Hoofdstuk 19
Eindelijk waren ze weg. Het gesprek bij Intense Diving had een diepe indruk op Rona gemaakt. Vooral de subtiele beschuldigingen over de dood van Fiona die geuit waren. Ze hadden er toch niets aan kunnen doen? Het was toch een ongeluk?
'Dat was nou niet echt een gemakkelijk gesprek,' zuchtte Beer. Hij ging naast haar zitten op hun zonnige plekje voor het duikcentrum. Hij trok zijn shirt uit, zakte achterover in zijn stoel en draaide zijn gezicht naar de zon. Een zacht windje speelde door zijn borsthaar dat glansde in het felle licht.
'Het leek wel of ze de schuld in onze schoenen wilden schuiven,' zei Rona.
'Je had beter je mond kunnen houden over die vreemde ideeën van je over het water,' bromde Beer.
'Waarom zou ik mijn mond houden? Er is iets mis met dat water. Ik ben er steeds meer van overtuigd. Er zijn zoveel aanwijzingen.'
'Maar misschien had je dat soort insinuaties in zo'n gesprek beter voor je kunnen houden,' gaf hij weer aan. 'Er zullen toch eerst echte bewijzen op tafel moeten komen voordat je de schuld kan leggen bij de waterkwaliteit.' Hij ging overeind zitten.
'Dat doe ik ook niet. Alleen het lijkt alsof niemand naar me wil luisteren. Er is echt iets niet in orde met het water van de Oosterschelde. Ik weet alleen nog niet precies wat.'
'Het zijn alleen maar speculaties. Je zet jezelf voor gek!' Beer stond op en liep naar binnen.
'Speculaties? Ik ben druk bezig om meer aanwijzingen te vinden. Maar niemand luistert naar me en iedereen doet alsof ik achterlijk ben!' riep ze hem achterna. 'Nou, dat ben ik niet! Maar bedankt, ik zoek het allemaal wel alleen uit.' Ze schoof met een ruk haar stoel naar achteren. Was dat nou een vriend? Waarom konden ze er niet gezamenlijk hun schouders onder zetten? Moesten er eerst nog meer slachtoffers vallen? Boos beende ze naar haar auto.
Tijdens de rit naar Utrecht werd ze weer rustig. Ze baalde ervan dat ze zich zo had laten gaan. Normaal was ze niet zo snel aangebrand. Gelukkig had ze de watersamples al eerder bij Ruud opgehaald. Stel dat hij ook nog was gaan zeuren. Het leek wel alsof iedereen opeens wat op haar aan te merken had. Gelukkig maar dat Line net zo gemotiveerd was als zij om erachter te komen wat er met het water aan de hand was. En Lara natuurlijk, dacht ze.
Toen ze haar auto had geparkeerd op het universiteitsterrein pakte ze de grote koeltas uit haar auto. Ze liep de gang in en aarzelde bij een volgende gang. Ik zou nu toch wel de weg moeten kennen, dacht ze geïrriteerd. Maar daarna vond ze zelf toch Lara's kamer. Lara was aan de telefoon, maar gebaarde dat Rona kon gaan zitten. Ze keek de kamer rond. Het was een kleine kamer, propvol door twee bureaus, waarvan de ene het toonbeeld was van ordelijkheid, terwijl de ander een chaotisch samenraapsel was van stapels papieren, pennen en een verdwaalde rekenmachine. Op de monitor van de computer bewogen buizen in een irritante beweging door elkaar. De planten op de vensterbank schreeuwden om aandacht, terwijl een met water gevulde fles er treiterend naast stond.
'Hallo, Rona.' Lara had de hoorn neergelegd en gaf haar een ferme handdruk. 'Heb je de samples meegenomen?'
'Ja, maar helaas hebben nog niet alle bedrijven gereageerd. Wel zijn op alle openbare plekken monsters genomen. Ik heb ze maar voor alle zekerheid in een koelbox meegenomen. Het is buiten niet om te harden.'
'Prima. Ik heb al contact gehad met de afdeling die de metingen gaat uitvoeren. Ze konden er meteen aan beginnen. Ik zal je straks doorgeven bij wie je de overige monsters later kan afgeven. Wat goed dat je ook de bedrijven hebt aangeschreven. Meestal doen die nogal moeilijk als er om extra gegevens gevraagd wordt.'
'Ik heb het via de officiële instanties geregeld,' zei Rona, terugdenkend aan haar gesprek met Ruud.
'Ik doe vanmiddag het microscopische onderzoek. Dat is wel een leuk klusje voordat ik een weekje vakantie heb. Wanneer kom je de resultaten halen?'
'Zeg jij het maar,' zei Rona bescheiden. Natuurlijk had ze de resultaten liever vandaag dan morgen.
'Als je me jouw nummer geeft, dan neem ik wel contact op als ik alles binnen heb. Oké?'
Nog voordat Rona weer in haar auto zat, ging haar telefoon. Ze keek op haar display en glimlachte.