47
Zedd lag wakker in het vroege ochtendlicht, zijn geest vol
verontrustende gedachten. Wolken hadden zich gedurende
de nacht te zamen getrokken en het zag ernaar uit dat ze een
natte reis voor de boeg hadden. Kahlan lag op haar zij, met haar
gezicht naar het zijne toegewend, vlak bij hem en haalde langzaam
adem in een diepe slaap. Chase hield ergens de wacht. De wereld
viel uiteen en hij voelde zich hulpeloos. Een blad in de wind. Hij
dacht dat hij, als tovenaar, na al die jaren, de gebeurtenissen
enigszins zou moeten beheersen. Toch was hij nauwelijks meer dan
een toeschouwer die zag hoe anderen werden gekwetst, gedood,
terwijl hij degenen die hierin iets konden betekenen, probeerde te
leiden, probeerde te doen wat gedaan moest worden. Als een Tovenaar
van de Eerste Orde wist hij wel dat ze beter niet naar D'Hara
konden gaan, maar toch, wat kon hij anders doen? Hij moest daarheen
gaan als er enige kans op was om Richard te redden. Over drie dagen
zou het de eerste dag van de winter zijn. Dar-ken Rahl had maar
twee kistjes; hij ging sterven. Als ze Richard er niet uit kregen,
zou Darken Rahl hem eerst doden. Hij dacht weer na over de
ontmoeting met Darken Rahl de vorige dag. Hoe hij het ook
probeerde, hij kon het niet begrijpen. Het was uitermate bizar.
Rahl was blijkbaar uitzinnig geweest om het kistje te vinden, zo
uitzinnig dat hij hem niet had gedood toen hij de kans had. De
tovenaar die zijn vader had gedood, degene die hij had gezocht, en
toen hij hem vond had hij niets gedaan. Maar zijn andere gedrag
tartte alle logica.
Dat hij hem Richards zwaard had zien dragen, gaf Zedd de koude
rillingen. Waarom zou meester Darken Rahl, meester van de magie van
beide werelden, het Zwaard van de Waarheid dragen? Erger nog,
wat had hij met Richard gedaan om het zwaard van hem te
krijgen?
Het meest verontrustende gedrag was dat hij Kahlan met het
zwaard bedreigde geweest. Zedd had zich nog nooit van zijn leven zo
hulpeloos gevoeld. Het was dom om tovenaarspijn op hem te
gebruiken. Alleen degenen met de gave en degenen die de proef van
pijn hadden overleefd, konden de aanraking overleven. Maar wat
moest hij doen? Het deed hem pijn te zien dat Darken Rahl het
Zwaard van de Waarheid tegen haar keel hield, de ergste soort pijn.
Een ogenblik was hij er zeker van geweest dat Rahl haar ging doden
en het volgende ogenblik, voor Zedd een kans had gehad om iets te
doen, futiel als het zou zijn geweest, had Rahl tranen in de ogen
en borg hij het zwaard weg. Waarom zou Darken Rahl de moeite nemen
het zwaard te gebruiken als hij haar wilde doden, of anders een van
hen? Hij kon elk van hen met een knip van zijn vingers doden.
Waarom zou hij het zwaard willen gebruiken? En waarom dan ophouden?
Maar het was erger dat hij het staal wit had doen worden. Toen Zedd
dat had gezien, was hij bijna uit zijn vel gesprongen. De
profetieën maakten gewag van degene die het Zwaard van de Waarheid
wit zou maken. Zij spraken daarover met grote behoedzaamheid. Dat
het Darken Rahl was, schokte hem tot in het diepst van zijn wezen.
Dat het misschien Richard zou zijn geweest die het zwaard wit zou
maken, had hem een heel eigen angst bezorgd, maar dat het Rahl
was... De sluier, noemden de profetieën het, de sluier tussen de
wereld van het leven en de onderwereld. Als de sluier door de
toverkunst van Orden werd gescheurd, door een bemiddelaar,
voorspelden de profetieën, dan kon alleen degene die het Zwaard van
de Waarheid wit had gemaakt, die herstellen. Tenzij hij dat kon
doen, zou de onderwereld op de wereld van de levenden worden
losgelaten. Het woord bemiddelaar had een vreselijke betekenis die
Zedd veel zorgen baarde. Het kon betekenen dat Darken Rahl niet
zelf handelde, maar als tussenpersoon. Een tussenpersoon van de
onderwereld. Dat hij de beheersing over de subtractieve magie had
gekregen, de magie van de onderwereld, hield in dat hij was. Het
hield ook in dat zelfs als Rahl faalde en werd gedood, de magie van
Orden de sluier toch zou scheuren. Zedd probeerde niet te denken
aan wat deze profetieën betekenden. Het idee dat de onderwereld zou
worden losgelaten maakte dat zijn keel dicht kwam te zitten. Het
was beter voor hem om eerst dood te zijn. Beter voor iedereen om
eerst dood te zijn.
Zedd rolde zijn hoofd naar één kant, keek naar Kahlan die
sliep. De Biechtmoeder. De laatste van degenen die door de oude
tovenaars in het leven waren geroepen. Zijn hart hunkerde naar
haar pijn, hunkerde omdat hij haar niet had kunnen helpen toen Rahl
het zwaard tegen haar keel hield; hunkerde naar wat ze voor Richard
voelde en naar wat hij haar niet kon vertellen.
Als het Richard maar niet geweest was. Iedereen behalve
Richard. Niets was ooit gemakkelijk.
Zedd ging haastig overeind zitten. Er was iets mis. Het was te
licht buiten, dan had Chase allang terug moeten zijn. Met een
vinger aan Kahlans voorhoofd, maakte Zedd haar klaarwakker. Kahlan
weerspiegelde zijn bezorgdheid in haar gezicht. 'Wat is er?'
fluisterde ze.
Zedd zat stil en voelde naar leven om zich heen. 'Chase is
niet terug en dat hoort hij wel te zijn.'
Ze keek om zich heen. 'Misschien is hij in slaap gevallen.'
Zedd trok een wenkbrauw op. 'Nou, misschien is er een goede reden.
Misschien is het niets.' 'Onze paarden zijn weg.'
Kahlan kwam overeind en controleerde haar mes. 'Kun jij voelen
waar hij is?'
Zedd deinsde terug. 'Er zijn anderen in de buurt. Anderen die
zijn aangeraakt door de onderwereld.'
