37
Richard werd wakker toen hij hoorde dat Kahlan terugkwam en
wat hout op het vuur gooide. Het licht kroop net weer over de
toppen van de verre bergen en zette ze in een zachte roze gloed,
waardoor de donkere wolken erachter de met sneeuw bedekte toppen
nog beter deden uitkomen. Zedd lag op zijn rug met wijd open ogen
te snurken. Richard wreef de slaap uit zijn ogen en geeuwde.
'Wat zou je zeggen van wat tavawortelpap?' fluisterde hij,
want hij wilde Zedd laten slapen. 'Klinkt goed,' fluisterde ze
terug.
Richard haalde de wortels uit zijn rugzak en begon ze met zijn
mes te schillen, terwijl Kahlan een pot te voorschijn
haalde.
Toen hij ze aan stukken had gesneden, gooide hij de wortels in
de pot met wat water dat zij er uit een zak in had gegoten.
'Dit is het laatste. We zullen vanavond meer wortels moeten
uitgraven, maar ik betwijfel of we tava zullen vinden. Niet in
deze rotsachtige grond.'
'Ik heb wat bessen geplukt.'
Samen warmden zij hun handen aan het vuur. Belangrijker dan
een koningin, dacht hij. Hij probeerde zich een koningin in mooie
gewaden en met een kroon op voor te stellen die bessen aan het
plukken was.
'Heb je iets gezien terwijl je de wacht hield?'
Ze schudde haar hoofd. Toen scheen ze zich iets te herinneren
en hief haar gezicht op. 'Maar één keer heb ik iets vreemds
gehoord. Het was hierbeneden, bij het kamp. Het klonk als een grom,
toen een blaf. Ik had je bijna wakker gemaakt, maar het was nog
niet begonnen of het was al weer verdwenen en ik heb het niet meer
gehoord.'
'Werkelijk.' Hij keek over beide schouders. 'Hierbeneden.
Vraag me af wat dat was. Ik denk dat ik zo moe was dat ik er niet
wakker van ben geworden.'
Toen de wortels gaar waren, stampte Richard ze en deed er wat
suiker bij. Kahlan schepte de pap op en deed op elk bord een grote
handvol bessen.
'Waarom maak je hem niet wakker?' zei ze. Richard glimlachte.
'Kijk maar eens.'
Hij tikte met zijn lepel een paar keer tegen de zijkant van de
tinnen kom. Zedd maakte heel even een snurkend geluid en schoot
toen recht overeind.
De oude man knipperde twee keer met de ogen. 'Ontbijt?' Met
hun rug naar hem toe, moesten ze allebei giechelen. 'Je hebt een
goede bui vanmorgen,' zei ze en keek naar hem. Hij glimlachte.
'Zedd is weer bij ons terug.'
Richard liep naar Zedd toe, overhandigde hem een kom pap en
ging toen met zijn eigen kom op de lage richel zitten. Kahlan
maakte het zich behaaglijk op de grond en wikkelde een deken rond
haar benen terwijl ze met één hand haar kom in evenwicht hield.
Zedd nam niet de moeite om zich voor het eten uit zijn deken los te
maken. Richard wachtte zijn tijd langzaam etend af terwijl Zedd
zijn pap opslurpte. 'Heerlijk!' zei Zedd toen hij opstond om nog
een komvol uit de pot voor zich op tè scheppen.
Richard wachtte tot zijn oude vriend uit de pot aan het
lepelen was en zei toen: 'Kahlan heeft me verteld wat er gebeurd
is. Ik bedoel, ze heeft me verteld hoe je haar over Shota hebt
laten vertellen.' Kahlan verstijfde met een blik alsof ze door de
bliksem was getroffen.
Zedd schoot recht overeind en draaide zich naar haar toe.
'Waarom heb je hem dat verteld? Ik dacht dat je niet wilde dat hij
te weten zou komen dat jij...' 'Zedd... ik heb nooit...'
Zedds gezicht vertrok. Hij draaide zich langzaam naar Richard
om, die over zijn kom gebogen stond en zorgvuldig pap in zijn mond
lepelde.
Hij nam niet de moeite om op te kijken. 'Zij heeft het me niet
verteld. Dat heb jij net gedaan.'
Richard stopte het laatste van de pap in zijn mond en nadat
hij dat had doorgeslikt, likte hij zijn lepel schoon en liet hem
rinkelend in de tinnen kom vallen.
