17

vrijdag 5 december 2008

13.36 uur, New York

Jack maakte het slot van zijn fiets los en probeerde de regen voor te blijven terwijl hij de stad weer in fietste. Het lukte bijna, maar net voor hij de laadplatformen van het ocme bereikte brak de hemel open en raakte hij doorweekt.

Jack hing zijn natte jasje op in zijn kamer en daalde af naar de begane grond, waar hij als een zondaar voor het bureau van mevrouw Sanford ging staan. Werknemers die onuitgenodigd verschenen werden doorgaans door haar genegeerd, alsof ze het te druk had om ook maar op te kijken. Jack vermoedde dat het haar manier was om respect af te dwingen, waarvan ze dacht dat ze er recht op had omdat ze hier al sinds mensenheugenis zat om Bingham te beschermen. Het had geen enkele zin om ertegen in te gaan. Ze zou Bingham niet eens laten weten dat je er was tot zij er zin in had.

Na een poosje keek ze eindelijk op en deed alsof ze schrok.

‘Ik moet de baas spreken,’ zei Jack, die er niet in trapte.

‘Waarover?’

‘Dat is persoonlijk,’ zei Jack, met een lichte glimlach van voldoening. Hij zou zich niet laten intimideren door haar nieuwsgierigheid. ‘Is hij er?’

‘Ja, maar hij is aan de telefoon en er staat nog een gesprek in de wacht,’ zei ze met veel voldoening. Ze knikte naar de telefoon, waar een lichtje aanhoudend knipperde. ‘Ik zal hem laten weten dat u er bent.’

‘Meer kan ik niet vragen,’ zei Jack, die het spelletje meespeelde.

Jack ging op een bank recht tegenover mevrouw Sanfords bureau zitten. Hij moest terugdenken aan al die keren dat hij naar het hoofd van de middelbare school had gemoeten. Hij had bekendgestaan als een onophoudelijke prater.

Terwijl hij wachtte, dacht hij weer aan het onverwachte gesprek met James en hij merkte dat hij ontzettend nieuwsgierig was naar wat er in het ossuarium zat, en naar hoe de hele situatie zou aflopen als er daadwerkelijk botten en een soort manuscript in zouden zitten. Hoewel hij er in eerste instantie zeker van was dat James Shawn niet zou kunnen overhalen om niets te publiceren over zijn vondst, herinnerde Jack zich dat hij James in het verleden wel eerder verkeerd beoordeeld had. En Shawn was katholiek opgevoed door twee heel gelovige mensen, die allebei dienden in lekenkerken en die zelfs geprobeerd hadden Shawn over te halen priester te worden. Hoewel hij niet langer het geloof praktiseerde, wist Shawn heel veel over de katholieke kerk, en misschien had hij meer respect voor de potentiële problemen die hij zou veroorzaken door het concept van pauselijke onfeilbaarheid en, tot op zekere hoogte, de reputatie van de maagd Maria zelf in diskrediet te brengen. Hij wist er zeker meer vanaf dan Jack. Dus Jack was er niet langer zeker van wat de uiteindelijke uitkomst zou zijn.

‘Dokter Bingham kan u nu ontvangen,’ zei mevrouw Sanford, Jacks gedachten onderbrekend.

‘Ben je van gedachten veranderd over het opnemen van verlof?’ vroeg Bingham toen Jack zijn kamer binnenkwam en voordat Jack de kans had iets te zeggen. Hij keek Jack aan over de rand van zijn metalen brilletje. ‘Zo ja, dan is het antwoord ja. Ga alsjeblieft voor dat kind van je zorgen! Ik heb me grote zorgen gemaakt sinds je ons over hem hebt verteld.’

‘Dank u voor uw bezorgdheid. Maar hij is in uitstekende handen bij Laurie, kan ik u verzekeren. Vergeleken met haar ben ik een hopeloos geval.’

‘Op de een of andere manier kan ik me dat maar moeilijk voorstellen, maar ik geloof je op je woord.’