Hij sprong op. Terwijl hij dat deed, struikelde Chase, die
geduwd was, en viel met het gezicht voorover in het kamp. Zijn
armen waren stevig achter zijn rug gebonden en er kleefde bloed aan
hem. Veel bloed. Hij kreunde in het stof. Zedd voelde de
aanwezigheid van mensen rondom hen. Vier mannen. Hij schrok terug
van wat hij van hen voelde.
De grote man die Chase had geduwd, kwam naar voren. Zijn korte
blonde haar stond in pieken overeind en er liep een zwarte streep
door naar achteren. Zijn koude ogen, zijn glimlach, zonden een
rilling door de tovenaar.
Kahlan zat half gehurkt. 'Demmin Nass,' siste ze. Hij haakte
zijn duimen achter zijn riem. 'Ah, je hebt van me gehoord,
Biechtmoeder.' Zijn boosaardige glimlach verbreedde zich. 'Ik heb
in ieder geval wel van jou gehoord. Je vriend hier heeft vijf van
mijn beste mensen gedood. Ik zal hem laten terechtstellen, na de
feestelijkheden. Ik zou hem graag het genoegen laten smaken te zien
wat we met jou gaan doen.'
Kahlan keek om toen drie andere mannen, niet zo groot als
Demmin Nass, maar wel groter dan Chase, uit het bos stapten. Ze
waren omsingeld, maar dat was geen probleem voor een tovenaar. Elk
van de mannen had blond haar, was zwaar gespierd en ondanks de
kille lucht met zweet bedekt. Chase had het hun
klaarblijkelijk lastig gemaakt. Op dit ogenblik waren hun wapens
weggeborgen; zij waren niet bang dat ze de situatie niet
beheersten.
Hun zelfvertrouwen irriteerde Zedd. Hun gegrijns maakte hem
woedend. Het vroege licht maakte de vier paar blauwe ogen des te
doordringender.
Zedd wist heel goed dat dit een quad was en hij wist heel goed
wat quads met Belijdsters deden. Uitstekend. Zijn bloed kookte bij
die wetenschap. Hij zou dat Kahlan op geen enkele manier laten
overkomen. Niet zolang hij leefde. Demmin Nass en Kahlan staarden
elkaar aan. 'Waar is Richard? Wat heeft Rahl met hem gedaan?' vroeg
ze. 'Wie?'
Ze knarsetandde. 'De Zoeker.'
Demmin glimlachte. 'Welnu, dat is een zaak van meester Rahl,
niet van mij. En niet van jou.'
'Vertel het me,' zei ze met een dreigende blik.
Zijn glimlach werd breder. 'Jij hebt belangrijkere dingen om
je zorgen over te maken op dit ogenblik, Belijdster. Je staat op
het punt mijn manschappen geweldig te gaan amuseren. Ik wil dat je
daaraan blijft denken en dat je ervoor zorgt dat ze zich vermaken.
De Zoeker gaat je niet aan.'
Zedd besloot dat het tijd was om hier een eind aan te maken,
voor er nog meer gebeurde. Hij hief zijn handen op en liet het
machtigste verlammingsweb los dat hij kon maken. Het kamp lichtte
op met een hard gekraak van groen licht dat tegelijkertijd vier
kanten uit flitste, naar elk van de blauwogige mannen. Het groene
licht trof elke man met een harde bons.
Voor de tovenaar tijd had om te reageren, gingen de dingen
vreselijk mis.
Even vlug als het groene licht hen trof, kaatste het van elke
man terug. Te laat besefte Zedd dat ze werden beschermd door een of
andere formule - een onderwereldse formule die hij niet had kunnen
zien. Van vier kanten tegelijk trof het groene licht hem. Zijn
eigen web verlamde hem ter plekke. Hij stond stokstijf als een
steen. Hulpeloos. Wat hij ook probeerde, hij kon zich niet bewegen.
Demmin Nass haalde zijn duimen achter zijn riem vandaan.
'Problemen, ouwe baas?'
Kahlan, met een uitdrukking van woede op haar gezicht, strekte
haar arm uit en plantte haar hand tegen zijn gladde borst. Zedd
zette zich schrap voor het loslaten van haar kracht, voor de donder
zonder geluid.
Die kwam niet. Aan de uitdrukking van verbazing op Kahlans
gezicht wist hij dat die had moeten komen. Demmin Nass bracht zijn
vuist omlaag en brak haar arm. Kahlan viel met een schreeuw van
pijn op haar knieën. Ze kwam weer omhoog met haar mes in haar
andere hand en stak naar de man voor haar. Hij greep haar haren met
zijn vuist beet en hield haar weg. Zij stootte het mes omhoog in de
arm die haar vasthield. Hij trok het mes eruit en wrikte het uit
haar hand. Met een klap stak hij het in een boom. Hij hield haar
bij de haren vast en sloeg haar een paar keer met de rug van zijn
hand op het gezicht. Ze schopte en klauwde en schreeuwde tegen hem,
en hij giechelde. De andere drie omringden haar.
'Het spijt me, Biechtmoeder, ik ben bang dat je mijn type niet
bent. Maar maak je geen zorgen, deze kerels zullen maar al te blij
zijn om de honneurs waar te nemen. Maar probeer wel met je billen
te wiebelen,' spotte hij. 'Daar zal ik heel erg van genieten.'
Demmin gooide haar bij haar haren naar de andere drie. Die duwden
haar tussen hen heen en weer, sloegen haar, tolden haar ruw rond
tot ze te duizelig was om te staan en van het ene paar armen in het
andere viel. Ze was even hulpeloos als een muis waar drie katten
mee speelden. Haar haren vielen voor haar gezicht. Kahlan zwaaide
haar vuist tegen ze, te gedesoriënteerd om ze te raken. Ze lachten
des te meer.
Een van hen sloeg zijn vuist in haar maag. Kahlan sloeg dubbel
en viel, verkrampt van de pijn, op haar knieën. Een ander tilde
haar aan haar haren op. De derde scheurde de knopen van de voorkant
van haar hemd. Ze gooiden haar gewelddadig heen en weer, scheurden
haar hemd, rukten het met iedere worp verder van haar af. Toen het
over haar gebroken arm werd getrokken, schreeuwde ze van de
pijn.
