7
maandag 1 december 2008
11.23 uur, New York
(18.23 uur, Cairo, Egypte)
‘Zorg ervoor dat je de buitenkant van alle kweekbuisjes en histologische monsterflesjes ontsmet,’ zei Jack tegen Vinnie toen ze klaar waren met het meningitisgeval. ‘Ik meen het. Ik wil later niet tot de ontdekking komen dat het niet is gebeurd en van je horen dat je het bent vergeten, begrepen?’
‘Ik heb het begrepen,’ zei Vinnie klaaglijk. ‘Dat heb je me twee minuten geleden ook al gezegd. Je denkt toch niet dat ik achterlijk ben?’
Vinnie zag de gezichtsuitdrukking van Jack achter het plastic gezichtsmasker en voegde er snel aan toe: ‘Zeg maar niets meer.’
Jack was niet van plan geweest om een kap met een hepa -filter te gebruiken, maar hij had gemerkt dat Vinnie zich daardoor niet prettig voelde, hoewel zijn trots niet zou toelaten dat hij hem gebruikte tenzij Jack het ook deed. Dus op het laatste moment was Jack vanwege Vinnie overstag gegaan. Over het algemeen hield hij er niet van om zijn hoofd te bedekken en een maanpak te dragen, omdat ze ongemakkelijk zaten en lastig waren om in te werken. Maar naarmate het onderzoek voortging was hij blij dat hij van gedachte was veranderd. De virulentie van dit type meningokokken was indrukwekkend, afgaand op de schade die ze hadden toegebracht aan de meninges en de hersenen zelf.
Omdat ze het onderzoek in de ontleedkamer hadden gedaan en er geen andere mortuariummedewerkers in de buurt waren, hielp Jack Vinnie om het lichaam in een lijkzak en op een brancard te krijgen. Nadat hij Vinnie eraan had herinnerd de betrokken begrafenisondernemer te vertellen dat het hier een infectiegeval betrof, zette Jack de kap af en trok hij het maanpak uit. Daarna trok hij ook de wegwerpoverall uit, gooide die in de afvalbak en liep naar boven naar zijn werkkamer.
Zijn eerste telefoontje was naar de privéschool van de overleden tiener. Hoewel het regel was bij het ocme dat het pr-bureau alle officiële communicatie voor zijn rekening nam, lapte Jack het protocol regelmatig aan zijn laars. Hij wilde er absoluut zeker van zijn dat de dingen gedaan werden, en de school onmiddellijk op de hoogte brengen was er daar een van. Met de bewijzen van de verwoestende kracht van de bacterie nog vers in het geheugen sprak Jack vrijuit tegen het hoofd van de school, die hem verzekerde dat het instituut de vreselijke gebeurtenis ter harte nam. De epidemioloog van de stad was al geweest en uitgebreide ontsmettings- en quarantainemaatregelen waren in gang gezet. Hij bedankte Jack uitgebreid voor zijn betrokkenheid en moeite.
Jacks volgende telefoontje was naar Robert Farrell, een van Keara’s vrienden. Nadat de telefoon diverse keren was overgegaan nam de man eindelijk op, zich verontschuldigend dat het zo lang had geduurd. Maar zijn toon veranderde toen Jack zich bekendmaakte als de patholoog-anatoom.
‘Ik begrijp dat u bij het groepje was dat gisteravond met Keara Abelard iets heeft gedronken en dat u haar naar de seh van het Saint Luke’s hebt gebracht.’
‘We konden wel zien dat ze heel ziek was,’ antwoordde Farrell.
‘Weet u hoe het afgelopen is?’
‘Dat we haar naar de seh hebben gebracht?’
‘Ik bedoel met haar.’
‘Ik heb gehoord dat ze is overleden nadat we vertrokken waren.’
Jacks cynisme stak de kop op. ‘Was u daar verbaasd over?’
‘Natuurlijk. Ze was nog jong.’
‘Jonge mensen overlijden over het algemeen niet.’
‘Daarom was ik ook verbaasd.’
Jack schraapte zijn keel om zichzelf de tijd te geven om na te denken. Zijn eerste gedachte was dat Farrell onnodig defensief klonk. Als om die indruk nog te versterken, voegde Farrell er snel aan toe: ‘We hebben haar niets gegeven, als u dat mocht impliceren. Ze dronk niet eens.’
‘Ik impliceerde niets,’ zei Jack. Hij was blij dat hij een ruime hoeveelheid monsters had genomen van de lichaamsvloeistoffen voor toxicologisch onderzoek, ondanks de vondst van een dubbelzijdige arteria vertebralisdissectie. Hij vroeg zich nu af of Keara op een bijzondere manier was gevallen, waardoor ze haar nek scherp verdraaid of verrekt zou kunnen hebben.
