee.'
Hij schudde zijn hoofd en vertrok verward zijn lippen.
'Waarom heb je ze dan meegenomen?'
'Dat weet ik niet.' Ik keek ernaar. 'Ik weet het niet.'
'Vergeet het. Straks krijg je mooie laarzen die je
passen.'
'Ik geef niet om laarzen.'
Hij lachte en schudde zijn hoofd. We reden snel, glipten door
verkeerslichten vlak voordat ze op rood sprongen en slingerden door
het langzamer rijdende verkeer.
'Weetje waar je naartoe gaat?' vroeg ik.
'Zeker. Ik heb onze ontsnapping heel zorgvuldig
gepland.'
Hij liet een juichkreet horen.
'We zijn hier weg!' riep hij uit.
Ik deed mijn best om te glimlachen. Was het waar? Hij keek
voor zich uit en ontspande zich een beetje. Misschien zou het
werkelijk goed gaan. Misschien zelfs geweldig, dacht ik, en sloot
mijn ogen met een intense wens.
Toen hoorde ik Keefers hese kreet, en toen ik mijn ogen
opendeed zag ik een patrouillewagen van de politie voor ons. Eerst
dacht ik dat hij gewoon daar stond te wachten op te snel rijdende
auto's, maar plotseling reed hij de weg op, pal vóór ons, met een
flitsend blauw zwaailicht. Keefer trapte op de rem en wilde
achteruitrijden, maar achter ons reed een andere politiewagen. Een
derde patrouillewagen reed in volle vaart de andere helft van de
weg op.
Hij draaide zich naar me om.
'Pech gehad,' zei hij schouderophalend. 'Ze waren kennelijk
dicht genoeg bij om ons na ontvangst van het telefonische alarm de
weg af te snijden. En we waren bijna op de snelweg.
Verdomme.'
Het bloed trok weg uit mijn gezicht bij het zien van twee
politieagenten, die hun revolvers op ons richtten. Ze hurkten
achter de portieren van hun auto. Een andere agent schreeuwde door
een megafoon en beval ons met de handen omhoog uit te
stappen.
'Het spijt me,' zei Keefer.
Ik begon te huilen. Met moeders laarzen nog in de hand stapte
ik achter Keefer aan uit de truck. Hij liep met omhooggeheven
handen en ik ook.
Toen de politieagenten dichterbij kwamen, moest ik er even aan
denken dat moederlief waarschijnlijk nog lag te slapen.
Op het politiebureau werden we vrijwel onmiddellijk
gescheiden. Ik dacht dat ik in een gevangeniscel terecht zou komen,
maar ik werd naar een kamer gebracht met een lange tafel en twee
stoelen. In één wand was een lange spiegel aangebracht. Ik ging
zitten en staarde naar mijn spiegelbeeld, me afvragend wat er nu
zou gebeuren. Eindelijk kwam een vrouw met heel kort donker haar in
een grijs mantelpak binnen. Ze leek een jaar of dertig,
vijfendertig. Ze glimlachte niet, maar haar zachtbruine ogen
straalden iets warms uit. Ze maakte een aktetas open en haalde er
een langwerpige blocnote en een dossier uit.
'Ik ben Lou Ann Simmons van het kantoor van de officier van
justitie. Er komt straks een pro Deo-advocaat. Waarschijnlijk ken
je hem wel, Mr. Carson Meriweather. Het is nog niet zo lang geleden
dat jullie beiden in de rechtszaal stonden,' voegde ze er
nadrukkelijk aan toe. Toen glimlachte ze en ging verder. 'Als je
wilt, kun je wachten tot hij komt, of je kunt mij jouw kant van het
verhaal vertellen.'
'Mijn kant?'
'Wat was precies jouw rol in de overval?'
Ik wist niet goed wat ze bedoelde met 'precies'. Ik haalde
mijn schouders op.
ik heb het geld in de papieren zak gestopt. Bedoelt u
dat?'
'Je hebt ook meegedaan aan de planning, hè?' vroeg ze weer,
blijkbaar verheugd dat ik reageerde.
'Ja.'
'Jij moest een signaal geven of zoiets, en dat heb je
gedaan?'
'Ja.'
De deur ging open en Mr. Meriweather kwam haastig
binnen.
Hij keek naar Lou Ann Simmons.
'Hebt u mijn cliënte ondervraagd?'
'Ik heb haar gevraagd of ze op u wilde wachten,' antwoordde
Lou Ann Simmons. De warmte was uit haar ogen verdwenen. Ik had het
gevoel dat ze die warmte naar believen kon aan- en
uitschakelen.
