32

DONDERDAG 12 FEBRUARI

BURNHAM MARKET LAG VERSTOPT in de besneeuwde heuvels in het noorden van Norfolk, met daken zo wit en knisperend als op een kerstkaart. In het politiebureau wachtten Shaw en Valentine tot de Alfa Romeo van Sarah Baker-Sibley het parkeerterrein op kwam. Ze waren ervan overtuigd dat Jillie Baker-Sibley de sleutel vormde tot wat er die avond aan boord van de Hydra was gebeurd. Maar de belangrijkste vraag nu, terwijl Sarah Baker-Sibley de verhoorruimte werd binnengeleid, was: waar was ze?

‘Ik heb gevraagd of uw dochter bij het verhoor aanwezig kon zijn,’ zei Shaw en hij verschoof het verband op zijn oog.

Sarah Baker-Sibley nam plaats aan een tafel en tikte een mentholsigaret uit een nieuw pakje. Ze keek om zich heen en haar schouders draaiden enigszins in de kille lucht. Door het raam zag ze een vos die op de helling boven de stad uit dekking kwam en over de kale geploegde grond rende, plotseling duidelijk afstekend tegen de sneeuw.

Shaw voelde dat het uitvoerige vertoon van onverschilligheid een masker was. Haar gezicht was pafferig en ze trok steeds met haar mond in een poging een emotie die aan angst grensde te verbergen.

‘Ze is naar een pyjamafeest. Bij Clara, haar beste vriendin. Een huis bij South Creake. Ik heb gebeld en een bericht ingesproken. Ik maak me geen zorgen en ik zie geen reden waarom u dat wel zou moeten doen.’

Valentine trok een stoel bij, de poten schraapten over de kale houten vloer. Hij had drie jaar in Burnham Market gewerkt en had in deze kamer honderden treurige verklaringen aangehoord. Er hing een geur van industriële schoonmaakmiddelen en de enige versiering was een gele poster van buurtpreventie, met een zwarte inbreker die door een open raam glipte, en een bordje VERBODEN TE ROKEN op de deur. Nu hij terug was realiseerde hij zich hoe intens hij die tien verloren jaren had gehaat. ‘Mag ik het adres, mevrouw Baker-Sibley?’ vroeg hij, terwijl hij iets opschreef. Hij zei tegen Shaw dat hij een patrouillewagen zou regelen om het na te gaan en liet de deur openstaan toen hij wegging.

Shaw leunde tegen de ene zware ijzeren radiator, die kreunde en rammelde onder de druk van het warme water dat door halfverstopte buizen stroomde. ‘Geen bezwaar?’ vroeg Shaw, naar de cassetterecorder knikkend. ‘En u wilt geen advocaat? De laatste keer dat we elkaar spraken…’

Ze schudde haar hoofd en stak de mentholsigaret aan.

Shaw wees naar het bordje VERBODEN TE ROKEN.

‘Jezus.’ Ze drukte hem uit in een schoteltje dat op de tafel was achtergebleven.

‘Hebt u tegen uw dochter gezegd dat ze voor een gesprek werd verwacht?’

‘Ja, natuurlijk heb ik dat gezegd. Waar gaat dit over?’ zei ze met een blik op haar horloge. ‘Ik ga om tien uur open. Stipt. Ik heb alles over Colin Narr verteld wat ik kan vertellen, dus, zoals mijn dochter zou zeggen, inspecteur Shaw: laten we het er niet over hebben.’

Shaw stond op en legde een schelp uit zijn broekzak op het tafelblad. Hij vermoedde dat ze met een advocaat had gesproken en dat die haar had geadviseerd mee te werken tot ze wist waar het over ging, en op dat moment zouden de luiken worden gesloten.

‘Hebt u enig idee waarom de Hydra in Morston Creek ligt, mevrouw Baker-Sibley?’ vroeg hij.

Valentine was weer terug en hij hield haar gezicht in de gaten terwijl ze de vraag hoorde. Ze wist een uitdrukking van milde nieuwsgierigheid tevoorschijn te toveren.

‘Ik heb geen idee. Het doen en laten van mijn man interesseert me niet, inspecteur.’

