47

Zedd lag wakker in het vroege ochtendlicht, zijn geest vol verontrustende gedachten. Wolken hadden zich gedurende de nacht te zamen getrokken en het zag ernaar uit dat ze een natte reis voor de boeg hadden. Kahlan lag op haar zij, met haar gezicht naar het zijne toegewend, vlak bij hem en haalde langzaam adem in een diepe slaap. Chase hield ergens de wacht. De wereld viel uiteen en hij voelde zich hulpeloos. Een blad in de wind. Hij dacht dat hij, als tovenaar, na al die jaren, de gebeurtenissen enigszins zou moeten beheersen. Toch was hij nauwelijks meer dan een toeschouwer die zag hoe anderen werden gekwetst, gedood, terwijl hij degenen die hierin iets konden betekenen, probeerde te leiden, probeerde te doen wat gedaan moest worden. Als een Tovenaar van de Eerste Orde wist hij wel dat ze beter niet naar D'Hara konden gaan, maar toch, wat kon hij anders doen? Hij moest daarheen gaan als er enige kans op was om Richard te redden. Over drie dagen zou het de eerste dag van de winter zijn. Dar-ken Rahl had maar twee kistjes; hij ging sterven. Als ze Richard er niet uit kregen, zou Darken Rahl hem eerst doden. Hij dacht weer na over de ontmoeting met Darken Rahl de vorige dag. Hoe hij het ook probeerde, hij kon het niet begrijpen. Het was uitermate bizar. Rahl was blijkbaar uitzinnig geweest om het kistje te vinden, zo uitzinnig dat hij hem niet had gedood toen hij de kans had. De tovenaar die zijn vader had gedood, degene die hij had gezocht, en toen hij hem vond had hij niets gedaan. Maar zijn andere gedrag tartte alle logica.
Dat hij hem Richards zwaard had zien dragen, gaf Zedd de koude rillingen. Waarom zou meester Darken Rahl, meester van de magie van beide werelden, het Zwaard van de Waarheid dragen? Erger nog, wat had hij met Richard gedaan om het zwaard van hem te krijgen?
Het meest verontrustende gedrag was dat hij Kahlan met het zwaard bedreigde geweest. Zedd had zich nog nooit van zijn leven zo hulpeloos gevoeld. Het was dom om tovenaarspijn op hem te gebruiken. Alleen degenen met de gave en degenen die de proef van pijn hadden overleefd, konden de aanraking overleven. Maar wat moest hij doen? Het deed hem pijn te zien dat Darken Rahl het Zwaard van de Waarheid tegen haar keel hield, de ergste soort pijn. Een ogenblik was hij er zeker van geweest dat Rahl haar ging doden en het volgende ogenblik, voor Zedd een kans had gehad om iets te doen, futiel als het zou zijn geweest, had Rahl tranen in de ogen en borg hij het zwaard weg. Waarom zou Darken Rahl de moeite nemen het zwaard te gebruiken als hij haar wilde doden, of anders een van hen? Hij kon elk van hen met een knip van zijn vingers doden. Waarom zou hij het zwaard willen gebruiken? En waarom dan ophouden? Maar het was erger dat hij het staal wit had doen worden. Toen Zedd dat had gezien, was hij bijna uit zijn vel gesprongen. De profetieën maakten gewag van degene die het Zwaard van de Waarheid wit zou maken. Zij spraken daarover met grote behoedzaamheid. Dat het Darken Rahl was, schokte hem tot in het diepst van zijn wezen. Dat het misschien Richard zou zijn geweest die het zwaard wit zou maken, had hem een heel eigen angst bezorgd, maar dat het Rahl was... De sluier, noemden de profetieën het, de sluier tussen de wereld van het leven en de onderwereld. Als de sluier door de toverkunst van Orden werd gescheurd, door een bemiddelaar, voorspelden de profetieën, dan kon alleen degene die het Zwaard van de Waarheid wit had gemaakt, die herstellen. Tenzij hij dat kon doen, zou de onderwereld op de wereld van de levenden worden losgelaten. Het woord bemiddelaar had een vreselijke betekenis die Zedd veel zorgen baarde. Het kon betekenen dat Darken Rahl niet zelf handelde, maar als tussenpersoon. Een tussenpersoon van de onderwereld. Dat hij de beheersing over de subtractieve magie had gekregen, de magie van de onderwereld, hield in dat hij was. Het hield ook in dat zelfs als Rahl faalde en werd gedood, de magie van Orden de sluier toch zou scheuren. Zedd probeerde niet te denken aan wat deze profetieën betekenden. Het idee dat de onderwereld zou worden losgelaten maakte dat zijn keel dicht kwam te zitten. Het was beter voor hem om eerst dood te zijn. Beter voor iedereen om eerst dood te zijn.
Zedd rolde zijn hoofd naar één kant, keek naar Kahlan die sliep. De Biechtmoeder. De laatste van degenen die door de oude tovenaars in het leven waren geroepen. Zijn hart hunkerde naar haar pijn, hunkerde omdat hij haar niet had kunnen helpen toen Rahl het zwaard tegen haar keel hield; hunkerde naar wat ze voor Richard voelde en naar wat hij haar niet kon vertellen.
Als het Richard maar niet geweest was. Iedereen behalve Richard. Niets was ooit gemakkelijk.
Zedd ging haastig overeind zitten. Er was iets mis. Het was te licht buiten, dan had Chase allang terug moeten zijn. Met een vinger aan Kahlans voorhoofd, maakte Zedd haar klaarwakker. Kahlan weerspiegelde zijn bezorgdheid in haar gezicht. 'Wat is er?' fluisterde ze.
Zedd zat stil en voelde naar leven om zich heen. 'Chase is niet terug en dat hoort hij wel te zijn.'
Ze keek om zich heen. 'Misschien is hij in slaap gevallen.' Zedd trok een wenkbrauw op. 'Nou, misschien is er een goede reden. Misschien is het niets.' 'Onze paarden zijn weg.'
Kahlan kwam overeind en controleerde haar mes. 'Kun jij voelen waar hij is?'
Zedd deinsde terug. 'Er zijn anderen in de buurt. Anderen die zijn aangeraakt door de onderwereld.'
