20
GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING
Op de Stenenbrug ging een mobiele telefoon met een gepersonifieerd melodietje. Rihanna zong het refrein uit Unfaithful: ‘I don't wanna do this anymore.’
De tramreizigers, de meesten onder hen oudere loonslaven op weg naar huis of naar hun werk, keken elkaar verstoord aan.
‘I don't wanna hurt him anymore.’
Is dat jouw gsm? Neem dan op, sufferd.
Het duurde even voor Thomas doorhad dat zijn eigen toestel de rustverstoorder was. Hij liep naar het achterplatform en drukte op de antwoordtoets, met zijn rug naar zijn medereizigers gekeerd.
‘Hallo?’
‘Thomas? Ik ben het. Hoe vond je de ringtone? Leuk?’
‘Euh… Nogal opvallend.’
‘Ik heb hem voor jou geïnstalleerd. Er zit ook Crazy van Gnarls Barkley op. Maar als je het liever gewoon hebt, haal ik ze er wel weer af. Waar ben je nu?’
‘Op tram 24. Op weg naar huis.’
‘O. Hoor eens, Thomas. Ik ben niet thuis. Ik ben weer aan het werk.’
‘Bij Matrjoshka? Zo laat nog?’
‘Nee. Bij Puchkin. De baan bij Matrjoshka gaat niet door. Roedi vroeg of ik hem nog voor één keer uit de nood wilde helpen. Er is vanavond dat Russisch feest met een live optreden van Iva Nova uit Sint-Petersburg. Het zou weleens tot in de vroege uurtjes kunnen duren.’
‘Ik begrijp het.’
Ze moest aan zijn toon gehoord hebben dat hij daar niet blij mee was. ‘Niet boos zijn, Thomas. Het is maar voor één keer en zo'n feest brengt goed op.’
‘Dat zal wel.’
‘Ik heb ook goed nieuws.’
‘Ik luister.’
‘We zouden immers volgende woensdag Sergej bezoeken in de gevangenis, weet je nog?’
‘Wat is ermee?’
‘Het hoeft niet meer. Sergej is vrij.’
‘Hoezo? Hij zou uitgeleverd worden.’
‘Ze hebben hem moeten vrijlaten. De advocaat heeft bezwaar gemaakt en het pleit gewonnen.’
‘Dat is inderdaad goed nieuws. Is Sergej daar?’
‘Hij is het land al uit. Hij riskeert niet dat ze hem onder een of ander voorwendsel weer op zouden pakken. Je krijgt de groeten.’
‘Dank je.’
‘Heb je al gegeten?’
‘Ik vind wel wat.’
‘Ik heb kasja voor je klaargemaakt. Je moet hem alleen wat opwarmen. Zal dat lukken?’
Voor hij kon antwoorden, viel de verbinding uit. Hij overwoog terug te bellen, maar zag ervan af. Het beeld dat ze met schenkbladen vol bier en wodka tussen de tafeltjes door moest laveren om de grijpgrage handen van dronken Russen te ontwijken, was meer dan hij kon hebben.
Katja had de tafel voor hem gedekt. In het midden stond een kleine vaas met een kunstbloem. De pan met kasja stond gereed op het gasfornuis en op het deksel lag een briefje met de woorden ‘Eet smakelik jou Katja’.
Thomas voelde zich schuldig omdat hij haar had afgebekt. Ze had het geld dat ze op het feest kon verdienen, hard nodig om de boel draaiende te houden. In een lade van de keukenkast had ze een aantal gebruikte enveloppen liggen waar ze het geld dat ze verdiende over verdeelde: een voor haar zieke vader, een voor de huishuur, een voor de elektra et cetera. Veel zat er van hem niet bij. Zijn vier juiste nummers bij de voorbije trekking van EuroMillions hadden slechts 169 euro opgebracht. Daar had hij 100 euro van gehouden als zakgeld. Met zijn beloften was hij heel wat vrijgeviger geweest. Hij had haar een deel beloofd van het grote lot dat hij zou winnen. Hij zou voor hen een villa op de Bermuda's kopen. Werken hoefde voor haar niet meer, want met het Lexusdossier zou hij zich een vetbetaalde baan verschaffen als manager.
Luchtkastelen!
Weet je wat het was? Hij was een schijtlaars. Met het Lexusdossier had hij de jackpot zomaar voor het grijpen en hij durfde niet.