‘Met hoeveel mensen hebben jullie haar naar de seh gebracht?’
‘Met z’n drieën.’
Jack knikte.
‘En iedereen dronk maar zij niet?’
‘Ik geloof dat ik met mijn advocaat wil praten voor ik nog meer vragen beantwoord,’ zei Farrell.
Jack drong aan. ‘Hoe groot was de groep?’
‘Een stuk of tien, mannen en vrouwen. We zijn naar die kelderbar in de West Village geweest. Kunt u me zeggen waar ze aan is overleden?’
‘Dat onderzoeken we nog. Hebt u de verandering in haar gedrag gezien?’
‘Ja, het ene moment was ze vrolijk aan het praten en dronk ze een cola, en het volgende moment begon ze te brabbelen en wist ze niet meer waar of wie ze was. Toen stond ze op, strompelde een paar passen en viel. Ik heb haar letterlijk opgevangen en daardoor was ik degene die haar naar de seh heeft gebracht.’
‘Waarom hebt u geen ambulance gebeld?’
‘We dachten dat ze dronken was, om u de waarheid te zeggen. Ik hoorde pas later dat ze geheelonthouder was.’
In zijn verbeelding zag Jack de binnenwand van Keara’s vertebrale arterien opzwellen en geleidelijk de bloedtoevoer naar de hersenen blokkeren. ‘Kunt u me de namen en telefoonnummers van de anderen geven?’
‘Dat weet ik niet, man,’ aarzelde Farrell. ‘Ik weet niet of ik er nog meer bij betrokken wil raken.’
‘Hoor eens, ik beschuldig niemand ervan iets verkeerds gedaan te hebben en ik beschuldig u ook nergens van. Ik probeer alleen maar voor de doden te spreken, dat is wat pathologen-anatomen doen. Ik wil dat Keara ons vertelt waar ze aan gestorven is om te voorkomen dat iemand anders hetzelfde lot treft. Er is in dit geval een belangrijk stukje informatie dat we nog missen. Hebt u die avond zelf met haar gepraat?’
‘Heel even maar, maar niet langer dan met de anderen. Ik bedoel, ze zag er goed uit, dus alle jongens wilden met haar praten.’
‘Heeft ze ook iets gezegd over een auto-ongeluk waar ze de afgelopen week bij betrokken was of zo?’
‘Nee, helemaal niets.’
‘Of over een valpartij, eerder op de avond misschien wel – in de toiletten, bijvoorbeeld?’ Jack dacht niet dat een val de oorzaak kon zijn, zonder uitwendige tekenen van een verwonding, maar hij wilde niets uitsluiten.
‘Dat heeft ze niet gezegd, nee.’
Jack kreeg de man eindelijk zover dat hij een lijst zou maken van de andere stappers van de vorige nacht, met hun telefoonnummers. Hij beloofde zelfs dat hij hem aan het eind van de middag klaar zou hebben.
Jack hing op en bleef, met zijn vingers trommelend op het vloeiblad, nog even aan zijn bureau zitten. Ondanks zijn eerste vermoedens leek het nu toch of er geen sprake was van een misdaad. Maar hij wist zeker dat iets aan Keara’s verhaal hem ontging. Omdat hij geen ander excuus meer had om het gesprek met Keara’s moeder uit te stellen, toetste hij het nummer in. Hij wist maar al te goed hoe ze eraan toe zou zijn.
Ze nam op nadat de telefoon één keer was overgegaan, met een krachtige en verwachtingsvolle stem. Jack wist dat ze in de ontkenningsfase zat en dat een deel van haar nog steeds hoopte dat het een telefoontje zou zijn van iemand die haar kwam vertellen dat het allemaal een vreselijke vergissing was en dat het prima ging met haar dochter.
‘U spreekt met dokter Jack Stapleton. Ik bel vanuit het instituut van de Chief Medical Examiner.’
‘Hallo, dokter Stapleton,’ zei mevrouw Abelard op zangerige maar vragende toon, alsof er geen enkele reden was waarom iemand van het mortuarium van New York haar zou bellen. ‘Kan ik u helpen?’
‘Dat kunt u,’ zei Jack, die niet zeker wist hoe hij moest beginnen. ‘Maar eerst wil ik u mijn oprechte deelneming betuigen.’