Je moest eens weten hoezeer je ernaast zit, dacht Jack bij zichzelf. Hardop zei hij: ‘Ik weet dat u het druk hebt, maar de aartsbisschop heeft een verzoek.’

Bingham leunde achterover in zijn stoel en keek Jack geschrokken aan. ‘Ben je echt bij de aartsbisschop gaan lunchen?’

‘Ja, waarom niet?’ vroeg Jack. Omdat hij de man al zo lang kende, leek dat hem niets bijzonders.

‘Waarom niet?’ herhaalde Bingham. ‘Hij is een van de machtigste en belangrijkste mensen van de stad. Waarom heeft hij jou verdorie uitgenodigd? Heeft het iets te maken met je zoontje?’

‘Mijn hemel, nee!’

‘Wat dan, als ik vragen mag? Hoewel ik aanneem dat het me niets aangaat.’

‘Helemaal niet,’ zei Jack. ‘We zijn eigenlijk oude vrienden. We hebben samen gestudeerd en waren nogal close. We zijn, samen met nog een vent die ook hier in de stad woont, tegelijk afgestudeerd.’

‘Niet te geloven.’ Hij was zich plotseling bewust van zijn overdreven reactie op beroemdheid, maar als politiek georiënteerd persoon probeerde hij al meteen te bedenken of er een manier was waarop hij kon profiteren van Jacks vriendschap met de aartsbisschop.

‘Zien Zijne Eminentie en jij elkaar vaak?’ vroeg Bingham.

Jack glimlachte. ‘Als je elke eenendertig jaar vaak noemt wel, ja. Dan zien we elkaar vaak.’

‘O, zit het zo,’ zei Bingham, licht teleurgesteld. ‘Ik vind het nog steeds verbazingwekkend om te bedenken dat jullie tweeën een gedeeld verleden hebben. Weet je zeker dat hij ons om een gunst vraagt? Neem me niet kwalijk dat ik het zo zeg, maar wat in hemelsnaam?’

‘Hij vraagt heel nederig of hij gebruik mag maken van een laboratorium in het dna -gebouw van het ocme .’

‘Nou, dat is een onverwacht verzoek van de machtigste prelaat in het land.’

‘Eigenlijk is het niet voor hem, maar voor onze gemeenschappelijke vriend, hoewel hij het als een persoonlijke gunst zal beschouwen als u het verzoek inwilligt.’

‘Tja, we hebben tamelijk veel laboratoriumruimte over, en ik denk zeker niet dat het een probleem is om de aartsbisschop de helpende hand te reiken, maar wie is die vriend? Is dat een ervaren laboratoriumwetenschapper? We kunnen natuurlijk niet zomaar iedereen hier laten werken, of hij de aartsbisschop nou kent of niet.’

‘Ik weet niet zeker of hij ervaren is in een laboratorium of niet,’ gaf Jack toe, ‘maar zijn vrouw is een expert op het gebied van dna en werkt aan het College of Physicians and Surgeons van de Columbia University.’

‘Dan moet je wel ervaren zijn,’ zei Bingham. ‘Ik wil ook graag iets meer weten over wat ze daar gaan doen en hoeveel tijd ze nodig hebben.’

‘De aartsbisschop denkt ongeveer twee maanden.’

‘En wat is precies de bedoeling?’

‘De echtgenoot, die tussen twee haakjes Shawn Daughtry heet, is doctor in de oosterse archeologie en Bijbelse studies. Hij heeft een zogenoemd ossuarium gevonden. Weet u wat dat is?’

‘Natuurlijk weet ik wat een ossuarium is,’ zei Bingham vinnig op zijn bekende ongeduldige manier.

