9
Zedd steunde met zijn hand op een knie en stond op, herschikte
zijn gewaad rond zijn magere lichaam en stak zijn hand
uit naar Kahlan die naar de grond keek. Toen ze de hand
opmerkte, pakte ze die en stond ook op. Haar gezicht had een
bezorgde uitdrukking. Zedd keek haar een ogenblik aan en toen
knikte ze dat ze in orde was.
Zedd wendde zich tot Richard. 'Wat een Zoeker is? Een wijze
eerste vraag in je nieuwe hoedanigheid, maar niet een die snel te
beantwoorden is.'
Richard keek omlaag naar het glanzende zwaard in zijn hand en
wist bepaald niet wat hij ermee aan moest. Hij liet het in de
schede terugglijden, blij gevoelens die het opriep even niet te
hoeven voelen en hield beide handen voor zich uit. 'Zedd, ik heb
dit nog nooit eerder gezien. Waar heb je het bewaard?' Zedd
glimlachte trots. 'Binnen, in de kast.'
Richard keek hem sceptisch aan. in die kast staan alleen
schotels en pannen en je poeders.'
'Niet die kast,' zei hij, en begon zachter te spreken alsof
hij het degenen die naar hem luisterden lastig wilde maken, 'in
mijn tovenaars kast!'
Richard ging met een frons rechtop staan, ik heb nooit een
andere kast gezien.'
'Flauwekul, Richard! Je wordt niet verondersteld hem te zien!
Het is een tovenaarskast; hij is onzichtbaar!'
Richard voelde zich nogal dom. 'En hoe lang heb je die gehad?'
'O, ik weet het niet, misschien een jaar of twaalf.' Zedd zwaaide
met zijn slanke hand in de lucht alsof hij de vraag weg probeerde
te wuiven.
'En hoe ben je eraan gekomen?'
Zedds toon werd harder. 'De benoeming van een Zoeker is de
taak van een tovenaar. De raad heeft die benoeming ten onrechte op
zich genomen. Het ging de raad er niet om de juiste persoon te
vinden. Ze gaven de functie gewoon aan iemand die ze op dat moment
geschikt achtten. Of die het meeste geld bood. Het zwaard behoort
aan de Zoeker toe zolang hij leeft, of zolang hij Zoeker wil zijn.
In de tussentijd, terwijl men een nieuwe Zoeker zoekt, behoort het
Zwaard van de Waarheid aan de tovenaars toe. Of juister nog, het
behoort aan mij toe, want het benoemen van Zoekers is mijn
verantwoordelijkheid. De laatste man die het had, had...' en zijn
ogen gingen omhoog alsof hij in de lucht naar het juiste woord
zocht, 'iets... met een heks. Dus ging ik, terwijl hij werd
afgeleid, het Mid-denland in en haalde terug wat van mij is. Nu is
het van jou.' Richard voelde dat hij bij iets betrokken werd dat
hij zelf niet had gewild. Hij keek naar Kahlan. Ze zag er niet meer
bang uit en was weer ondoorgrondelijk. 'Ben je daarvoor hier
gekomen? Is dit wat je van de tovenaar wilde?'
'Richard, ik wilde dat de tovenaar een Zoeker zou benoemen. Ik
wist niet dat jij die zou zijn.'
Hij keek van de een naar de ander en voelde dat hij in de val
zat. 'Jullie tweeën denken dat ik ons op de een of andere manier
kan redden. Dat denken jullie allebei; dat ik Darken Rahl op de een
of andere manier kan tegenhouden. Als een tovenaar het niet kan,
moet ik het dan wel proberen?' Zijn hart klopte in zijn keel, hij
was onthutst. Zedd legde zijn arm geruststellend om zijn schouder.
'Richard, kijk omhoog in de lucht. Zeg me wat je ziet.' Richard
keek en zag de slangachtige wolk. Hij hoefde de vraag niet te
beantwoorden. Zedd drukte zijn sterke, knokige vingers in Richards
vlees. 'Kom. Ga zitten en ik zal je vertellen wat je moet weten.
Dan besluit je, voor jezelf, wat je wilt doen. Kom.' Hij legde zijn
andere arm om Kahlans schouder en nam hen allebei mee naar de bank
bij de tafel. Hij ging naar zijn plaats tegenover hen en ging
zitten. Richard legde het zwaard op de tafel tussen hen in, waarmee
hij wilde laten zien dat de kwestie nog beslist moest worden.