‘Ik dacht dat u zei dat u gescheiden bent.’

‘O ja? Goed, dat is zo. Wettelijk, emotioneel, geestelijk en – tot u me anders vertelde – geografisch. Mijn man woont op Kythera, een Grieks eiland. Hij heeft een appartement in Londen, zoals ik u gisteren meen ik heb verteld. Mijn geluk wordt groter met elke kilometer tussen ons in.’

‘En Jillie?’

‘Hoezo: Jillie?’ De kin kwam naar voren, de ogen verhardden zich beschermend.

‘Wanneer ziet ze haar vader?’

‘Mijn man mag zijn dochter niet zien. Op gerechtelijk bevel.’ Ze raakte de natte peuk op het schoteltje aan. ‘Ziet u, mijn man heeft ons eerste kind gedood, dus hij krijgt niet nog een kans.’

Sneeuw viel tegen de ramen en de stilte was zo intens, dat Shaw dacht dat hij het gesmoorde neerkomen van de vlokken kon horen.

‘Hoezo?’ stelde Valentine de voor de hand liggende vraag.

‘James had altijd een zoon gewild, iemand aan wie hij zijn geld kon nalaten, iemand die zijn werk zou voortzetten. Vrouwen tellen niet mee. Maar het mocht niet zomaar een jongen zijn. Het moest een jongen zijn die zijn evenbeeld was.’ Ze schudde ongelovig haar hoofd. ‘Nou ja, het beeld dat hij van zichzelf heeft: hard, onafhankelijk, dapper.

‘Thomas was geen van die dingen. Maar dat hield James niet tegen. Hij nam hem mee naar Griekenland, op de Hydra. Ze kampeerden op het vasteland, een paar kilometer aan de overkant van de zeestraat, en James leerde hem zeilen met de kleine houten sloep die ze aan boord hadden. Toen stuurde hij hem op een dag de zee op. Thomas was dertien – Jillies leeftijd. Het is nu drie jaar geleden. Jillie was bij mij in onze villa. James zei tegen Thomas dat hij de oversteek moest maken. Een halcyon-dag, zo noemen de Grieken het. Nauwelijks wind. Thomas kreeg het warm en besloot te gaan zwemmen. Hij sprong er gewoon in. Hij was nooit eerder alleen geweest, dus hij dacht niet na. Ziet u, hij kon niet terug aan boord komen, hij kon niet tegen de romp op klimmen.’

Ze nam een slok thee. Het kopje trilde niet.

‘Ik heb hem gevonden. Heel bijzonder, eigenlijk, want toen ze de boot vonden, dreef die vijftien kilometer verderop langs de kust, maar zijn lichaam was teruggedreven naar ons huis. We hadden een stuk strand en ik zag iets vanuit het huis. Ik zat bij de telefoon op nieuws te wachten, James was eropuit met de Hydra om de kust af te zoeken. Ik waadde de zee in. Het was zomer, dus het lichaam begon al te ontbinden. Ik wist niet dat hij het was, niet zeker, tot ik vlak bij hem was. Ik zal het nooit vergeten. En Jillie kan het niet vergeten. Ik had haar niet gezien, maar ze was achter me aan het water in gelopen. Ik heb de sloep verbrand zodra de Griekse politie het onderzoek had afgesloten. Er zaten overal nagelkrassen op, diep in het hout.’

Ze keerde haar harde gezicht weer naar het raam, maar tranen welden op in haar ooghoeken.

‘Een ongeluk dus,’ zei Shaw.