Zijn gezicht, kalm en triomfantelijk, kwam omhoog naar de
loensende ogen van de tovenaar. 'De Eerste Wet van de Tovenaar,'
kondigde Richard met een flauwe glimlach aan. 'De eerste stap naar
iets geloven, is willen geloven dat het waar is... of bang zijn dat
het waar is.'
'Ik heb het je gezegd,' zei Kahlan boos tegen Zedd. 'Ik heb je
gezegd dat hij erachter zou komen.'
Zedd nam geen notitie van haar; zijn ogen waren op Richard
gericht.
'Ik heb er gisteravond over nagedacht,' legde Richard uit
terwijl hij zijn kom neerzette. 'Ik kwam tot de conclusie dat je
gelijk had, dat je behoorde te weten wat Shota had gezegd. Per slot
van rekening ben je een tovenaar, misschien zei ze iets waardoor je
ons kunt helpen Darken Rahi tegen te houden. Ik wist dat je niet
zou rusten voor je wist wat er was gebeurd. Ik besloot dat ik het
je vandaag zou vertellen, maar toen bedacht ik dat je het eerst uit
Kahlan zou krijgen, op de een of andere manier.' Kahlan viel
lachend achterover op de deken.
Zedd rechtte zijn rug en zette zijn handen op zijn heupen.
'Donders! Richard, heb je enig idee wat je net gedaan hebt?'
'Magie,' glimlachte Richard. 'Wanneer een truc goed wordt
uitgevoerd is het magie.' Hij haalde zijn schouders op. 'Dat is me
althans verteld.'
Zedd knikte langzaam. 'Inderdaad.' Hij wees met een magere
vinger naar de hemel, terwijl de fonkeling in zijn intense
lichtbruine ogen terugkwam. 'Je hebt een tovenaar met zijn eigen
wet beetgenomen. Niet een van mijn tovenaars is dat ooit gelukt.'
Hij kwam dichterbij, met een grijns op zijn gezicht. 'Donders,
Richard! Jij hebt het. Jij hebt de gave, mijn jongen! Jij kunt een
tovenaar van de Eerste Orde worden, zoals ik.'
Richard fronste. 'Ik wil geen tovenaar worden.' Zedd negeerde
zijn woorden. 'Je bent voor de eerste proef geslaagd.' 'Je zei dat
het geen van de andere tovenaars is gelukt, dus hoe konden zij dan
tovenaar worden als ze niet voor de proef slaagden?' Zedd wierp hem
een scheve glimlach toe. 'Ze waren tovenaars van de Derde Orde.
Een, Giller, is van de Tweede Orde. Er was er niet een in staat te
slagen voor de proeven om een tovenaar van de Eerste Orde te
worden. Zij hadden de gave niet. Alleen de roeping.' Richard
meesmuilde. 'Het was maar een truc. Maak daar niet meer van dan het
was.'
'Een heel bijzondere truc.' Zedds ogen werden weer smaller.
'Ik ben onder de indruk. Ik ben ook heel trots op je.'
'En hoeveel van die proeven zijn er, als dit de eerste
is?'
Zedd haalde zijn schouders op. 'O, dat weet ik niet. Misschien
een paar honderd of zo. Maar jij hebt de gave, Richard.' Een
schaduw van bezorgdheid trok over zijn ogen, alsof hij het niet had
verwacht. 'Je moet haar leren beheersen, anders...' Zijn ogen
lichtten weer op. 'Ik zal het je leren. Je zou werkelijk een
tovenaar van de Eerste Orde kunnen zijn.'
Richard besefte dat hij te aandachtig begon te luisteren en
schudde zijn hoofd om het helderder te maken. 'Ik heb je gezegd dat
ik geen tovenaar wil zijn.' Hij voegde er binnensmonds aan toe: 'Ik
wil nooit meer iets met magie te maken hebben wanneer dit voorbij
is.' Hij besefte dat Kahlan hem aanstaarde. Hij keek van het ene
wijdo-gige gezicht naar het andere. 'Het was maar een stom trucje.
Meer niet.'
'Het zou alleen maar een stom trucje zijn geweest als je het
met iemand anders had uitgehaald. Het is geen trucje wanneer dat
met een tovenaar wordt uitgehaald.' Richard rolde met zijn ogen.
