15

 

 

‘Waar gaan we naartoe?’ vroeg Emily.

Ze zaten al een halfuur in de jeep en reden in zuidelijke richting. De sneeuw maakte de weg moeilijk begaanbaar, waardoor ze maar langzaam vooruitkwamen.

Er hing een gespannen sfeer in de auto.

Ze wist dat Zack boos op haar was, maar ze was echt niet van plan om zich door de politie te laten opsluiten terwijl hij zijn leven op het spel zette.

‘Ik wilde langs de woning van Clay Carpenter rijden,’ zei hij, haar van opzij aankijkend. ‘Als het huis donker is, glip ik even naar binnen om te zien of ik bewijs kan vinden dat hij betrokken is bij Signal Research and Development.’

Ze kon niet geloven dat directeur Carpenter iets met deze smerige zaak te maken had. Haar vader had nog voor hem gewerkt, en hij had haar geholpen om de baan als gevangenbewaarder bij Lockdown te krijgen.

‘Zack, ik ken directeur Carpenter al bijna mijn hele leven. Ik denk echt niet dat hij erbij betrokken is,’ zei ze uit de grond van haar hart. Ze wilde verdergaan met het verdedigen van Carpenter, maar sloot haar mond toen Zack plotseling de koplampen uitdeed. Met ingehouden adem keek ze naar het huis van Clay Carpenter.

Carpenters huis was verlicht als een voetbalstadion. Op de oprit stonden vier dure terreinwagens.

Normaal gesproken, zou Emily geen vraagtekens hebben gezet bij zoveel drukte, want Clay en zijn vrouw Jessica gaven vaak feestjes. Ze was zelf ook regelmatig bij hen te gast geweest. Het was echter drie uur in de morgen en minstens twee van de vier auto’s waren van Lockdown, Inc.

‘Er is iets aan de hand,’ zei Zack.

‘Misschien heeft hij een paar collega’s uitgenodigd.’

‘Ja, en misschien is die rode terreinwagen met de gedeukte bumper niet dezelfde als die we naast de sneeuwploeg zagen staan op het terrein van Signal Research and Development.’

‘Wát?’ Verbijsterd keek ze naar de rode terreinwagen met de deuk in de bumper, die ze inderdaad bij Signal hadden gezien.

‘Dit brengt Carpenter toch echt met Signal in verband,’ zei Zack ernstig.

Ze wilde het niet geloven. De gedachte dat haar vaders beste vriend hier iets mee te maken had, maakte haar misselijk.

Alle schijn was echter tegen hem.

Het verraad maakte haar woedend. De hele situatie was zo oneerlijk! Haar carrière lag aan diggelen, en Zack werd door alle politieonderdelen van de staat opgejaagd terwijl hij onschuldig was.

Onschuldig.

Ze realiseerde zich dat ze op het punt was gekomen dat ze alles geloofde wat hij haar had verteld over Lockdown en de Bitterroot Super Max. Ze twijfelde er niet meer aan dat hij een geheim agent was die voor MIDNIGHT werkte.

Het besef dat hij onschuldig was, maakte haar nog vastberadener om een einde te maken aan het moorden. In haar hart wist ze dat ze de zaak helaas maar op één manier tot een goed einde kon brengen. ‘We moeten terug naar de gevangenis,’ zei ze.

‘Denk je niet dat het gemakkelijker is om ergens een wapen te vinden, dat tegen ons hoofd te zetten en dan de trekker over te halen?’ vroeg hij.

‘Zijn dat de woorden van Zack, de geheim agent bij MIDNIGHT, of van de man die twee jaar geleden zijn geliefde is verloren?’

Vloekend keerde hij de auto op een donker zijweggetje. ‘Het zijn de woorden van de man die toevallig slim genoeg is om te weten wanneer hij een slecht idee hoort,’ snauwde hij.

‘We kunnen alleen een doorbraak forceren als we teruggaan naar de gevangenis,’ zei ze kalm. ‘Ik heb mijn sleutels nog. En ik weet alle veiligheidscodes –’

‘De meeste gevangenissen veranderen meteen al hun codes als er een uitbraak is geweest,’ merkte hij op.

‘Dat is wel een heel slap smoesje om het niet te proberen,’ zei ze.