Waarom?
Was het omdat hij bang was opnieuw in de Begijnenstraat terecht te komen?
Of was het koudwatervrees? Bang om zich opnieuw aan een vrouw te binden?
Thomas vond een doosje lucifers en stak het gas aan. Zijn maag knorde van de honger en toen de geur van het voedsel zijn neusgaten binnendrong, liep het water hem in de mond. Kasja was een stevige pap, gekookt van boekweit, met stukjes vlees en paddenstoelen, die gegeten werd met wat brood en een flinke klont boter. ‘Sjtsji da kasja, pisjtsja nasja’, zei Katja soms lachend. ‘Kool en pap, dat is ons voedsel.’
Hij roerde in de pan.
Over Katja hoefde hij zich geen zorgen te maken. Zij was zuiver goud.
Maar wat eveneens als een paal boven water stond, was dat hij nooit meer een kans op een fortuin zou krijgen als deze. Zelfs niet als hij de rest van zijn leven lottoformulieren zou invullen.
Hij schepte op en begon te eten.
Kauwend op het vlees nam hij het Lexusdossier opnieuw door. Hij negeerde de rapporten en de medische en wetenschappelijke termen en concentreerde zich op de globale strekking. Nu hij wat meer wist over de achtergronden, zag hij in de correspondentie beter de evolutie in de verstandhouding tussen de correspondenten. De vriendschappelijke, intieme ondertoon van de eerste mails ontwikkelde zich trapsgewijs naar een stuggere, soms weigerachtige houding van Noa en een dwingende, eisende opstelling van Holy, om ten slotte te eindigen met het geredetwist online via het internet.
Thomas leunde achterover en gaf zijn fantasie de vrije loop. Pierre Renard de Merlemont, alias Noa, hoogste baas van het directoraat-generaal Geneesmiddelen van de Federale Overheidsdienst, zag er geen been in de kas van Vadertje Staat door Holy te laten plunderen, zolang zijn goede naam daardoor niet in het gedrang kwam. Toen een van zijn eigen ambtenaren, tevens marxistisch militant van Geneeskunde voor het Volk, zijn geneesmiddelenbeleid aan de kaak stelde, liet hij hem door Holy de mond snoeren, maar tegelijk vond hij de manier waarop Holy de strafexpeditie liet uitvoeren ‘dégueulasse’. Hij dreigde ermee te kappen. Holy vroeg hem te wachten tot donderdag, tot na Noa's ontmoeting met zijn minnares in het rendez-voushotel.
Helena, de donkerharige halfgodin met benen tot haar oksels, moest dus de plooien voor Holy gladstrijken. Er was dus een band tussen Holy en de minnares van Noa.
Welke?
En waar was het ‘trefpunt as usual’?
Niet in Hotel Apollo, want voor zover hij wist, was het die bewuste donderdag hun eerste bezoek geweest aan het hotel.
Thomas’ ogen vielen langzaam dicht. Hij droomde van snelle auto's en een luxezeiljacht met Katja aan het roer en haar vader die hen gezond en wel vrolijk uitwuifde vanaf de wal.
Hij werd wakker toen ze de sleutel in het slot stak. Hij lag in bed – hoe hij daar gekomen was, wist hij niet. Tussen zijn wimpers door gluurde hij naar de groen oplichtende cijfers van de wekker.
Vier uur.
Katja kwam binnen zonder het licht aan te doen en bracht een lucht met zich mee van bier en tabak. Hij bleef met de ogen dicht liggen luisteren, hoorde hoe ze zich in het donker uitkleedde en op blote voeten naar de badkamer trippelde. Door het ruisen van het water van de douche dommelde hij weer in.
Hij werd weer half wakker toen ze zich met nog vochtig haar en haar huid geurend naar zeep naakt tegen zijn rug nestelde. Ze streelde hem met haar lippen in de hals. ‘Son horosje, samyj dorogoj. Slaap zacht, mijn liefste’, fluisterde ze.
Hij keerde zich om. Hun lichamen handelden uit eigen beweging. Ze bedreven de liefde, langzaam en langdurig, als twee mensen die bijna van dorst waren omgekomen en zich laafden aan dezelfde bron.