Zedd kon niet eens beven van de woede die door hem heen
stormde. Hij kon zijn ogen niet eens dichtknijpen om het niet te
zien, zijn gehoor afsluiten tegen het geluid. Pijnlijke
herinneringen dat hij dit eerder had gezien, vielen over de
werkelijkheid van wat er nu gebeurde heen. Hij kon niet ademen
vanwege de pijn van die herinneringen. Hij zou zijn leven hebben
gegeven om zich te bevrijden. Hij wilde dat ze niet tegen hen
zouden vechten, het maakte de zaak alleen maar erger. Maar hij wist
dat Belijdsters er altijd tegen vochten. Vochten met alles wat ze
hadden. En wat zij had, wist hij, zou niet genoeg zijn.
Uit de gevangenis van zijn lichaam, alsof hij van steen was,
voer Zedd met alles wat hij had uit tegen zijn hulpeloosheid, elke
formuIe, elke truc, iedere macht die hij bezat. Het was niet
genoeg. Hij voelde tranen over zijn wangen stromen.
Kahlan schreeuwde toen een van de mannen haar aan haar
gebroken arm in de krachtige armen van de twee anderen wierp. Met
haar lippen teruggetrokken over opeengeklemde tanden, draaide en
schopte ze tegen hen aan terwijl ze haar stevig bij haar armen en
haren vasthielden. De derde man gespte haar riem los en trok aan de
knopen. Ze spoog naar hem, schreeuwde vloeken tegen hem. Hij lachte
toen hij haar broek langs haar benen omlaagtrok en die
binnenstebuiten over haar voeten stroopte. De andere twee moesten
haar met beide armen vasthouden; ze konden haar bijna niet aan. Als
haar arm niet gebroken was geweest, zouden ze haar misschien niet
hebben kunnen houden. Een van hen draaide die wreed om en maakte
haar aan het gillen. De twee die haar vasthielden trokken haar
hoofd aan haar haren achterover en de derde zette zijn lippen en
tanden tegen haar nek en beet haar. Hij betastte haar met een hand,
maakte zijn riem los en trok met zijn andere zijn broek uit. Hij
legde zijn mond op de hare, smoorde haar kreten en bewoog zijn
dikke vingers van haar borsten naar de donkerte tussen haar
benen.
Zijn broek viel op de grond, zijn been dwong haar dijen
uiteen. Ze kreunde tegen zijn mond van de inspanning om hem te
verhinderen wat hij deed, maar ze kon het niet. Zijn dikke vingers
grepen en wurmden zich in haar. Haar ogen gingen wijd open. Haar
gezicht was rood van woede, haar borst zwoegde van toorn. 'Leg haar
op de grond en hou haar plat,' gromde hij. Kahlans knie kwam omhoog
in zijn lies. Hij sloeg met een kreun dubbel, de andere twee
lachten. Er was vuur in zijn ogen toen hij rechtop ging staan. Zijn
vuist spleet haar lip open. Bloed stroomde over haar kin.
Chase, wiens armen nog steeds veilig achter hem waren
vastgebonden, stortte zich met zijn hoofd naar voren tegen het
middel van de man. Ze vielen beiden op de grond, de broek om de
enkels van de man deed hem struikelen en voor hij kon reageren,
klemde Chase zijn dijen rond de dikke nek van de man. Zijn blauwe
ogen puilden uit. De grenswachter rolde op zijn zij en trok zijn
hoofd met een ruk achteruit. Er klonk een luide krak en de man werd
slap. Demmin Nass schopte Chase in de ribben en tegen zijn hoofd
tot hij niet meer bewoog.
Pels en hoektanden kwamen, ogenschijnlijk uit de lucht, op
Nass terecht. De wolf gromde woest terwijl hij aan de grote man
rukte. Ze vielen op de grond, rolden in de aarde en door het vuur.
Een mes flitste door de lucht.
'Nee!' schreeuwde Kahlan. 'Brophy! Nee! Ga weg!' Het was te
laat. Het mes kwam met een misselijk makende bons in de wolf
terecht toen de vuist die het vasthield tegen de ribben sloeg.
Telkens en telkens weer. Nass scheurde de wolf open. In enkele
ogenblikken was het voorbij. Brophy lag op de grond uitgespreid,
zijn pels dof van het bloed. Zijn poten trokken nog een beetje en
waren toen stil.
Kahlan hing aan haar armen en haar en huilde en snikte de naam
van de wolf.
Nass kwam overeind, hijgend van de inspanning van het korte,
maar felle gevecht. Uit de wonden op zijn borst en arm liep bloed.
Woede flitste in zijn ogen.
'Laat haar boeten,' siste hij tegen de twee mannen die haar
vasthielden. 'Dat zal haar leren.'
Kahlan verzette zich en kronkelde tegen hen aan. 'Wat is er,
Dem-min?' riep ze. 'Niet mans genoeg om het zelf te doen? Moet je
het echte mannen voor je laten doen?'
Alsjeblieft, Kahlan, smeekte Zedd stil in zijn gedachten,
alsjeblieft, hou je mond dicht. Zeg alsjeblieft niets.
Het gezicht van Nass werd rood van woede. Zijn borst zwoegde.
Hij keek haar nijdig aan.
'In elk geval zijn dit echte mannen! Zij hebben tenminste wat
er voor nodig is om een vrouw aan te pakken! Jij waarschijnlijk
niet! Jij hebt alleen genoeg voor kleine jongetjes! Wat is er met
je, jongen? Bang om een echte vrouw te laten zien wat je hebt? Ik
zal je uitlachen terwijl echte mannen doen wat jij niet kunt!' Nass
kwam een stap dichterbij, tandenknarsend. 'Hou je bek, teef.' Ze
spuwde in zijn gezicht. 'Dat zou je vader doen als hij wist dat je
niets met een vrouw kon doen. Je bent een schande voor je vaders
naam.'
Zedd vroeg zich af of Kahlan gek was geworden. Hij had er
absoluut geen idee van waarom ze dit deed. Als ze Nass wilde
uitdagen om nog erger te doen, zou dit er wel voor zorgen. Nass zag
eruit alsof hij zou ontploffen, maar toen ontspande zijn gezicht
zich en keerde zijn glimlach weer. Hij keek rond en zag wat hij
wilde.
'Daarheen,' wees hij. 'Hou haar gezicht omlaag boven dat
blok.' Hij bracht zijn gezicht dicht bij het hare. 'Wil je het van
mij? Goed, teef, je zult het van me krijgen. Maar wel op mijn
manier. Nu zullen we zien hoe goed je kunt kronkelen.'
Kahlans gezicht was vuurrood van woede. 'Ik denk dat je een
grote opschepper bent! Ik denk dat je jezelf in verlegenheid zult
brengen.
