15

 

 

Met lange kwade passen kwam Hassan het kantoor binnen. Jarek was niet bezweken, zelfs niet nadat hij Zahids zweep op zijn lijf had gevoeld. Hoe kon een man zo’n bloederige afstraffing doorstaan? En zonder iets te zeggen of zelfs maar zijn gezicht te vertrekken?

Hassan liep naar de intercom en stond toen stil. Het geruis van zijde, de lichte geur van jasmijn vulden de lucht.

‘Heeft hij je de locatie van het kamp niet verteld?’

‘Nee.’ Hassan wierp een steelse blik op Saree. Alle tekenen van een geslagen vrouw waren verdwenen onder de met juwelen bedekte ivoorkleurige kaftan van een koningin. Ongeduldig tikte ze met een waaier op haar handpalm. ‘Een hele verbetering in uw kleding, Majesteit.’

Met een klein knikje liet ze merken dat ze zijn opmerking waardeerde. ‘En mijn zoon?’

‘Nog bij Quamar en de vrouw.’

‘Nog steeds?’ De waaier brak in tweeën. ‘Ik ben ervan overtuigd, Hassan, dat ik je er niet aan hoef te herinneren dat we bijna geen tijd meer hebben.’ Ze gooide de kapotte waaier op het bureau. ‘Als je me wilt helpen regeren, hebben we mijn zoon nodig. Dat is de enige manier.’

Saree had een afschuwelijke hekel aan incompetentie. Voor haar was het niets meer dan een gebrek aan opvoeding. En hoewel Hassan en zijn contacten in het verleden handig waren gebleken, was ze niet van plan in het zicht van haar doel het risico te lopen van een mislukking.

‘Ik heb de situatie onder controle.’

‘We zullen zien.’ Haar woede intomend, ging ze in de troonachtige stoel achter het bureau zitten. ‘Die verdomde kinderverzorgster. Ze was oud, maar wie had gedacht dat ze zo slim zou zijn?’ Saree lachte grimmig. ‘En Anna. Ik had geen idee dat die ook maar een beetje ruggengraat had.’

‘Wat gebeurd is, is gebeurd. We zullen Rashid vinden,’ was Hassans reactie. ‘We zullen hem vinden en hem terugbrengen naar de plek waar hij hoort, hier bij jou, zijn moeder.’

‘En dan?’

‘En dan doden we Jarek en regeren we in naam van jouw zoon, natuurlijk.’

 

Quamar ging zijn tent in en stond verrast stil.

De tent was groter dan de meeste en in twee secties verdeeld. In het achterste gedeelte lag een dikke laag strak geweven tapijten, allemaal in verschillende kleuren, waarvan de meeste bedekt waren met blauwgekleurde kussens.

Anna lag daar comfortabel tussen. De mannenkleren waren verdwenen, en in plaats daarvan had ze nu een lange, golvende, indigo kaftan aan.

Naast haar lag Rashid aan een fles te zuigen, terwijl hij met zijn kleine lichaampje heen en weer rolde. Plotseling had hij voldoende vaart gekregen en rolde hij op zijn buik, het uitgillend van plezier. Twee mollige beentjes trappelden triomfantelijk in de lucht.

Anna knipperde met haar ogen. ‘Jij kleine aap.’ Ze lachte en knuffelde de baby, voordat ze automatisch wat kwijl van zijn glimlach veegde. ‘Je zou mijn hart stelen als ik dat toe zou laten.’

‘Er zijn ergere offers,’ zei Quamar zacht.

Met de baby in haar armen stond Anna op. ‘Sorry, ik besefte niet…’ Ze weerhield haar ogen ervan zijn gelaatstrekken in zich op te zuigen. ‘Ik dacht…’

‘Wat dacht je, Anna?’ Hij liep naar haar toe, aangetrokken door de pijn in haar ogen.

‘Je was weggegaan om je voor te bereiden,’ antwoordde ze, waarna ze naar Rashid keek. ‘Ik dacht dat je was vertrokken zonder gedag te zeggen.’

‘We vertrekken pas morgen.’ Quamar legde zijn vingers onder haar kin, bracht haar blik terug naar de zijne. ‘En ik zal je nooit verlaten zonder eerst gedag te zeggen. Dat beloof ik.’

‘Dank je.’