Hij sprong op. Terwijl hij dat deed, struikelde Chase, die geduwd was, en viel met het gezicht voorover in het kamp. Zijn armen waren stevig achter zijn rug gebonden en er kleefde bloed aan hem. Veel bloed. Hij kreunde in het stof. Zedd voelde de aanwezigheid van mensen rondom hen. Vier mannen. Hij schrok terug van wat hij van hen voelde.
De grote man die Chase had geduwd, kwam naar voren. Zijn korte blonde haar stond in pieken overeind en er liep een zwarte streep door naar achteren. Zijn koude ogen, zijn glimlach, zonden een rilling door de tovenaar.
Kahlan zat half gehurkt. 'Demmin Nass,' siste ze. Hij haakte zijn duimen achter zijn riem. 'Ah, je hebt van me gehoord, Biechtmoeder.' Zijn boosaardige glimlach verbreedde zich. 'Ik heb in ieder geval wel van jou gehoord. Je vriend hier heeft vijf van mijn beste mensen gedood. Ik zal hem laten terechtstellen, na de feestelijkheden. Ik zou hem graag het genoegen laten smaken te zien wat we met jou gaan doen.'
Kahlan keek om toen drie andere mannen, niet zo groot als Demmin Nass, maar wel groter dan Chase, uit het bos stapten. Ze waren omsingeld, maar dat was geen probleem voor een tovenaar. Elk van de mannen had blond haar, was zwaar gespierd en ondanks de kille lucht met zweet bedekt. Chase had het hun klaarblijkelijk lastig gemaakt. Op dit ogenblik waren hun wapens weggeborgen; zij waren niet bang dat ze de situatie niet beheersten.
Hun zelfvertrouwen irriteerde Zedd. Hun gegrijns maakte hem woedend. Het vroege licht maakte de vier paar blauwe ogen des te doordringender.
Zedd wist heel goed dat dit een quad was en hij wist heel goed wat quads met Belijdsters deden. Uitstekend. Zijn bloed kookte bij die wetenschap. Hij zou dat Kahlan op geen enkele manier laten overkomen. Niet zolang hij leefde. Demmin Nass en Kahlan staarden elkaar aan. 'Waar is Richard? Wat heeft Rahl met hem gedaan?' vroeg ze. 'Wie?'
Ze knarsetandde. 'De Zoeker.'
Demmin glimlachte. 'Welnu, dat is een zaak van meester Rahl, niet van mij. En niet van jou.'
'Vertel het me,' zei ze met een dreigende blik.
Zijn glimlach werd breder. 'Jij hebt belangrijkere dingen om je zorgen over te maken op dit ogenblik, Belijdster. Je staat op het punt mijn manschappen geweldig te gaan amuseren. Ik wil dat je daaraan blijft denken en dat je ervoor zorgt dat ze zich vermaken. De Zoeker gaat je niet aan.'
Zedd besloot dat het tijd was om hier een eind aan te maken, voor er nog meer gebeurde. Hij hief zijn handen op en liet het machtigste verlammingsweb los dat hij kon maken. Het kamp lichtte op met een hard gekraak van groen licht dat tegelijkertijd vier kanten uit flitste, naar elk van de blauwogige mannen. Het groene licht trof elke man met een harde bons.
Voor de tovenaar tijd had om te reageren, gingen de dingen vreselijk mis.
Even vlug als het groene licht hen trof, kaatste het van elke man terug. Te laat besefte Zedd dat ze werden beschermd door een of andere formule - een onderwereldse formule die hij niet had kunnen zien. Van vier kanten tegelijk trof het groene licht hem. Zijn eigen web verlamde hem ter plekke. Hij stond stokstijf als een steen. Hulpeloos. Wat hij ook probeerde, hij kon zich niet bewegen. Demmin Nass haalde zijn duimen achter zijn riem vandaan. 'Problemen, ouwe baas?'
Kahlan, met een uitdrukking van woede op haar gezicht, strekte haar arm uit en plantte haar hand tegen zijn gladde borst. Zedd zette zich schrap voor het loslaten van haar kracht, voor de donder zonder geluid.
Die kwam niet. Aan de uitdrukking van verbazing op Kahlans gezicht wist hij dat die had moeten komen. Demmin Nass bracht zijn vuist omlaag en brak haar arm. Kahlan viel met een schreeuw van pijn op haar knieën. Ze kwam weer omhoog met haar mes in haar andere hand en stak naar de man voor haar. Hij greep haar haren met zijn vuist beet en hield haar weg. Zij stootte het mes omhoog in de arm die haar vasthield. Hij trok het mes eruit en wrikte het uit haar hand. Met een klap stak hij het in een boom. Hij hield haar bij de haren vast en sloeg haar een paar keer met de rug van zijn hand op het gezicht. Ze schopte en klauwde en schreeuwde tegen hem, en hij giechelde. De andere drie omringden haar.
'Het spijt me, Biechtmoeder, ik ben bang dat je mijn type niet bent. Maar maak je geen zorgen, deze kerels zullen maar al te blij zijn om de honneurs waar te nemen. Maar probeer wel met je billen te wiebelen,' spotte hij. 'Daar zal ik heel erg van genieten.' Demmin gooide haar bij haar haren naar de andere drie. Die duwden haar tussen hen heen en weer, sloegen haar, tolden haar ruw rond tot ze te duizelig was om te staan en van het ene paar armen in het andere viel. Ze was even hulpeloos als een muis waar drie katten mee speelden. Haar haren vielen voor haar gezicht. Kahlan zwaaide haar vuist tegen ze, te gedesoriënteerd om ze te raken. Ze lachten des te meer.
Een van hen sloeg zijn vuist in haar maag. Kahlan sloeg dubbel en viel, verkrampt van de pijn, op haar knieën. Een ander tilde haar aan haar haren op. De derde scheurde de knopen van de voorkant van haar hemd. Ze gooiden haar gewelddadig heen en weer, scheurden haar hemd, rukten het met iedere worp verder van haar af. Toen het over haar gebroken arm werd getrokken, schreeuwde ze van de pijn.
