4
maandag 1 december 2008
14.36 uur, Cairo, Egypte
(7.30 uur, New York)
Door de zinderende hitte zag Sana Daughtry het Four Seasons Hotel liggen vanuit de taxi terwijl die zich tussen het verkeer door bewoog. Het was Shawns idee geweest om daar te logeren. Sana werd eigenlijk verondersteld in het Semiramis Intercontinental te verblijven, waar haar congres werd gehouden. Naast het feit dat ze een van de belangrijkste sprekers was, was ze ook uitgenodigd zitting te nemen in diverse commissies en daardoor moest ze er alle vier de dagen zijn. Het zou veel makkelijker voor haar zijn geweest om in het Semiramis te zitten, zodat ze de gelegenheid had om af en toe naar haar kamer te ontsnappen.
Zodra Shawn had besloten dat hij met haar mee zou gaan, had hij echter alle beslissingen over de reis van haar overgenomen. Het was zijn keus geweest om de vergoeding voor het Semiramis te besteden aan een kamer in het nieuwere en veel luxere Four Seasons. Toen Sana had geklaagd over de onnodige extra kosten, had Shawn haar verteld dat hij een archeologiecongres voor zichzelf had gevonden, waardoor de extra kosten van de belasting konden worden afgetrokken. Vanaf dat moment had Sana niet meer geprotesteerd. Dat zou geen zin hebben gehad.
Nadat ze de chauffeur had betaald, schoof Sana de taxi uit. Ze was blij dat ze weg kon. De chauffeur had haar bestookt met vragen. Sana was erg op zichzelf, in tegenstelling tot haar echtgenoot, die met bijna iedereen een gesprek kon beginnen. Volgens Sana had hij maar weinig idee over wat privé zou moeten blijven en wat geschikt was voor anderen. Er waren zelfs gelegenheden geweest waarbij het leek of Shawn zijn best deed indruk te maken op onbekenden, vooral vrouwelijke onbekenden, met verhalen over hun dure levensstijl in New York, waaronder het feit dat ze in een van de weinige overgebleven houten huizen in de West Village woonden. Waarom hij over zoiets moest opscheppen ontging haar volledig, maar ze nam aan dat het, psychologisch gezien, iets te maken had met onzekerheid.
De portier groette Sana verwelkomend toen ze door de hotellobby liep. Ze verwachtte Shawn buiten bij het zwembad te vinden, omdat hij het veel minder belangrijk vond dan zij om daadwerkelijk bij zijn congres aanwezig te zijn. De laatste paar dagen was hij bij het zwembad in gesprek geraakt met een of twee vrouwen, die nu waarschijnlijk meer over hun leven wisten dan Sana lief was. Maar ze was vastbesloten zich er niet zoveel van aan te trekken als ze in het verleden had gedaan. Meer dan eens had ze bedacht dat zij misschien de uitzondering was, en niet Shawn. Misschien was ze gewoon te geremd en moest ze zich wat meer laten gaan.
Een vrij jonge, elegant geklede man slaagde er nog net in de lift in te komen terwijl de deuren al dichtgingen. Het was duidelijk dat hij het laatste stukje had moeten rennen, want hij haalde zwaar adem. Hij keek naar Sana en glimlachte. Sana keek naar het display van de verdiepingen boven de deur. De man droeg een westers kostuum, compleet met een flinke pochet. Net als Shawn had hij een onmiskenbaar internationale uitstraling, maar hij was een veel jongere, aantrekkelijkere versie.
‘Wat een fantastische dag, hè?’ riep de man met een duidelijk Amerikaans accent uit. In tegenstelling tot Shawn voelde hij kennelijk niet de behoefte om een Engels accent aan te nemen als hij met vreemden praatte.
Als er nog meer mensen in de lift waren geweest, zou Sana hebben aangenomen dat hij het tegen hen had. Ze ving zijn blik en veronderstelde dat hij ongeveer van haar eigen leeftijd was – achtentwintig. Te oordelen naar zijn kleding was hij financieel kennelijk tamelijk geslaagd.