Ze stonden zo laat op dat ze er meteen een brunch van maakten. Thomas nam zijn tijd in de badkamer. Hij schoor zich, bleef lang onder de douche staan en probeerde te bedenken hoe hij de confrontatie met Holy zou aangaan zodra hij contact had gelegd. Intussen stond Katja in de keuken, gekleed in een nachtjaponnetje dat haar stevige dijen nauwelijks bedekte. Ze was een boerendochter en zo zag ze er ook uit: blond, blozend en met bovenbenen die de indruk wekten dat ze in haar eentje een kar uit de modder kon trekken. Ze zette thee en ging met twee koekenpannen tegelijk aan de slag. Russen eten als ze enigszins kunnen twee keer per dag warm, en als ze de tijd niet hebben om uitgebreid te koken, bakken ze pannenkoeken. Tegen de tijd dat Thomas uit de badkamer kwam, stond de tafel gedekt met naast de theepot een grote stapel blini's. ‘Godje blind, tam i my’, zei ze glunderend, want Katja had bij ieder gerecht een traditioneel Russisch gezegde. ‘Waar pannenkoeken zijn, daar zijn wij ook.’ Ze legde een grote blini op zijn bord, besmeerde hem rijkelijk met zure room en strooide er bieslook en snippers gerookte zalm over. ‘Horosjij appetit!’
De pannenkoeken waren heerlijk, maar de Russische thee met honing en kruidnagel was voor Thomas even wennen.
‘Normaal eten we blini's met kaviaar,’ vertelde Katja, ‘maar in België is kaviaar niet betaalbaar. Zelfs als je namaak koopt.’
Thomas grijnsde. ‘Nog een paar weken en dan kunnen we de rest van ons leven zoveel kaviaar eten als we lusten.’
‘Hoezo?’
‘Ik sta op het punt te weten wie Holy is.’
Ze pakte de theepot en schonk voor Thomas en zichzelf nog wat thee in. ‘Kunnen we erover praten?’
‘Vanzelfsprekend.’
‘Ik vind het niet goed om geld te eisen voor documenten die je niet toebehoren, Thomas. Je zult misschien wel recht hebben op een beloning voor het terugbrengen van verloren spullen of zo, maar dat kun je niet afdwingen.’ Ze zag de uitdrukking op zijn gezicht veranderen. ‘Begrijp me niet verkeerd’, voegde ze er haastig aan toe. ‘Ik verwijt je niets. De kwestie is dat we ons allebei in een zwakke positie bevinden. Neem mijn geval. Ik verblijf illegaal in het land. Ik werk zwart. Zolang ik me koest houd, laat de overheid me ongemoeid. Eén telefoontje naar de Dienst Vreemdelingen van een boze Holy volstaat om me het land uit te laten zetten.’
‘Jij blijft er helemaal buiten’, suste Thomas. ‘Je denkt toch niet dat ik het Holy aan de neus zal hangen dat wij… euh, een paar vormen.’
Ze glimlachte omdat hij hen ‘een paar’ had genoemd, een onderwerp dat tot nu toe onbesproken was gebleven. ‘Je bent lief’, zei ze. ‘Maar waar het om gaat, is dat de gedachte om mensen als Holy tegen de haren in te strijken me kippenvel doet krijgen. Eén vingerknip van hem is vermoedelijk voldoende om het hele gerechtelijke apparaat achter ons aan te jagen. Als je bedenkt hoe onrechtvaardig ze je in het geval van dat kleine jongetje hebben behandeld.’
Hij rolde een blini op, sneed hem middendoor en prikte een van de helften op zijn vork. ‘Weet je, Katja,’ zei hij, fronsend voor zich uit starend, ‘ik ben mijn hele leven een brave Hendrik geweest. Ik heb altijd in het gareel gelopen en ik heb me bij wijze van spreken krom gewerkt. Werd ik daarvoor beloond?’ Hij schudde het hoofd. ‘Zo werkt het niet. Het leven heeft niets met eerlijkheid of rechtvaardigheid te maken. Het is allemaal een kwestie van toeval. Pech of geluk hebben.’
‘Wanneer is het geluk?’ vroeg ze.
Hij nam een grote hap. ‘Als je het grote lot wint.’
‘Dus geluk is alleen maar geld?’