‘Ik wist het niet,’ gaf Jack toe. ‘Het is tamelijk uniek, want dit exemplaar is verzegeld en ze hopen wat oud dna te kunnen isoleren. De reden dat ze graag ons lab willen gebruiken is dat ze het project geheim willen houden tot ze klaar zijn met de analyse van de inhoud van het ossuarium, waar behalve de botten mogelijk ook een paar documenten bij zouden kunnen zitten.’

‘Ik heb nog nooit gehoord van een ossuarium waar een document in zit.’

‘Nou ja,’ zei Jack, ‘zo is het mij verteld.’

‘Goed,’ zei Bingham. ‘Ik vind het goed, omdat het een gunst is die we aan de aartsbisschop verlenen, aangenomen dat Naomi Grossman, het hoofd van de dna -afdeling, er geen bezwaar tegen heeft.’

‘Dat begrijp ik,’ antwoordde Jack. ‘Bedankt namens mijn vrienden.’

Hij draaide zich om naar de deur, maar voor hij kon verdwijnen riep Bingham hem na: ‘Tussen twee haakjes, hoe gaat het met die zaak waarbij de medisch-juridisch onderzoeker vergat om de handen in te pakken?’

‘Prima,’ zei Jack. ‘Het is uitgesloten dat de kogel door het slachtoffer zelf is afgevuurd. Hier is absoluut sprake van moord. Er kan geen kruitpoeder op de handen hebben gezeten.’

‘Goed,’ zei Bingham. ‘Ik wil het dossier zo snel mogelijk hebben! De familie zal er heel blij mee zijn.’

Jack stond voor de tweede keer op het punt te verdwijnen, toen hij opeens bleef staan en zich weer omdraaide naar Bingham. ‘Chef,’ riep hij, ‘mag ik u een persoonlijke vraag stellen?’

Zonder op te kijken zei Bingham: ‘Snel dan.’

‘Gaat u naar een chiropractor?’

‘Ja, en ik wil er geen negatieve verhalen over horen van jou. Ik weet al hoe je erover denkt.’

‘Begrepen,’ zei Jack. Hij draaide zich om en liep de kamer uit.

Ondanks Binghams laatste stoot tegen zijn kruistocht, wat betekende dat Jack geen steun hoefde te verwachten van de leiding, voelde hij zich heel tevreden toen hij naar boven naar zijn kamer ging om zijn jasje te halen. Hij had nu een ander project om zich mee bezig te houden. Met Bingham achter zich kon hij zich niet voorstellen dat Naomi Grossman het verzoek voor de Daughtry’s zou afwijzen, vooral niet omdat ze drie andere onderzoeksteams ook al gebruik liet maken van de faciliteiten.

Hij greep zijn jasje en zijn paraplu om Naomi zo snel mogelijk op te zoeken en de labruimte vast te leggen. In gedachten verzonken liep hij letterlijk tegen Chet aan bij de lift.

‘Hé, waarom zo’n haast?’ vroeg Chet, terwijl hij bijna het blad met microscopische glaasjes dat hij vasthad liet vallen.

‘Dat kan ik jou ook vragen,’ antwoordde Jack.

‘Ik wilde zo even langskomen,’ zei Chet. ‘Ik heb nog een paar namen en dossiernummers van die oude dissectiegevallen.’

‘Hou maar op met zoeken,’ zei Jack. ‘Mijn belangstelling is voorbij.’

‘Hoezo?’

‘Laten we maar zeggen dat ik voornamelijk dezelfde reacties heb gekregen als jij toen je je met het onderwerp bezighield. Ik heb het idee dat mensen alternatieve geneeswijzen bijna als een religie zien. Ze geloven in alternatieve geneeswijzen omdat ze dat willen. Ze kunnen elk bewijs dat het niet werkt of gevaarlijk zou kunnen zijn afdoen als niet relevant.’

‘Oké,’ zei Chet. ‘Mij best. Laat het me maar weten als je van gedachten verandert.’

‘Dank je, maat,’ zei Jack, de lift in stappend.