Ze ging er niet op in. ‘Ik ben met Jillie naar huis gegaan. James had zijn eigen leven, er was een andere vrouw. Hij verzette zich niet tegen de scheiding, maar hij probeerde wel de voogdij over Jillie te krijgen.’ Ze lachte. ‘De rechter maakte er korte metten mee. Toen, vorige maand, probeerde hij haar terug te krijgen,’ ging ze verder. ‘Ze was in Londen bij haar oma – mijn moeder – op bezoek geweest en ze was vroeg weer in Lynn. Ze belde of ik haar kon komen ophalen. Ze belde haar vader voor een praatje. Dat deden ze wel vaker.’ Ze duwde het schoteltje weg. ‘Ziet u, ze had hem vergeven. Wat hij volgens mij niet verdiende. Ik was laat, James was in de stad. Hij heeft hier nog altijd zakelijke belangen, al heeft hij me nooit genoeg vertrouwd om me te vertellen wat die inhouden. Hij reed naar het station. Hij zou die middag terugvliegen naar Griekenland. Zijn bedrijf heeft een eigen vliegtuig, er is een landings-baan op het eiland, en geen douane. Waarom ging ze niet mee? Hij zei dat het een nieuw leven voor haar zou zijn.’ Ze trok haar gepenseelde wenkbrauwen op. ‘Er is een zwembad… verwarmd.’

Ze sloeg haar benen over elkaar. ‘Ziet u, hij heeft nu geen keus meer.’

‘Keus?’ vroeg Shaw.

‘Een meisje zal ermee door moeten kunnen. James…’ Ze zocht naar een woord, genoot ervan. ‘Zijn vermogen om kinderen te verwekken is beperkt. Zijn vruchtbaarheid is aangetast door een medische aandoening en dat wordt erger naarmate hij ouder wordt. We hebben een derde kind geprobeerd, maar het was uitgesloten. Dus is het Jillie die zal erven. En ze is in feite erg jongensachtig, precies wat hij altijd heeft gewild. Ze zou het dus heerlijk vinden om met hem mee te gaan, papa’s kleine scheepsjongen.’

‘Ze zou dus mee zijn gegaan?’ vroeg Valentine.

‘Dat doet er niet toe. Toen kwam ik namelijk aan. Ze zaten in James’ BMW. Ik kreeg haar uit de auto, maar James liep eromheen. Hij sloeg me. Heel hard. Dus sloeg ik hem terug. Harder. Er was een getuige, een taxichauffeur. Jillie gilde en hij probeerde haar weer in de auto te krijgen. Het was een hele scène.’

Ze glimlachte geforceerd en Shaw vermoedde dat ze het heel wat keren opnieuw had beleefd.

‘Ik diende een aanklacht in wegens mishandeling. Lichamelijk letsel. Hij werd tot zes maanden voorwaardelijk veroordeeld. En hij mocht haar niet meer zien, of binnen vijftien kilometer van Burnham Thorpe komen. Dus als hij in Morston Creek is, heeft hij een gerechtelijk bevel overtreden. Ik hoop dat u gepaste actie onderneemt. De rechter heeft duidelijk gemaakt dat hij gevangengenomen zal worden als hij de bepalingen overtreedt.’ Niemand zei iets, dus ze ging verder. ‘Sindsdien zijn we gelukkig geweest,’ zei ze, een niet gestelde vraag beantwoordend.

‘Hij moet wel erg veel van zijn dochter houden,’ spoorde Shaw haar aan.

‘Ik denk eerlijk gezegd dat zijn gevoelens voor Jillie er niet toe doen, inspecteur Shaw. Hij heeft haar nodig. Ze is zijn onsterfelijkheid. Ze is het voertuig voor zijn rijkdom, een vergaarbak voor zijn geld.’

Shaw haalde een zakje met bewijsmateriaal uit het koffertje: doorschijnend plastic met de streng lang, krullend haar.

‘Hij probeerde het opnieuw, nietwaar?’ vroeg Shaw. Hij stond naast de tafel, zijn vingertoppen gespreid op het formica tafelblad.

Ze probeerde de haren door het plastic heen aan te raken.

‘We hebben deze haren op de Hydra gevonden, mevrouw Baker-Sibley.’

Ze ging met een nagel over haar onderlip. ‘Ja,’ zei ze met een blik op de recorder. ‘Ik geloof dat ik nu een advocaat nodig heb, inspecteur Shaw.’

Shaw stond op en zette de band stil. ‘Ik zou nog even blijven zitten,’ zei hij. Hij moest haar iets vertellen en dat hoefde niet te worden opgenomen.

Ze ging zitten.

‘Hebt u een foto van uw man, mevrouw Baker-Sibley?’

Ze wierp haar hoofd in de nek en lachte.