'Ze begrijpt niet wat hier gebeurt. Ze is minderjarig.'
'Ze was betrokken bij een gewapende roofoverval. Die status
kan haar worden ontnomen.'
'Reden temeer om niet te beginnen zonder mij,' kaatste hij
terug.
Ik had het gevoel of ik getuige was van een twistgesprek
tussen twee mensen waarbij ik niet betrokken was.
'Ze heeft haar actieve deelname bekend. Ik kan haar dezelfde
vragen stellen in uw aanwezigheid.'
'Ik wens mijn cliënte onder vier ogen te spreken,' zei hij
scherp.
'Ik hoop dat u haar kunt overtuigen dat ze met mij moet
samenwerken. Keefer Dawson zal niet als minderjarige worden
berecht, en hij is ervoor verantwoordelijk dat zij bij de overval
betrokken is. Ik hoop dat u dit niet ingewikkeld gaat maken,'
voegde ze eraan toe, stopte haar blocnote en het dossier weer in
haar tas en ging de kamer uit.
'Ik had gedacht datje slim genoeg zou zijn om met niemand te
spreken voordat je advocaat erbij is.'
'Ik wist niet wat ik moest doen.'
'Met jouw verleden zou ik aannemen datje dat wel zou weten,'
zei hij sarcastisch. 'Besef je niet hoe serieus deze situatie is?
Je had een proeftijd.'
Ik probeerde te slikken, maar ik kon het niet. Ik kon alleen
maar knikken.
'Ze bluft niet. Ze zouden je kunnen berechten als een
volwassene. Dan ga je naar een zwaarbewaakte federale gevangenis.
Voor jaren!' benadrukte hij.
'Is mijn moeder al gebeld?'
'Je moeder kan je nu niet meer redden,' mompelde hij. 'Die
man, die Keefer Dawson, heeft je overgehaald om mee te doen aan de
overval, hè?'
'Hij heeft me niet overgehaald.'
'Hij heeft je overgehaald,' hield Mr. Meriweather vol. 'En je
had geen idee dat hij in het bezit was van een pistool?' zei hij,
schijnbaar als een vraag, maar meer als een antwoord dat hij me
door de strot wilde duwen.
'Dat wist ik. Ik had het al eerder gezien, maar hij zei dat er
geen kogels in zaten.'
'Dat zou geen verschil maken. Hoe kon iemand die overvallen
werd weten dat er geen kogels in zaten, en hoe weetje zo zeker dat
er geen kogels in zaten?'
'Hij vertelde het me.'
'Dus wist je het niet zeker,' was zijn conclusie. 'Zie je nu
hoe gecompliceerd dit kan worden en in hoeveel moeilijkheden je
kunt komen?'
Ik knikte.
'Goed. Blijf hier zitten en praat hierover nooit - nooit -
tegen iemand zonder dat ik aanwezig ben.'
Hij stond op en verliet de kamer. Het leek me of er bijna een
uur voorbij was gegaan voordat de deur weer openging. Deze keer was
het moederlief. Ze bleef even naar me staan kijken. Ik dacht dat ze
weg zou lopen en de deur achter zich dichtdoen, maar eindelijk kwam
ze binnen. Ze had rode ogen van het huilen. Ze hield haar adem in
en ging zitten.
'lk heb vaak gedacht,' begon ze, 'dat mijn vader gelijk had.
Ik wist niet waarom, maar het kwaad sijpelde als een soort
vervuiling bij mij naar binnen en toen bij jou. Dat was een
belangrijke reden waarom ik uit dat huis ben weggegaan. Ik wilde
weg van die ogen van hem, van de manier waarop hij naar ons keek,
waarop hij me voortdurend herinnerde aan mijn fouten.'
'Vooral aan mij.'
Ze staarde me aan.
'Ja, ik denk dat ik altijd zo aan je gedacht heb, Robin. Ik
ontken het niet. Het is geen geheim dat het nooit mijn bedoeling
was om zwanger te worden, maar ik geloofde echt dat ik op de een of
andere manier, door of via mijn muziek, alles goed kon maken. Ik
geloof dat ik je daar nooit van heb kunnen doordringen, al heb ik
nog zo vaak geprobeerd het je te doen inzien.'
'Het is jouw carrière, niet de mijne,' snauwde ik. 'Jij bent
de ster, moederlief.'
Ze schudde haar hoofd.
'Ik denk niet dat ik het je kwalijk kan nemen datje me haat.'
Ze glimlachte. 'Herinner je je dat liedje dat ik jaren geleden
geschreven heb? "I want to love you but I can't help hatin' myself
for wantin' that." (Ik wil van je houden maar ik kan het niet
helpen dat ik mezelf haat omdat ik dat wil.)'