Beneden liep hij de stromende regen weer in die hij bijna voor was gebleven na zijn ontmoeting met James. Tegen de tijd dat hij bij het dna -gebouw was, was hij doorweekt, ondanks de paraplu.

Naomi Grossmans kantoor was op een van de hogere verdiepingen, met een prachtig uitzicht over de East River. Toen Jack naar Naomi’s secretaresse liep, realiseerde hij zich dat hij eerst had moeten bellen. Naomi was de directeur van de grootste zelfstandige afdeling van het ocme . De dna -wetenschap had haar eigen plek veroverd, dankzij de enorme bijdragen die zij leverde aan ordehandhaving en identificatie.

‘Kan ik dokter Grossman even spreken?’ vroeg Jack.

‘Jawel,’ zei de secretaresse. ‘En u bent?’

‘Dokter Jack Stapleton.’

‘Aangenaam,’ zei de secretaresse, die haar hand uitstak. ‘Ik ben Melanie Stack.’ Ze was jong en vriendelijk, vooral vergeleken met de stokoude secretaresses op Binghams afdeling. Ze was niet afhoudend, maar open, vriendelijk en zeer behulpzaam. Ze ging gekleed in een aantrekkelijke, jeugdige stijl en haar glanzende lange haar om haar gezonde, glimlachende gezicht werd van achteren bijeengehouden door een klem.

Voor Jack was Melanie een typische vertegenwoordigster van de dna -afdeling. De meeste mensen die er werkten waren jong en energiek, en leken over het algemeen plezier te hebben in hun werk. dna was een nieuwe wetenschap met een immens potentieel, en het was passend dat de afdeling in een licht, splinternieuw gebouw was gevestigd. Om diverse redenen speet het Jack dat hij daar niet ook werkte.

‘Ik zal even overleggen met dokter Grossman,’ zei Melanie en ze schoof haar stoel naar achteren.

Terwijl Melanie verdween keek Jack naar de andere secretaresses. Een voor een beantwoordden ze zijn glimlach. Voor Jack was de afdeling als een teug frisse lucht en optimisme, ondanks de regen die tegen de ramen kletterde.

‘Dokter Grossman kan u ontvangen,’ zei Melanie, die in een oogwenk terug was.

Jack liep verder naar de kamer waar Naomi achter een groot mahoniehouten bureau zat met een mand voor inkomende post die Jack aan die van hemzelf deed denken. Net als bijna iedereen in het gebouw was Naomi relatief jong, misschien midden dertig. Ze had een ovaal gezicht, omlijst door een wolk van opvallend krullerig haar. Haar ogen waren helder en haar gezichtsuitdrukking was vrolijk maar vragend, alsof haar duidelijk scherpe verstand altijd een beetje twijfelde aan wat ze hoorde.

‘Wat een aangename verrassing!’ zei Naomi toen Jack dichterbij kwam. ‘Waar danken we deze eer aan?’

‘Eer?’ vroeg Jack met een grijns. ‘Ik wilde dat ik jouw faciliteiten had om mensen blij te maken.’

‘Maar het ís een eer. Wij zitten hier om jullie pathologen-anatomen te helpen. Wij zijn alleen maar een klein radertje in het grote geheel.’

Jack grinnikte weer. ‘Laten we niet overdrijven. Met de snelle vooruitgang op het gebied van dna denk ik dat wij binnenkort voor jou werken. Maar deze keer ben ik hier om om een gunst te vragen.’

‘Vraag maar raak.’

Jack herhaalde snel hetzelfde verhaaltje dat hij voor Bingham had afgestoken, over de aartsbisschop, het ossuarium en de verwachte inhoud, maar hij zei niets over de maagd Maria.

‘Dat is heel fascinerend,’ zei Naomi toen Jack uitgesproken was. ‘Hoe heet zijn vrouw?’

‘Sana Daughtry.’