'Jullie zijn allebei...' Zedd leunde gretig naar voren en viel hem
in de rede. 'Kun jij de wind bevelen?'
Richard leunde een eindje achterover. 'Natuurlijk kan ik dat,'
zei hij, hem voor de gek houdend. Hij hield beide handen omhoog
naar de hemel. 'Kom tot mij, broeder wind! Verzamel je om me heen!
Laat een storm voor mij waaien!' Hij spreidde zijn armen dramatisch
uit.
Kahlan sloeg haar mantel vol verwachting om zich heen. Zedd
keek rond. Er gebeurde niets. Het tweetal scheen enigszins
teleurgesteld. 'Wat is er met jullie aan de hand?' zei Richard
fronsend. 'Hebben jullie bedorven bessen gegeten?'
Zedd richtte zich tot haar. 'Dat moet hij later nog leren.'
Kahlan dacht na over wat Zedd had gezegd, keek toen op naar
Richard. 'Richard... om tovenaar te worden, dat is een aanbod dat
niet aan velen wordt gedaan.'
Zedd wreef zich in zijn handen. 'Donders! Ik wou dat ik de
boeken nu hier bij mij had. Ik wed met je om een draketand dat ze
hier iets over te zeggen hebben.' Zijn gezicht versomberde. 'Maar
dan is er nog de kwestie van de pijn... en...'
Richard voelde zich onbehaaglijk. 'En wat voor soort tovenaar
ben jij eigenlijk? Je hebt niet eens een baard.'
Zedd schudde zijn eigen gedachten van zich af en fronste.
'Wat?' 'Een baard. Waar is je baard? Ik heb mij dat al afgevraagd
vanaf het moment dat ik erachter kwam dat je een tovenaar was.
Tovenaars worden verondersteld baarden te hebben, weet je.' 'Wie
heeft je dat verteld?'
'Welnu... ik weet het niet. Iedereen weet het. Tovenaars
hebben een baard. Dat is algemeen bekend. Het verbaast me dat je
dat niet weet.'
Zedd trok een gezicht alsof hij net op een citroen had
gezogen. 'Maar ik heb een hekel aan baarden. Ze jeuken.' Richard
haalde zijn schouders op. 'Je lijkt minder te weten dan je wel
denkt over tovenaar zijn, als je niet eens weet dat tovenaars
worden verondersteld een baard te hebben.'
Zedd vouwde zijn armen. 'Een baard zei je?' Hij ontvouwde zijn
armen en trok zijn vingers en duimen langs beide kanten van zijn
kin. Toen hij dat een paar keer had gedaan, verschenen er
bakkebaarden. Hoe meer hij het deed, des te langer de bakkebaarden
werden. Richard keek niet wijd open ogen toe, tot een sneeuwwitte
baard tot aan het midden van Zedds borst reikte.
Zedd hield zijn hoofd schuin en keek Richard gespannen aan.
'Is dit zo goed, mijn jongen?'
Richard besefte dat zijn mond openstond. Hij sloot hem, maar
kon slechts knikken.
Zedd krabde zijn kin en nek. 'Goed. Geef me nu je mes, zodat
ik dit
ding kan afscheren. Het kriebelt als de neten.'
'Mijn mes? Waar heb je mijn mes voor nodig? Waarom laat je
hem niet gewoon verdwijnen zoals je hem hebt laten
verschijnen?'
Kahlan giechelde, maar trok een effen gezicht toen hij naar
haar keek.
'Zo werkt dat niet. Iedereen weet dat het zo niet werkt,'
spotte Zedd. Hij wendde zich tot Kahlan. 'Dat weet iedereen toch?
Vertel jij het hem maar.'
'Magie kan alleen dingen doen die gebruik maken van wat er is.
Ze kan dingen die gebeurd zijn niet ongedaan maken.' 'Dat begrijp
ik niet.'
Zedd keek hem met scherpe ogen aan. 'Je eerste les, als je
ooit zou besluiten tovenaar te worden. Wij drieën bezitten allemaal
toverkracht. Het is allemaal Toegevoegde Magie. Toegevoegde Magie
maakt gebruik van wat er is en voegt er iets aan toe, of gebruikt
het op de een of andere manier. De magie die Kahlan bezit, gebruikt
de vonk van liefde in een persoon, hoe klein ook, en voegt eraan
toe tot die in iets anders is veranderd. De magie van het Zwaard
van de Waarheid gebruikt je woede, voegt eraan toe en neemt er
macht vanaf, tot die iets anders wordt.