‘Het is je reinste zelfmoord, Emily.’

‘De gevangenis is de laatste plek waar ze ons verwachten,’ zei ze volhardend.

‘Dat komt omdat ze er ten onrechte van uitgaan dat je geestelijk gezond bent.’

Smekend keek ze hem aan. ‘Zack, je weet toch dat ik gelijk heb? Het bewijs dat we nodig hebben, bevindt zich in de gevangenis.’

‘Ik sta niet toe dat je teruggaat,’ zei hij bars.

‘Dat doe je wél, als je tenminste wilt dat de wreedheden in die gevangenis stoppen en als je Carpenter, Underwood en dokter Lionel wilt tegenhouden.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Als ik besluit om terug te gaan, doe ik het alleen.’

‘Maar ík heb de codes,’ zei ze koppig. ‘Ik weet waar het kantoor van Marcus Underwood is. Hij bewaart alle belangrijke informatie op de computer in dat kantoor, en ik ken de plattegrond van het complex uit mijn hoofd.’

‘Ik ook,’ snauwde hij.

‘Maar je weet vast niet dat er ondergrondse tunnels zijn,’ zei ze triomfantelijk.

‘Waar heb je het over, verdomme?’

‘Ik heb het over de ondergrondse tunnels die naar de speciale afdeling van de gevangenis leiden. Ze zijn nog niet helemaal klaar, dus ze worden nog door niemand gebruikt.’

Zack had de blauwdrukken van de Bitterroot Super Max grondig bestudeerd en kon zich niet herinneren daar iets van een tunnelstelsel op te hebben gezien. Hoe was het mogelijk dat zijn superieuren bij MIDNIGHT zoiets belangrijks als een ondergronds tunnelstelsel over het hoofd hadden gezien?

‘Ze zijn nog niet af, maar ik heb de hoofdtunnel al een keer gebruikt als kortere weg omdat ik te laat was,’ vertelde ze.

‘Heel fijn, maar wat hebben wij daaraan?’

‘Als we in de problemen komen, vormen die tunnels een ideale ontsnappingsroute,’ zei ze vol overtuiging.

Voor de allereerste keer in zijn carrière voelde hij werkelijk paniek, die hem tot in zijn diepste kern raakte.

Er waren te veel dingen die mis konden gaan en er waren te veel mensen bij betrokken, onder wie een bloedmooie brunette die een man met één blik op de knieën kon krijgen.

Die man was Zack. Hij was geheel aan haar genade overgeleverd omdat hij de gedachte niet kon verdragen dat haar iets zou overkomen. ‘Alsjeblieft, doe het niet,’ bracht hij moeizaam uit. ‘Niet na wat er met Alisa is gebeurd.’

‘Ik ken de weg in de gevangenis op mijn duimpje,’ zei ze geruststellend. ‘We glippen naar binnen, halen het bewijs op en smeren hem dan weer. Zo gepiept.’

Hij had het gevoel dat hij met zijn rug tegen de muur stond. Heen en weer geslingerd tussen de angst dat haar iets zou overkomen en pure, gekmakende begeerte, greep hij haar vast. ‘Verdomme, Emily,’ zei hij, zich pijnlijk bewust van zijn kloppende begeerte. Hij kon zelf bijna niet geloven dat hij op een moment als dit zo hevig naar haar kon verlangen. Hijgend keek hij haar aan. ‘Als er iets me jou gebeurt –’

Ze legde haar vinger tegen zijn lippen. ‘Er gebeurt niets,’ fluisterde ze. ‘Dat beloof ik.’

Met tegenzin liet hij haar weer los. Hij startte de jeep, knipte de koplampen weer aan en reed de hoofdweg weer op.

Vijf minuten later reden ze op de snelweg in de richting van de Bitterroot Super Max.

Pas toen herinnerde hij zich dat Alisa’s laatste woorden tegen hem griezelig veel hadden geleken op die van Emily.

 

Een halfuur later stopte hij in een klein bergstadje, dat bestond uit een vervallen hotel, een verlaten goudmijn en een benzinestation. Hij liet Emily in de auto zitten en liep naar de telefooncel naast het pompstation.