‘Ja, het is een prachtige dag,’ stemde Sana in op een toon die een voortzetting van het gesprek niet aanmoedigde. Ze richtte haar aandacht weer op het display. Haar medepassagier had een blik op de knoppen geworpen, maar hij had er geen ingedrukt. Logeerde hij op haar verdieping, vroeg Sana zich in stilte af, en zo niet, moest ze zich dan zorgen maken? Bijna direct zette ze het idee weer van zich af; misschien was ze echt geremd.
‘Komt u uit New York?’ vroeg de man.
‘Ja,’ antwoordde Sana, beseffend dat als haar man in de lift zou hebben gestaan en een vrouw de vragen had gesteld, hij onmiddellijk losgebarsten zou zijn in een minibiografie over hoe hij was opgegroeid in Columbus, Ohio, een volledige beurs had gekregen voor Amherst en daarna voor Harvard, en vervolgens de hiërarchie binnen het Met had doorlopen, om uiteindelijk de leiding te krijgen over de afdeling Kunst uit het Nabije Oosten, en dat alles in de tijd die het kostte om de zevende verdieping te bereiken.
‘Een prettige dag verder,’ zei de man toen Sana op de zevende verdieping uitstapte. Hij stapte niet uit. Terwijl ze naar haar kamer liep, dacht ze na over haar paranoia en vroeg ze zich af of ze te lang in New York had gewoond. Als Shawn met een vrouw in de lift had gestaan, zouden ze nu misschien wel op weg zijn geweest naar een van de vele bars van het hotel om iets te drinken.
Sana bleef staan. Shawns sociale gedrag was plotseling heel irritant. Waarom nu? Ze vermoedde omdat het iets van de laatste tijd was, en nu haar zorgen over haar congres voorbij waren, kon ze nadenken over meer persoonlijke zaken. In het verleden was Shawn altijd bewonderenswaardig en oprecht attent geweest om het haar steeds naar de zin te maken, vooral gedurende hun gepassioneerde, zes maanden durende hofmakerij. Maar het afgelopen jaar, en zeker tijdens deze reis, was dat niet het geval geweest. Toen ze Shawn bijna vier jaar geleden voor het eerst had ontmoet, bij de opening van een galerie in New York, was ze bezig aan haar proefschrift over mitochondriaal dna , en ze was als een blok gevallen voor zijn liefde en aandacht. Ze was ook gevallen voor zijn eruditie: hij sprak een stuk of zes vreemde talen vloeiend en wist dingen over kunstgeschiedenis waarvan ze alleen maar kon wensen dat zij ze wist. De reikwijdte van zijn kennis gaf haar het gevoel een stereotiepe, eenzijdige wetenschapper te zijn.
Langzaam verder lopend vroeg Sana zich af of haar moeder gelijk had gehad. Misschien was het leeftijdsverschil van zesentwintig jaar tussen hen te groot. Tegelijkertijd herinnerde ze zich nog heel goed hoeveel moeite ze had gehad met het kinderlijke gedrag van mannen van haar eigen leeftijd, die hun honkbalpet omgekeerd op hun hoofd zetten en zich achterlijk gedroegen. In tegenstelling tot de meeste van haar vriendinnen was zij er nooit in geïnteresseerd geweest kinderen te krijgen. Al jong had ze geweten dat ze een wetenschapper was en daar dus veel te egoïstisch voor was. Voor haar waren Shawns kinderen, uit zijn eerste en zijn derde huwelijk, genoeg om het beetje moederinstinct dat ze had tevreden te stellen.
Terwijl Sana de sleutelkaart pakte, dacht ze na over hun vertrek, dat gepland was voor de volgende ochtend vroeg. Voor de reis was ze teleurgesteld geweest dat Shawn haar niet mee had willen nemen naar Luxor om de tempels en de Vallei der Koningen te zien. Zonder rekening te houden met haar gevoelens had hij gezegd dat hij die al had gezien en dat hij geen extra tijd vrij kon nemen. Maar nu haar dna -congres voorbij was, was ze opgelucht dat ze de omweg niet hadden gepland. Ze werkte nog niet lang genoeg aan het College of Physicians and Surgeons van de Columbia University om zich zeker te voelen, vooral niet nu er een paar heel belangrijke experimenten aan de gang waren.