Zedd schoof zijn mouwen iets verder omhoog. 'Er bestaat een
ma-gie,' begon hij, 'een oude, gevaarlijke en onmetelijk machtige
magie. Het is een magie die uit de aarde zelf, uit het leven zelf
voortkomt. Zij wordt bewaard in drie voorwerpen, de drie kistjes
van Orden genaamd. De magie sluimert tot de kistjes in het spel
worden gebracht, zoals dat wordt genoemd. Het is niet gemakkelijk
om dat te doen. Dat kan alleen iemand doen die na lange tijd van
studie kennis heeft verworven en die zelf ook veel macht
heeft. Wanneer iemand op z'n minst één van de kistjes heeft, kan de
magie van Orden in het spel worden gebracht. Vanaf dat tijdstip
heeft hij één jaar om het kistje te openen, maar hij moet ze alle
drie hebben voor er een open wil gaan. Ze werken samen; als je er
maar één hebt, krijg je dat niet open. Als degene die ze in het
spel brengt er niet in slaagt ze alle drie te verwerven, en er
binnen de toegemeten tijd één te openen, verspeelt hij zijn leven
aan de magie. Er is geen weg terug. Darken Rahl moet een van de
kistjes openen of sterven. Op de eerste dag van de winter is zijn
jaar om.'
Zedds rimpelige gezicht stond strak en vastberaden. Hij leunde
enigszins naar voren. 'Elk kistje bevat een andere macht. Die macht
komt vrij wanneer het opengaat. Als Rahl het juiste opent, verwerft
hij de magie van Orden, de magie van het leven zelf, macht over
alle levende en dode wezens. Hij zal onbetwiste macht en gezag
hebben. Hij zal een meester zijn met eeuwige heerschappij over alle
mensen. Iemand die hij niet mag, zal hij met een gedachte kunnen
doden, op elke manier die hij wil, waar die persoon ook is, hoe ver
weg ook.' 'Klinkt als een vreselijke, duistere magie,' zei Richard.
Zedd leunde achterover en nam zijn handen van de tafel. Hij schudde
zijn hoofd. 'Nee, niet echt. De magie van Orden is de kracht van
het leven. Net als alle andere kracht, bestaat die eenvoudigweg. De
gebruiker van die kracht bepaalt de manier waarop. De magie van
Orden kan net zo goed worden gebruikt om het gewas te laten
groeien, zieken te genezen, een eind te maken aan tweedracht. Het
ligt er allemaal aan wat de gebruiker ermee wil. De kracht is kwaad
noch goed; hij bestaat gewoon. De geest van de mens mag bepalen
hoe. Ik denk dat wij allemaal wel weten welk gebruik Darken Rahl
zou kiezen.'
Zedd hield even zijn mond, om Richard te laten nadenken over
de betekenis van wat hem verteld was. Dat deed hij altijd zo. Hij
wachtte met een vastberaden uitdrukking op zijn magere gezicht. Aan
Kahlan kon hij ook zien dat ze wilde dat hij de dreigende woorden
van Zedd goed tot zich door zou laten dringen. Richard hoefde er
zijn hoofd natuurlijk niet over te breken, want hij kende het
allemaal al uit het Boek van de Getelde Schaduwen. Het boek was
zeer duidelijk. Uit het boek wist hij dat Zedd slechts over een
fractie van de totale ramp sprak die over het land zou vagen als
Darken Rahl het juiste kistje wist te openen. Hij wist ook wat er
zou gebeuren als een van de andere kistjs werd geopend, maar hij
kon zijn voorkennis niet onthullen, en dus moest hij het toch
vragen. 'En wat gebeurt er als hij een van de andere opent?'
Zedd schoot naar voren. Hij wist wel dat dit de volgende vraag
zou zijn. 'Open het verkeerde kistje, en de magie eist hem op. Dan
is hij dood.' Zedd knipte met zijn vingers. 'Zomaar. Dan zijn wij
allemaal veilig. De dreiging is weggenomen.' Hij leunde nog verder
voorover, zijn voorhoofd gegroefd, en keek Richard recht in de
ogen. 'Open het andere verkeerde kistje, en elk insekt, elk
grassprietje, elke boom, iedere man en vrouw en ieder kind, elk
levend wezen, wordt in de kerkers van het niets gegooid. Het zou
het einde van alle leven zijn. De magie van Orden behoort
onlosmakelijk bij de magie van het leven zelf, en de dood maakt
deel uit van alles wat leeft, dus is de magie van Orden gebonden
aan de dood èn aan het leven.' Zedd ging achteruit zitten en leek
helemaal ontdaan te zijn dat hij over al deze verschillende rampen
had moeten vertellen. Hoewel Richard het allemaal al wist, moest
hij toch even flink slikken toen hij het hardop hoorde uitspreken.