Zedd kon niet eens beven van de woede die door hem heen stormde. Hij kon zijn ogen niet eens dichtknijpen om het niet te zien, zijn gehoor afsluiten tegen het geluid. Pijnlijke herinneringen dat hij dit eerder had gezien, vielen over de werkelijkheid van wat er nu gebeurde heen. Hij kon niet ademen vanwege de pijn van die herinneringen. Hij zou zijn leven hebben gegeven om zich te bevrijden. Hij wilde dat ze niet tegen hen zouden vechten, het maakte de zaak alleen maar erger. Maar hij wist dat Belijdsters er altijd tegen vochten. Vochten met alles wat ze hadden. En wat zij had, wist hij, zou niet genoeg zijn.
Uit de gevangenis van zijn lichaam, alsof hij van steen was, voer Zedd met alles wat hij had uit tegen zijn hulpeloosheid, elke formuIe, elke truc, iedere macht die hij bezat. Het was niet genoeg. Hij voelde tranen over zijn wangen stromen.
Kahlan schreeuwde toen een van de mannen haar aan haar gebroken arm in de krachtige armen van de twee anderen wierp. Met haar lippen teruggetrokken over opeengeklemde tanden, draaide en schopte ze tegen hen aan terwijl ze haar stevig bij haar armen en haren vasthielden. De derde man gespte haar riem los en trok aan de knopen. Ze spoog naar hem, schreeuwde vloeken tegen hem. Hij lachte toen hij haar broek langs haar benen omlaagtrok en die binnenstebuiten over haar voeten stroopte. De andere twee moesten haar met beide armen vasthouden; ze konden haar bijna niet aan. Als haar arm niet gebroken was geweest, zouden ze haar misschien niet hebben kunnen houden. Een van hen draaide die wreed om en maakte haar aan het gillen. De twee die haar vasthielden trokken haar hoofd aan haar haren achterover en de derde zette zijn lippen en tanden tegen haar nek en beet haar. Hij betastte haar met een hand, maakte zijn riem los en trok met zijn andere zijn broek uit. Hij legde zijn mond op de hare, smoorde haar kreten en bewoog zijn dikke vingers van haar borsten naar de donkerte tussen haar benen.
Zijn broek viel op de grond, zijn been dwong haar dijen uiteen. Ze kreunde tegen zijn mond van de inspanning om hem te verhinderen wat hij deed, maar ze kon het niet. Zijn dikke vingers grepen en wurmden zich in haar. Haar ogen gingen wijd open. Haar gezicht was rood van woede, haar borst zwoegde van toorn. 'Leg haar op de grond en hou haar plat,' gromde hij. Kahlans knie kwam omhoog in zijn lies. Hij sloeg met een kreun dubbel, de andere twee lachten. Er was vuur in zijn ogen toen hij rechtop ging staan. Zijn vuist spleet haar lip open. Bloed stroomde over haar kin.
Chase, wiens armen nog steeds veilig achter hem waren vastgebonden, stortte zich met zijn hoofd naar voren tegen het middel van de man. Ze vielen beiden op de grond, de broek om de enkels van de man deed hem struikelen en voor hij kon reageren, klemde Chase zijn dijen rond de dikke nek van de man. Zijn blauwe ogen puilden uit. De grenswachter rolde op zijn zij en trok zijn hoofd met een ruk achteruit. Er klonk een luide krak en de man werd slap. Demmin Nass schopte Chase in de ribben en tegen zijn hoofd tot hij niet meer bewoog.
Pels en hoektanden kwamen, ogenschijnlijk uit de lucht, op Nass terecht. De wolf gromde woest terwijl hij aan de grote man rukte. Ze vielen op de grond, rolden in de aarde en door het vuur. Een mes flitste door de lucht.
'Nee!' schreeuwde Kahlan. 'Brophy! Nee! Ga weg!' Het was te laat. Het mes kwam met een misselijk makende bons in de wolf terecht toen de vuist die het vasthield tegen de ribben sloeg. Telkens en telkens weer. Nass scheurde de wolf open. In enkele ogenblikken was het voorbij. Brophy lag op de grond uitgespreid, zijn pels dof van het bloed. Zijn poten trokken nog een beetje en waren toen stil.
Kahlan hing aan haar armen en haar en huilde en snikte de naam van de wolf.
Nass kwam overeind, hijgend van de inspanning van het korte, maar felle gevecht. Uit de wonden op zijn borst en arm liep bloed. Woede flitste in zijn ogen.
'Laat haar boeten,' siste hij tegen de twee mannen die haar vasthielden. 'Dat zal haar leren.'
Kahlan verzette zich en kronkelde tegen hen aan. 'Wat is er, Dem-min?' riep ze. 'Niet mans genoeg om het zelf te doen? Moet je het echte mannen voor je laten doen?'
Alsjeblieft, Kahlan, smeekte Zedd stil in zijn gedachten, alsjeblieft, hou je mond dicht. Zeg alsjeblieft niets.
Het gezicht van Nass werd rood van woede. Zijn borst zwoegde. Hij keek haar nijdig aan.
'In elk geval zijn dit echte mannen! Zij hebben tenminste wat er voor nodig is om een vrouw aan te pakken! Jij waarschijnlijk niet! Jij hebt alleen genoeg voor kleine jongetjes! Wat is er met je, jongen? Bang om een echte vrouw te laten zien wat je hebt? Ik zal je uitlachen terwijl echte mannen doen wat jij niet kunt!' Nass kwam een stap dichterbij, tandenknarsend. 'Hou je bek, teef.' Ze spuwde in zijn gezicht. 'Dat zou je vader doen als hij wist dat je niets met een vrouw kon doen. Je bent een schande voor je vaders naam.'
Zedd vroeg zich af of Kahlan gek was geworden. Hij had er absoluut geen idee van waarom ze dit deed. Als ze Nass wilde uitdagen om nog erger te doen, zou dit er wel voor zorgen. Nass zag eruit alsof hij zou ontploffen, maar toen ontspande zijn gezicht zich en keerde zijn glimlach weer. Hij keek rond en zag wat hij wilde.
'Daarheen,' wees hij. 'Hou haar gezicht omlaag boven dat blok.' Hij bracht zijn gezicht dicht bij het hare. 'Wil je het van mij? Goed, teef, je zult het van me krijgen. Maar wel op mijn manier. Nu zullen we zien hoe goed je kunt kronkelen.'
Kahlans gezicht was vuurrood van woede. 'Ik denk dat je een grote opschepper bent! Ik denk dat je jezelf in verlegenheid zult brengen.