Hij wist dat hij een risico nam door te bellen, maar hij vertikte het om zonder enige vorm van rugdekking met Emily de gevangenis in te gaan. Omdat hij niet wist of hij zijn contactpersoon kon vertrouwen, besloot hij hem te passeren.

Het was agenten van MIDNIGHT onder alle omstandigheden verboden om hun collega’s of meerderen thuis te bellen. Zack had het spel echter nooit helemaal volgens de regels gespeeld en wilde niet weer in een hinderlaag lopen. Daarom belde hij Avery Shaw thuis.

Waarschijnlijk zou het hem zijn baan kosten omdat hij zich niet aan het protocol had gehouden, maar dat was nog altijd beter dan dat Emily en hij werden neergeschoten.

Hij kende Avery Shaw al vijf jaar en had veel respect voor hem. Avery was degene die contact had opgenomen met de familie van Alisa. Hij had Zack van de vloer geraapt als hij te dronken was geweest om zelf op te staan en had hem als agent behandeld op het moment dat Zack zelf had gedacht dat hij nooit meer zou kunnen werken.

‘Shaw,’ zei een diepe slaperige stem aan de andere kant van de lijn.

‘Met Devlin.’

Er volgde een lange dreigende stilte. ‘Waarom bel je me thuis, verdomme?’

‘Omdat ik probeer mijn hachje te redden, al help jij niet echt mee.’

‘Wat moet dat betekenen?’

‘Dat je een mol hebt in de organisatie. Hij had me zo-even bijna te pakken.’

Het bleef weer lang stil. ‘Wie is het?’

‘Dat weet ik niet. Ik belde mijn contactpersoon om een ontmoeting af te spreken, en toen liep ik in een hinderlaag. Ik dacht dat je dat wel wilde weten.’

‘Reken maar dat ik dat wil weten.’ Er klonk een geluid van krakende beddenveren, alsof Avery uit zijn bed kwam. ‘Ik haal je eruit.’

‘Vergeet het maar.’

‘Ik ben hier de baas, Devlin. Als ik zeg dat ik je eruit haal, gebeurt dat, begrepen?’

‘Ik heb niet vier maanden in die hel gezeten om nu met lege handen te vertrekken,’ zei Zack.

‘En ik heb geen zin om nog een agent te moeten begraven.’

Alisa, dacht Zack, en hij sloot even zijn ogen. Hij zei echter niets.

‘Je trekt je nu terug,’ snauwde Shaw. ‘Of ik dien een aanklacht tegen je in. Begrepen?’

‘Luister, Shaw, we gaan zo meteen de gevangenis in.’

‘Verdomme, Devlin, dat is een zelfmoordmissie. Doe het niet.’

‘Ik wil alleen dat je weet dat we naar binnen gaan, voor het geval dat we er niet meer uitkomen. We gaan achter de grote vissen aan, Avery, en die kunnen lelijk bijten.’

‘Doel je op iemand uit de top van het bedrijf?’

‘Ja, het zijn er een paar. En wij brengen ze ten val.’

‘Wij?’ vroeg Shaw geschokt. ‘Je werkt toch niet samen met Emily Monroe?’

Het verbaasde Zack niets dat Avery raadde dat hij en Emily samenwerkten. ‘Doe alsjeblieft niets wat ons het leven kan kosten, Avery,’ zei hij op smekende toon.

‘Dat laat ik wel aan jullie zelf over,’ snauwde Shaw. ‘Maar je weet dat er nog twee mensen van ons in de gevangenis zijn. Zij kunnen jullie helpen als jullie klem komen te zitten.’

Zack had niet het gevoel dat ze nog veel verder klem konden komen te zitten zonder het loodje te leggen. ‘Een van hen zou de mol kunnen zijn.’

‘Uitgesloten,’ zei Avery beslist.

‘Ik zou mijn leven er niet om durven verwedden. Wil jij dat ook niet doen, alsjeblieft?’ vroeg Zack droog.

‘Als ik je in mijn vingers krijg, dien ik hoogstpersoonlijk een aanklacht tegen je in.’

‘Afgesproken, als ik dan nog leef,’ merkte Zack glimlachend op. Wetend dat Avery al bezig was het telefoontje te traceren, verbrak hij de verbinding.