Ik doe hetzelfde. Ik kan alles wat ik in de natuur nodig heb
gebruiken om dingen te veranderen. Ik kan een insekt in een bloem
veranderen, ik kan angst in een monster veranderen, ik kan een
gebroken bot laten genezen, ik kan warmte van de lucht om ons
heen nemen en eraan toevoegen, die doen toenemen tot een
tovenaarsvuur. Ik kan mijn baard laten groeien. Maar ik kan hem
niet laten terug-groeien.' Een steen zo groot als zijn vuist ging
omhoog de lucht in. 'Ik kan iets optillen. Ik kan het veranderen.'
De steen verpulverde tot stof.
'Dan kun je alles doen,' fluisterde Richard.
'Nee. Ik kan de steen optillen, verpulveren of verplaatsen,
maar ik kan hem niet laten verdwijnen. Waar zou hij heen gaan? Dat
wordt Negatieve Magie genoemd: het ongedaan maken van dingen. Mijn
magie, Kahlans magie, de magie van het zwaard, is van deze wereld.
Alle magie van deze wereld is Toegevoegde Magie. Darken Rahl kan
alles doen wat ik kan doen.' Zedds uitdrukking werd somber.
'Negatieve magie komt uit de onderwereld. Darken Rahl weet ook hoe
hij die moet gebruiken. Ik niet.' 'Is die even machtig als
Toegevoegde Magie?' 'Negatieve Magie is het tegengestelde van
Toegevoegde. Zoals de dag is van de nacht. Maar het maakt allemaal
deel uit van hetzelfde. Het kan aan de wereld toevoegen en het kan
de wereld tot niets brengen. Om de kistjes te openen moet je een
meester in beide toverkunsten zijn. Mensen hebben zich er nooit
zorgen over gemaakt of het ooit zou gebeuren, omdat niemand ooit in
staat was om Negatieve Magie aan te boren. Toegevoegd en Negatief.
Maar Darken Rahl beheerst die even gemakkelijk als ik de
Toegevoegde beheers.' 'En hoe denk je dat dat is gebeurd?' 'Ik heb
geen idee. Maar het verontrust me ten zeerste.' Richard haalde diep
adem. 'Welnu, ik denk nog steeds dat je je opwindt over niets. Ik
heb alleen maar een kleine truc uitgehaald.' Zedd staarde hem
ernstig aan. 'Als je het bij een normaal iemand had gedaan, zou het
zijn zoals je zegt. Maar ik ben een tovenaar. Ik weet hoe de
Tovenaarswetten werken. Je zou dit niet met mij hebben kunnen doen
als je zelf geen magie had gehad. Ik heb veel tovenaars onderwezen.
Ik heb hen moeten leren wat jij net hebt gedaan. Zij konden het
niet doen zonder het eerst te leren. Heel af en toe wordt er een
met de gave geboren. Ik was er zo een. Richard, jij hebt die gave
ook. Vroeg of laat zul je die moeten leren beheersen.' Hij stak
zijn hand uit. 'Geef me nu het mes zodat ik mij van die
belachelijke baard kan ontdoen.'
Richard legde het mes in Zedds hand. 'Het lemmet is bot. Ik
heb er wortels mee uitgegraven. Het is te bot om je mee te
scheren.' 'Werkelijk?' Zedd kneep de snede van het lemmet tussen
zijn duim en wijsvinger en trok ze over de hele lengte langs het
mes. Hij draaide het mes om en hield het voorzichtig tussen zijn
duim en twee vingers. Richard trok een gezicht tegen hem omdat hij
zich droog ging scheren. Met een lichte haal viel een stuk baard
weg. 'Je hebt net Negatieve Magie gebruikt! Je hebt iets van de
rand weg laten gaan om het scherper te maken.'
Zedd trok een wenkbrauw op. 'Nee, ik heb gebruikt wat er al
was en de rand opnieuw gevormd, hem scherp gemaakt.' Richard
schudde zijn hoofd en ging verder met hun spullen te verzamelen
terwijl Zedd zijn baard afschoor. Kahlan hielp hem met
opruimen.
'Weet je, Zedd,' zei Richard terwijl hij de kommen oppakte.