Hij bestudeerde haar een moment. ‘Ik had niet verwacht je hier te zien.’

‘Ik heb gevraagd of ik hier mocht slapen. Als jij weg bent, dacht ik dat ik me hier beter zou voelen. Veiliger.’

‘En ik zou me beter voelen in de wetenschap dat je hier slaapt.’ Zijn hand gleed van haar kin rond haar nek, haar naar zijn borst toe trekkend.

Toen zijn mond de hare raakte, werd die zo zalig zacht dat hij kreunde en de kus verdiepte.

Vaag voelde hij Rashid tegen zijn wang tikken. Hij trok zich terug en wierp een blik op Anna’s ietwat gezwollen lippen. Toen hij zijn mond weer op de hare drukte, nestelde Anna zich in zijn arm.

‘Quamar!’

De bulderende stem was als ijswater. Met een schok rukte Anna zich los en deed struikelend een paar stappen achteruit. Instinctief stak Quamar een hand uit om haar en de baby overeind te houden.

‘Kijk eens aan.’ Bari Al Asadi bestudeerde het stel, de blos op de wangen van de vrouw, de frons op zijn zoons gezicht. ‘Kijk eens aan,’ herhaalde hij, zonder moeite te doen zijn pret te verbergen. ‘Jij moet Anna Cambridge zijn.’ Een kirrend lachje trok zijn aandacht. Zonder te aarzelen liep hij naar Anna toe, pakte zijn achterneefje uit haar armen en kuste het jongetje op het voorhoofd. ‘Ik kwam kijken of jij en mijn neefje al hadden gegeten.’

‘Nog niet,’ antwoordde Quamar voor Anna, zijn stem nog steeds zwaar van verlangen.

‘Hoe maakt u het, sjeik Bari.’ Zich herstellend, schraapte Anna haar keel. ‘We hebben thee…’ Ze wuifde in de richting van het zitgedeelte en glimlachte.

Met een lengte van een meter vijfentachtig straalde sjeik Bari net zoveel kracht uit als zijn zoon. Op ruim zestigjarige leeftijd was zijn ooit dikke zwarte haar wit geworden, waardoor de donkere kleur van zijn ogen werd geaccentueerd. Zijn gezicht was met diepe rimpels doorgroefd, het resultaat van jaren in de buitenlucht doorbrengen onder extreme omstandigheden.

‘Miss Cambridge –’

‘Noem me alstublieft Anna.’

‘Goed dan. Anna.’ Bari keek van zijn zoon naar de vrouw. ‘Quamar, de mannen hebben je hulp nodig met de wapens en voorraden.’

‘Ik ga er zo heen.’

‘Ik geloof dat ze je nu nodig hebben.’

Quamar trok een wenkbrauw op; hij had wel door dat hij werd weggestuurd. ‘Oké.’ Maar zijn toon was allesbehalve instemmend. Hij wendde zich tot Anna. ‘Ik zie je later vanavond.’ Na haar waarschuwend te hebben aangekeken, boog hij naar zijn vader en verliet de tent met lange snelle passen.

‘Sjeik Bari, het spijt me –’

De sjeik stak een hand op, op die manier Anna’s verontschuldiging effectief afbrekend. ‘Dat is nergens voor nodig. Tenslotte is hij mijn zoon.’ Bari zag de thee en biscuitjes vlakbij op het tapijt staan. ‘Kom een paar minuten bij me zitten, Anna. Ik heb een belangrijk verzoek.’

Hij ging op de vloer zitten en gaf Rashid een hard rond havermoutkoekje om op te kauwen. ‘Quamar heeft zijn moeders temperament.’

‘Alleen dat van zijn moeder?’ vroeg Anna, met een glimlach die ze niet wist te onderdrukken. Rashid kroop op haar schoot met stukjes papperige biscuit op zijn wangen. Teder veegde ze die eraf.

Bari lachte, een diep laag gegrinnik, warm en ruig. Als een oude wollen deken.

‘Wist je dat je vader en ik vrienden zijn, Anna?’

‘Nee, dat wist ik niet.’ Het kwam niet door de woorden, maar door de serieuze toon dat ze opkeek van de baby. Tenslotte had haar vader vele kennissen.