Je mannen en ik zullen ons rot lachen. Opnieuw zullen zij het werk voor je moeten doen.' Haar mond verbreedde zich tot een uitdagende glimlach. 'Ik wacht, jongetje. Doe het met mij zoals je vader het met jou heeft gedaan, zodat we allemaal goed kunnen lachen, wanneer we aan jou denken op je knieën onder hem. Laat me zien hoe hij het met je gedaan heeft.'
De aderen op zijn voorhoofd dreigden te barsten, zijn oogballen puilden uit. De hand van Nass schoot naar haar keel, kneep die dicht, tilde haar op. Hij beefde van woede. Zijn greep verstevigde en verstikte haar.
'Kapitein Nass,' waarschuwde een van de mannen zacht, 'u zult haar doden.'
Demmin keek op, staarde de man woedend aan, maar ontspande toen zijn greep. Hij keek achterom naar Kahlan. 'Wat weet een teef als jij daar nou van?'
'Ik weet dat je een leugenaar bent. Ik weet dat je meester een klein jongetje als jij niet zou laten weten wat er met de Zoeker was gebeurd. Jij weet niets. Je zou het mij niet kunnen vertellen omdat jé het niet weet en je bent zo waardeloos dat je het niet eens zou kunnen toegeven.'
Dus dat was het. Zedd begreep het. Kahlan wist dat ze ging sterven en was bereid om zich door Nass nog erger te laten behandelen, in ruil voor de wetenschap of Richard het goed maakte. Ze wilde niet sterven zonder te weten of hij veilig was. De enormiteit van wat er gebeurde, maakte dat de tranen over Zedds gezicht rolden. Hij hoorde Chase aan zijn voeten bewegen.
Nass liet haar keel los en beduidde de twee mannen haar los te laten. In een plotselinge opwelling sloeg hij haar met zijn vuist. Ze kwam plat op haar rug terecht. Hij boog zich voorover en tilde haar bij haar haren op alsof ze niets woog.
'Je weet niets! Je vuist zegt het allemaal. Je meester zou het aan je vader kunnen vertellen,' spotte ze, 'maar hij zou je vaders kleine meisje niets vertellen.'
'Goed, goed, ik zal het je vertellen. Dan heb ik nog meer lol wanneer ik op je lig, als je weet wat we met kleine lastposten als de Zoeker doen. Misschien dat je dan zult begrijpen dat je je tijd verspilt door tegen ons te vechten.'
Kahlan stond naakt voor hem, haar gezicht rood van woede. Ze was geen kleine vrouw, maar ze zag er klein uit zoals ze voor Demmin Nass stond. Ze ademde zwaar en wachtte, een vuist in haar zij, de andere arm hing er slap bij en bloed droop langs de voorkant van haar lichaam.
'Bijna een maand geleden tekende een kunstenaar een toverformule, zodat de Zoeker kon worden gevangen. Hij doodde de kunstenaar, maar hij werd toch gevangen. Gevangen door een Mord-Sith.' De kleur trok uit Kahlans gezicht weg. Ze werd zo wit als een lelie. Zedd had een gevoel alsof hij door zijn hart was gestoken. Als het mogelijk zou zijn geweest, zou hij in doodspijn op de grond zijn neergevallen.
'Nee,' fluisterde zij, haar ogen wijd open.
'Ja,' spotte hij. 'En nog wel een bijzonder gemene Mord-Sith. Ene Denna. Zelfs ik loop met een wijde boog om haar heen. Zij is de favoriet van meester Rahl, vanwege haar...' hij grijnsde '... talenten. Van wat ik gehoord heb, heeft ze zichzelf met de Zoeker overtroffen. Ik heb haar op een dag zelf gezien, bij het diner, van top tot teen met bloed bedekt.'
Kahlan huiverde lichtelijk, haar ogen vochtig en Zedd was er zeker van dat ze nog witter was geworden. 'Maar hij leeft nog,' fluisterde ze met een gebroken stem. Demmin glimlachte zelfverzekerd bij het zien van haar reactie, blij dat hij het verteld had. 'De laatste keer dat ik de Zoeker gezien heb, Biechtmoeder, lag hij op zijn knieën voor meester Rahl, met Denna's Agiel aan de achterkant van zijn hoofd. Ik denk dat hij zijn eigen naam niet eens wist. Meester Rahl was toen niet gelukkig. Wanneer meester Rahl ongelukkig is, sterven er altijd mensen. Uit wat meester Rahl tegen mij zei toen ik wegging, ben ik er zeker van dat de Zoeker nooit van zijn knieën is opgestaan. Zijn lijk zal onderhand wel verrot zijn.'
Zedd huilde omdat hij haar niet kon troosten, omdat zij hem niet troosten kon.
Kahlan werd doodkalm.
Haar armen ging langzaam in de lucht omhoog, haar vuisten naar de hemel. Haar hoofd rolde achterover.
Ze slaakte een onaardse gil. Die ging door Zedd heen als duizend naalden van ijs, hij weerkaatste tegen de heuvels, door de dalen, tegen de bomen overal in het rond en maakte ze aan het trillen. Zedds adem werd hem benomen. Nass en de andere twee mannen strompelden enkele passen achteruit.
Als hij niet al versteend was, zou hij het nu zijn, om de angst van wat ze aan het doen was. Kahlan behoorde niet in staat te zijn dit te doen.
Ze haalde diep adem, ze klemde haar vuisten nog steviger dicht en tranen stroomden over haar gezicht.
Kahlan schreeuwde opnieuw. Lang, doordringend, uit een andere wereld. Het geluid stortte als een lawine door de lucht neer. Kiezels dansten op de grond. Water danste in de meren rondom. De lucht zelf danste en begon te bewegen. De mensen bedekten hun oren. Zedd zou dat ook hebben gedaan, als hij zich had kunnen bewegen. Ze haalde nogmaals diep adem. Haar rug welfde zich toen ze zich naar de hemel uitstrekte.
De derde gil was erger. De magie scheurde door het weefsel van de lucht. Zedd had het gevoel alsof die zijn lichaam uit elkaar zou trekken. De lucht begon om haar heen te draaien, stof waaide op in de luchtstroom.
Duisternis begon te vallen, want de magie van de gil nam het licht zelf weg en trok behalve de wind ook de duisternis aan. Licht en duisternis bewogen om de Biechtmoeder toen ze de oude magie in de gil losliet.