‘Niet noodzakelijk. Maar geld geeft macht en met macht kun je tegenspoed de pas afsnijden. Jammer genoeg is dat niet voor iedereen weggelegd.’ Hij grijnsde. ‘Geluk hebben is als een mug die over een rij colaflesjes vliegt van hier tot in Zanzibar en onderweg in een van de flesjes een minuscuul druppeltje pis laat vallen.’
Ondanks zichzelf moest ze lachen. ‘Een leuke vergelijking,’ beaamde ze, ‘maar je ziet het te somber. Er zijn nog andere vormen van geluk dan alleen geld.’
‘Zoals?’
‘Het goed kunnen vinden met elkaar, bijvoorbeeld.’
Hij knikte ernstig. ‘Samen een nieuw leven beginnen. Een hotelletje uitbaten aan de Côte d'Azur of op de Krim. De boerderij van je ouders overnemen en ombouwen tot een modern landbouwbedrijf of een vakantieboerderij. Maar ook daar heb je geld voor nodig. Al was het maar om de eerste maanden door te komen. Op zijn minst tienduizend euro. Die hebben we niet. Dus moet ik de kans grijpen nu die zich aanbiedt.’
Ze schudde het hoofd. ‘Met het risico weer in de bak gedraaid te worden.’
‘Zo'n vaart zal het niet lopen.’
‘Maar het zou kunnen.’
‘Een andere mogelijkheid is er voor ons niet.’
‘Toch wel. Ik kan in een paar weken tijd twaalfduizend euro vangen. Daar kan ik papa verder mee uit de nood helpen en dan blijft er genoeg over om…’
Hij keek haar achterdochtig aan. ‘Als je erover denkt om je als serveerster in de Puchkin door dronken Russen te laten bepotelen, dan mag je dat vergeten.’
Ze keek geschokt. ‘Maar Thomas toch.’
‘Sorry, hoor. Het is maar dat ik je… nou ja… ik bedoel…’
Ze glimlachte vergevend. ‘Ik begrijp wat je bedoelt. Nee, het is heel wat anders.’ Ze stond op. Uit een lade van de keukenkast pakte ze een envelop en een setje formulieren. Ze legde het setje neer naast zijn bord. ‘Lees dit’, zei ze. ‘Ik krijg twaalfduizendveertig euro om mee te doen. De tweede dag van de opname wordt al de helft op mijn rekening gestort en ik heb al duizend in cash als voorschot gekregen.’
Hij zweeg, onder de indruk van zoveel geld. Toen hij het briefhoofd van het bovenste formulier van het setje zag, keek hij verbaasd op. Het was een document van de Health & Research Unit Belgium. De titel ervan luidde: ‘Geïnformeerde Toestemming’. Met stijgende verbazing las hij dat Katinka Nadesjda zich uit vrije wil ertoe had verbonden deel te nemen aan een studie naar medicatie ter behandeling van depressies en de gevolgen van traumatische ervaringen, dat zij bevestigde informatie te hebben ontvangen over de naam en de dosis van het geneesmiddel dat in de studie zou worden gebruikt, het doel en het verloop van het onderzoek, de risico's en mogelijke ongemakken die het geneesmiddel eventueel zou kunnen veroorzaken, en dat het ging om een vrijwillige deelname, die op elk moment kon worden beëindigd.
Verbijsterd legde hij het setje neer. ‘In godsnaam, Katja. Hoe ben je daarbij terechtgekomen?’
‘Je had dat fameuze dossier geopend op tafel achtergelaten. Bovenop lag een advertentie van het Korps van Geneesheren van de Health & Research Unit waarin ze op zoek waren naar vrijwilligers. Ik ben daar gewoon op ingegaan.’
‘Vind je niet dat je beter eerst met mij overleg had gepleegd?’
Ze knikte instemmend. ‘Dat was wel mijn bedoeling, maar je was op stap. Ik ben er toen maar heen gegaan om wat meer informatie te krijgen en viel zowat achterover toen ik hoorde hoeveel de financiële vergoeding bedroeg. Jammer genoeg stonden ze op het punt de inschrijvingen af te sluiten. Ik kon je niet bereiken en dus heb ik meteen toegehapt. Het was een te mooie gelegenheid om onze beurs te spekken, Thomas. Legaal nog wel. Ik wilde je ermee verrassen.’
Hij bedwong zijn ergernis. ‘Daar ben je in ieder geval in geslaagd.’
