70
Ik weet niet wat ik zal doen. Ze zeggen dat je dit soort dingen niet moet overhaasten. Neem er de tijd voor en beslis dan wat je gaat doen.
Maar er is niets wat me nog hier houdt. Niet in Griffon in elk geval. Ik wil niet in dit huis blijven wonen en ook niet in deze stad.
Augie en Beryl hebben hun huis al te koop gezet. Volgens mij hebben ze nog niet eens besloten waar ze naartoe gaan. Het zal Florida wel worden. Augie zat niet zo ver meer van zijn pensioen en ze waren al eerder van plan geweest om naar Sarasota County te verhuizen. Maar Augie zal met hetzelfde probleem te maken krijgen als ik. Waar je ook naartoe gaat, je herinneringen en je zelfverwijten neem je altijd met je mee.
Misschien ga ik wel terug naar Promise Falls. Nee, niet meer bij de politie. Die zouden me niet terug willen hebben, en ik zou dat ook niet willen. Ik kan mijn brood blijven verdienen met wat ik de afgelopen jaren heb gedaan, maar ik denk dat ik dat liever doe in een stad waar ik me iets meer thuis voel.
Wat niet betekent dat ik hier nooit zal terugkomen. Sanders zal zich voor de rechter moeten verantwoorden. Rhonda McIntyre heeft een schikking met de openbaar aanklager getroffen en zal tegen Sanders getuigen. Ik heb hem daar op dat dak laten staan. Heb me omgedraaid en ben naar beneden gegaan. Ik had hem een duw willen geven. Of een zetje met de loop van de Glock. Maar uiteindelijk kon ik het niet. In de milliseconde die ik had om een beslissing te nemen had ik mezelf afgevraagd of ik me echt beter zou voelen als hij een paar seconden later het asfalt van het parkeerterrein raakte.
Waarschijnlijk wel, was mijn conclusie geweest.
Maar iets had me ervan weerhouden. Of niet iets, maar iemand. Claire. Ik kon het niet vanwege Claire. Ik kon haar vader niet vermoorden. Ik zou kunnen aanzien dat hij voor de rechter werd gedaagd, dat ik tegen hem zou getuigen en dat hij de gevangenis in zou gaan. Ik zou ook kunnen aanzien dat Claire zou moeten leren dat te verwerken, met de steun van haar moeder.
Maar ik wilde niet dat zij de dood van haar vader zou moeten verwerken.
Er waren al zo veel doden gevallen.
Dus nu vraag ik me af wat ik moet doen. Het zal er vrijwel zeker op uitdraaien dat ik ergens anders ga wonen. Wordt het niet Promise Falls, dan desnoods Timboektoe. In de tussentijd slenter ik door het huis en kijk wat ik wil bewaren. Wat ik wil meenemen en wat ik moet weggooien.
Ik kan niet alles bewaren.
In de eerste dagen na Donna’s dood had ik geen van haar spullen op de salontafel aangeraakt. Ik heb ze bewust genegeerd, denk ik. Naar haar tekeningen van Scott kijken zou me gewoon te veel pijn doen. Pas toen Sanders was gearresteerd, had ik de tijd – en de kracht – om haar spullen door te nemen.
Ik pakte de map met haar tekeningen en voelde hoe zwaar die was. Zo veel pogingen. Toen ik de map teruglegde op de salontafel en hem opensloeg, rolden er een paar houtskoolpotloden uit, die op de grond vielen.
Ik keek naar de bovenste tekening. Een van Scott, uiteraard, waar ze een geel Post-it-velletje op had geplakt. Ik las wat ze erop had geschreven en keek weer naar de tekening.
Ze had de neus precies goed. De paar lokjes haar die over zijn voorhoofd vielen had ze heel mooi weergegeven. Eerst dacht ik dat de lippen iets te vol waren, maar toen ik nog eens goed keek, zag ik dat ik het mis had. Dat kwam door de schaduw.
Ik wist dat Donna had gewild dat ik deze tekening zou zien. Misschien ’s avonds, als ik thuiskwam en zij al naar bed was.
Op het gele velletje had ze met potlood geschreven: ‘Cal, ik denk dat dit hem is. Ik ben klaar. Wat denk jij?’
Ze had altijd gezegd dat ze zou stoppen als ze vond dat ze geen betere tekening zou kunnen maken.
‘Hij is perfect,’ zei ik.