Zedd stikte bijna van angst om wat ze deed. Hij had dit een keer eerder zien gebeuren en dat was toen niet goed afgelopen. Zij sloot zich bij de magie van de Belijdster aan, de additieve, de liefde, met zijn tegenhanger uit de onderwereld, de subtractieve, de haat. Kahlan stond in het centrum van de maalstroom te gillen. Het licht werd naar haar toe gezogen. Overal viel de duisternis in. Waar Zedd stond, was het zwart als de nacht. Het enige licht was om Kahlan heen. Nacht rondom dag.
Bliksem scheurde hevig door de zwarte hemel, flitste snel alle kanten uit, zigzagde, keerde telkens weer terug tot de hemel in brand stond. Donder rolde over het land, stolde in een voortdurende furie, vermengde zich met de kreet en werd er deel van. De grond beefde. De kreet ging geluid te boven, naar iets heel anders. Overal in het rond barstte de grond open in gekartelde, woeste tranen. Stralen violet licht schoten omhoog uit de spleten. De blauwachtig purperen gordijnen van licht trilden, dansten en werden met toenemende snelheid in de werveling getrokken, naar Kahlan gezogen. Zij was een gloeiende vorm van licht in een zee van duisternis. Zij was het enige ding dat bestond; al het andere was niets, zelfs ontdaan van licht. Zedd kon niets anders zien dan Kahlan. Er was een afschuwelijke botsing met de lucht overal in het rond. In een korte, enorme flits van licht zag Zedd de bomen om hen heen plotseling ontdaan van dennenaalden, toen ze allemaal werden teruggeblazen in een wolk van groen. Een muur van stof en zand trof zijn gezicht en voelde aan alsof die in zijn explosieve voorbijgaan de huid van zijn botten zou nemen.
De woestheid van de botsing scheurde de duisternis weg. Het licht keerde weer.
De eenwording was volledig.
Zedd zag Chase naast zich staan, die stond te kijken, met zijn armen nog achter zijn rug gebonden. Grenswachters, dacht Zedd, waren taaier dan ze zouden moeten zijn.
Lichtblauw licht stolde in een ruwe eivorm rond haar, nam toe in hevigheid, effect en op de een of andere manier ook in gewelddadigheid. Kahlan draaide zich om. Een arm, de gebroken arm, kwam langs haar lichaam omlaag. De andere arm bleef halverwege steken en ze hield haar vuist naar de tovenaar uitgestoken. Het blauwe licht bloedde uit de ring om haar heen naar de plek, waar haar vuist was. Het leek te versmelten en in een plotselinge uitbarsting explodeerde het in een lijn van licht door de ruimte tussen hen. Met een flinke klap raakte het hem en verlichtte hem bij die aanraking, alsof hij door een draad van levend licht met Kahlan was verbonden. Het baadde hem in het bleekblauwe licht. De tovenaar voelde de vertrouwde aanraking van additieve magie en het onvertrouwde tintelen van de subtractieve onderwereldse magie. Hij werd een stap achteruit geworpen; het web dat hem vasthield, verbrijzelde. Hij was vrij. De lijn van licht doofde zichzelf uit. Zedd wendde zich naar Chase en maakte de touwen met een snelle toverformule los. Chase kreunde even van pijn toen zijn armen bevrijd werden.
'Zedd,' fluisterde hij, 'wat is er in hemelsnaam aan de hand? Wat heeft ze gedaan?'
Kahlan haalde haar vingers door het lichtblauwe licht dat om haar heen vibreerde, streelde het, liefkoosde het, baadde erin. Demmin Nass en een van zijn mannen sloegen haar gade, maar bleven staan en wachtten. Haar ogen staarden naar dingen die zij niet konden zien. Haar ogen waren in een andere wereld. Haar ogen, wist Zedd, zagen de herinnering aan Richard.
'Het wordt de Con Dar genoemd. De Bloedwoede.' Zedd keek langzaam van Kahlan naar de grenswachter. 'Het is iets dat alleen de sterkste Belijdsters kunnen doen. En zij hoort het helemaal niet te kunnen doen.'
Chase fronste. 'Waarom niet?'
'Omdat die door haar echte moeder moet worden geleerd; alleen de moeder kan leren hoe die moet worden teweeggebracht. Het is een oude magie, ten dele, maar zij wordt zelden gebruikt. Zij kan alleen worden geleerd nadat de dochter een bepaalde leeftijd bereikt heeft. Kahlans moeder stierf voor zij die haar kon leren. Adie heeft me dat verteld. Kahlan hoort dit niet te kunnen doen. Toch heeft ze het gedaan. Dat ze het kon doen zonder dat het haar geleerd is, alleen door instinct en verlangen, spreekt zeer gevaarlijke dingen in de profetieën aan.'
'Welnu, waarom heeft ze het dan niet eerder gedaan? Waarom heeft ze geen eind gemaakt aan wat er hiervoor gebeurde?' 'Een Belijdster kan die niet voor zichzelf oproepen, alleen voor een ander. Zij heeft haar voor Richard opgeroepen. Voor de woede om zijn moord. Wij verkeren behoorlijk in moeilijkheden.' 'Waarom?'
'De Con Dar wordt uit wraak opgeroepen. Belijdsters die hem oproepen, overleven het zelden; zij geven hun leven voor het doel, geven hun leven om de wraak te voltrekken. Kahlan gaat haar macht op Darken Rahl gebruiken.'
Chase keek geschokt. 'Jij zei me dat haar macht hem niet kan raken, hem niet kan nemen.'
'Dat kon eerst niet. Ik weet niet of het nu kan, maar ik betwijfel het. Niettemin gaat ze het proberen. Zij is in de greep van de Con Dar, de Bloed woede. Het kan haar niet schelen of ze doodgaat. Ze gaat het proberen, ze gaat Darken Rahl aanraken ook al is het nutteloos, ook al wordt het haar dood. Als iemand haar in de weg komt, zal ze hem doden. Zonder erbij stil te staan.' Hij bracht zijn gezicht dichter bij dat van Chase om het te benadrukken. 'Daar zijn wij ook bij inbegrepen.'