‘In feite was ik degene die Jarek en Robert samen heeft gebracht voor die oliedeal,’ erkende hij na even gezwegen te hebben. ‘Hoewel we onze tradities in ere houden, heeft Taer te lang in het verleden geleefd.’

‘Ik begrijp niet hoe dit –’

‘Heeft Quamar je over zijn verwonding verteld? Dat hij stervende is?’ Bari’s donkere ogen boorden zich in de hare.

‘Ja,’ antwoordde ze zacht.

‘Dat dacht ik wel,’ zei hij grimmig. Hij streek even over zijn baard. ‘Alleen Sandra Haddad en ik weten ervan. En nu jij.’

‘Ik heb hem niet veel keus gelaten,’ mompelde ze.

Bari’s ene wenkbrauw ging de hoogte in. ‘Als hij niet wilde dat je het wist, zou hij het je nooit verteld hebben.’

Rashid zwaaide met zijn half opgegeten biscuit voor haar gezicht. Blij met de afleiding deed ze alsof ze het koekje opat, totdat Rashid lachte.

‘Heeft hij je verteld dat hij de mogelijkheid van een operatie had om zijn dood te voorkomen?’

Anna verstarde; haar ogen schoten naar Bari. ‘Nee.’

‘Er is een groot risico dat zijn hersenen tijdens de operatie beschadigd raken, waardoor hij zou kunnen eindigen als een kasplant. Daarom wil hij de operatie niet. Voor hem betekent het dat hij noch dood noch levend zou zijn.’

‘En u denkt dat ik hem zou kunnen overhalen de operatie te ondergaan?’ vroeg ze. ‘Terwijl hij me niet eens verteld heeft dat de operatie een optie was?’ De pijn was hoorbaar in haar woorden.

‘Ik hou van mijn zoon, Anna. De enige persoon van wie ik net zoveel heb gehouden, was mijn prachtige Theresa. Ik heb vele jaren zonder haar geleefd en me vele jaren zorgen gemaakt of ik zonder mijn zoon zou moeten leven. Je kunt me niet kwalijk nemen dat ik zijn leven probeer te redden. Zelfs als hij in zijn koppigheid weigert zichzelf te redden.’

‘Als u denkt dat ik hem van gedachten kan doen veranderen…’ Ze schudde haar hoofd. ‘…dan heeft u het mis. Zoals ik zei, hij heeft me niet eens over de operatie verteld.’

‘Mogelijk,’ zei Bari. ‘Het zou niet de eerste keer zijn dat ik me vergis.’

Ze bestudeerde de oudere man even. ‘Waarom denkt u dat hij naar me zou luisteren?’

‘Hij houdt van je,’ antwoordde Bari zacht. ‘En als ik me niet vergis, hou jij ook van hem.’

Plotseling stond de oudere man op en nam Rashid in zijn armen. ‘Geef mijn zoon niet op, Anna, zoals hij zichzelf heeft opgegeven. Jij zou zijn laatste hoop kunnen zijn.’

 

‘Prinses?’

Anna stapte de tent uit, toen ze Farad hoorde.

Met een grijns op zijn gezicht rende de kleine man naar haar toe. ‘Sjeik Bari heeft me werk aangeboden als een van zijn koophandelaren.’ Farads borst zwol op van trots. ‘Het zout dat ze verhandelen, heeft ze niet genoeg voorraden opgeleverd. Meester Quamar stelde voor dat ik hielp, en sjeik Bari stemde toe.’

Anna omhelsde haar vriend. ‘Ik ben heel blij voor je. Dus je blijft hier?’

‘Jazeker.’ Hij knikte. ‘Eerst ga ik ze helpen Hassan te verslaan, dan kom ik terug om hier te wonen.’

‘Je mag sjeik Bari graag, hè?’

‘Ik zou hem graag als onze koning hebben gehad.’

Verrast keek ze hem aan. ‘Bari was de volgende in lijn om koning van Taer te worden?’

‘Hij heeft afstand van de troon gedaan,’ legde Farad uit. ‘Nadat hij Theresa Bazan had ontmoet, verbood zijn vader de relatie. U moet begrijpen dat ze niet alleen Italiaans was, maar ook christen. En in die tijd was zo’n huwelijk verboden.’

‘Dus wat is er gebeurd?’

‘Sjeik Bari weigerde Theresa Bazan op te geven en deed afstand van de troon. De troon ging naar de middelste zoon, Makrad.’