'Ik denk dat je te koppig wordt in je manier van doen. Ik denk dat
je iemand nodig hebt wanneer dit voorbij is. Iemand om voor je te
zorgen, je te helpen alles in het juiste perspectief te blijven
zien. Je verbeelding wat daglicht te geven. Ik denk dat je een
vrouw nodig hebt.'
'Een vrouw?'
'Ja, Adie,' plaagde Richard. 'Je herinnert je Adie toch wel?
De vrouw met één voet.'
'O ja, ik herinner me Adie heel goed.' Hij keek Richard zo
onschuldig mogelijk aan. 'Maar Adie heeft twee goede voeten, niet
één.' Richard en Kahlan sprongen beiden haastig overeind. 'Wat?'
'Ja,' zei Zedd glimlachend terwijl hij zich omdraaide. 'Schijnt dat
hij er weer aan is gegroeid.' Hij boog zich en haalde een appel uit
Ri-chards tas. 'Heel onverwacht.'
Richard pakte Zedd bij de mouw en draaide hem rond. 'Zedd,
je...' De tovenaar glimlachte. 'Weet je wel zeker dat je geen
tovenaar zou willen zijn?' Hij nam een hap uit de appel, blij de
verbazing op Ri-chards gezicht te zien. Zedd overhandigde hem het
mes, het lemmet zo scherp als hij het niet eerder had gezien.
Richard schudde zijn hoofd en ging weer aan zijn werk. 'Ik wil
alleen maar naar huis gaan en gids zijn. Meer niet.' Hij dacht een
ogenblik na en vroeg toen: 'Al die tijd dat ik bij je opgroeide,
was je een tovenaar en ik wist daar niets van. Jij gebruikte de
toverkracht niet. Hoe kon je het uithouden om dat niet te doen?
Waarom deed je het niet?'
'Ach, nou ja, er zijn gevaren verbonden aan het gebruiken van
toverkracht. Ook pijn.' 'Gevaren? Zoals?'
Zedd keek hem een ogenblik aan. 'Jij hebt magie gebruikt, met
het zwaard. Vertel jij het me maar.'
'Maar dat is het zwaard, dat is anders. Welke gevaren schuilen
er voor een tovenaar in om zijn toverkracht te gebruiken? En
wat voor pijn?'
Zedd glimlachte sluw. 'Net klaar met de eerste les en hij
verlangt nu al naar de tweede.'
Richard kwam overeind. 'Laat maar zitten.' Hij hees de zak op
zijn rug. 'Het enige dat ik wil zijn, is een goede bosgids.' Met de
appel in de hand, ging Zedd op weg naar het pad. 'Dat zei je net
ook al.' Hij nam een grote hap. 'Nu wil ik dat jullie tweeën mij
alles vertellen wat er is gebeurd sinds ik bewusteloos werd
geslagen. Laat niets weg, hoe onbelangrijk ook.'
Richard en Kahlan wisselden een vuurrode blik. 'Ik zal het
niet vertellen, als jij het ook niet doet,' fluisterde ze.
Ze hield hem tegen met een hand op zijn arm. 'Ik zweer je,
geen woord over wat er in het geestenhuis is gebeurd.' Aan de blik
in haar ogen wist hij dat ze van plan was woord te houden.
Gedurende de rest van de dag terwijl ze langs de paden sjokten
en van de hoofdweg af bleven, vertelden ze Zedd beiden de verhalen
van alles wat er was gebeurd sinds ze bij de grens waren
aangevallen. Zedd liet hen op de vreemdste momenten in een verhaal
teruggaan naar eerdere gebeurtenissen. Richard en Kahlan reageerden
op eikaars woorden en slaagden erin het verhaal van het Moddervolk
te ontvouwen zonder iets te zeggen over wat er tussen hen in het
geestenhuis was gebeurd.
Toen ze dichter bij Tamarang kwamen, kruisten ze wegen en
zagen vluchtelingen die hun bezittingen op hun rug droegen, of op
kleine wagens. Richard zorgde ervoor dat ze niet te lang in het
gezicht van mensen bleven en plaatste zich tussen hen en Kahlan
wanneer hij maar kon. Hij wilde niet dat iemand de Biechtmoeder zou
herkennen. Telkens wanneer ze terug waren in de bossen voelde hij
zich opgelucht. Dat was de plaats waar hij zich het meest op zijn
gemak voelde, ook al hadden ze geleerd hoe gevaarlijk het daar kon
zijn. Laat op de dag moesten ze naar de hoofdweg gaan om de rivier
de Callisidrin over te steken. Die was te breed en stroomde te snel
om zonder risico te doorwaden, dus namen ze de grote houten brug.