Shaw pakte een map van het bureau, hij bladerde erin en vond de levensechte schets die hij had gemaakt van de man die op Styleman’s Middle was gevonden. Hij legde hem recht voor haar en zette het schoteltje als presse-papier op een hoek.

‘Is dit James?’

Ze keek ernaar en Valentine zag de berekeningen achter haar ogen doorgaan. Ze haalde een sigaret uit het pakje en hield hem alleen maar vast. ‘Tenzij hij een tweelingbroer heeft.’ Ze probeerde haar lippen tot een streep te trekken, maar faalde.

‘Het spijt me, mevrouw Baker-Sibley, maar het lichaam van deze man…’ Shaw tikte op de foto, ‘is dinsdag gevonden op Styleman’s Middle, de zandbank een paar kilometer van Ingol Beach. Ik vrees dat ik u later op de dag zal moeten vragen of u het lichaam kunt identificeren. Er zijn aanwijzingen dat uw ex-man aan boord van zijn jacht is aangevallen. Het spijt me.’

Valentine zag hoe het bloed wegtrok uit haar gezicht en een blos van rouge achterliet, als een dodenmasker.

‘Is hij dood?’

‘Drie uur,’ zei Shaw. ‘St James. En daarna zullen we opnieuw moeten praten. Ik wil dat Jillie erbij is.’

‘Natuurlijk.’ Ze had het nu begrepen. ‘Ik zal een verklaring afleggen nadat ik advies heb gevraagd. Maar ik kan enkele dingen duidelijk maken. Nu meteen. Het wordt niet meer opgenomen?’

‘Nee.’

Buiten loeide een autoalarm. Ze legde haar handen op haar gezicht en trok de huid naar achteren, zodat de rimpels in haar hals werden opgerekt.

‘Ja. Hij probeerde het inderdaad weer. Wat moeilijk te geloven is, want over het algemeen is hij een lafaard, geloof ik, en als hij betrapt zou zijn, al was het maar om met haar praten, zou hij naar de gevangenis zijn gegaan. Jillie vertelde dat hij in zijn terreinwagen voor school stond op de avond dat ik op de kustweg in de sneeuw was gestrand. Ze zei dat hij alleen maar wilde praten, dat hij haar naar huis zou brengen, dus was ze ingestapt. Ik heb haar wel honderd keer verteld dat ze me moet sms’en als haar vader kwam opdagen. Maar hij haalde haar over eerst te luisteren naar wat hij te zeggen had. Hij reed naar Morston en zei dat ze konden profiteren van het getij. Hij stopte in het dorp om een paar brieven te posten en reed toen naar de haven. Ze zou niet meer naar school hoeven, maakte hij haar wijs. Ze konden met de Hydra naar Oostende varen, dat had hij eerder gedaan, toen ze nog klein was. Hij zei dat hij een huis had gekocht aan de Turkse kust. Daar zouden ze naartoe rijden. Er is een internationale school in Smyrna, ze zouden geen vragen stellen als hij het schoolgeld betaalde. Ze zouden verdwijnen. Zelfs als de politie hen zou vinden, had hij geld genoeg om de rechters om te kopen. Hij zei dat ze net Jarndyce en Jarndyce zouden zijn. Ze had Bleak House op school gelezen, ze vond het leuk. Dus zei ze ja.’

‘Vertelde ze dat toen u haar vanuit Gallow Marsh Farm belde?’ vroeg Valentine.

‘Ja. Ik belde haar mobiele nummer. Ze vertelde wat er was gebeurd en zei dat ze besloten had met haar vader mee te gaan. Ze zei dat het zijn beurt was…’ Ze lachte. ‘Ik zei dat het zo niet werkte. Ik zei dat ik James wilde spreken. Toen werd de verbinding verbroken.’

‘Maar u hebt nog een keer gebeld,’ zei Shaw. Hij keek naar de sneeuw buiten, een havik boven de haag.