Ze stapte haar kamer in en voor de deur tijd had gehad om dicht te vallen had ze de twee bovenste knoopjes van haar blouse al losgeknoopt en was ze al halverwege de badkamer. Toen ze Shawn zag, bleef ze abrupt staan, terwijl hij opsprong. Ze keken elkaar aan. Sana was de eerste die iets zei toen ze het vergrootglas in Shawns in witte katoenen handschoenen gestoken handen zag. ‘Wat doe je hier? Waarom zit je niet bij het zwembad?’
‘Je had wel even kunnen kloppen!’
‘Moet ik op mijn eigen hotelkamerdeur kloppen?’ vroeg ze op licht spottende toon.
Shawn grinnikte, want hij zag de onredelijkheid van wat hij had gezegd nu wel in. ‘Dat klinkt inderdaad een beetje onzinnig. Maar je had hier in elk geval niet binnen hoeven komen stormen alsof de boel in brand stond, zodat ik me rot schrok. Ik probeerde me te concentreren.’
‘Waarom zit je niet bij het zwembad?’ herhaalde Sana. De badkamerdeur sloeg achter haar dicht. ‘Het is onze laatste dag, voor het geval je dat was vergeten.’
‘Ik ben het niet vergeten,’ zei Shawn, terwijl zijn ogen begonnen te glinsteren. ‘Ik heb het druk gehad.’
‘Dat zie ik,’ zei Sana, met een blik op de handschoenen en het vergrootglas. Ze knoopte haar blouse verder los en liep naar de badkamer. Shawn bleef op de drempel staan.
‘Ik dacht mijn grootste archeologische vondst te hebben gedaan in die antiekwinkel waar ik je over heb verteld, waar ik die prehistorische Egyptische pot heb gekocht.’
‘Neem me niet kwalijk,’ zei Sana, en ze duwde Shawn weg van de drempel, zodat ze de deur bijna dicht kon doen. Ze hield er niet van om zich voor iemands ogen te verkleden, zelfs niet voor die van Shawn, vooral ook omdat hun intimiteit de laatste tijd nogal was afgenomen. ‘Dat weet ik nog,’ riep ze. ‘Heeft het iets te maken met je witte handschoenen en het vergrootglas?’
‘Zeker weten,’ zei Shawn tegen de deur. ‘De conciërge heeft me aan de handschoenen en het vergrootglas geholpen. Dat is pas service in een hotel!’
‘Vertel je me nog over je vondst of moet ik ernaar raden?’ vroeg Sana, nu geïnteresseerd. Als het op zijn werk aankwam, overdreef Shawn niet. Eerder in zijn carrière had hij een paar belangrijke vondsten gedaan bij opgravingen op verschillende locaties in het hele Nabije Oosten, waarna hij een vooraanstaand curator was geworden met verantwoordelijkheden die meer te maken hadden met supervisie en fondsenwerving dan met veldwerk.
‘Kom eens tevoorschijn, dan zal ik het je laten zien.’
‘Is het niet zo goed als je had gehoopt? Je gebruikte namelijk de verleden tijd.’
‘Eerst was ik teleurgesteld, maar nu denk ik dat het honderd keer beter is dan ik dacht.’
‘Echt?’ vroeg Sana. Met het broekje van haar bikini halverwege haar dijen stopte ze even. Nu was haar nieuwsgierigheid pas goed gewekt. Wat zou Shawn inhemelsnaam hebben gevonden, dat hij zoiets zei?
‘Kom je nog? Ik popel om het je te laten zien.’
Sana wurmde zich verder in het broekje en trok het recht. Daarna bekeek ze zichzelf in de lange spiegel op de badkamerdeur. Ze was redelijk tevreden met wat ze zag. Als enthousiaste hardloopster had ze een slank, atletisch figuur en gezond, kortgeknipt, asblond haar. Ze pakte haar kleren en opende de deur. Nadat ze de kleren netjes op het bed had gelegd liep ze naar het bureau.