Kahlan was bijna in een bal tegen de grond gerold, haar hoofd gebogen, haar handen kruiselings op de schouders, het bleke blauwe licht om haar heen. Ze strekte zich langzaam overeind en duwde zich door het licht, alsof ze uit een ei kwam. Ze stond naakt, bloed stroomde nog uit haar wonden. Bloed, nog nat en vers, droop van haar kin. Maar haar gezicht toonde de pijn van andere wonden dan die op haar lichaam. En toen was ook die uitdrukking verdwenen en zij vertoonde niets anders dan het gezicht van een Belijdster. Kahlan draaide zich een eindje om, naar een van de twee mannen die haar hadden vastgehouden. De andere was nergens te zien. Ze lichtte kalm een hand-naar hem op. Hij was drieëneenhalve meter van haar vandaan.
Er kwam een klap op de lucht, donder zonder geluid. Zedd voelde de pijn in zijn botten.
'Meesteres!' riep de man terwijl hij op zijn knieën viel. 'Wat beveelt u mij? Wat wenst u van mij?'
Ze keek hem koel aan. 'Ik wil dat je voor mij sterft. Meteen.' Hij verkrampte en viel met zijn gezicht voorover in het stof, dood neer. Kahlan draaide zich om en ging naar Demmin Nass. Hij had een glimlach op het gezicht; zijn armen waren gevouwen. Kahlans gebroken arm hing langs haar zijde. Ze legde haar andere hand met een scherpe klets op haar borst. De hand bleef daar terwijl hun blikken zich verstrengelden. Hij torende boven haar uit. 'Heel indrukwekkend, teef. Maar niet alleen heb jij je macht gebruikt, ik word ook beschermd door de toverkracht van meester Rahl. Jij kunt me niet met je macht raken. Je hebt nog een les te leren en die ga ik je leren zoals ik hem nog nooit eerder aan iemand heb geleerd.' Zijn hand kwam omhoog en greep haar verwarde, doffe haar. 'Buig voorover.'
Kahlans gezicht vertoonde geen emotie. Ze zei niets.
Er was een klap op de lucht, donder zonder geluid. Opnieuw voelde Zedd de pijn ervan in zijn botten. Demmin Nass' ogen sperden zich open. En zijn mond viel open. 
'Meesteres!' fluisterde hij.
Chase leunde voorover. 'Hoe deed ze dat? Ze raakte de eerste niet eens aan en Belijdsters kunnen hun macht maar één keer gebruiken, dan moeten ze rusten en die herwinnen.'
'Niet meer. Ze is in de Con Dar.'
'Blijf daar staan en wacht,' zei ze tegen Nass.
Met bevallige vloeiende bewegingen liep Kahlan naar de tovenaar. Ze bleef staan en hief haar gebroken arm naar hem op. Haar ogen hadden iets glazigs. 'Maak mijn arm voor me, alsjeblieft. Ik heb hem nodig.'
Zedd nam zijn ogen van de hare en keek neer naar de arm. Hij strekte zijn hand uit en pakte hem voorzichtig, sprak zacht om haar gedachten van de pijn af te leiden terwijl hij de arm boven en onder de breuk beetpakte, trok en het bot zette. Ze slaakte geen kreet en vertrok geen spier. Hij vroeg zich zelfs af of ze het wel voelde. Teder omvatten zijn vingers de beschadigde plek en lieten de warmte van de magie in haar strömen, namen de koude pijn zelf op, voelden die, leden erom en waren vastbesloten die te verduren. Zijn ademhaling hield even op omdat de pijn zo scherp was. Hij voelde heel haar pijn; die vermengde zich met zijn eigen pijn, dreigde hem te overweldigen tot hij die tenslotte van zich af kon zetten. Hij voelde het bot aan elkaar groeien en voegde nog meer magie toe om het te beschermen en te versterken tot het zichzelf verder kon genezen. Eindelijk was hij klaar en nam hij zijn handen van haar af. Haar groene ogen gingen omhoog naar de zijne en de koude boosheid erin was angstwekkend. 'Dank je,' zei ze zacht. 'Wacht hier.'
Ze ging terug naar Demmin Nass, die stond waar zij hem had gezegd dat hij moest wachten.
Er waren tranen in zijn ogen. 'Alstublieft, meesteres, beveel mij.' Kahlan trok een mes uit zijn riem en negeerde zijn verzoek. Met haar andere hand maakte ze de strijdknuppel los van zijn haak. 'Trek je broek uit.' Ze wachtte tot hij hem uitgetrokken had en ging opnieuw voor hem staan. 'Kniel.'
De koelte van haar stem zond een rilling door Zedd heen. Hij zag hoe de grote man voor haar knielde.
Chase pakte zijn gewaden beet. 'Zedd, we moeten haar tegenhouden. Ze gaat hem doden! Wij hebben inlichtingen nodig. Wanneer hij ons eenmaal vertelt wat wij moeten weten, kan ze doen wat ze wil, maar eerst moeten we hem ondervragen!'
Zedd wierp hem een strenge blik toe. 'Hoezeer ik het ook met je eens ben, wij kunnen niets doen. Als we ingrijpen, zal ze ons doden. Als je twee stappen naar haar toe doet, zal ze je doden voor je een derde zet. Met een Belijdster in de Bloedwoede valt niet te redeneren. Het is alsof je probeert te redeneren met een onweersbui; je zult alleen maar door de bliksem worden getroffen.' Chase liet de kleren van de tovenaar los, snoof teleurgesteld en vouwde berustend de armen. Kahlan draaide de strijdknuppel rond en reikte Nass de steel aan. 'Hou die voor me vast.'
Hij nam hem aan en hield hem naast zich. Kahlan knielde vlak voor hem neer.
'Spreid je benen,' gelastte ze met een ijzige stem. Ze reikte omlaag tussen zijn benen en greep hem in één hand. Hij kromp ineen, trok een grimas. 'Beweeg niet,' waarschuwde ze. Hij werd stil. 'Hoeveel van de kleine jongetjes die je hebt gemolesteerd, heb je gedood?' 'Ik weet het niet, meesteres. Ik houd het niet bij. Ik heb het jarenlang gedaan, sinds mijn jeugd. Ik dood ze niet altijd. De meeste zijn in leven.'
'Maak eens een goede schatting.'
Hij dacht even na. 'Meer dan tachtig. Minder dan honderdtwintig.' Zedd kon het mes zien glinsteren toen ze het onder hem bracht. Chase deed zijn armen van elkaar, ging meer rechtop staan, zijn kaakspieren spanden zich toen hij hoorde wat Demmin Nass had gedaan.