Je mannen en ik zullen ons rot lachen. Opnieuw zullen zij het
werk voor je moeten doen.' Haar mond verbreedde zich tot een
uitdagende glimlach. 'Ik wacht, jongetje. Doe het met mij zoals je
vader het met jou heeft gedaan, zodat we allemaal goed kunnen
lachen, wanneer we aan jou denken op je knieën onder hem. Laat me
zien hoe hij het met je gedaan heeft.'
De aderen op zijn voorhoofd dreigden te barsten, zijn
oogballen puilden uit. De hand van Nass schoot naar haar keel,
kneep die dicht, tilde haar op. Hij beefde van woede. Zijn greep
verstevigde en verstikte haar.
'Kapitein Nass,' waarschuwde een van de mannen zacht, 'u zult
haar doden.'
Demmin keek op, staarde de man woedend aan, maar ontspande
toen zijn greep. Hij keek achterom naar Kahlan. 'Wat weet een teef
als jij daar nou van?'
'Ik weet dat je een leugenaar bent. Ik weet dat je meester een
klein jongetje als jij niet zou laten weten wat er met de Zoeker
was gebeurd. Jij weet niets. Je zou het mij niet kunnen vertellen
omdat jé het niet weet en je bent zo waardeloos dat je het niet
eens zou kunnen toegeven.'
Dus dat was het. Zedd begreep het. Kahlan wist dat ze ging
sterven en was bereid om zich door Nass nog erger te laten
behandelen, in ruil voor de wetenschap of Richard het goed maakte.
Ze wilde niet sterven zonder te weten of hij veilig was. De
enormiteit van wat er gebeurde, maakte dat de tranen over Zedds
gezicht rolden. Hij hoorde Chase aan zijn voeten bewegen.
Nass liet haar keel los en beduidde de twee mannen haar los te
laten. In een plotselinge opwelling sloeg hij haar met zijn vuist.
Ze kwam plat op haar rug terecht. Hij boog zich voorover en tilde
haar bij haar haren op alsof ze niets woog.
'Je weet niets! Je vuist zegt het allemaal. Je meester zou het
aan je vader kunnen vertellen,' spotte ze, 'maar hij zou je vaders
kleine meisje niets vertellen.'
'Goed, goed, ik zal het je vertellen. Dan heb ik nog meer lol
wanneer ik op je lig, als je weet wat we met kleine lastposten als
de Zoeker doen. Misschien dat je dan zult begrijpen dat je je tijd
verspilt door tegen ons te vechten.'
Kahlan stond naakt voor hem, haar gezicht rood van woede. Ze
was geen kleine vrouw, maar ze zag er klein uit zoals ze voor
Demmin Nass stond. Ze ademde zwaar en wachtte, een vuist in haar
zij, de andere arm hing er slap bij en bloed droop langs de
voorkant van haar lichaam.
'Bijna een maand geleden tekende een kunstenaar een
toverformule, zodat de Zoeker kon worden gevangen. Hij doodde de
kunstenaar, maar hij werd toch gevangen. Gevangen door een
Mord-Sith.' De kleur trok uit Kahlans gezicht weg. Ze werd zo wit
als een lelie. Zedd had een gevoel alsof hij door zijn hart was
gestoken. Als het mogelijk zou zijn geweest, zou hij in doodspijn
op de grond zijn neergevallen.
'Nee,' fluisterde zij, haar ogen wijd open.
'Ja,' spotte hij. 'En nog wel een bijzonder gemene Mord-Sith.
Ene Denna. Zelfs ik loop met een wijde boog om haar heen. Zij is de
favoriet van meester Rahl, vanwege haar...' hij grijnsde '...
talenten. Van wat ik gehoord heb, heeft ze zichzelf met de Zoeker
overtroffen. Ik heb haar op een dag zelf gezien, bij het diner, van
top tot teen met bloed bedekt.'
Kahlan huiverde lichtelijk, haar ogen vochtig en Zedd was er
zeker van dat ze nog witter was geworden. 'Maar hij leeft nog,'
fluisterde ze met een gebroken stem. Demmin glimlachte
zelfverzekerd bij het zien van haar reactie, blij dat hij het
verteld had. 'De laatste keer dat ik de Zoeker gezien heb,
Biechtmoeder, lag hij op zijn knieën voor meester Rahl, met Denna's
Agiel aan de achterkant van zijn hoofd. Ik denk dat hij zijn eigen
naam niet eens wist. Meester Rahl was toen niet gelukkig. Wanneer
meester Rahl ongelukkig is, sterven er altijd mensen. Uit wat
meester Rahl tegen mij zei toen ik wegging, ben ik er zeker van dat
de Zoeker nooit van zijn knieën is opgestaan. Zijn lijk zal
onderhand wel verrot zijn.'
Zedd huilde omdat hij haar niet kon troosten, omdat zij hem
niet troosten kon.
Kahlan werd doodkalm.
Haar armen ging langzaam in de lucht omhoog, haar vuisten naar
de hemel. Haar hoofd rolde achterover.
Ze slaakte een onaardse gil. Die ging door Zedd heen als
duizend naalden van ijs, hij weerkaatste tegen de heuvels, door de
dalen, tegen de bomen overal in het rond en maakte ze aan het
trillen. Zedds adem werd hem benomen. Nass en de andere twee mannen
strompelden enkele passen achteruit.
Als hij niet al versteend was, zou hij het nu zijn, om de
angst van wat ze aan het doen was. Kahlan behoorde niet in staat te
zijn dit te doen.
Ze haalde diep adem, ze klemde haar vuisten nog steviger dicht
en tranen stroomden over haar gezicht.
Kahlan schreeuwde opnieuw. Lang, doordringend, uit een
andere wereld. Het geluid stortte als een lawine door de lucht
neer. Kiezels dansten op de grond. Water danste in de meren rondom.
De lucht zelf danste en begon te bewegen. De mensen bedekten hun
oren. Zedd zou dat ook hebben gedaan, als hij zich had kunnen
bewegen. Ze haalde nogmaals diep adem. Haar rug welfde zich toen ze
zich naar de hemel uitstrekte.
De derde gil was erger. De magie scheurde door het weefsel van
de lucht. Zedd had het gevoel alsof die zijn lichaam uit elkaar zou
trekken. De lucht begon om haar heen te draaien, stof waaide op in
de luchtstroom.
Duisternis begon te vallen, want de magie van de gil nam het
licht zelf weg en trok behalve de wind ook de duisternis aan. Licht
en duisternis bewogen om de Biechtmoeder toen ze de oude magie in
de gil losliet.