‘Hier, trek deze aan,’ zei hij, haar een tweede paar schone witte handschoenen gevend. ‘Ik heb ze speciaal voor jou gevraagd.’
‘Wat is het, een boek?’ vroeg Sana zodra ze haar handen in de handschoenen had gestoken. Ze kon een oud uitziend, in leer gebonden boek op de hoek van het bureau zien liggen.
‘Het wordt een codex genoemd,’ zei Shawn. ‘Het is een van de eerste boeken die in de plaats zijn gekomen van rollen, omdat je er meer in kunt zetten en verschillende delen van de tekst veel gemakkelijker kunt vinden. Het verschil met een echt boek, zoals de Gutenberg-bijbel, is dat het helemaal met de hand werd gemaakt. Wees er heel voorzichtig mee! Dit boek is meer dan vijftienhonderd jaar oud. Het is zo goed bewaard gebleven omdat het in een pot zat die begraven lag in het zand.’
‘Mijn hemel,’ zei Sana. Ze wist niet of ze eigenlijk wel iets wilde vasthouden dat zo oud was, uit angst dat het in haar handen uit elkaar zou vallen.
‘Maak open!’ drong hij aan.
Heel voorzichtig sloeg Sana de voorkant om. Die was stijf, en de band knarste hoorbaar. ‘Waar is het omslag van gemaakt?’
‘Het zijn eigenlijk twee stukken leer, verstevigd met diverse lagen papyrus.’
‘En waar zijn de bladzijden van gemaakt?’
‘De bladzijden zijn van papyrus.’
‘En de taal?’
‘Dat is Koptisch, een geschreven versie van Oud-Egyptisch met behulp van het Griekse alfabet.’
‘Het is absoluut fantastisch!’ zei Sana. Ze was onder de indruk, maar vroeg zich af waarom Shawn had gezegd dat het voor hem zo’n belangrijke vondst was. Sommige beeldjes die hij in Klein-Azië had gevonden leken veel belangwekkender.
‘Kun je zien dat een groot deel van het boek eruit is gescheurd?’
‘Ja. Wil dat iets zeggen?’
‘Nou en of! Vijf van de originele, afzonderlijke teksten van deze codex zijn er in de jaren veertig heel ruw uit gescheurd om ze in Amerika te verkopen. Van andere bladzijden wordt gezegd dat ze eruit zijn gehaald om het keukenvuur mee aan te steken in een boerenhut.’
‘Wat vreselijk.’
‘Inderdaad. Heel wat academici hebben gerild bij de gedachte.’
‘Ik zie ook dat de binnenkant van het omslag langs de rand is opengesneden.’
‘Dat heb ik zelf ongeveer een uur geleden heel voorzichtig gedaan met een vleesmes.’
‘Was dat wel verstandig? Ik bedoel, gezien de ouderdom van dit ding. Ik kan me voorstellen dat er wel toepasselijker gereedschap is dan een vleesmes.’
‘Nee, dat was waarschijnlijk niet verstandig, maar ik heb het gedaan omdat ik het niet kon laten. Op dat moment was ik vreselijk teleurgesteld over wat er in de codex staat. Ik had een ware goudmijn verwacht, en in plaats daarvan heb ik het equivalent van de output van een van de eerste kopieermachines ter wereld gekocht.’
‘Ik geloof dat ik het even niet meer begrijp,’ gaf Sana toe. Ze overhandigde het oude boek weer aan Shawn om van de verantwoordelijkheid af te zijn en trok de handschoenen uit. Zijn opwinding was voelbaar. Ze was meer dan geïntrigeerd.
‘Dat verbaast me niets.’ Hij pakte de codex en legde hem terug op dezelfde plek op de hoek van het bureau. Midden op het bureau, onder het felle licht van een bureaulamp en een staande lamp, lagen drie losse vellen papier die door verschillende voorwerpen op hun plaats werden gehouden, waaronder een paar manchetknopen in de vorm van oude munten. De bladzijden waren erg gekreukt omdat ze duizenden jaren opgevouwen hadden gezeten. Ze waren ook van papyrus, net als de bladzijden in de codex, maar ze leken ouder. De randen waren zo zwart verkleurd dat ze bijna verbrand leken.
