Hoofdstuk 10
'Hallo, Sabine. Met mij. Alle afspraken van vandaag...,' Van Damme hield even zijn adem in om zijn pijn te verbijten, '.. .moet je verzetten naar volgende week.' Hij kon net op tijd een kreun binnenhouden, toen hij een onwillekeurige beweging maakte. Langzaam ademde hij door. 'Verder moetje me dat rapport maar even komen brengen. Dat moet ik nog inleveren bij de afgevaardigde van het bestuur, bij Joop Van Delden. Ik werk er thuis aan verder.'
Hij hoorde de tegenwerpingen van zijn secretaresse aan. Ze moest nu niet gaan tegenstribbelen, dacht hij geërgerd, hij had wel wat belangrijkers te doen. Hij verbrak snel het contact.
Voorzichtig bewegend klapte hij zijn mobiel dicht. Daarna liet hij zich in zijn leren fauteuil zakken. De kreun ontsnapte alsnog.
Elke beweging die hij maakte deed hem zeer. De dosis pijnstillers die hij ingenomen had leek onaangeroerd in zijn maag te zijn beland. De dreunende pijn in zijn hoofd was op geen enkele wijze verzacht. Zijn oog leek vandaag geen aanstalten te maken om open te gaan. En zijn mond was er niet beter aan toe. Het was alsof de tandarts een drietal tampons onder zijn lip had gepropt.
Omzichtig bewoog hij zijn hand naar de spiegel die hij naast zich op het tafeltje had liggen. Een pijnlijke scheut in zijn ribben veroorzaakte een nieuwe kreun. Zouden zijn ribben misschien gebroken zijn?
Toen hij de spiegel uiteindelijk te pakken had, schrok hij niet eens meer van zichzelf. Zijn mond was scheefgetrokken door de dik opgezette bovenlip. Bovendien leek de paarse kleur bij zijn oog te vervloeien in de zwelling van zijn neus. Donkere korsten opgedroogd bloed maakten het geheel af. Hij kon echt niet naar zijn werk.
Hij dacht na over de afschuwelijke gebeurtenis van de afgelopen nacht. Waarom was hij zo in elkaar geslagen? Het leek wel een soort afrekening. Maar waarom dan? Het was nog te vroeg geweest om het geld naar de afgesproken plek te brengen. En meegenomen hadden ze het geld ook niet. Toen hij was bijgekomen was het te laat geweest. Bovendien was hij maar net in staat geweest zich naar binnen te slepen.