Zedd stikte bijna van angst om wat ze deed. Hij had dit een
keer eerder zien gebeuren en dat was toen niet goed afgelopen. Zij
sloot zich bij de magie van de Belijdster aan, de additieve, de
liefde, met zijn tegenhanger uit de onderwereld, de subtractieve,
de haat. Kahlan stond in het centrum van de maalstroom te gillen.
Het licht werd naar haar toe gezogen. Overal viel de duisternis in.
Waar Zedd stond, was het zwart als de nacht. Het enige licht was om
Kahlan heen. Nacht rondom dag.
Bliksem scheurde hevig door de zwarte hemel, flitste snel alle
kanten uit, zigzagde, keerde telkens weer terug tot de hemel in
brand stond. Donder rolde over het land, stolde in een voortdurende
furie, vermengde zich met de kreet en werd er deel van. De grond
beefde. De kreet ging geluid te boven, naar iets heel anders.
Overal in het rond barstte de grond open in gekartelde, woeste
tranen. Stralen violet licht schoten omhoog uit de spleten. De
blauwachtig purperen gordijnen van licht trilden, dansten en werden
met toenemende snelheid in de werveling getrokken, naar Kahlan
gezogen. Zij was een gloeiende vorm van licht in een zee van
duisternis. Zij was het enige ding dat bestond; al het andere was
niets, zelfs ontdaan van licht. Zedd kon niets anders zien dan
Kahlan. Er was een afschuwelijke botsing met de lucht overal in het
rond. In een korte, enorme flits van licht zag Zedd de bomen om hen
heen plotseling ontdaan van dennenaalden, toen ze allemaal werden
teruggeblazen in een wolk van groen. Een muur van stof en zand trof
zijn gezicht en voelde aan alsof die in zijn explosieve voorbijgaan
de huid van zijn botten zou nemen.
De woestheid van de botsing scheurde de duisternis weg. Het
licht keerde weer.
De eenwording was volledig.
Zedd zag Chase naast zich staan, die stond te kijken, met zijn
armen nog achter zijn rug gebonden. Grenswachters, dacht Zedd,
waren taaier dan ze zouden moeten zijn.
Lichtblauw licht stolde in een ruwe eivorm rond haar, nam toe
in hevigheid, effect en op de een of andere manier ook in
gewelddadigheid. Kahlan draaide zich om. Een arm, de gebroken arm,
kwam langs haar lichaam omlaag. De andere arm bleef halverwege
steken en ze hield haar vuist naar de tovenaar uitgestoken. Het
blauwe licht bloedde uit de ring om haar heen naar de plek, waar
haar vuist was. Het leek te versmelten en in een plotselinge
uitbarsting explodeerde het in een lijn van licht door de ruimte
tussen hen. Met een flinke klap raakte het hem en verlichtte hem
bij die aanraking, alsof hij door een draad van levend licht met
Kahlan was verbonden. Het baadde hem in het bleekblauwe licht. De
tovenaar voelde de vertrouwde aanraking van additieve magie en het
onvertrouwde tintelen van de subtractieve onderwereldse magie. Hij
werd een stap achteruit geworpen; het web dat hem vasthield,
verbrijzelde. Hij was vrij. De lijn van licht doofde zichzelf uit.
Zedd wendde zich naar Chase en maakte de touwen met een snelle
toverformule los. Chase kreunde even van pijn toen zijn armen
bevrijd werden.
'Zedd,' fluisterde hij, 'wat is er in hemelsnaam aan de hand?
Wat heeft ze gedaan?'
Kahlan haalde haar vingers door het lichtblauwe licht dat om
haar heen vibreerde, streelde het, liefkoosde het, baadde erin.
Demmin Nass en een van zijn mannen sloegen haar gade, maar bleven
staan en wachtten. Haar ogen staarden naar dingen die zij niet
konden zien. Haar ogen waren in een andere wereld. Haar ogen, wist
Zedd, zagen de herinnering aan Richard.
'Het wordt de Con Dar genoemd. De Bloedwoede.' Zedd keek
langzaam van Kahlan naar de grenswachter. 'Het is iets dat alleen
de sterkste Belijdsters kunnen doen. En zij hoort het helemaal niet
te kunnen doen.'
Chase fronste. 'Waarom niet?'
'Omdat die door haar echte moeder moet worden geleerd; alleen
de moeder kan leren hoe die moet worden teweeggebracht. Het is een
oude magie, ten dele, maar zij wordt zelden gebruikt. Zij kan
alleen worden geleerd nadat de dochter een bepaalde leeftijd
bereikt heeft. Kahlans moeder stierf voor zij die haar kon leren.
Adie heeft me dat verteld. Kahlan hoort dit niet te kunnen doen.
Toch heeft ze het gedaan. Dat ze het kon doen zonder dat het haar
geleerd is, alleen door instinct en verlangen, spreekt zeer
gevaarlijke dingen in de profetieën aan.'
'Welnu, waarom heeft ze het dan niet eerder gedaan? Waarom
heeft ze geen eind gemaakt aan wat er hiervoor gebeurde?' 'Een
Belijdster kan die niet voor zichzelf oproepen, alleen voor een
ander. Zij heeft haar voor Richard opgeroepen. Voor de woede om
zijn moord. Wij verkeren behoorlijk in moeilijkheden.'
'Waarom?'
'De Con Dar wordt uit wraak opgeroepen. Belijdsters die hem
oproepen, overleven het zelden; zij geven hun leven voor het doel,
geven hun leven om de wraak te voltrekken. Kahlan gaat haar macht
op Darken Rahl gebruiken.'
Chase keek geschokt. 'Jij zei me dat haar macht hem niet kan
raken, hem niet kan nemen.'
'Dat kon eerst niet. Ik weet niet of het nu kan, maar ik
betwijfel het. Niettemin gaat ze het proberen. Zij is in de greep
van de Con Dar, de Bloed woede. Het kan haar niet schelen of ze
doodgaat. Ze gaat het proberen, ze gaat Darken Rahl aanraken ook al
is het nutteloos, ook al wordt het haar dood. Als iemand haar in de
weg komt, zal ze hem doden. Zonder erbij stil te staan.' Hij bracht
zijn gezicht dichter bij dat van Chase om het te benadrukken. 'Daar
zijn wij ook bij inbegrepen.'