‘Neem me niet kwalijk, Thomas. Ik dacht er goed mee te doen.’
Hij herinnerde zich de uitdrukkelijke waarschuwing in de marge van het rapport van de Health & Research Unit. ‘Heb je die waarschuwing in rode letters in de marge van dat bewuste rapport dan niet gelezen?’
‘Toch wel.’
‘Dat wijst er toch op dat het een onderzoek is met nogal wat risico's. Voor je gezondheid, bedoel ik.’
‘Niet meer dan wanneer ik straks de straat oversteek. Er zijn hoogstens een paar ongemakken.’
‘Zoals?’
‘Gedragsregels over het slapen en opstaan, het eten en drinken. Er zijn de medische check-ups en de bloedafnames. Gedurende de studiedagen mag je natuurlijk het studiecentrum niet verlaten, maar er zijn ontspanningsmogelijkheden, je kunt via Canal+ overdag naar films kijken, er zijn gezelschapsspelen, je kunt internetten.’
‘Ik had het over veiligheid.’
‘Klinisch geneesmiddelenonderzoek is gebonden aan strikte nationale en internationale regels.’ Ze dreunde de argumenten die ze haar hadden aangereikt een voor een af, zodat het klonk als een vanbuiten geleerd lesje. ‘Er is een protocol waarin is vastgelegd hoe het onderzoek zal verlopen. Er is een ethische commissie van medici, apothekers, professoren en leken die erover waken dat het protocol wordt nageleefd. Er is de Verklaring van Oslo, nee, van Helsinki. Daarin zijn alle rechten en plichten van deelnemers en onderzoekers vastgelegd. Het staat allemaal in de bijlagen die aan de Geïnformeerde Toestemming geniet zijn.’ Ze zweeg alsof ze aan het eind van haar Latijn was, en hield vragend haar hoofd schuin.
‘Nou?’
Hij pakte het setje weer op en bladerde door de bijlagen. Ondoorgrondelijke wetteksten en wetenschappelijke poespas waar hij geen jota van begreep. Maar op het blad van de Geïnformeerde Toestemming zelf stond iets wat hem het voorhoofd deed fronsen. ‘Ik lees hier onder de kop “Veiligheid” dat het een absolute vereiste is dat de vrijwilligers op alle medische vragen een eerlijk en volledig antwoord geven.’
Ze knikte afwachtend.
‘Je doet mee aan een studie naar medicatie ter behandeling van depressies en traumatische ervaringen. Ze zullen dan ook wel naar jouw ervaringen op dat terrein gevraagd hebben. Die moeten schokkend en obsederend zijn. Wat heb je daarop geantwoord?’
‘De waarheid.’
Hij glimlachte onzeker. ‘Ik weet dat je een boel onprettige ervaringen achter de rug hebt, maar dat er sprake zou zijn van een blijvende stoornis in je psyche lijkt me vergezocht.’
Ze staarde naar haar handen. ‘Misschien onderschat je hoeveel krassen op de ziel een onwetende Russische boerendochter in een nachtbar kan oplopen.’
‘Dat begrijp ik.’ Wat schroeiplekken op de ziel betreft, hoefden ze voor elkaar niet onder te doen. Toch kon hij zich niet zomaar neerleggen bij haar voornemen. Hij bleef naar een reden zoeken om het haar af te raden. ‘Met hoeveel vrijwilligers zijn jullie?’
‘Dat weet ik niet. Misschien een paar honderd. Maar… eigenlijk heb ik me ertoe verbonden deel te nemen aan een vooronderzoek. Daar is het aantal deelnemers zeer beperkt. Daarom is de financiële vergoeding zo hoog. De anderen krijgen maar tweeduizend.’
‘Misschien omdat het gezondheidsrisico hoger ligt.’
‘Je ziet het te zwart in, Thomas.’
‘Of te realistisch.’
Er gleed een schaduw over haar gezicht. ‘Jammer dat je er zo over denkt. Ik had gehoopt dat je blij zou zijn.’
‘Het spijt me.’ Hij wees naar de onderste regel van de Geïnformeerde Toestemming. ‘Ik zie dat je er op elk moment uit kunt stappen.’
Haar gezicht lichtte op. ‘Zie je wel. Er is dus niks aan de hand. Als het me niet zint, houd ik er gewoon mee op.’ Ze tikte met haar wijsvinger op de envelop. ‘Zelfs het voorschot van duizend euro mag ik dan houden.’