Mevrouw Abelard reageerde niet. Jack dacht dat ze misschien in tranen zou uitbarsten, waarmee ze het tweede stadium van haar verdriet zou inluiden: de boosheidsfase. Maar de stilte werd alleen van tijd tot tijd onderbroken door de ademhaling van de vrouw. Jack was bang om iets te zeggen, uit vrees dat hij de situatie alleen nog maar erger zou maken.
‘Ik hoop dat ik u niet al te zeer stoor,’ zei Jack ten slotte, maar pas nadat duidelijk was geworden dat mevrouw Abelard niet van plan was te antwoorden. ‘Het spijt me dat ik u moet bellen.’
‘Ik weet dat u hier gisternacht bij het mortuarium bent geweest,’ ging Jack verder. ‘En ik begrijp dat het moeilijk was. Ik wil u niet lastigvallen in deze verdrietige tijd, maar ik wil u laten weten dat ik uw dochter Keara vanochtend heel zorgvuldig heb onderzocht, en ik kan u verzekeren dat ze rust in vrede.’
Jack grimaste bij wat hemzelf als een afgrijselijke poging tot medeleven in de oren klonk. Hij wilde dat hij kon ophangen, zich kon vermannen, en weer opnieuw kon bellen. Het idee dat een van zijn ingewanden ontdaan lijk in vrede zou rusten was zo absurd dat hij zich schaamde dat het uit zijn mond was gekomen. Hij voelde zich schuldig dat hij zo diep was gezonken. Maar hij ploeterde voort, net zoals hij had gedaan met de afwijzende Robert Farrell. ‘Ik probeer voor uw dochter te spreken, mevrouw Abelard. Ik weet zeker dat ze iets te vertellen heeft om anderen te helpen, maar ik heb meer informatie nodig. Kunt u me helpen?’
‘U zegt dat ze rust heeft?’ vroeg mevrouw Abelard, de stilte verbrekend. Het was alsof ze dacht dat haar dochter een klein ongelukje had gehad.
‘Jazeker. Maar ik vraag me af of ze onlangs haar nek ook bezeerd heeft.’
‘Haar nek bezeerd? Op wat voor manier?’
‘Hoe dan ook,’ zei Jack. Hij voelde zich als een advocaat in de rechtbank die probeerde te vermijden om de getuige woorden in de mond te leggen.
‘Ik kan me niets specifieks voor de geest halen, maar ze is van de schommel gevallen toen ze elf was en toen zat ze onder de blauwe plekken, ook in haar nek.’
‘Ik bedoel een verwonding die ze in de laatste paar dagen heeft opgelopen, misschien de afgelopen week.’
‘Mijn hemel, nee.’
‘Doet ze aan yoga?’ Jack probeerde alle opties open te houden.
‘Nee, dat geloof ik niet.’
‘En een auto-ongeluk? Is er recentelijk zoiets gebeurd?’
‘Hemel, nee,’ herhaalde mevrouw Abelard, nog iets nadrukkelijker.
‘Dus ze mankeerde tot gisteren helemaal niets? Ze had geen last van pijn in haar nek en geen hoofdpijn?’
‘Nou, nu u het zegt... Ze klaagde de laatste tijd wel over hoofdpijn. Ze was nogal gestrest vanwege een nieuwe baan.’
‘Wat deed ze voor werk?’
‘Reclame. Ze is copywriter bij een veelbelovend advertentiebureau in de stad. Het is een nieuwe baan, en een beetje een stressvolle situatie. Ze was onlangs ontslagen, dus ze stond nogal onder druk om in haar nieuwe baan haar best te doen.’
‘Heeft ze ook gezegd waar de hoofdpijn zich concentreerde, bijvoorbeeld aan de voor- of de achterkant van haar hoofd?’
‘Ze zei dat het achter haar ogen zat.’
‘Deed ze er iets aan?’
‘Ze slikte ibuprofen.’
‘En... hielp dat?’
‘Niet echt, dus ze heeft het er met een van haar vriendinnen over gehad, en die heeft haar de naam gegeven van een chiropractor.’
Jack ging rechtop zitten. Heel vaag kon hij zich een geval herinneren waar hij over gelezen had in een nummer van de Forensic Pathology Seminars , over een beroerte waar een chiropractor bij betrokken was geweest. ‘Is Keara naar die chiropractor toe geweest?’ vroeg Jack, terwijl hij zich de details van het artikel probeerde te herinneren. Hij wist nog dat het te maken had met dissectie van de vertebrale arteriën, net als hij die ochtend bij Keara ontdekt had.
‘Ja. Voor zover ik me kan herinneren was dat afgelopen donderdag of vrijdag.’