Kahlan was bijna in een bal tegen de grond gerold, haar hoofd
gebogen, haar handen kruiselings op de schouders, het bleke blauwe
licht om haar heen. Ze strekte zich langzaam overeind en duwde zich
door het licht, alsof ze uit een ei kwam. Ze stond naakt, bloed
stroomde nog uit haar wonden. Bloed, nog nat en vers, droop van
haar kin. Maar haar gezicht toonde de pijn van andere wonden dan
die op haar lichaam. En toen was ook die uitdrukking verdwenen en
zij vertoonde niets anders dan het gezicht van een Belijdster.
Kahlan draaide zich een eindje om, naar een van de twee mannen die
haar hadden vastgehouden. De andere was nergens te zien. Ze lichtte
kalm een hand-naar hem op. Hij was drieëneenhalve meter van haar
vandaan.
Er kwam een klap op de lucht, donder zonder geluid. Zedd
voelde de pijn in zijn botten.
'Meesteres!' riep de man terwijl hij op zijn knieën viel. 'Wat
beveelt u mij? Wat wenst u van mij?'
Ze keek hem koel aan. 'Ik wil dat je voor mij sterft. Meteen.'
Hij verkrampte en viel met zijn gezicht voorover in het stof, dood
neer. Kahlan draaide zich om en ging naar Demmin Nass. Hij had een
glimlach op het gezicht; zijn armen waren gevouwen.
Kahlans gebroken arm hing langs haar zijde. Ze legde haar
andere hand met een scherpe klets op haar borst. De hand bleef daar
terwijl hun blikken zich verstrengelden. Hij torende boven haar
uit. 'Heel indrukwekkend, teef. Maar niet alleen heb jij je macht
gebruikt, ik word ook beschermd door de toverkracht van meester
Rahl. Jij kunt me niet met je macht raken. Je hebt nog een les te
leren en die ga ik je leren zoals ik hem nog nooit eerder aan
iemand heb geleerd.' Zijn hand kwam omhoog en greep haar verwarde,
doffe haar. 'Buig voorover.'
Kahlans gezicht vertoonde geen emotie. Ze zei niets.
Er was een klap op de lucht, donder zonder geluid. Opnieuw
voelde Zedd de pijn ervan in zijn botten. Demmin Nass' ogen
sperden zich open. En zijn mond viel open.
'Meesteres!' fluisterde hij.
Chase leunde voorover. 'Hoe deed ze dat? Ze raakte de eerste
niet eens aan en Belijdsters kunnen hun macht maar één keer
gebruiken, dan moeten ze rusten en die herwinnen.'
'Niet meer. Ze is in de Con Dar.'
'Blijf daar staan en wacht,' zei ze tegen Nass.
Met bevallige vloeiende bewegingen liep Kahlan naar de
tovenaar. Ze bleef staan en hief haar gebroken arm naar hem op.
Haar ogen hadden iets glazigs. 'Maak mijn arm voor me, alsjeblieft.
Ik heb hem nodig.'
Zedd nam zijn ogen van de hare en keek neer naar de arm. Hij
strekte zijn hand uit en pakte hem voorzichtig, sprak zacht om haar
gedachten van de pijn af te leiden terwijl hij de arm boven en
onder de breuk beetpakte, trok en het bot zette. Ze slaakte geen
kreet en vertrok geen spier. Hij vroeg zich zelfs af of ze het wel
voelde. Teder omvatten zijn vingers de beschadigde plek en lieten
de warmte van de magie in haar strömen, namen de koude pijn zelf
op, voelden die, leden erom en waren vastbesloten die te verduren.
Zijn ademhaling hield even op omdat de pijn zo scherp was. Hij
voelde heel haar pijn; die vermengde zich met zijn eigen pijn,
dreigde hem te overweldigen tot hij die tenslotte van zich af kon
zetten. Hij voelde het bot aan elkaar groeien en voegde nog meer
magie toe om het te beschermen en te versterken tot het zichzelf
verder kon genezen. Eindelijk was hij klaar en nam hij zijn handen
van haar af. Haar groene ogen gingen omhoog naar de zijne en de
koude boosheid erin was angstwekkend. 'Dank je,' zei ze zacht.
'Wacht hier.'
Ze ging terug naar Demmin Nass, die stond waar zij hem had
gezegd dat hij moest wachten.
Er waren tranen in zijn ogen. 'Alstublieft, meesteres, beveel
mij.' Kahlan trok een mes uit zijn riem en negeerde zijn verzoek.
Met haar andere hand maakte ze de strijdknuppel los van zijn haak.
'Trek je broek uit.' Ze wachtte tot hij hem uitgetrokken had en
ging opnieuw voor hem staan. 'Kniel.'
De koelte van haar stem zond een rilling door Zedd heen. Hij
zag hoe de grote man voor haar knielde.
Chase pakte zijn gewaden beet. 'Zedd, we moeten haar
tegenhouden. Ze gaat hem doden! Wij hebben inlichtingen nodig.
Wanneer hij ons eenmaal vertelt wat wij moeten weten, kan ze doen
wat ze wil, maar eerst moeten we hem ondervragen!'
Zedd wierp hem een strenge blik toe. 'Hoezeer ik het ook met
je eens ben, wij kunnen niets doen. Als we ingrijpen, zal ze ons
doden. Als je twee stappen naar haar toe doet, zal ze je doden voor
je een derde zet. Met een Belijdster in de Bloedwoede valt niet te
redeneren. Het is alsof je probeert te redeneren met een
onweersbui; je zult alleen maar door de bliksem worden getroffen.'
Chase liet de kleren van de tovenaar los, snoof teleurgesteld en
vouwde berustend de armen. Kahlan draaide de strijdknuppel rond en
reikte Nass de steel aan. 'Hou die voor me vast.'
Hij nam hem aan en hield hem naast zich. Kahlan knielde vlak
voor hem neer.
'Spreid je benen,' gelastte ze met een ijzige stem. Ze reikte
omlaag tussen zijn benen en greep hem in één hand. Hij kromp ineen,
trok een grimas. 'Beweeg niet,' waarschuwde ze. Hij werd stil.
'Hoeveel van de kleine jongetjes die je hebt gemolesteerd, heb je
gedood?' 'Ik weet het niet, meesteres. Ik houd het niet bij. Ik heb
het jarenlang gedaan, sinds mijn jeugd. Ik dood ze niet altijd. De
meeste zijn in leven.'
'Maak eens een goede schatting.'