Op de een of andere manier leek het nu echter, omdat het onder
woorden was gebracht. Toen hij het boek had geleerd, was het
allemaal zo abstract, zo hypothetisch, dat hij nooit had gedacht
aan de mogelijkheid dat het echt zou gebeuren. Zijn enige zorg was
toen geweest dat de kennis moest worden bewaard om aan zijn
bewaarder te worden teruggegeven. Hij wilde dat hij Zedd kon
vertellen wat hij wist, maar de gelofte aan zijn vader belette hem
erover te reppen. Hij moest nu ook verder nog de schijn ophouden
door een andere vraag te stellen waarop hij het antwoord al wist.
'Hoe weet Rahl welk kistje hij moet openen?' Zedd herschikte de
mouwen van zijn gewaad en keek omlaag naar de tafel, naar zijn
handen en sprak. 'Het in het spel brengen van de kistjes geeft de
persoon bepaalde bevoorrechte informatie. Die informatie moet hem
dan wel zeggen welk kistje het juiste is.' Dat was logisch. Niemand
anders dan degene die het bewaarde, wist van het boek en, zo bleek
nu, degene die de kistjes in het spel bracht. In het boek stond
daar niets over, maar het leek logisch. Er voer een plotselinge
schok door hem heen; Darken Rahl achtervolgde hem natuurlijk
vanwege het boek. Het ontging hem bijna dat Zedd weer begon te
praten.
'Rahl heeft echter iets buitengewoons gedaan. Hij heeft de
kistjes in het spel gebracht voor hij ze alle drie heeft.'
Richard werd meteen aandachtig. 'Hij moet stom zijn, of heel
zelfverzekerd.'
'Zelfverzekerd,' zei de tovenaar. 'Toen ik uit het Middenland
vertrok, was het voornamelijk om twee redenen. De eerste was omdat
de raad het op zich had genomen de Zoeker te benoemen. De tweede
was omdat ze de kistjes van Orden verkeerd behandelden. Mensen
waren gaan geloven dat de macht van de kistjes alleen maar een
legende was. Ze vonden mij een oude dwaas omdat ik hun vertelde dat
het geen legende, maar de waarheid was. Ze weigerden aandacht te
schenken aan mijn waarschuwingen.' Hij sloeg met een vuist op de
tafel; Kahlan sprong op. 'Ze hebben me uitgelachen!' Zijn gezicht
was rood van woede en stak daardoor nog meer af tegen zijn witte
haardos. 'Ik wilde dat de kistjes ver uit elkaar zouden worden
gehouden, en met behulp van toverkracht, verborgen en weggesloten
zouden worden zodat niemand ze ooit zou terugvinden. In plaats
daarvan wilde de raad dat ze aan belangrijke mensen zouden worden
gegeven, als trofeeën om mee te pronken. Ze gebruikten ze als
beloning voor gunsten of beloften. Dit stelde de kistjes bloot aan
begerige handen. Ik weet niet wat er in de tussenliggende jaren met
ze is gebeurd. Rahl heeft er minstens één, maar niet alle drie. Nóg
niet in elk geval.' Zedds ogen flitsen hartstochtelijk. 'Zie je,
Richard? We hoeven Darken Rahl niet persoonlijk aan te pakken, we
hoeven alleen maar één van de kistjes te vinden voordat hij dat
doet.'
'En die van hem weg te houden, wat wel eens stukken moeilijker
zou kunnen zijn dan het te vinden,' merkte Richard op, en liet die
gedachte even bezinken. Hij kreeg ineens een idee. 'Zedd, denk je
dat een van de kistjes hier in Westland zou kunnen zijn?' 'Niet
waarschijnlijk.' 'Waarom niet?'
Zedd aarzelde. 'Richard, ik heb je nooit verteld dat ik een
tovenaar was, maar je hebt het nooit eerder gevraagd, dus heb ik er
niet echt over gelogen. Ik heb je wel een andere leugen verteld. Ik
heb je verteld dat ik hier gekomen ben voor de grens werd
ingesteld. Dat is niet waar, ik kwam hier niet voor die werd
ingesteld, omdat ik dat niet kon. Weet je, om een Westland te
creëren zonder magie, mocht die er ook niet zijn toen de grens werd
ingesteld. Magie kon hier pas komen nadat de grens er was, maar
niet daarvoor. Aangezien ik toverkracht bezit, zou mijn
aanwezigheid hebben verhinderd dat dat gebeurde, dus moest ik tot
na het instellen van de grens in het Mid-denland blijven, en pas
toen kon ik erdoor gaan.' 'Iedereen heeft zijn kleine geheimen. Ik
misgun jou de jouwe niet. Maar wat wil je daarmee zeggen?'
'Ik wil daarmee zeggen dat we weten dat geen van de kistjes in
Westland geweest kan zijn voor de grens werd ingesteld, anders zou
hun magie dat hebben verhinderd. Dus als ze alle in het Middenland
waren vóór de grens, vanwege de magie, en ik er geen bij me had,
moeten ze nog steeds in het Middenland zijn.'