'Ik ga die afsnijden. Wanneer ik dat doe, wil ik niet dat je geluid maakt,' fluisterde ze. 'Geen enkel geluid. Je vertrekt geen spier.' 'Ja, meesteres.'
'Kijk in mijn ogen. Ik wil het in je ogen zien.'
Haar arm met het mes spande zich en kwam met een ruk omhoog. Het lemmet was rood.
Demmins knokkels rond de knuppel waren wit. De Biechtmoeder ging voor hem staan. 'Steek je hand uit.' Demmin hield een bevende hand voor haar. Ze legde de bloederige zak in zijn handpalm. 'Eet op.'
Chase glimlachte terwijl hij toekeek. 'Goed zo,' fluisterde hij tegen niemand in het bijzonder. 'Een vrouw die weet wat gerechtigheid is.' Ze stond voor hem en keek naar hem tot hij klaar was. Ze gooide het mes opzij. 'Geef me de strijdknuppel.'
Hij gaf haar die. 'Meesteres, ik verlies een hoop bloed. Ik weet niet of ik rechtop kan blijven.'
'Het zal me zeer misnoegen als je niet rechtop blijft. Hou vol. Het duurt niet lang.' 'Ja, meesteres.'
'Was wat je me over Richard, de Zoeker, vertelde waar?' 'Ja, meesteres.'
Kahlans stem was doodkalm. 'Allemaal?'
Demmin dacht een ogenblik na, om zeker te zijn. 'Alles wat ik u heb verteld, meesteres.'
'Is er iets dat je me niet verteld hebt?'
'Ja, meesteres. Ik heb u niet verteld dat Mord-Sith Denna hem ook als haar partner heeft genomen. Waarschijnlijk omdat ze hem dan meer pijn zou kunnen doen.'
De stilte duurde een eeuwigheid. Kahlan stond bewegingloos over Demmin heen gebogen. Zedd kon nauwelijks ademen van de pijn, kon door de brok in zijn keel nauwelijks ademen. Zijn knieën trilden.
Kahlans stem klonk zo zacht dat Zedd hem nauwelijks kon horen. 'En je bent er zeker van dat hij dood is?'
'Ik heb hem niet zien doden, meesteres. Maar ik weet het zeker.' 'Waarom weet je dat zeker?'
'Het leek me dat meester Rahl in de stemming was om hem te doden, en ook al was hij dat niet, dan zou Denna het hebben gedaan. Dat doen Mord-Siths. Partners van een Mord-Sith leven niet zo lang. Het verbaasde me dat hij nog leefde toen ik hem verliet. Hij zag eruit of hij in slechte conditie was. Ik heb nog nooit gezien dat iemand zo vaak de Agiel tegen de onderkant van zijn schedel aan had gekregen en nog leefde.
Hij riep uw naam. De enige reden waarom Denna hem niet voor die dag had laten sterven, was omdat meester Rahl eerst met hem wilde praten. Hoewel ik het niet met mijn eigen ogen heb gezien, meesteres, ben ik er zeker van. Denna hield hem met de magie van zijn zwaard in bedwang, er was geen ontsnapping voor hem mogelijk. Ze hield hem veel langer in bedwang dan gebruikelijk is, ze deed hem meer pijn dan gebruikelijk is, ze hield hem langer dan gebruikelijk op de rand van leven en dood. Ik heb een man het nog nooit zo lang zien uithouden als hij. Om de een of andere reden wilde meester Rahl dat de Zoeker lang zou lijden, hetgeen de reden is waarom hij Denna koos; niemand geniet er meer van dan zij, niemand heeft haar talent om de pijn zo lang uit te rekken, de anderen weten niet hoe ze hun liefjes zo lang in leven moeten houden. Als het niet door iets anders is, dan is hij nu dood omdat hij de partner van een Mord-Sith was. Hij had niet tot nu toe kunnen overleven.' Zedd zeeg op de knieën neer, zijn hart gebroken van pijn. Hij huilde van de pijn. Hij voelde zich alsof de wereld was geëindigd. Hij wilde niet verder gaan. Hij wilde sterven. Wat had hij gedaan? Hoe had hij kunnen toestaan dat Richard hierin was geraakt? Waarom in hemelsnaam Richard? Nu wist hij waarom Rahl hem niet had gedood toen hij de kans had; hij wilde dat Zedd eerst zou lijden. Zo deed Rahl die dingen.
Chase hurkte naast hem neer en legde zijn arm om hem heen. 'Het spijt me zo, Zedd,' fluisterde hij. 'Richard was mijn vriend.' 'Kijk naar me,' zei Kahlan, de knuppel hoog in beide handen opgeheven.
Nass' ogen werden naar de hare opgeslagen. Ze bracht de knuppel met al haar kracht neer. Met een ziekelijk geluid verdween hij in zijn voorhoofd, bleef stevig zitten en scheurde uit haar handen toen hij naar omlaag ging, slap en vochtig, alsof er geen botten in het lichaam zaten.
Zedd dwong zichzelf op te houden met huilen en op te staan toen ze naar hem toeliep en onderweg een tinnen kom uit een zak pakte. Ze overhandigde de kom aan Chase. 'Vul deze half met giftige bessen uit een bloedkeelstruik.'
Chase keek naar de kom, enigszins verward. 'Nu?'
'Ja;'
Hij merkte de waarschuwing in Zedds ogen op en verstijfde. 'Goed.' Hij draaide zich om, maakte aanstalten om weg te gaan, maar kwam terug, nam zijn zware zwarte mantel af, legde die om haar schouders en bedekte haar naaktheid. 'Kahlan...' Hij staarde haar aan, was uiteindelijk niet in staat de woorden voort te brengen en ging weg om te doen wat hij moest doen.
Kahlan staarde gefixeerd, leeg, naar niets. Zedd sloeg zijn arm om haar heen en liet haar op de slaapzak zitten. Hij pakte wat er van haar hemd over was, scheurde het in repen en maakte die vochtig met water uit een zak. Toen ze zonder protest ging zitten, veegde hij het bloed van haar af, deed op sommige van haar wonden zalf en op andere magie. Ze verdroeg het zonder commentaar. Toen hij klaar was, legde hij zijn vingers onder haar kin en hief haar ogen naar de zijne op.