‘Ik heb over haar gehoord,’ zei Naomi. ‘Ze begint echt naam te maken op het gebied van mitochondriaal dna . Ik zou het zeker niet erg vinden als ze hier een tijdje werkte, en het project zelf klinkt heel intrigerend, vooral als blijkt dat er documenten zijn die de identiteit van het lichaam kunnen bewijzen. Maar waarom werken ze niet bij Columbia? Hun lab is misschien niet zo nieuw als het onze, maar ik weet zeker dat het net zo goed is.’

‘Om privacyredenen. Ik vermoed dat ze de tijd willen nemen om hun onderzoek af te ronden voor iemand iets over de vondst hoort. En je weet hoe het is in de academische wereld: iedereen weet wat een ander doet.’

‘Dat is zeker waar. Ze zouden zich hier geen zorgen hoeven te maken om een lek. Heb je Bingham gesproken?’

‘Ik kom net bij hem vandaan en hij gaat akkoord, vooropgesteld dat jij geen bezwaar hebt. En hoewel hij het niet direct zei, weet ik zeker dat hij het geweldig vindt dat het aartsbisdom wat verplicht is aan het ocme .’

Naomi lachte zo aanstekelijk dat er een glimlach op zijn gezicht verscheen. ‘Dat verbaast me niets, gezien het feit dat hij zo’n politiek dier is. Maar ik mag niet klagen. Het is aan hem te danken dat ik hier in dit prachtige gebouw zit.’

‘Dus jij vindt het best?’ vroeg Jack.

‘Ja hoor.’

‘Wanneer kunnen ze beginnen?’ vroeg Jack. ‘Ik moet bekennen dat ik al vanaf het moment dat ik hierover heb gehoord sterf van nieuwsgierigheid naar de inhoud van dat ossuarium.’

‘Het is heel spannend,’ stemde Naomi in. ‘Wat mij betreft kunnen de Daughtry’s beginnen wanneer ze maar willen. We hebben nog steeds een heleboel vrije labruimte.’

‘Wat vind je van morgen? Is het lab open tijdens het weekend?’

‘Jawel, hoewel met een beperkt aantal personeelsleden. Maar we hebben verschillende projecten waar dagelijks naar gekeken moet worden, dus we zijn vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week open.’

‘Ik zal het ze laten weten. Ik weet niet eens óf ze wel zo snel willen beginnen, want misschien is het alleen maar mijn eigen ongeduld. Maar als dat wel zo is, hoe krijgen we het ossuarium dan het gebouw in?’

‘Ze kunnen het via de voordeur naar binnen brengen als ze willen. Hoe groot is het, weet je dat?’

‘Ik weet het niet zeker, maar ik schat ongeveer zestig centimeter lang en dertig centimeter breed en diep.’

‘Dan kan het zonder probleem door de voordeur, maar er is ook een laadplatform aan 26th Street, waar de meeste goederen worden afgeleverd. Omdat het morgen zaterdag is, zouden we van tevoren iets moeten regelen.’

‘De voordeur is prima,’ zei Jack. ‘Het hangt helemaal van hen af. Zou je me nu het lab kunnen laten zien dat ze kunnen gebruiken? Ik kan hen helpen alles te regelen.’

Even later stonden ze op de zevende verdieping, waar alleen laboratoria waren gevestigd.

‘Hoe functioneert het gebouw?’ vroeg Jack. Hoewel hij er al eerder was rondgeleid, was hij nieuwsgierig hoe de afdeling omging met de enorme aantallen monsters die ze verwerkten.

‘Monsters komen binnen op de vierde verdieping,’ legde Naomi uit. ‘Daarna gaan ze in een bepaalde volgorde steeds verder naar boven. Eerst worden de monsters gereinigd als voorbereiding op de dna -extractie. Het geïsoleerde dna gaat dan naar de vijfde verdieping voor pre-amplificatie. Als dat klaar is, gaat het naar de zesde verdieping voor post-amplificatie en sequentie.’

‘Een beetje als een lopende band dus?’

‘Ja, dat klopt,’ zei Naomi. ‘Anders zouden we nooit de aantallen monsters die we krijgen kunnen verwerken.’