Richard dacht hier een tijdje over na en voelde zijn vonk van
hoop doven. Hij richtte zijn gedachten weer op de onderhavige
kwestie. 'Je hebt me nog steeds niet verteld wat een Zoeker is. Of
mijn rol hierin.'
Zedd vouwde zijn handen samen. 'Een Zoeker is iemand die aan
niemand anders dan zichzelf verantwoording verschuldigd is; hij is
voor zichzelf de wet. Het Zwaard van de Waarheid is van hem en hij
mag het gebruiken zoals hij wil. Binnen de grenzen van zijn eigen
kracht kan hij iedereen verantwoordelijk stellen voor wat dan ook.'
Zedd hield zijn hand omhoog om Richards bezwaren en vragen een halt
toe te roepen. 'Ik besef dat dit vaag is. Het is moeilijk uit te
leggen, want het is net als met alle macht. Zoals ik je eerder heb
verteld gaat het om hoe degene die macht gebruikt. Dat maakt het
tot wat het is. Dit is de kern van waarom het zo belangrijk is de
juiste persoon te vinden, iemand die de macht verstandig zal
gebruiken. Zie je, Richard, een Zoeker doet precies wat de naam
inhoudt; hij zoekt. Hij zoekt de antwoorden op dingen. Dingen die
hij zelf kiest. Als hij de juiste persoon is, zal hij de antwoorden
zoeken die anderen zullen helpen, niet alleen maar hemzelf. Het
doel van een Zoeker is om vrij te zijn om zelf te zoeken, om te
gaan waar hij wil, te vragen wat hij wil, te leren wat hij wil, de
antwoorden te vinden op wat hij wil weten, en zo nodig, te doen wat
die antwoorden vereisen.' Richard strekte zich en verhief zijn
stem. 'Vertel je me nu dat een Zoeker een moordenaar is?'
ik zal niet tegen je liegen, Richard, er zijn tijden geweest
dat dat inderdaad het geval is geweest.'
Richards gezicht was vuurrood, ik wil geen moordenaar zijn!'
Zedd haalde zijn schouders op. 'Zoals ik zei, een Zoeker is datgene
wat hij wil zijn. Idealiter is een Zoeker de vaandeldrager van de
gerechtigheid. Ik kan je niet veel meer vertellen omdat ik er nooit
een ben geweest. Ik weet niet wat zich in hun hoofd afspeelt, maar
ik weet wel wie hier de juiste figuur voor is.'
Zedd schoof zijn mouwen weer omhoog en sloeg Richard gade.
'Maar ik kies geen Zoeker, Richard. Een ware Zoeker kiest zichzelf.
Ik benoem ze alleen. Jij bent al jaren een Zoeker geweest zonder
het te weten. Ik heb je gadegeslagen, en dat is wat je doet. Jij
bent altijd op zoek naar de waarheid. Wat denk je dat je in de hoge
Venwouden deed? Je zocht het antwoord op de wingerd, op de moord op
je vader. Je had dat aan anderen kunnen overlaten, anderen die
hiertoe meer bevoegd waren, en misschien had je dat ook moeten
doen, zoals is gebleken, maar dat zou tegen je aard, de aard van
een Zoeker indruisen. Zij laten het niet aan anderen over, want zij
willen het zelf weten. Toen Kahlan je vertelde dat ze naar een
tovenaar zocht die al voor haar geboorte zoek was, moest je weten
wie het was, en je hebt hem gevonden.' 'Maar dat komt alleen
omdat...'
Zedd viel hem in de rede. 'Het hindert niet. Dat is
onbelangrijk. Slechts één ding is van belang: dat je het gedaan
hebt. Ik heb je gered met de wortel die ik voor je gevonden heb.
Doet het ertoe dat het gemakkelijk voor mij was om die wortel te
vinden? Nee. Zou je levender zijn als het bijzonder moeilijk voor
me was geweest om de wortel te vinden? Nee. Ik vond de wortel, jij
bent beter. Dat is het enige dat telt. Zo is het ook met de Zoeker.
Het is niet belangrijk hoe hij een antwoord vindt, alleen dat hij
het doet. Zoals ik zei, er zijn geen regels. Op dit ogenblik zijn
er antwoorden die je moet vinden. Ik weet niet hoe je dat zult
doen, en het kan me ook niet schelen, ik weet alleen dat je het
doet. Als je zegt: "O, dat is eenvoudig," des te beter, want we
hebben niet veel tijd.' Richard werd behoedzaam. 'Wat voor
antwoorden?' Zedd glimlachte, zijn ogen schitterden. 'Ik heb een
plan maar je moet eerst een manier vinden ons de grens over te
krijgen.' 'Wat!' Richard haalde van ergernis zijn vingers door zijn
haar en mompelde ongelovig. Hij keek om naar Zedd. 'Jij bent een
tovenaar; jij hebt in de eerste plaats iets te maken gehad met het
instellen van die grens. Je hebt net gezegd dat je erdoor bent
geweest om het zwaard terug te halen. Kahlan is door de grens
gekomen, gestuurd door tovenaars. Ik weet niets van de grens af!