'Ik ben niet de aanleiding tot een liedje, moederlief. Ik ben
een mens,' zei ik.
Ze knikte.
'Ja, maar wat voor mens ben je geworden? Ik zal natuurlijk
zoveel mogelijk van de schuld op me nemen, maar daar schieten we nu
niet veel mee op.'
Ze draaide zich om en keek me aan.
'Mr. Meriweather zegt dat Keefer Dawson tegen de officier van
justitie zegt dat hij je hiertoe heeft overgehaald, datje niet wist
dat hij een echt pistool zou hebben.'
'Dat is niet waar!'
'Het zal jou helpen, Robin. Mr. Meriweather heeft me
hiernaartoe gestuurd om je ervan te overtuigen datje Keefer niet
moet tegenspreken. Bovendien hoort Keefer dit te doen. Hij had jou
er nooit bij mogen betrekken.'
'Hij heeft me nergens toe overgehaald. Ik wilde het,'
schreeuwde ik bijna terug.
'Wil je naar een echte verschrikkelijke gevangenis gaan, waar
afgrijselijke dingen gebeuren met een meisje van jouw leeftijd, en
wil je daar jarenlang opgesloten zitten? Is dat watje wilt?'
'Nee, maar -'
'Maar dat is precies wat er gaat gebeuren als je je mond niet
houdt, Robin. Je knikt als je gezegd wordt te knikken en je schudt
je hoofd als je gezegd wordt het te schudden, begrepen? Anders is
het onmogelijk te zeggen wat die rechter zal doen met je. Mr.
Meriweather probeert een deal te sluiten met de assistent-officier
van justitie. Als je een verklaring tekent dat je het eens bent met
wat Keefer Dawson hun vertelt, zal ze overwegen de rechter een
gunstige aanbeveling voor je te geven.'
'Ik wil niet dat Keefer alle schuld op zich neemt,' zei
ik.
'Hij zou iets dergelijks toch ook hebben gedaan zonder jou,
niet?' vroeg ze.
Ik dacht even na.
'Waarschijnlijk wel, ja. Zijn moeder is net gestorven - ze
heeft zelfmoord gepleegd - en zijn vader haat hem en hij is zijn
baan kwijt.'
'Dat zijn dingen die zijn advocaat moet vertellen, Robin. Het
heeft geen zin je te belasten met andermans problemen.'
'Wel als je om iemand geeft,' antwoordde ik. 'Dat is iets wat
jij niet zult begrijpen, moederlief. Je hebt altijd meer om jezelf
gegeven dan om iemand anders.'
'Dat is niet eerlijk, Robin. Ik gaf wél om je. Ik gééf om
je.'
'Waarom heb je ons - mij - dan hiernaartoe gebracht om bij die
afschuwelijke Cory Lewis te gaan wonen?' riep ik uit.
Ze staarde me aan.
'Ik ben niet met je naar Cory Lewis gegaan alleen omdat hij in
de muziekbusiness zit, Robin. Er was een kans - er is een kans.'
verbeterde ze zichzelf, 'dat hij je echte vader is.'
Ik had het gevoel dat de bliksem boven mijn hoofd
insloeg.
'Nee!' riep ik. Ik schudde zo krachtig met mijn hoofd dat het
leek of ik de woorden door mijn oren eruit wilde gooien.
'Zoals ik je verteld heb, was er meer dan één, maar hij was er
die avond bij en we... we hebben die avond seks gehad.'
'Nee!'hield ik vol.
'Het doet er niet toe. Cory wilde iets voor ons doen omdat hij
dacht dat het misschien waar was.'
'Als dat zo is, dan wilde ik dat ik nooit geboren was," zei
ik. 'Bijna net zo intens als jij dat wenst.'
'Dat wens ik niet meer, Robin, maar ik verwacht niet dat jij
dat gelooft. Ik hoopte echt dat je blij zou zijn met mijn succes en
hier gelukkig zou zijn.'
'Goeie titel voor een nieuw lied. Ga het maar gauw schrijven,'
snauwde ik. Ze werd kwaad.
'Ik vertel de advocaat datje zult doen wat hij zegt, Robin.
Als je dat niet doel, zul je er heel veel spijl van hebben.'
Ze stond op.
'Je helpt Keefer niet door jezelf te benadelen,' voegde ze
eraan toe.
Ik keek haar aan. Het was hel eerste wat ze zei dat zinnig
was.
Ik wilde dat ze daarvan een liedje zou maken.