'Hé, zijn jullie al lang terug?' De zware stem van Beer zweefde over de dijk.
Loom opende Rona haar ogen. Maar snel kneep ze ze weer samen tegen het felle licht.
'Hebben jullie lekker gedoken?' stelde Fiona naast haar een wedervraag.
'Ja, prachtig. We hebben weer veel mooie dingen gezien. Hoewel het zicht weer eens allerbelabberdst was.' Het soppende geluid van de volle duikschoenen kwam nu dichterbij en Rona ging rechtop zitten. Ze was bijna weggedommeld in de warme zon, nadat Fiona en zij eerst bij het busje een pittige bak koffie hadden gedronken. Ze was bang geweest voor confronterende vragen, maar Fiona had enkel aangegeven dat ze maar even rast moest nemen. Daarna was Fiona zelf, als een soort aanmoediging, languit in de zon gaan liggen en had haar ogen gesloten. Rona had zich toen ook op een matje naast de auto uitgestrekt. De achtergrond geluiden van weggaande en weer terugkomende duikers op de parkeerplaats was voor haar zo herkenbaar als de oude klok in haar woonkamer waardoor ze snel tot rast was gekomen.
'Wat hebben jullie gezien?'
'Prachtige naaktslakken. Er zaten een aantal blauwtipjes bij elkaar, hè?' wendde Beer zich lot zijn duikmaatje, die nu naast hem was komen staan. Het water droop nog van de beide mannen af en vormde een donkere vlek op de straat.
'Ik vond die lange smalle vis prachtig. Wat was dat voor vis?'
'Een zeenaald. Ja, dat was een mooi gezicht hoe die met zijn scherpe snuit tussen de wieren wroette.'
'Ja, die hebben wij ook gezien,' zei Fiona.
'Maar waarom zijn jullie al zo snel terug?' vroeg Beer opnieuw. Hij legde zijn vinnen op het dak van het busje.
'Het liep niet helemaal lekker,' zei Rona zacht.
Beer gaf een nauwelijks merkbaar knikje in de richting van Fiona. Maar Rona schudde haar hoofd. Nee, dacht ze, het lag niet aan Fiona.
Het gezicht van Beer vertoonde opeens een bezorgde trek.
'Is er wat gebeurd?' Hij knielde naast haar.
'Nee, nee. Er is niets gebeurd. Ik had alleen... tja, last met ademen. Ik weet het ook niet precies.'
Rona stond op en pakte de thermoskan. 'Jij ook nog, Fiona?'
Ze schonk beide mokken nog een keer vol.
Beer bleef haar echter onafgebroken aankijken. Ze voelde zich ongemakkelijk onder die onderzoekende blik. Ze had zelf ook geen enkel idee wat er met haar aan de hand was, laat staan dat ze het hem duidelijk kon maken.
'Willen jullie soms ook al koffie, of kleden jullie je eerst om?' vroeg ze om de aandacht af te leiden.
Het werkte. Beer legde zijn trimvest neer en begon zijn pak uit te trekken. Hij zweeg en leek zich nu volledig te concentreren op die handelingen. Maar Rona kende Beer goed genoeg om te weten dat deze stilte geenszins betekende dat hij tevredengesteld was.
'Ha, jongens!' Frits kwam de trap over de dijk aflopen met zijn buddy in zijn kielzog.
Beer begroette zijn vriend en de enthousiaste verhalen kwamen nu goed los.
Rona stond tussen de mannen in en ze hoorde hen de ervaringen van hun duik uitwisselen. De jonge knul met wie Beer had gedoken praatte opgewonden mee met de twee ervaren duikers. Het was altijd heerlijk om het enthousiasme van beginnende duikers te horen, alsof ze besmet werden met een ziekte. Hen ziekte die bij haar al heel lang geleden een prachtig soort duikkoorts had veroorzaakt. Opeens viel haar blik op Frits' armen. Hij gespte zijn duikcomputer af en legde het horloge-achtige apparaatje zorgvuldig voor in de auto. Rona draaide zich van hem af en ging op het matje naast de auto zitten. Ze nam kleine slokjes van haar koffie. Ze hoefde niet meer te kijken om de kleine wondjes op Frits' polsen voor zich te zien. Waar had ze die eerder gezien?