Hij dacht even na. 'Meer dan tachtig. Minder dan
honderdtwintig.' Zedd kon het mes zien glinsteren toen ze het onder
hem bracht. Chase deed zijn armen van elkaar, ging meer rechtop
staan, zijn kaakspieren spanden zich toen hij hoorde wat Demmin
Nass had gedaan.
'Ik ga die afsnijden. Wanneer ik dat doe, wil ik niet dat je
geluid maakt,' fluisterde ze. 'Geen enkel geluid. Je vertrekt geen
spier.' 'Ja, meesteres.'
'Kijk in mijn ogen. Ik wil het in je ogen zien.'
Haar arm met het mes spande zich en kwam met een ruk omhoog.
Het lemmet was rood.
Demmins knokkels rond de knuppel waren wit. De Biechtmoeder
ging voor hem staan. 'Steek je hand uit.' Demmin hield een bevende
hand voor haar. Ze legde de bloederige zak in zijn handpalm. 'Eet
op.'
Chase glimlachte terwijl hij toekeek. 'Goed zo,' fluisterde
hij tegen niemand in het bijzonder. 'Een vrouw die weet wat
gerechtigheid is.' Ze stond voor hem en keek naar hem tot hij klaar
was. Ze gooide het mes opzij. 'Geef me de strijdknuppel.'
Hij gaf haar die. 'Meesteres, ik verlies een hoop bloed. Ik
weet niet of ik rechtop kan blijven.'
'Het zal me zeer misnoegen als je niet rechtop blijft. Hou
vol. Het duurt niet lang.' 'Ja, meesteres.'
'Was wat je me over Richard, de Zoeker, vertelde waar?' 'Ja,
meesteres.'
Kahlans stem was doodkalm. 'Allemaal?'
Demmin dacht een ogenblik na, om zeker te zijn. 'Alles wat ik
u heb verteld, meesteres.'
'Is er iets dat je me niet verteld hebt?'
'Ja, meesteres. Ik heb u niet verteld dat Mord-Sith Denna hem
ook als haar partner heeft genomen. Waarschijnlijk omdat ze hem dan
meer pijn zou kunnen doen.'
De stilte duurde een eeuwigheid. Kahlan stond bewegingloos
over Demmin heen gebogen. Zedd kon nauwelijks ademen van de pijn,
kon door de brok in zijn keel nauwelijks ademen. Zijn knieën
trilden.
Kahlans stem klonk zo zacht dat Zedd hem nauwelijks kon horen.
'En je bent er zeker van dat hij dood is?'
'Ik heb hem niet zien doden, meesteres. Maar ik weet het
zeker.' 'Waarom weet je dat zeker?'
'Het leek me dat meester Rahl in de stemming was om hem te
doden, en ook al was hij dat niet, dan zou Denna het hebben gedaan.
Dat doen Mord-Siths. Partners van een Mord-Sith leven niet zo lang.
Het verbaasde me dat hij nog leefde toen ik hem verliet. Hij zag
eruit of hij in slechte conditie was. Ik heb nog nooit gezien dat
iemand zo vaak de Agiel tegen de onderkant van zijn schedel aan had
gekregen en nog leefde.
Hij riep uw naam. De enige reden waarom Denna hem niet voor
die dag had laten sterven, was omdat meester Rahl eerst met hem
wilde praten. Hoewel ik het niet met mijn eigen ogen heb gezien,
meesteres, ben ik er zeker van. Denna hield hem met de magie van
zijn zwaard in bedwang, er was geen ontsnapping voor hem
mogelijk. Ze hield hem veel langer in bedwang dan gebruikelijk is,
ze deed hem meer pijn dan gebruikelijk is, ze hield hem langer dan
gebruikelijk op de rand van leven en dood. Ik heb een man het nog
nooit zo lang zien uithouden als hij. Om de een of andere reden
wilde meester Rahl dat de Zoeker lang zou lijden, hetgeen de reden
is waarom hij Denna koos; niemand geniet er meer van dan zij,
niemand heeft haar talent om de pijn zo lang uit te rekken, de
anderen weten niet hoe ze hun liefjes zo lang in leven moeten
houden. Als het niet door iets anders is, dan is hij nu dood omdat
hij de partner van een Mord-Sith was. Hij had niet tot nu toe
kunnen overleven.' Zedd zeeg op de knieën neer, zijn hart gebroken
van pijn. Hij huilde van de pijn. Hij voelde zich alsof de wereld
was geëindigd. Hij wilde niet verder gaan. Hij wilde sterven. Wat
had hij gedaan? Hoe had hij kunnen toestaan dat Richard hierin was
geraakt? Waarom in hemelsnaam Richard? Nu wist hij waarom Rahl hem
niet had gedood toen hij de kans had; hij wilde dat Zedd eerst zou
lijden. Zo deed Rahl die dingen.
Chase hurkte naast hem neer en legde zijn arm om hem heen.
'Het spijt me zo, Zedd,' fluisterde hij. 'Richard was mijn vriend.'
'Kijk naar me,' zei Kahlan, de knuppel hoog in beide handen
opgeheven.
Nass' ogen werden naar de hare opgeslagen. Ze bracht de
knuppel met al haar kracht neer. Met een ziekelijk geluid verdween
hij in zijn voorhoofd, bleef stevig zitten en scheurde uit haar
handen toen hij naar omlaag ging, slap en vochtig, alsof er geen
botten in het lichaam zaten.
Zedd dwong zichzelf op te houden met huilen en op te staan
toen ze naar hem toeliep en onderweg een tinnen kom uit een zak
pakte. Ze overhandigde de kom aan Chase. 'Vul deze half met giftige
bessen uit een bloedkeelstruik.'
Chase keek naar de kom, enigszins verward. 'Nu?'
'Ja;'
Hij merkte de waarschuwing in Zedds ogen op en verstijfde.
'Goed.' Hij draaide zich om, maakte aanstalten om weg te gaan, maar
kwam terug, nam zijn zware zwarte mantel af, legde die om haar
schouders en bedekte haar naaktheid. 'Kahlan...' Hij staarde haar
aan, was uiteindelijk niet in staat de woorden voort te brengen en
ging weg om te doen wat hij moest doen.
Kahlan staarde gefixeerd, leeg, naar niets. Zedd sloeg zijn
arm om haar heen en liet haar op de slaapzak zitten. Hij pakte wat
er van haar hemd over was, scheurde het in repen en maakte die
vochtig met water uit een zak. Toen ze zonder protest ging
zitten, veegde hij het bloed van haar af, deed op sommige van haar
wonden zalf en op andere magie. Ze verdroeg het zonder commentaar.