‘We zijn nu op de zevende verdieping,’ zei Jack, die door de gesloten, glazen deuren van de laboratoria keek terwijl ze vanuit de lift in oostelijke richting liepen. Door de ramen die links van hem van het plafond tot de vloer liepen kon hij het Bellevue-ziekenhuis zien. ‘Wat gebeurt hier?’

‘De zevende verdieping hoort niet meer bij de lopende band,’ legde Naomi uit. ‘Deze labs zijn voornamelijk voor training. Maar de labs verderop, in de richting van de rivier, zijn speciaal voor onderzoeksprojecten. Het tempo waarin de dna -wetenschap verandert is enorm en we moeten bijblijven. Hier is het lab dat de Daughtry’s mogen gebruiken.’

Naomi opende de deur met een sleutel en gaf hem toen aan Jack.

De ruimte was opgetrokken uit wit laminaat en werd verlicht door felle, fluorescerende inbouwspots, waardoor er een futuristische sfeer hing. In het midden stond een enorme tafel. Langs de oostelijke muur waren bureaus neergezet, met kastjes erboven en eronder. Langs de westelijke muur waren van het plafond tot aan de vloer kastjes aangebracht met een sleutel in elk slot.

‘Wat vind je?’ vroeg Naomi.

‘Het is perfect!’ zei Jack. Hij tuurde door een glazen deur in de zuidmuur een speciale kleedruimte in voor het aan- en uittrekken van de labkleding, om dna -contaminatie te voorkomen. Door een volgende deur aan de andere kant was het echte lab, met alle instrumentarium voor extractie, amplificatie en het vaststellen van de dna -sequentie. Hij was onder de indruk. Het laboratorium was echt van alles voorzien.

‘Er zijn zelfs afsluitbare kastjes hier, als ze heel erg paranoïde zijn,’ grapte Naomi, wijzend naar de muur. ‘Je kunt ze vertellen dat de beveiliging in dit gebouw heel goed is. Wat me ergens aan doet denken: ze moeten een identiteitskaart met foto hebben. De beveiliging kan dat morgen voor hen regelen als ik hen er vandaag van op de hoogte stel. En ze moeten ook een uitgebreide niet-aansprakelijkheidsverklaring tekenen. Als ze morgen willen beginnen, zal ik hier een exemplaar op tafel achterlaten, met het verzoek aan jou om te zorgen dat hij wordt getekend.’

‘Met alle plezier,’ stemde Jack in.

‘Oké, dan. Dat is het,’ zei Naomi. ‘Tenzij je nog vragen hebt.’

‘Ik geloof het niet,’ zei Jack. ‘Dit is een ideale plek. Shawn kan in deze ruimte werken aan de botten en misschien de documenten, en Sana heeft het laboratorium. Het kon niet beter. Dank je. Als jij een paar vrienden hebt die graag eens langs willen komen om een paar autopsieën te doen, laat je het me maar weten. Ik ben graag tot een wederdienst bereid.’

Naomi lachte. ‘Ik had al gehoord over je gevoel voor humor.’

Hij bedankte haar nogmaals en verliet het gebouw, waar hij tot de ontdekking kwam dat de regen was gestopt. Toen hij omhoogkeek, zag hij zelfs een klein, maar onmiskenbaar stukje blauwe lucht, waardoor hij weer eens besefte hoe snel het weer kon veranderen in New York.

Jack liep op een holletje terug naar het ocme . Nu zowel Bingham als Naomi toestemming had gegeven, konden de Daughtry’s aan het werk. Omdat de liften allemaal bezet waren holde hij de trap op, enthousiast om James te laten weten dat het gelukt was. Aan zijn bureau gezeten keek Jack eerst hoe laat het was voor hij het kaartje pakte dat James hem gegeven had. Het was al over vieren. Omdat hij ervan uitging dat James waarschijnlijk allang vertrokken was van de receptie in Gracie Mansion, koos hij de directe lijn in plaats van de mobiele telefoon.