‘Wat is dat?’ vroeg Sana, wijzend op de papyrusblaadjes. ‘Een brief?’ Ze kon zien dat op de eerste bladzijde een mogelijke geadresseerde stond en op de laatste een handtekening.
‘Ah, de wetenschappelijke geest focust zich direct op de crux van de zaak,’ zei Shawn vrolijk. Met gespreide vingers liet hij eerbiedig zijn handpalmen over de bladzijden glijden, alsof hij ze aanbad.
‘Het is inderdaad een brief, een heel speciale brief, geschreven in 121 na Christus, door een zeventigjarige bisschop van de stad Antiochië die Saturninus heette. Het was een antwoord op een eerder aan hem gestuurde brief van een bisschop uit Alexandrië, Basilides genaamd.’
‘Hemeltjelief!’ riep Sana uit. ‘Dat is het begin van de tweede eeuw.’
‘Precies,’ antwoordde Shawn. ‘En minder dan een eeuw na Jezus van Nazareth. Het was een lastige tijd voor de vroege kerk.’
‘Is een van beide heren bekend?’
‘Goeie vraag! Basilides is heel bekend bij Bijbelse wetenschappers. Saturninus veel minder, hoewel ik een paar keer een verwijzing naar hem ben tegengekomen. Zoals deze brief bewijst, was Saturninus een student of een assistent van Simon de Magiër.’
‘Dat is een naam die ik als kind weleens heb gehoord.’
‘Ongetwijfeld. Hij was en is de typische slechterik en de vader van alle ketterij – tenminste, volgens een aantal van de vroegchristelijke kerkvaders. Het woord “simonie” is zelfs afgeleid van zijn poging het vermogen tot helen te kopen van de heilige Petrus.’
‘En hoe zit het met Basilides?’
‘Hij was een heel druk man hier in Egypte – in Alexandrië, om precies te zijn – en een actief schrijver. Hij wordt ook gezien als een van de eerste gnostische denkers, vooral omdat hij een duidelijk christelijk stempel heeft gedrukt op het gnosticisme door zijn gnostische theologie te concentreren op Jezus van Nazareth.’
‘Help me even,’ zei Sana. ‘Ik heb de term “gnosticisme” eerder gehoord, maar ik weet niet precies wat die betekent.’
‘Eenvoudig gezegd was het een beweging die bestond vóór het christendom, waarin uiteindelijk aspecten van heidense religies, judaïsme en daarna christendom werden samengevoegd tot een enkele sekte. De term “gnosticisme” is afgeleid van het Griekse woord gnosis , dat “intuïtieve kennis” betekent. Voor de gnostici was kennis van het goddelijke het ultieme streven, en degenen die die kennis hadden, geloofden dat ze door het goddelijke waren geraakt, zelfs zozeer dat iemand als Simon de Magiër werkelijk dacht dat hij, tenminste gedeeltelijk, goddelijk was.’
‘En jij klaagt dat mijn dna -wetenschap zo gecompliceerd is,’ zei Sana spottend.
‘Dit is helemaal niet gecompliceerd. Basilides was toevallig een van de eerste gnostici die ook christen was, hoewel de benaming “christen” toen nog niet bestond. Hij geloofde dat Jezus van Nazareth de verwachte Messias was. Maar hij geloofde niet dat Christus op aarde was gekomen om de mensen te verlossen van hun zonden door te lijden aan het kruis, zoals het grootste deel van zijn medechristenen deed. In plaats daarvan dacht Basilides dat Jezus’ missie verlichting ten doel had gehad, of gnosis, om de mensen te laten zien hoe ze zich konden losmaken van de fysieke wereld en de zaligheid konden bereiken. De gnostici waren net als Basilides erg geïnteresseerd in Griekse filosofie en Perzische mythologie, maar ze waren allemaal heel negatief over de materiële wereld, die volgens hen de mensheid in zijn greep hield en de bron van alle kwaad was.’