Als je van me verwacht dat ik het antwoord zal vinden, welnu, hier
is het dan: Zedd, jij bent een tovenaar, stuur ons de grens door!'
Zedd schudde zijn hoofd. 'Nee, ik zei over de grens, niet erdoor.
Ik weet hoe ik erdoor moet komen, maar dat kunnen we niet doen.
Rahl wacht erop dat wij dat zullen doen. Als we proberen erdoor te
gaan, zal hij ons doden. Er is een groot verschil.' 'Zedd, het
spijt me, maar het is onmogelijk. Ik weet niets van hoe we
eroverheen moeten komen. Ik zie niet in hoe we dat voor elkaar
kunnen krijgen. De grens is de onderwereld. Als we er niet door
kunnen, zitten we hier vast. De hele bedoeling van de grens is om
iedereen te verhinderen te doen wat jij me vraagt te doen.' Richard
voelde zich hulpeloos. Ze waren afhankelijk van hem, en hij had
helemaal geen antwoorden.
Zedds stem was vriendelijk en aardig. 'Richard, je bent te
vlug met jezelf te kritiseren. Wat zeg je wanneer ik vraag hoe je
moeilijke problemen oplost?'
Richard wist wat Zedd bedoelde, maar had geen zin om te
antwoorden, want hij had het gevoel dat hij er door te antwoorden
nog dieper bij betrokken werd. Zedd trok een wenkbrauw op en
wachtte. Richard keek omlaag naar de tafel en pulkte met de nagel
van een duim aan het hout. 'Denken aan de oplossing, niet het
probleem.' 'En op dit ogenblik doe je het tegenovergestelde. Je
concentreert je alleen maar op de vraag waarom het probleem
onmogelijk is. Je denkt niet aan de oplossing.'
Richard wist dat Zedd gelijk had, maar er zat meer aan vast.
'Zedd, ik denk niet dat ik bevoegd ben om Zoeker te zijn. Ik weet
niets over het Middenland.'
'Soms is het gemakkelijker een beslissing te nemen als je niet
belast bent met kennis van de geschiedenis,' zei de tovenaar op
geheimzinnige toon.
Richard slaakte een diepe zucht. 'Ik ken dat land niet. Ik zou
daar verdwalen.'
Kahlan legde haar hand op zijn onderarm. 'Nee, dat gebeurt
niet. Ik ken het Middenland beter dan wie ook. Ik weet waar het
veilig is en waar niet. Ik zal je gids zijn. Je zult niet
verdwalen. Dat beloof ik je.' Richard keek weg van haar groene
ogen, naar de tafel. Het deed pijn te denken dat hij haar misschien
zou teleurstellen, maar haar geloof, en dat van Zedd kwamen hem
rechtvaardig voor. Hij wist niets over het Middenland of over de
magie, of hoe je die kistjes moest vinden, of hoe je Darken Rahl
zou kunnen tegenhouden. Hij wist helemaal niet hoe je dat allemaal
moest doen! En als eerste proeve van bekwaamheid moest hij hen over
de grens krijgen! 'Richard, ik weet dat je denkt dat het
onverstandig van mij is om je met deze verantwoordelijkheid op te
zadelen, maar ik ben niet degene die jou kiest. Jij bent degene die
zelf heeft getoond dat hij de Zoeker is. Ik heb het feit alleen
herkend. Ik ben lang tovenaar geweest. Je weet wat dat inhoudt.
Vertrouw me wanneer ik je zeg dat ik in staat ben om de ene te
herkennen.' Zedd reikte over de tafel, over het zwaard heen, en
legde zijn hand op die van Richard. Zijn ogen stonden somber.
'Darken Rahl achtervolgt je. Jou persoonlijk. De enige reden die ik
daarvoor kan bedenken, is dat hij, met het inzicht dat hij van de
magie van Orden heeft verkregen, ook weet dat jij die ene bent en
je dus zoekt, om die dreiging uit de weg te helpen.' Richard
knipperde verrast met de ogen. Misschien had Zedd gelijk. Misschien
was dit de reden waarom Rahl jacht op hem maakte. Of misschien
niet. Zedd wist niets van het boek af. Hij had het gevoel alsof
zijn hersens zouden barsten, zo vol zat zijn hoofd. Plotseling kon
hij niet langer zitten, hij stond op en begon te ijsberen, in
gedachten verzonken. Zedd vouwde zijn armen voor zijn borst.