‘Heeft het bezoek geholpen tegen de hoofdpijn?’
‘Ja. In eerste instantie wel, tenminste.’
‘Waarom zegt u “in eerste instantie”?’
‘Omdat de hoofdpijn achter haar ogen verdween, maar toen kreeg ze last van hoofdpijn aan de achterkant van haar hoofd.’
‘Bedoelt u in de richting van haar nek?’
‘Ze zei de achterkant van haar hoofd. Nu ik eraan terugdenk, herinner ik me dat ze ook veel last had van de hik, waar ze maar niet vanaf kon komen. Ze werd er gek van.’
‘Weet u misschien hoe die chiropractor heet?’ vroeg Jack, terwijl hij de hoorn tussen zijn nek en schouder klemde. Ondertussen ging hij naar internet en toetste op Google ‘dissectie, vertebrale arterie’ in.
‘Nee, dat weet ik niet. Maar ik weet wel de naam van de vriendin die de dokter heeft aanbevolen.’
‘U bedoelt de chiropractor,’ zei Jack in een reflex, waar hij onmiddellijk spijt van had. Hij wilde Keara’s moeder op geen enkele manier van streek maken. Hoewel de man heel goed doctor in de chiropractie zou kunnen zijn, wist Jack dat veel mensen dachten dat ze artsen waren. Jack wantrouwde chiropractors, hoewel hij moest toegeven dat hij er niet veel over wist.
‘Ze heet Nichelle Barlow,’ zei mevrouw Abelard, Jacks commentaar negerend.
‘Dank u voor uw medewerking,’ zei hij terwijl hij het nummer noteerde. ‘U bent heel behulpzaam geweest, vooral onder deze moeilijke omstandigheden.’
Terwijl hij weer ophing, staarde Jack nietsziend naar de muur. Van zeventien jaar geleden, toen zijn eerste vrouw en kinderen stierven, herinnerde hij zich hoe lang hij in ontkenning had geleefd als vrienden en familie hadden gebeld. Hij dwong zichzelf om zijn aandacht op zijn computerscherm te richten, maar hij kon zich niet concentreren. In plaats daarvan dacht hij aan John junior die huilde omdat hij volgens Laurie en hem pijn had door de tumor in de mergholten van zijn pijpbeenderen. Zijn kleine, volmaakt gevormde kinderhandjes leken naar zijn beentjes te wijzen alsof hij hoopte dat zijn ouders hem konden helpen, maar natuurlijk konden ze dat niet.
‘Shit!’ riep Jack naar het plafond, in de hoop zich uit zijn neerwaartse spiraal van zelfmedelijden los te kunnen maken. Op dat moment werd er een hoofd door de deuropening gestoken. Het was dokter Chet McGovern, Jacks voormalige kamergenoot.
‘Is dat een weergave van je persoonlijke geestesgesteldheid,’ grapte Chet, ‘of een algemene waardering van de huidige trend op de aandelenmarkt?’
‘Allebei,’ zei Jack. ‘Kom binnen en maak een stoel vrij.’
‘Dat gaat niet,’ zei Chet vrolijk. ‘Ik heb zaterdagavond iemand ontmoet, en we gaan samen lunchen. Misschien is zij wel “de ware”, mijn vriend! Ze is hot .’
Jack maakte een wegwuivend gebaar. Hij was ervan overtuigd geraakt dat Chet nooit ‘de ware’ zou vinden. Chet hield veel te veel van de jacht om zich te binden.
‘Hé, Chet,’ riep Jack hem achterna. ‘Heb jij ooit een arteria vertebralisdissectie gehad?’
‘Ja, één keer,’ zei Chet, terwijl hij opnieuw zijn hoofd naar binnen stak.
‘Tijdens mijn assistentschap forensische pathologie in L.A. Hoezo?’
‘Ik had er vanochtend een. Ik stond voor een volslagen raadsel tot we de schedel openmaakten. We hadden niet veel informatie en er was geen aanwijsbaar trauma.’
‘Hoe oud?’
‘Jong. Zevenentwintig.’
‘Ga eens na of ze de afgelopen drie dagen bij een chiropractor is geweest.’
‘Volgens mij wel,’ zei Jack, onder de indruk van Chets voorstel. ‘Volgens mij heeft ze er afgelopen donderdag of vrijdag één bezocht. Ze is gisteravond overleden.’