Sana boog zich voorover naar de brief om er nog beter naar te kunnen kijken. Van een afstandje leken de letters gelijkvormig, alsof ze machinaal gemaakt waren, maar als je beter keek, bleek uit kleine variaties dat ze met de hand waren geschreven. ‘Is dit ook Koptisch?’ vroeg ze.
‘Nee, de brief is in Oudgrieks,’ zei Shawn, ‘wat niet verrassend is. Grieks was, meer nog dan Latijn, de omgangstaal van die tijd, vooral in het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied. Zoals de naam al aangeeft, was Alexandrië een van de middelpunten van de hellenistische wereld, dankzij de militaire heldendaden van Alexander de Grote.’
Sana ging weer rechtop zitten. ‘Maakte deze brief deel uit van de codex of is hij later toevallig in het boek terechtgekomen?’
‘Het was zeker geen toeval,’ zei Shawn cryptisch. ‘Het is met opzet gedaan, maar niet om de reden die je zou denken. Weet je nog hoe ik het omslag van de codex beschreef? Samen met andere stukjes papyrus was deze brief tussen het leer gestopt om er wat wij een harde kaft zouden noemen van te maken. Ik wist al dat dat ook was gebeurd met andere delen van deze schat aan codices in het bijzonder.’
‘Heb je er meer dan één gevonden?’
‘Nee, ik heb alleen deze ene codex gevonden, maar ik herkende hem direct. Hier, ga zitten. Ik moet je iets vertellen, want we gaan niet volgens plan morgen naar huis.’
‘Waar heb je het over?’ vroeg Sana. ‘Ik moet terug om een aantal experimenten te redden.’
‘Jouw experimenten zullen moeten wachten – tenminste, één, of hooguit twee dagen.’ Shawn legde zijn hand op Sana’s schouder en duwde haar in de richting van de bank.
‘Jij kunt wachten als je wilt, maar ik ga terug,’ zei ze, terwijl ze een poging deed om zijn hand van haar schouder te schuiven. Ze was niet van plan zich de wet te laten voorschrijven.
Even keken man en vrouw elkaar woedend aan. Toen ontspanden ze zich allebei zonder een kwaad woord.
‘Je bent veranderd,’ zei Shawn ten slotte. Hij reageerde eerder verbaasd dan boos op haar onverwacht opstandige mededeling.
‘Ik denk dat ik wel kan stellen dat jij ook veranderd bent,’ antwoordde Sana. Ze deed haar uiterste best om elk spoor van irritatie uit haar stem te weren. Ze wilde op dit moment niet in een oeverloze emotionele discussie belanden. Bovendien had hij gelijk. Ze wás veranderd – niet opvallend, maar wel heel wezenlijk, in een reactie op zijn verandering.
‘Ik geloof dat je het niet begrijpt,’ zei Shawn. ‘Deze brief zou weleens de apotheose van mijn carrière kunnen betekenen. Om er mijn voordeel mee te kunnen doen heb ik voor één of maximaal twee dagen jouw hulp nodig. Ik moet weten of de schrijver, Saturninus, de waarheid sprak. Ik kan me niet voorstellen waarom hij zou hebben gelogen, maar ik moet het zeker weten. Daarom vliegen we morgenochtend vroeg naar Rome.’
‘Heb je mijn hulp letterlijk of figuurlijk gesproken nodig?’ vroeg Sana. Dat maakte voor haar verschil.
‘Letterlijk!’
Sana haalde diep adem en keek haar echtgenoot aan. Hij leek oprecht, wat de zaak voor haar veranderde. Hij had haar nog nooit eerder om haar hulp gevraagd. ‘Goed,’ zei ze. Ze ging zitten. ‘Ik geef nog niet toe, maar leg het me maar eens uit.’
Met hernieuwd enthousiasme greep Shawn de bureaustoel en zette hem voor Sana. Hij ging zitten en boog zich met glinsterende ogen naar voren. ‘Heb je ooit gehoord van de gnostische geschriften die in 1945 hier in Egypte, in Nag Hammadi, gevonden zijn?’
Sana schudde haar hoofd.
‘Van het boek The Gnostic Gospels door Elaine Pagels dan?’