‘Ik heb goed nieuws,’ zei Jack toen hij James’ stem hoorde.

‘Dat is een hele opluchting,’ antwoordde James. ‘Mogen Shawn en Sana de glorieuze faciliteit van dokter Bingham gebruiken?’

‘Inderdaad!’ meldde Jack trots. ‘Hij is perfect. Het is een van de volledig zelfstandige laboratoria, met ruimte voor zowel Shawn als Sana, en met al het instrumentarium dat ze eventueel nodig hebben. Het is helemaal afgezonderd en gesloten. Ze kunnen morgen beginnen als ze willen.’

‘God zij geprezen,’ zei James. ‘Ik heb Shawn nog geen uur geleden gesproken. Ik heb hem verteld dat jij ermee had ingestemd om voor hem te bemiddelen over de labruimte, en dat je later vandaag zou bellen om hem op de hoogte te brengen.’

‘Wil je dat ik hem bel of wil je het zelf doen?’

‘Ik denk dat het beter is als jij het doet. Ik geloof dat hij je zelf wil bedanken voor je hulp. Dat zei hij tenminste, maar eerlijk gezegd denk ik dat hij zeker wil weten of ik wel voldoende duidelijk heb gemaakt hoe geheim dit allemaal is. Hij is al net zo paranoïde over een lek als ik.’

‘Ik vind het niet erg om het hem te vertellen, vooral niet omdat het goed nieuws is.’

James gaf Jack Shawns nummer in het museum en zijn huisnummer en zei toen: ‘Laat het me weten zodra je Shawn hebt gesproken! Ik ben heel nerveus over dit hele gedoe, en hoe meer informatie ik heb, des te beter ik me zal voelen, want hoe langer ik erover nadenk, hoe bezorgder ik ben voor de schade die het zal kunnen toebrengen aan de kerk en aan mijn carrière.’

‘Ik bel je zodra ik hem gesproken heb.’

‘Heel graag,’ zei James, waarna hij ophing.

Jack probeerde Shawns nummer in het museum, maar kreeg een ingesprektoon. Om de tijd te doden begon hij daarom maar al het materiaal te verzamelen over de doodgeschoten tiener in Central Park wiens handen niet waren ingepakt door de medisch-juridisch onderzoeker. Jack wilde in een goed blaadje blijven bij Bingham en nam zich daarom voor die zaak zo snel mogelijk af te ronden. Zodra hij de noodzakelijke informatie had, was hij in staat het papierwerk binnen twintig minuten af te handelen en Bingham een e-mail te sturen dat hij dat had gedaan.

Hij probeerde Shawns nummer nog eens, en dit keer werd er wel opgenomen. Maar in plaats van zijn oude vriend kreeg hij zijn secretaresse aan de lijn. Het bleek dat Shawn niet op kantoor was, maar wel binnen afzienbare tijd terug werd verwacht.

Jack besloot actie te ondernemen. ‘Kunt u me zeggen hoe laat het museum sluit?’ vroeg hij de secretaresse. ‘Ik denk dat ik maar even langskom om op hem te wachten.’

‘Om negen uur, maar ik ga om halfvijf weg.’

‘Kunt u een boodschap aan hem doorgeven? Wilt u alstublieft zeggen dat dokter Jack Stapleton langskomt? Ik zal het niet halen voor u vertrekt, maar ik kan er rond... laten we zeggen kwart voor vijf zijn.’

Nadat hij had opgehangen, nam Jack een paar minuten de tijd om zijn werkkamer een beetje op te ruimen. Terwijl hij daarmee bezig was, vond hij de papieren en de microscopische glaasjes van de moordzaak waar Lou over had gebeld. Hij wist dat de officier erop zat te wachten. Toen hij klaar was, pakte hij zijn vochtige jasje en zijn fietshelm, en vertrok.