Kahlan leunde met een elleboog op tafel. Beiden keken zwijgend
toe terwijl Richard heen en weer liep.
De spicht had gezegd dat hij het antwoord moest zoeken of
sterven. Zij had niet gezegd dat het nodig was om die Zoeker te
worden. Hij kon de antwoorden op zijn eigen manier vinden, zoals
hij altijd had gedaan. Hij had het zwaard niet nodig gehad om
erachter te komen wie de tovenaar was, hoewel dat niet zo moeilijk
was geweest. Maar wat was er verkeerd aan om het zwaard aan te
nemen? Wat voor kwaad kon het als hij die hulp zou aanvaarden? Zou
het niet dwaas zijn om iedere hulp te weigeren? Blijkbaar kon het
zwaard op iedere manier worden gebruikt die zijn eigenaar wilde,
dus waarom zou hij het dan niet gebruiken op de manier die hij
wilde? Hij hoefde geen moordenaar, of iets anders, te worden. Hij
kon het gebruiken om hen te helpen, dat was alles. Dat was alles
dat nodig was, of dat hij wilde; meer niet.
Maar Richard wist waarom hij het niet wilde. De manier waarop
het zwaard had aangevoeld toen hij het had getrokken, stond hem
niet aan. Het had goed aangevoeld, en dat verontrustte hem. Het had
zijn boosheid opgewekt op een manier die hem angst aanjoeg, hem een
gevoel gaf dat hij nog nooit eerder had gevoeld. Het meest
verontrustende was dat het hem het gevoel gaf dat het zo goed was.
Hij wilde niet dat boosheid hem een goed gevoel gaf, wilde zijn
woede kunnen blijven beheersen. Woede was de dood van zijn moeder
geweest. Hij borg zijn woede achter een afgesloten deur waarvan hij
niet wilde dat die geopend zou worden. Nee, hij zou dit op zijn
eigen manier doen, zonder het zwaard. Hij had het niet nodig, hij
had zijn hulp niet nodig.
Richard wendde zich tot Zedd die nog steeds met zijn armen
voor zijn borst gevouwen naar hem zat te kijken. Het zonlicht gaf
Zedds rimpels diepe schaduwen. De contouren en scherpe hoeken van
zijn vertrouwde gezicht zagen er op de een of andere manier anders
uit. Hij oogde grimmig en vastberaden; gek genoeg meer als een
tovenaar. Hun blikken ontmoetten elkaar en hielden elkaar vast.
Richard had besloten. Hij zou nee zeggen tegen zijn vriend. Hij zou
helpen, en hen niet in de steek laten, want ook zijn leven hing
ervan af. Maar hij wilde niet de Zoeker zijn. Voor hij dat kon
zeggen, sprak Zedd eerst.
'Kahlan, vertel Richard hoe Darken Rahl mensen ondervraagt.'
Zijn stem klonk zacht, kalm. Hij keek niet naar haar, maar bleef
Richard in de ogen kijken.
Haar stem was nauwelijks hoorbaar. 'Zedd, alsjeblieft.'
'Vertel het hem.' Deze keer was zijn stem harder, krachtiger.
'Zeg hem wat hij doet met dat kromme mes dat hij aan zijn riem
heeft zitten.'
Richard keek weg van Zedds ogen naar haar bleke gezicht. Na
een ogenblik stak zij haar hand uit, keek met droeve, groene ogen
naar hem op en wenkte hem naar haar toe te komen. Hij bleef een
ogenblik staan, behoedzaam, kwam toen en nam haar hand. Ze trok hem
omlaag naar haar toe. Hij zat schrijlings op de bank tegenover haar
en wachtte angstig op wat haar gevraagd was te zeggen. Kahlan
schoof naar hem toe, haakte een paar haren achter een oor en keek
omlaag naar zijn rechterhand die ze in haar beide handen hield, de
rug met haar duimen strelend. Haar vingers waren vriendelijk, zacht
en warm tegen zijn palm. Zijn handen leken onbeholpen groot in de
hare. Ze sprak rustig en keek niet op.
'Darken Rahl is een beoefenaar van een zeer oude vorm van
toverkunst, antropomancie genaamd. Hij voorspelt de antwoorden op
vragen door levende menselijke ingewanden te onderzoeken.' Richard
voelde zijn boosheid ontvlammen.
'Die is van beperkt nut; hij kan hoogstens een ja of nee
krijgen op een enkele vraag, en soms een naam. Niettemin blijft hij
er de voorkeur aan geven. Het spijt me, Richard. Vergeef me
alsjeblieft dat ik je dit verteld heb.'