Zedd en Richard hielden Kahlan beschermend tussen zich in toen ze
te midden van de mensen de brug overstaken. Kahlan hield de
capuchon van haar mantel op, zodat de mensen haar lange haar niet
zouden zien. De meeste mensen waren op weg naar Tamarang en zochten
beschutting en veiligheid tegen de plunderende strijdkrachten
waarvan men dacht dat ze uit het Westland binnenzwermden. Kahlan
zei dat ze Tamarang tegen het midden van de volgende
dag zouden bereiken. Van nu af aan zouden ze het grootste deel
van de tijd op de weg reizen. Richard wist dat ze 's nachts een
heel eind van de weg af zouden moeten gaan om geen mensen tegen te
komen. Hij begon de zon in de gaten te houden opdat ze tijd genoeg
zouden hebben om diep het woud in te gaan voor het te donker
werd.
'Voelt dat lekker aan?'
Rachel deed alsof Sara antwoordde dat dat zo was en stopte nog
wat meer gras rond haar pop om er maar heel zeker van te zijn dat
ze het warm genoeg had. Ze nestelde het brood met de doek eromheen
naast Sara.
'Voorlopig heb je het warm genoeg. Ik moet wat hout gaan halen
voor het te donker is en dan zullen we een vuur maken. Dan hebben
we het allebei warm.'
Ze liet Sara met het brood in de schuilden achter en ging naar
buiten. De zon was ondergegaan, maar het was nog licht genoeg om te
kunnen zien. De wolken hadden een mooie roze kleur. Ze keek er af
en toe naar terwijl ze stokjes opraapte, die ze met haar andere arm
tegen haar lichaam aan hield. Ze controleerde haar zak om zich
ervan te verzekeren dat het vuurstokje er nog in zat. Zij was het
gisteravond bijna vergeten en was nu bang, tenzij ze zich ervan
vergewiste dat ze het niet weer vergeten was.
Ze keek weer omhoog naar de mooie wolken. Net toen ze dat
deed, dook er een groot zwart ding laag over de bomen een eindje de
heuvel op. Het moest een of andere grote vogel zijn, dacht ze.
Raven waren groot en donker. Het moest een van die luidruchtige
raven zijn. Ze raapte nog wat meer stokjes op. Toen zag ze een
groepje bosbessestruiken, laag tegen de grond op een open plek,
waarvan de bladeren vlammend rood begonnen te kleuren. Ze gooide de
stokjes neer.
Ze had zo'n honger dat ze bij de bessestruiken ging zitten en
ze zo vlug als zij ze kon plukken begon op te eten. Het was al laat
in het jaar en de bessen begonnen uit te drogen en te rimpelen,
maar ze smaakten nog goed. Eigenlijk smaakten ze heerlijk. Ze stak
nu voor elke bes die ze at, er ook een in haar zak. Ze bewoog zich
op handen en knieën, plukte bessen, at ze op en stak ze in haar
zak. Het begon donkerder te worden. Af en toe keek ze omhoog naar
de mooie wolken. Ze kregen een donkerder kleur. Purper.
Toen haar maag beter voelde en haar zak vol was, pakte ze de
stokjes op en ging terug naar de schuilden. Toen ze weer binnen
was, knoopte ze de doek die om het brood zat los en deed de bessen
uit haar zak op de doek. Ze ging zitten en at de bessen van de doek
terwijl ze met Sara babbelde en haar tijdens het eten ook wat
bessen aanbood. Sara at er niet veel. Rachel wilde dat ze een
spiegel had. Ze wilde dat ze in een spiegel naar haar haren kon
kijken. Eerder die dag had ze zichzelf in een donkere plas gezien.
Haar haren zagen er zo prachtig uit, helemaal recht. Het was zo
aardig van Richard geweest om ze voor haar te knippen.
Ze miste Richard. Ze wilde dat hij nu hier was, om met haar
weg te lopen, om haar te knuffelen. Hij gaf de beste knuffels van
de hele wereld. Als Kahlan niet zo gemeen was, kon hij haar ook
knuffelen. Kahlan zou er dan achter komen hoe verrukkelijk zijn
knuffels waren. Om de een of andere reden miste Rachel haar ook.