Toen hij klaar was, legde hij zijn vingers onder haar kin en hief
haar ogen naar de zijne op.
Zedd sprak zacht. 'Hij is niet voor niets gestorven, liefje.
Hij heeft het kistje gevonden, hij heeft iedereen gered. Denk aan
hem omdat hij gedaan heeft wat niemand anders had kunnen doen.'
Lichte mist uit de dikke wolken die laag boven de grond hingen,
maakte hun gezicht vochtig.
'Ik zal me alleen maar herinneren dat ik van hem houd en dat
ik het hem nooit kon vertellen.'
Zedd sloot zijn ogen tegen de pijn, tegen de
verantwoordelijkheid die hij had omdat hij een tovenaar was.
Chase kwam terug en gaf haar de kom met de giftige bessen. Ze
vroeg iets om ze mee te prakken. Met een paar snelle slagen sneed
Chase een dikke stok in een vorm die naar haar zin was en zij ging
aan het werk.
Ze hield op alsof ze aan iets dacht en keek op naar de
tovenaar, haar groene ogen laaiden. 'Darken Rahl is van mij.' Het
was een waarschuwing, een dreiging. Hij knikte tegen haar. 'Ik weet
het, lieve.'
Ze ging verder met prakken, terwijl er een paar tranen langs
haar gezicht liepen.
'Ik ga Brophy begraven,' zei Chase zacht tegen Zedd. 'De
anderen kunnen verrotten.'
Kahlan prakte de rode bessen tot een pasta en voegde er wat as
van het vuur aan toe. Toen ze klaar was, liet ze Zedd een
spiegeltje voor haar vasthouden terwijl zij het aanbracht in het
patroon van de Con Dar, twee bliksemschichten, waarbij de magie
haar hand leidde. Ze begon aan weerskanten bij de slaap en zigzagde
in spiegelbeeld de top van iedere bliksemschicht over de wenkbrauw,
het middenstuk ging over een ooglid, de onderkant zigzagde over de
jukbeenderen en eindigde tenslotte in een punt bij de holte van
iedere wang. Het effect was angstwekkend - en dat was ook de
bedoeling. Het was een waarschuwing voor de onschuldigen. Een
gelofte voor de schuldigen.
Nadat ze de klitten uit haar haar had gestreken, haalde ze
haar Belijdstersjurk uit haar tas, trok de mantel uit en deed de
jurk aan. Chase kwam terug. Kahlan overhandigde hem zijn mantel en
bedankte hem.
'Draag hem maar,' zei Chase. 'Hij is warmer dan de
jouwe.'
'Ik ben de Biechtmoeder. Ik zal geen mantel dragen.' De
grenswachter sprak haar niet tegen. 'De paarden zijn weg.
Allemaal.'
Ze wierp hem een onverschillige blik toe. 'Dan zullen we
lopen. We zullen vannacht niet stilhouden, we blijven lopen. Je mag
mee, als je wilt, als je me niet ophoudt.'
Chase trok een wenkbrauw op bij de onbedoelde belediging, maar
liet hem weer zakken. Kahlan draaide zich om en ging op weg zonder
iets van haar spullen op te pakken. Chase keek in Zedds richting en
zuchtte luidruchtig.
Hij boog zich om zijn spullen te verzamelen. 'Ik ga niet weg
zonder mijn wapens.'
'We kunnen ons beter haasten voor ze te ver voorop raakt. Ze
zal niet op ons wachten.' De tovenaar pakte Kahlans zak op en
stopte er spullen in. 'We kunnen in elk geval beter wat van onze
voorraden meenemen.' Hij streek een rimpel op de zak glad. 'Chase,
ik denk niet dat wij hiervan zullen terugkeren; de Con Dar is een
zelfmoordonderneming. Jij hebt een gezin. Er is voor jou geen
noodzaak om te gaan.'
Chase keek niet op. 'Wat is een Mord-Sith?' vroeg hij rustig.
De tovenaar slikte moeilijk, waarbij zijn handen de zak zo stevig
grepen dat ze beefden. 'Mord-Siths worden vanaf jeugdige leeftijd
opgeleid in de kunst van het martelen en het gebruik van een
genadeloos wapen van pijn, een Agiel genaamd. Dat was het rode ding
dat om Darken Rahls nek hing. Mord-Siths worden gebruikt tegen hen
met toverkracht. Zij hebben het vermogen de toverkracht van iemand
af te nemen en die tegen hen te gebruiken.' Zedds stem brak.
'Richard wist dat niet. Hij had geen kans. Het enige doel in het
leven voor een Mord-Sith, het enige waar ze voor leven, is om hen
met toverkracht dood te martelen.' Chase ramde een handvol deken in
de zak. 'Ik ga mee.' Zedd knikte dat hij het begreep. 'Je
gezelschap zal me goed doen.' 'Zijn die Mord-Siths een gevaar voor
ons?'
'Niet voor jou, jij hebt geen toverkracht en ook niet voor
tovenaars, ik heb bescherming.' 'En voor Kahlan?'
Zedd schudde zijn hoofd. 'De toverkracht van een Belijdster
verschilt van alle andere. De aanraking van de toverkracht van een
Belijdster betekent de dood voor een Mord-Sith. Een heel erge dood.
Ik heb het een keer gezien. Ik wil het nooit weer zien.' Zedds ogen
gleden over de bloederige troep, hij dacht aan wat ze met Kahlan
hadden gedaan en wat ze bijna hadden gedaan. 'Ik denk,'
fluisterde hij, 'dat ik een hoop dingen heb gezien die ik
nooit meer wil zien.' Toen Zedd Kahlans zak op de schouder hees,
was er een klap op de lucht, donder zonder geluid. Ze renden beiden
naar het pad, renden naar Kahlan. Ze waren nog maar een eindje
gegaan toen ze de laatste man vonden, uitgestrekt over de weg waar
hij in een hinderlaag had gelegen. Zijn eigen zwaard stak uit zijn
borst. Beide handen hielden het gevest in een dodelijke
greep.
Ze bleven allebei rennen tot ze haar hadden ingehaald. Ze
schreed doelbewust voort, haar blik vooruit, niet geïnteresseerd in
wat er om haar heen was. Haar Belijdstersjurk golfde en fladderde
achter haar als een vlam in de wind. Zedd had altijd gevonden dat
Belijdsters er prachtig uitzagen in hun jurken, vooral in het wit
van de Biechtmoeder.
Maar nu zag hij wat die werkelijk was. Wapenrusting.