‘Jareks vader.’

‘Ja, Hassan is de jongste van de drie. Sommigen zeggen dat hij sjeik Bari aanbad, totdat die afstand deed. Nu praten de broers niet meer met elkaar.’

‘En Jareks ouders zijn vorig jaar omgekomen.’

‘Ja, bij een auto-ongeluk. Net na de aankondiging dat koningin Saree in verwachting was.’

‘Dus Quamar zou koning zijn geweest, als Bari geen troonsafstand had gedaan?’

‘Nee,’ antwoordde Farad, met verbazing in zijn stem. ‘Meester Quamar is een onecht kind en heeft geen recht op de troon. Bari wilde niet met iemand anders trouwen, nadat hij verliefd was geworden op Theresa Bazan. Als Bari koning was geworden en was gestorven, zou de troon nog steeds naar Makrad zijn gegaan en daarna naar Jarek.’

‘Bari en Theresa zijn nooit getrouwd?’

‘Nee. Ik dacht dat u dat had begrepen. Bari kon niet met een christenvrouw trouwen. Maar ze leefden op alle andere manieren als man en vrouw. Iets wat hij als koning niet gedaan kon hebben.’

‘Quamar is met dit gegeven opgegroeid,’ merkte ze op. ‘Ik besefte niet dat er nog steeds dit soort stigma’s bestonden.’ Maar nu begreep ze het. Quamar was in liefde opgegroeid, maar was altijd als een bestaard beschouwd. Haar hart deed pijn voor het kleine jongetje dat Quamar was geweest. Familie betekende alles voor hem, omdat hij er nooit echt bij had gehoord.

En als je nergens bij hoorde, waarom zou je dan niet in je eentje sterven?

Ze bekeek het kampement. Sommige kinderen waren aan het spelen, terwijl andere onderwijs kregen. De meeste vrouwen verzamelden zand in hun manden. Een voor een gooiden ze elke mand leeg in het midden van het kamp. Anderen streken het zand glad, op die manier een afgeplatte heuvel creërend.

‘Wat zijn ze aan het doen, Farad?’

‘Ze zijn voorbereidingen aan het treffen voor de tafca, de oorlogsdans. De mannen vertrekken morgenochtend naar het paleis om te strijden. Dus vieren ze vanavond feest.’

‘Een feest?’

‘Bari gelooft in tradities. Dat is een van de redenen waarom mensen van hem houden. Het is onze manier om Allahs zegen te vragen en hem te tonen hoezeer we ons leven op prijs stellen. Als een persoon oorlog gaat voeren, is de reden daarvoor dat diegene wil beschermen waarvan hij het meeste houdt. Dat moet gevierd worden, vindt u ook niet?’

‘Ik weet eerlijk gezegd niet wat ik daarvan vind,’ antwoordde ze. Haar hele leven had ze tegen de dood gevochten. Het feit dat je voor de mogelijkheid daarop feest ging vieren, betekende dat je de mogelijkheid moest accepteren.

‘De vrouwen zullen hun sluiers en traditionele kleding dragen. En dansen op het ritme van de trommels. De traditie is dat jonge geliefden zich dan uitspreken. Ze geloven dat degenen die verliefd zijn met Allahs bescherming zullen worden gezegend en een betere kans zullen hebben ongedeerd terug te keren. En als dat niet gebeurt, zullen ze sterven met hun geliefden in hun hoofd en in hun hart.’

Anna’s blik dwaalde naar Quamar. Hij stak een hoofd boven Bari’s mannen uit. Zijn profiel was getekend met grimmige vastberadenheid, zijn brede schouders straalden de aangeboren kracht van een man uit.

Plotseling keek hij haar recht in de ogen. Zijn donkere irissen waren nu koel, afstandelijk.

Een hartslag later wendde hij zijn blik af.

Farad volgde de uitwisseling van blikken, zag de pijn, de glans van tranen in de ogen van zijn prinses.

Ze hief haar kin op, rechtte haar rug. ‘Farad, wil je me met iets helpen?’ Haar stem was zacht, maar resoluut.

Hij begreep het onmiddellijk. Wie zou dat niet begrijpen, wanneer haar gezicht haar hart weerspiegelde? ‘Ja, prinses, dat wil ik.’