‘Het zou iets kunnen betekenen,’ antwoordde Chet. ‘In mijn geval was het eenvoudig, want de symptomen begonnen direct na de cervicale manipulatie. Maar toen ik in zijn algemeenheid naar het onderwerp keek, heb ik gezien dat de symptomen soms pas dagen later optreden. Hoor eens,’ voegde hij eraan toe. ‘Ik zou graag nog wat langer praten, maar ik moet nu naar mijn nieuwe liefje.’
‘Ik ben onder de indruk,’ zei Jack, die opsprong en achter Chet aan de hal in liep. ‘Ik kon me vaag herinneren dat ik er ooit iets over had gelezen, maar ik had er nog nooit een gezien.’
‘Ik vond het heel interessant,’ gaf Chet onder het lopen toe. ‘Ik dacht dat ik er wel een schouderklopje van mijn baas voor zou krijgen, en daarom heb ik arteria vertebralisdissectie in samenhang met chiropractie wat verder onderzocht. Maar helaas bleek het een van die weinig voorkomende combinaties te zijn waar niet veel belangstelling voor bestaat, en dat was in mijn geval ook zo. Het bleek dat mijn chef naar dezelfde chiropractor ging en erbij zwoer, dus ik was gedwongen om de zaak af te doen als een therapeutische complicatie.’
‘Wat doen chiropractors waardoor een arteria vertebralisdissectie kan ontstaan? Weet je dat?’
‘Ik neem aan dat het de kracht van hun “correctietechniek” is,’ legde Chet uit. ‘Daarbij wordt heel snel en kort druk uitgeoefend op de cervicale wervels. Hoewel het niet vaak schijnt voor te komen dat er een inwendig scheurtje in de vertebrale arterie door wordt veroorzaakt. De bloeddruk doet de rest. Soms loopt de dissectie helemaal door tot in de basilaire arterie.’
‘Hoe vaak is niet vaak?’ vroeg Jack.
‘Dat herinner ik me niet meer precies,’ gaf Chet toe. ‘Het was een paar jaar geleden. In de dossiers van de patholoog-anatoom van L.A. heb ik geloof ik maar vier of vijf gevallen gevonden van arteria vertebralisdissectie die verband hielden met een bezoek aan een chiropractor.’ Chet liep de lift in terwijl hij de deur met één hand openhield. ‘Hoor eens, Jack, ik moet gaan. Ik ben al laat. We kunnen het er later over hebben als je wilt.’ De deuren gingen dicht en weg was hij.
Even bleef Jack nog naar de witte liftdeur staan staren. Hij was nu geïntrigeerd, en bedacht dat hij misschien wel op de afleiding was gestuit die hij nodig had. Als zou blijken dat Keara naar een chiropractor was gegaan vanwege hoofdpijn en behandeld was met cervicale manipulatie, dan was er een kans – en hij had geen idee hoe groot die was – dat ze haar arteria vertebralisdissectie daar had opgelopen.
Jack draaide zich plotseling om en liep snel terug naar zijn kamer, peinzend over het feit dat hij had gelezen over een geval dat veroorzaakt was door cervicale manipulatie, en dat Chet er een had gehad en ook nog vier of vijf andere gevallen was tegengekomen in de databank van de patholoog-anatoom van L.A. En nu had hij er zelf misschien ook een, dacht Jack. Hij kreeg de indruk dat een bezoek aan een chiropractor in bepaalde omstandigheden niet noodzakelijkerwijs een heilzame ervaring was.
Hoewel Jack toegaf dat hij de details van de chiropractische therapie niet kende als een vorm van wat alternatieve of aanvullende geneeskunde werd genoemd, wist hij wel dat er twijfels bestonden over de doeltreffendheid. Hij had chiropractie, acupunctuur, homeopathie, ayurvedische geneeskunde, Chinese kruidengeneeskunde, transcendente meditatie en tientallen andere naar zijn idee twijfelachtige therapieën die meer gebaseerd waren op hoop en een placebo-effect dan op iets anders, altijd beschouwd als één pot nat. Wat hem betrof was het zeker geen wetenschap, maar als mensen geloofden dat ze waar voor hun geld kregen, dan vond hij het best. Als deze therapieën echter fataal konden zijn, was het een heel ander verhaal en dan had hij als patholoog-anatoom een duidelijke verantwoordelijkheid om de spreekwoordelijke kat de bel aan te binden.
Gestimuleerd door deze nieuwe kruistocht ging Jack weer achter zijn bureau zitten. Hij moest terugdenken aan zijn gesprek met Laurie toen ze had gezegd dat ze bereid was alles te proberen voor JJ. ‘Maar ik denk dat we chiropractie maar overslaan,’ zei Jack hardop terwijl hij zijn stoel naar zijn computermonitor trok.