Sana schudde, enigszins geïrriteerd, opnieuw haar hoofd. Shawn vroeg haar altijd of ze de een of andere verhandeling had gelezen, en ze moest altijd nee zeggen. Als moleculair bioloog had ze nooit veel tijd gehad om zich met niet-exacte zaken bezig te houden en ze voelde zich daardoor vaak minderwaardig.
‘Dat verbaast me,’ zei Shawn. ‘Elaine Pagels was een bestseller, een echte commerciële hit die het gnosticisme op de kaart heeft gezet.’
‘Wanneer is het uitgegeven?’
‘Ik weet het niet. Rond 1979, denk ik.’
‘Shawn, ik ben geboren in 1980. Hou op zeg!’
‘O ja! Sorry! Dat vergeet ik steeds. Hoe dan ook, haar boek ging over het belang van de vondst in Nag Hammadi, die bestond uit dertien codices, waaronder deze die we vandaag hebben ontdekt. Dit boek maakte oorspronkelijk deel uit van die vondst, die met één klap het aantal bestaande boeken over de vroege gnostische denkwereld verdubbelde. De vondst is te vergelijken met die van de Dode-Zeerollen twee jaar later in Palestina.’
‘Ik heb wel van de Dode-Zeerollen gehoord.’
‘Nou, er zijn mensen die geloven dat de teksten uit Nag Hammadi van even groot belang zijn, willen we de religieuze ideeën rond de tijd van Christus kunnen begrijpen.’
‘Dus dit boek dat je vandaag hebt gevonden is een van de codices die in 1945 zijn gevonden?’
‘Dat klopt. Het is, heel toepasselijk, bekend als de Dertiende Codex.’
‘Waar zijn de andere?’
‘Hier in Cairo, in het Koptisch Museum. De meeste zijn door de Egyptische regering in beslag genomen nadat er een paar waren verkocht. De delen die verkocht zijn, zijn uiteindelijk weer hier teruggekomen waar ze horen.’
‘Hoe is nummer dertien gescheiden geraakt van de rest?’
‘Voor ik je dat vertel, zal ik je eerst een korte samenvatting geven van het verhaal over de ontdekking van de Nag Hammadi-geschriften. Het is fascinerend. Twee boerenjongens, Khalifah en Muhammed Ali, waren aan de rand van de woestijn bij het tegenwoordige Nag Hammadi volgens zeggen op zoek naar een soort vruchtbare aarde, die sabakh wordt genoemd. Ze zochten aan de voet van een rots die Jabal al-Tarif heet en die er, tussen twee haakjes, uitziet als een honingraat met een heleboel grotten, zowel natuurlijke als door mensen gemaakte. Daarvoor sloegen ze her en der diep met hun houwelen in het zand. Ik heb geen idee hoe dat werkt, maar tot hun verrassing vonden ze op de dag van de ontdekking niet de sabakh die ze zochten, maar hoorde een van hen een vreemde, holle klank toen hij zijn houweel in het zand stak. Hij veegde het zand weg en vond een verzegelde aarden kruik van ongeveer een meter hoog. Ze dachten oude Egyptische antiquiteiten te hebben gevonden, maar in plaats daarvan vonden ze de codices.’
‘Hadden ze enig idee van de waarde van hun vondst?’
‘Geen enkel. Ze namen ze mee naar huis en gooiden ze daar naast de oven van de familie, zodat de moeder de papyrusblaadjes kon gebruiken om het vuur aan te steken.’
‘Wat vreselijk.’