Herinneringen aan de vriendelijkheid van zijn vader, zijn
lach, zijn liefde, zijn vriendschap, hun tijd samen met het geheime
boek en duizend andere vluchtige herinneringen scheurden door hem
heen in een jammerklacht van pijn. De taferelen en geluiden
vloeiden in Richards geest samen tot vage schaduwen en holle
echo's. Herinneringen aan de bloedvlekken op de vloer, de witte
gezichten van de mensen, beelden van zijn vaders pijn en
verschrikking en de dingen die Chase hem had verteld, flitsten met
horten en stoten, maar levensecht door zijn hoofd. Hij probeerde ze
niet tegen te houden, maar liet ze in plaats daarvan komen, alsof
hij er steeds meer van wilde hebben. Hij wentelde zich in alle
details, voelde de pijn knagen. Zo achteloos als de pijn was
opgeroepen, zo schreeuwend kwam hij tot uiting. In zijn gedachten
voegde hij er de duistere figuur van Darken Rahl aan toe, zijn
handen druipend van scharlaken bloed, over zijn vader heen gebogen,
met het rode, glinsterende staal in zijn hand. Hij hield het
visioen vast, bekeek en onderzocht het van alle kanten en nam het
op in zijn ziel. Het beeld was nu compleet. Hij had zijn
antwoorden. Hij wist hoe het was geweest. Hoe zijn vader was
gestorven. Tot nu toe was dat alles wat hij had gezocht -
antwoorden. In zijn hele leven was hij nooit verder gegaan dan die
eenvoudige queeste.
In één witheet ogenblik veranderde dat.
De deur die zijn woede tegenhield, en de muur van rede die
zijn humeur in toom hield, brandden in een flits weg. Een heel
leven van rationeel denken vervluchtigde in het aangezicht van zijn
woeste razernij. Verlangen deed zijn helderheid als sneeuw voor de
zon verdwijnen.
Richard strekte zijn hand uit naar het Zwaard van de Waarheid,
krulde zijn vingers om de schede, omklemde die vaster en vaster,
tot zijn knokkels wit waren. De spieren in zijn kaak trilden. Zijn
ademhaling was snel en scherp. Hij zag niets van wat er om hem heen
was. De hitte van woede sloeg uit het zwaard, niet uit zijn eigen
wil, maar geroepen door de Zoeker.
Richards borst ging moeizaam op en neer door de brandende pijn
van zijn verdriet nu hij wist wat er met zijn vader was gebeurd.
Die wetenschap bracht ook een besluit. Gedachten die hij zich nooit
had toegestaan, vertolkten zijn enige verlangen. Een overweldigende
lust tot wraak deed hem voorzichtigheid en gevolgen uit het oog
verliezen.
Op dat ogenblik was zijn enige behoefte, zijn enige verlangen
om Darken Rahl te doden. Niets anders had nog enige betekenis. Hij
strekte zijn andere hand uit en greep het gevest van het zwaard om
het los te trekken. Zedds hand sloot zich over de zijne. De ogen
van de Zoeker schoten omhoog, nijdig om de tussenkomst. 'Richard.'
Zedds stem klonk vriendelijk. 'Kalmeer.' De Zoeker, met zijn
spieren tot het uiterste gespannen, keek boos in de kalme ogen van
de man tegenover hem. Een deel van hem, diep in een uithoek van
zijn geest, bleef hem waarschuwen, probeerde de zaak weer in
bedwang te krijgen. Hij negeerde de waarschuwing. Hij boog zich
over de tafel naar de tovenaar toe, met knarsende tanden.
'Ik aanvaard de positie van Zoeker.'
'Richard,' herhaalde Zedd kalm. 'Het is in orde. Ontspan je.
Ga zitten.'
Hij kwam weer wat tot zichzelf. Zijn bereidheid om te doden
werd wat minder, maar zijn woede niet. Niet alleen de deur, maar
ook de muur die zijn woede had beteugeld was verdwenen. Ook al was
de wereld rondom hem teruggekeerd, hij zag die nu met heel andere
ogen - ogen die hij altijd had gehad, maar niet had durven
gebruiken: de ogen van een Zoeker.
Richard realiseerde zich dat hij stond. Hij herinnerde zich
niet dat hij was opgestaan. Hij ging weer naast Kahlan zitten en
nam zijn handen van het zwaard. Iets binnen in hem kreeg zijn woede
weer in
bedwang. Maar het was niet hetzelfde als eerst, het sloot de
woede niet weg, sloot hem niet achter een deur, maar trok hem
terug, onbevreesd, om hem gereed te maken voor het moment dat hij
weer nodig was. Iets van zijn oude ik sijpelde terug in zijn geest,
kalmeerde hem, vertraagde zijn ademhaling en redeneerde met hem.