Zedd sprak zacht. 'Hij is niet voor niets gestorven, liefje. Hij heeft het kistje gevonden, hij heeft iedereen gered. Denk aan hem omdat hij gedaan heeft wat niemand anders had kunnen doen.' Lichte mist uit de dikke wolken die laag boven de grond hingen, maakte hun gezicht vochtig.
'Ik zal me alleen maar herinneren dat ik van hem houd en dat ik het hem nooit kon vertellen.'
Zedd sloot zijn ogen tegen de pijn, tegen de verantwoordelijkheid die hij had omdat hij een tovenaar was.
Chase kwam terug en gaf haar de kom met de giftige bessen. Ze vroeg iets om ze mee te prakken. Met een paar snelle slagen sneed Chase een dikke stok in een vorm die naar haar zin was en zij ging aan het werk.
Ze hield op alsof ze aan iets dacht en keek op naar de tovenaar, haar groene ogen laaiden. 'Darken Rahl is van mij.' Het was een waarschuwing, een dreiging. Hij knikte tegen haar. 'Ik weet het, lieve.'
Ze ging verder met prakken, terwijl er een paar tranen langs haar gezicht liepen.
'Ik ga Brophy begraven,' zei Chase zacht tegen Zedd. 'De anderen kunnen verrotten.'
Kahlan prakte de rode bessen tot een pasta en voegde er wat as van het vuur aan toe. Toen ze klaar was, liet ze Zedd een spiegeltje voor haar vasthouden terwijl zij het aanbracht in het patroon van de Con Dar, twee bliksemschichten, waarbij de magie haar hand leidde. Ze begon aan weerskanten bij de slaap en zigzagde in spiegelbeeld de top van iedere bliksemschicht over de wenkbrauw, het middenstuk ging over een ooglid, de onderkant zigzagde over de jukbeenderen en eindigde tenslotte in een punt bij de holte van iedere wang. Het effect was angstwekkend - en dat was ook de bedoeling. Het was een waarschuwing voor de onschuldigen. Een gelofte voor de schuldigen.
Nadat ze de klitten uit haar haar had gestreken, haalde ze haar Belijdstersjurk uit haar tas, trok de mantel uit en deed de jurk aan. Chase kwam terug. Kahlan overhandigde hem zijn mantel en bedankte hem.
'Draag hem maar,' zei Chase. 'Hij is warmer dan de jouwe.'
'Ik ben de Biechtmoeder. Ik zal geen mantel dragen.' De grenswachter sprak haar niet tegen. 'De paarden zijn weg. Allemaal.'
Ze wierp hem een onverschillige blik toe. 'Dan zullen we lopen. We zullen vannacht niet stilhouden, we blijven lopen. Je mag mee, als je wilt, als je me niet ophoudt.'
Chase trok een wenkbrauw op bij de onbedoelde belediging, maar liet hem weer zakken. Kahlan draaide zich om en ging op weg zonder iets van haar spullen op te pakken. Chase keek in Zedds richting en zuchtte luidruchtig.
Hij boog zich om zijn spullen te verzamelen. 'Ik ga niet weg zonder mijn wapens.'
'We kunnen ons beter haasten voor ze te ver voorop raakt. Ze zal niet op ons wachten.' De tovenaar pakte Kahlans zak op en stopte er spullen in. 'We kunnen in elk geval beter wat van onze voorraden meenemen.' Hij streek een rimpel op de zak glad. 'Chase, ik denk niet dat wij hiervan zullen terugkeren; de Con Dar is een zelfmoordonderneming. Jij hebt een gezin. Er is voor jou geen noodzaak om te gaan.'
Chase keek niet op. 'Wat is een Mord-Sith?' vroeg hij rustig. De tovenaar slikte moeilijk, waarbij zijn handen de zak zo stevig grepen dat ze beefden. 'Mord-Siths worden vanaf jeugdige leeftijd opgeleid in de kunst van het martelen en het gebruik van een genadeloos wapen van pijn, een Agiel genaamd. Dat was het rode ding dat om Darken Rahls nek hing. Mord-Siths worden gebruikt tegen hen met toverkracht. Zij hebben het vermogen de toverkracht van iemand af te nemen en die tegen hen te gebruiken.' Zedds stem brak. 'Richard wist dat niet. Hij had geen kans. Het enige doel in het leven voor een Mord-Sith, het enige waar ze voor leven, is om hen met toverkracht dood te martelen.' Chase ramde een handvol deken in de zak. 'Ik ga mee.' Zedd knikte dat hij het begreep. 'Je gezelschap zal me goed doen.' 'Zijn die Mord-Siths een gevaar voor ons?'
'Niet voor jou, jij hebt geen toverkracht en ook niet voor tovenaars, ik heb bescherming.' 'En voor Kahlan?'
Zedd schudde zijn hoofd. 'De toverkracht van een Belijdster verschilt van alle andere. De aanraking van de toverkracht van een Belijdster betekent de dood voor een Mord-Sith. Een heel erge dood. Ik heb het een keer gezien. Ik wil het nooit weer zien.' Zedds ogen gleden over de bloederige troep, hij dacht aan wat ze met Kahlan hadden gedaan en wat ze bijna hadden gedaan. 'Ik denk,' fluisterde hij, 'dat ik een hoop dingen heb gezien die ik nooit meer wil zien.' Toen Zedd Kahlans zak op de schouder hees, was er een klap op de lucht, donder zonder geluid. Ze renden beiden naar het pad, renden naar Kahlan. Ze waren nog maar een eindje gegaan toen ze de laatste man vonden, uitgestrekt over de weg waar hij in een hinderlaag had gelegen. Zijn eigen zwaard stak uit zijn borst. Beide handen hielden het gevest in een dodelijke greep.
Ze bleven allebei rennen tot ze haar hadden ingehaald. Ze schreed doelbewust voort, haar blik vooruit, niet geïnteresseerd in wat er om haar heen was. Haar Belijdstersjurk golfde en fladderde achter haar als een vlam in de wind. Zedd had altijd gevonden dat Belijdsters er prachtig uitzagen in hun jurken, vooral in het wit van de Biechtmoeder.
Maar nu zag hij wat die werkelijk was. Wapenrusting.