‘Inderdaad. Er zijn nog altijd wetenschappers die in elkaar krimpen bij het idee alleen al. Hoe dan ook, vrienden en buren van de jongens, onder wie een imam die ook geschiedenisleraar was, vermoedden dat ze kostbaar waren en grepen snel in. De codex die ik vandaag heb gevonden is via verschillende antiekhandelaren de Nijl afgezakt en in Cairo terechtgekomen. Daar zijn de vijf ontbrekende teksten, die ook de meest bijzondere bleken te zijn, weggehaald en naar de Verenigde Staten gesmokkeld. Gelukkig was tegen die tijd de Egyptische regering op de hoogte gebracht, en het is hen gelukt om de resterende codices te kopen of in beslag te nemen, inclusief acht van de bladzijden die uit de dertiende waren gehaald. De dertiende zelf hebben ze niet gevonden en op zeker moment is hij waarschijnlijk zoekgeraakt tussen de spullen van een of andere antiekhandelaar die wachtte op een veilig moment om hem te verkopen. Ik neem aan dat hij hem daarna is vergeten, tot mijn vriend Rahul hem kortgeleden te pakken kreeg. Mijn komst vandaag was duidelijk voorbestemd. Hij heeft contact met verschillende curatoren over de hele wereld. Hij zou er geen enkel probleem mee hebben gehad om ervanaf te komen.’
‘Maar is het niet illegaal om hem te verkopen of zelfs maar in je bezit te hebben?’
‘Zeker!’
‘Heb je daar geen problemen mee?’
‘Niet echt. Ik zie mezelf als redder. Ik ben niet van plan om hem te houden. Vanaf het allereerste moment was het mijn bedoeling de tekst te publiceren en er op mijn vakgebied mijn voordeel mee te doen. Maar helaas is dat niet meer aan de orde.’
‘Waarom niet? Hoeveel teksten zijn er nog in de codex?’
‘Nog wel een aantal.’
‘Wat zijn die Nag Hammadi-geschriften precies?’
‘Het zijn Koptische kopieën van Griekse originelen met namen als het Evangelie van Thomas, het Evangelie naar Filippus, Getuigenis der Waarheid, het Geheime boek van Johannes, de Openbaring van Paulus, de brief van Petrus aan Filippus, de Openbaring van Petrus enzovoort, enzovoort.’
‘Wat zijn de namen van de teksten die in de dertiende codex zijn overgebleven?’
‘Dat is het probleem. Alle resterende teksten zijn kopieën van teksten die al eerder zijn gevonden in de eerste twaalf codices. Zelfs in de eerste tweeenvijftig teksten van de twaalf delen zaten maar veertig nieuwe werken. Het is in dat opzicht vergelijkbaar met de Dode-Zeerollen, waarin ook sprake was van een paar duplicaten.’
‘Wat ons weer bij de brief brengt die je tussen het omslag hebt gevonden.’
‘Precies,’ zei Shawn. Hij stond op, pakte de drie blaadjes heel voorzichtig op en liep snel terug naar zijn stoel. ‘Wil je dat ik hem voorlees, wat waarschijnlijk niet al te best zal lukken, of neem je er genoegen mee dat ik hem samenvat? Het is, hoe dan ook, vanuit historisch oogpunt een van de belangrijkste brieven uit de wereldgeschiedenis.’
Sana liet haar mond in gespeelde verbazing openvallen. Ze sloeg zelfs haar ogen ten hemel.‘Overdrijf je nu niet een beetje? Eerder zei je dat je vondst van vandaag honderd keer beter was dan je belangrijkste archeologische vondst tot nu toe, of iets van die strekking. Is hij nu al opgewaardeerd tot vanuit historisch oogpunt gezien een van de belangrijkste brieven uit de wereldgeschiedenis? Ga je nu niet heel erg ver?’
‘Ik overdrijf niet,’ zei Shawn met glinsterende ogen.
‘Oké,’ zei Sana. ‘Ik denk dat je dan maar eens moet proberen om me de hele brief voor te lezen. Ik wil er niets van missen. Je had het over Jezus van Nazareth. Heeft de brief betrekking op hem?’
‘Ja, maar indirect,’ zei Shawn. Hij schraapte zijn keel.
Terwijl haar man begon te lezen, dwaalde Sana’s blik door het raam naar buiten. De zon glinsterde op het water van de Nijl op de voorgrond; aan de horizon waren de beroemde piramides van Gizeh te zien, waar de grootste piramide boven uittorende. Als de oude brief maar half zo belangrijk zou blijken te zijn als Shawn beweerde, kon ze zich geen betere plek hebben gewenst om de vertaling te horen.