Hij voelde zich bevrijd, onbevreesd en schaamde zich voor het eerst
niet voor zijn boosheid. Hij stond zichzelf toe daar te zitten en
voelde hoe hij zich ontspande, voelde zijn spieren los worden. Hij
keek op naar Zedds kalme, onverstoorde gezicht. De oude man, met
zijn door wit haar omkranste hoekige, vriendelijke gezicht, sloeg
hem gade, nam hem grondig op, taxeerde hem met een bijna onmerkbare
zweem van een glimlach om de hoeken van zijn smalle mond.
'Gefeliciteerd,' zei de tovenaar. 'Je bent voor mijn laatste proef
om Zoeker te worden geslaagd.'
Richard deinsde verward achteruit. 'Wat bedoel je? Je hebt me
al tot Zoeker benoemd.'
Zedd schudde langzaam zijn hoofd, ik heb het je eerder gezegd.
Heb je niet geluisterd? Een Zoeker benoemt zichzelf. Voor je Zoeker
kon worden moest je voor een beslissende proef slagen. Je moest me
laten zien dat je je hele geest kon gebruiken. Vele jaren lang,
Richard, heb je een deel ervan afgesloten gehouden. Je woede. Ik
moest weten dat je die de vrije loop kon laten, dat je er een
beroep op kon doen. Ik heb je wel boos gezien, maar je kon je
boosheid niet aan jezelf toegeven. Een Zoeker die zichzelf niet kan
toestaan zijn woede te gebruiken, zou hopeloos zwak zijn. Het is de
kracht van de woede die een onvoorzichtig iemand de drang geeft om
te winnen. Zonder die boosheid zou je het zwaard hebben afgewezen,
en ik zou dat toegestaan hebben, want dan zou je niet de
kwaliteiten hebben gehad die nodig zijn. Maar dat is nu van geen
belang. Je hebt bewezen dat je niet langer een gevangene van je
eigen angsten bent. Het is even belangrijk om je woede te beheersen
als om die te gebruiken. Jij hebt dat vermogen altijd gehad, zorg
ervoor dat je het nu niet verliest. Je bent wijs genoeg om te weten
welk pad je moet kiezen. Het is soms nog erger de woede de vrije
loop te laten dan om hem in te houden.
Richard knikte ernstig. Hij dacht aan wat voor gevoel het hem
gaf het zwaard vast te houden terwijl hij een aanval van woede had,
de bevrijdende gewaarwording zich over te geven aan de primitieve
drang, vanuit zichzelf, en vanuit het zwaard.
'Het zwaard heeft toverkracht,' zei hij behoedzaam, ik heb die
gevoeld.'
'Inderdaad. Maar Richard, toverkracht is alleen maar een
instrument, als elk ander. Wanneer je een wetsteen gebruikt om een
mes op te slijpen, maak je het mes eenvoudig beter geschikt om te
snijden. Zo is het ook met toverkracht. Het is slechts een
aanscherpen van een doel.' Zedds ogen waren helder en scherp.
'Sommige mensen zijn banger om door magie te sterven dan, laten we
zeggen, door het zwaard. Alsof je op de een of andere manier minder
dood bent als je door een klap of wond wordt gedood dan wanneer je
door iets onzichtbaars wordt gedood. Maar luister goed. Dood is
dood. Maar de angst voor de magie kan een machtig wapen zijn.
Vergeet dat niet.'
Richard knikte. De late middagzon verwarmde zijn gezicht en
uit een ooghoek kon hij de wolk zien. Rahl zou die ook zien.
Richard herinnerde zich de man van de quad op de Stompe Berg, hoe
hij zijn zwaard tot bloedens toe over zijn arm had getrokken voor
hij aanviel. Hij herinnerde zich de blik in de ogen van de man. Hij
had het toentertijd niet begrepen; hij begreep het nu. Richard
hunkerde naar het gevecht.
De bladeren van de bomen ritselden in de herfstbries, met hun
eerste glinsterende tinten van goud en rood. De winter was in
aantocht; de eerste winterdag zou zich weldra aandienen. Hij dacht
aan hoe hij ze de grens over moest krijgen. Ze moesten een van de
kistjes van Orden zien te bemachtigen, en wanneer ze die eenmaal
hadden, zouden ze Rahl ook vinden. 'Waar als geroosterde
padden.'
'Dan verspillen we onze tijd. Ik weet zeker dat Rahl de zijne
niet verspilt.' Hij richtte zich tot Kahlan. 'Ik houd je aan je
belofte om mij als gids te dienen wanneer we het Middenland
bereiken.' Ze glimlachte om zijn ongeduld en knikte. Richard wendde
zich tot Zedd.
'Laat me zien hoe de magie werkt, tovenaar.'