Haar verhalen en haar liedjes en haar vingers op haar voorhoofd.
Waarom moest ze zo gemeen zijn om te zeggen dat ze Giller kwaad
ging doen? Giller was een van de aardigste mensen ter wereld.
Giller had haar Sara gegeven.
Rachel brak de stokjes zo goed mogelijk, zodat ze in de stenen
ring die ze had gemaakt zouden passen. Ze stapelde ze zorgvuldig op
en haalde het vuurstokje te voorschijn. 'Brand voor me.'
Ze legde het vuurstokje weer neer op de doek met de bessen,
warmde toen haar handen en at een paar bessen terwijl ze Sara wat
van haar moeilijkheden vertelde, hoe ze wilde dat Richard haar
knuffelde, hoe ze wilde dat Kahlan niet zo gemeen was, hoe ze
hoopte dat Kahlan Giller geen kwaad deed, hoe ze wilde dat ze iets
anders dan bessen had om te eten.
Een insekt beet in haar nek. Ze slaakte een gilletje en gaf er
een klap op. Er zat wat bloed aan haar hand toen ze die weghaalde.
En een
vlieg.
'Kijk eens Sara. Kijk eens hoe die stomme vlieg me heeft
gestoken. Het heeft gebloed.'
Sara leek het wel erg te vinden dat ze gestoken was. Rachel at
nog een paar bessen.
Ze werd weer door een vlieg in haar nek gestoken. Rachel sloeg
ernaar, deze keer zonder te piepen. Er zat weer een veegje bloed
aan haar hand.
'Dat deed pijn!' zei ze tegen Sara. Met een frons wierp ze de
geplette vlieg in het vuur.
De vlieg die haar in haar arm beet, maakte dat ze opsprong. Ze
sloeg hem plat. Een andere beet haar in haar nek. Rachel sloeg wild
naar de vliegen in de lucht rond haar gezicht. Nog twee vliegen
beten haar in haar nek en bloedden al voor ze sloeg. Er kwamen
tranen in haar ogen door de pijn van de steken.
'Ga weg!' gilde ze terwijl ze haar handen
rondzwaaide.
Sommige waren in haar jurk en staken in haar borst en rug.
Nog meer vliegen beten in haar hals.
Rachel begon te gillen terwijl ze naar de vliegen mepte en
probeerde ze van zich af te houden. Tranen stroomden over haar
wangen. Een vlieg stak in de binnenkant van haar oor en maakte dat
ze nog harder schreeuwde. Het geluid van het gezoem in haar oren
maakte haar aan het huilen en schreeuwen terwijl ze met haar vinger
pookte om hem eruit te krijgen. Ze zwaaide met haar armen en gilde.
Rachel schreeuwde op hoge toon toen ze uit de schuilden strompelde
en de vliegen van haar ogen veegde. Ze rende, met zwaaiende armen,
proberend de vliegen te verdrijven. De vliegen volgden haar terwijl
ze rende en schreeuwde.
Iets voor haar maakte dat ze ineens stokstijf bleef staan.
Haar wijd opengesperde ogen gingen omhoog langs het reusachtige met
bont bedekte lichaam van het wezen. Zijn buik was roze en er zaten
vliegen op.
Tegen de vervagende kleuren van de hemel, ontvouwde het
langzaam enorme vleugels en spreidde ze wijd uit. Geen vleugels
bedekt met veren, maar vleugels bedekt met huid. Rachel kon er
grote aderen in zien kloppen.
Met al haar moed, stak ze een bevende hand in haar zak. Het
vuur-stokje was er niet. Haar benen wilden niet bewegen. Ze voelde
niet eens dat de vliegen haar staken. Ze hoorde een geluid als het
gesnor van een kat, maar dan veel luider. Haar ogen gingen verder
omhoog.
Gloeiende ogen staarden naar haar omlaag. Het spinnende geluid
was een zacht gegrom.
Met een luidere grom ging de bek open, waarbij de lippen zich
terugtrokken en lange, gekromde tanden ontblootten. Rachel kon niet
rennen. Ze kon niet bewegen. Ze kon niet eens gillen. Ze beefde en
keek met haar wijd open ogen in gemene ogen die groen gloeiden. Ze
vergat hoe ze haar benen moest bewegen. Een grote klauw reikte naar
haar. Ze voelde iets warms langs haar benen omlaaglopen.