‘Ook als je er helemaal niet aan zou beginnen?’
Ze keek beteuterd. ‘Maar waarom, Thomas? Zo'n kans krijgen we nooit meer.’
‘Omdat…’ Hij dacht niet dat er echt gevaar was voor haar gezondheid. Toen hij nog voor het Corinthia werkte, had hij een veertigjarige balieklerk onder zich gehad die zich in het Stuivenberg Ziekenhuis als vrijwilliger had aangemeld voor een onderzoek naar medicatie ter behandeling van erectiestoornissen als gevolg van suikerziekte. De man had er een klein spaarpotje plus een gratis behandeling aan overgehouden, en het personeel van het Corinthia had zich bij momenten kostelijk geamuseerd met zijn hilarische verhalen over de methoden van de medische staf van Stuivenberg om de uitwerking van hun nieuwe medicijn te testen. ‘…omdat ik overmorgen een afspraak heb met iemand die mij haast zeker zal kunnen zeggen wie Holy is.’
‘Wat heeft het omkopen van ambtenaren met een klinisch onderzoek te maken?’
‘Weet ik. Misschien zoek ik spijkers op laag water. Maar ik vraag me wel af waarom er een rapport van een studie van de Health & Research Unit met in de marge een opmerking als “Prenez garde!!!” in het Lexusdossier zit. Tenzij het wel degelijk iets met Holy te maken heeft. Ik vind dat behoorlijk verontrustend.’
‘Waarom?’
‘Omdat je iemand die een directeur-generaal van het ministerie omkoopt om meer geneesmiddelen te kunnen omzetten, niet bepaald een lichtend voorbeeld van ethisch zakendoen kunt noemen.’
‘Doen we dat niet allemaal, Thomas? Ons voordeel doen als we daartoe de kans krijgen?’
‘Er zijn grenzen.’
‘Zoals?’
‘Iemand die je daarbij iets in de weg legt, laten aftuigen.’
Katja slaakte een diepe zucht. ‘Het is toch allemaal erg hypothetisch. Alleen maar vanwege een oud rapport. We weten niet eens of het met Holy te maken had. En waarom zou hij zich bemoeien met de manier waarop doctoren een wetenschappelijk onderzoek voeren? Wat kan hij daar in godsnaam mee winnen?’
‘Ik zou het niet weten. Het is alleen dat…’ Thomas besefte dat hij overreageerde. Bovendien was er geen reden om te geloven dat haar actie zijn eigen plannen zou dwarsbomen. En hoe kon hij haar het recht op twaalfduizend euro ontzeggen zolang hij zelf niet eens in staat was voor haar levensonderhoud in te staan? Hij besloot het over een andere boeg te gooien.
‘Wanneer moet je je aanmelden?’
‘Morgen. Ongeveer tien uur.’ Ze wees naar het setje formulieren. ‘Het hele programma vind je op het tweede blad.’
Hij raadpleegde het blad. De eerste twee dagen zouden gevuld worden met gesprekken met de artsen, klinisch onderzoek met bloeddrukmeting, elektrocardiogram, röntgenfoto's en laboratoriumonderzoek van bloed- en urinestalen.
‘Je weet zeker dat je hiermee door wenst te gaan?’
Ze knikte. ‘Als ik dit achter de rug heb, zijn we uit de penarie. Dan kun jij dat hele dossier gewoon naar Holy opsturen of je kunt het laten verdwijnen zonder dat je je handen er vuil aan hoeft te maken.’
Opgeven nog voordat hij er goed en wel aan begonnen was? De gedachte bracht hem in paniek. Holy was voor hem stilaan uitgegroeid tot het zinnebeeld van het Grote Onrecht. Alleen door hem een slag toe te brengen, zou hij met zichzelf in het reine komen, bewijzen dat hij geen eeuwige verliezer was.
‘Ik kan deze kans niet laten schieten’, zei hij. ‘Maar ik wil het risico niet lopen dat jou iets overkomt. Dus als je er morgen naartoe gaat, neem je je gsm mee en je zet die onder geen beding uit. Zo niet, dan kom ik je daar gewapenderhand uit halen.’
Katja keek hem aan met glanzende ogen. ‘Je zegt het maar, Thomas’, fluisterde ze.