‘James nam op. Hij zei dat ze het samen hadden geregeld. Dat ik hen niet achterna mocht komen en dat ik, als ik naar de politie ging, haar nooit terug zou zien. Hij zei dat hij wel iets zou regelen, als ik mijn mond maar hield. Ik kon haar in het buitenland zien. Wat aardig van hem was,’ zei ze, zonder glimlach. ‘Ik hoorde Jillie op de achtergrond huilen. Ik denk dat ze op dat moment besefte dat het geen spelletje was. Dat we elkaar misschien nooit meer zouden zien.’

‘Bent u achter hen aan gegaan?’

‘Dat hoefde niet. Uw patrouilleauto zette me thuis af. Ik ging naar binnen, kleedde me om en ging naar de kreek. Dat is maar anderhalve kilometer. Op het pad kwam ik Jillie tegen. Ze zei dat James haar naar de wal had geroeid. Ze had gezegd dat ze naar huis wilde, naar mij. Ze zei dat hij had gehuild toen hij afscheid nam, lief hè?’

Agent Mark Birley klopte en kwam binnen. ‘De patrouilleauto zegt dat de dochter van mevrouw Baker-Sibley niet bij haar vriendin is.’ De mouwen van Birleys nieuwe overhemd waren te lang en hij frunnikte voortdurend aan de manchetten. Shaw vroeg zich af of hij zijn uniform had gehouden, of het nog thuis in een kast hing.

‘Mevrouw Baker-Sibley?’ vroeg Shaw.

Ze stond op. ‘Ik informeer bij haar andere vriendinnen. De school.’

‘We geven u een uur,’ zei Shaw. ‘Daarna laten we een opsporingsbevel uitgaan. We moeten haar vinden.’

Haar ogen fonkelden van woede. ‘Dat weet ik. Jezus… ik weet het.’ Ze keek nog één keer naar de schets die Shaw had gemaakt van het lijk van haar man. Ze wees er met haar vinger naar. ‘De ogen waren wreder. Veel wreder.’

Pas nadat Valentine met haar mee was gelopen naar de parkeerplaats, realiseerde Shaw zich dat het parfum de verhoorkamer nog steeds domineerde: een doordringende citrusgeur. Shaw keek haar na toen ze de Alfa de straat op stuurde. Het grind knarste toen ze worstelend met het stuur de bocht nam.

‘Het kan kloppen,’ zei Valentine in de deuropening. ‘De omleiding op Siberia Belt, waar geen mobiel bereik is, alles. Allemaal op touw gezet om Sarah Baker-Sibley te verhinderen Jillie op te halen en haar vervolgens zonder mobiel contact lang genoeg te laten stranden om buitengaats te komen.’

‘Laten we er naartoe gaan, kijken of het ter plekke klopt.’

‘Mark wil je spreken,’ zei Valentine en hij knikte naar de balie van de receptie aan het andere eind van de gang.

De agent was het logboek aan het bijwerken. Hij gaf Shaw een zwarte plastic doos zo groot als een baksteen en klapte het deksel open. Er zat een stempelkussen in. In het deksel zat een stempel. Hij drukte het in de inkt, draaide zijn hand om en drukte een keurige BT op zijn huid, precies zoals de stempel die Valentine had gezien op de huid van de bestuurder van de Mondeo en op de smalle pols van Jillie Baker-Sibley.

‘We hadden mazzel,’ zei Birley. ‘Er waren eenenveertig kaartjes voor de dansavond verkocht. De beveiliging van de disco en het bemannen van de bar waren in handen van een particulier bedrijf…’ Birley checkte een keurige aantekening. ‘SoundEvent, gevestigd in Lynn. De voorzitter van de dorpsraad is Rod Belcher. Hij is buiten als u hem wilt spreken. Hij zegt dat zijn zoon er was en dat er volgens hem geen problemen waren. De bar schonk bier en pils alleen aan ouderen dan achttien. Iedereen die alcohol kocht moest een identiteitsbewijs laten zien. Betaling bij de deur – vandaar die stempel op de hand – leverde een bon op voor een gratis consumptie, fris voor jongeren dan achttien, in ruil voor naam en adres. Ze verkopen de lijsten door aan een directmarketingbureau dat cd’s, dvd’s, kaartjes voor popconcerten en tijdschriften verkoopt. Er is dus een lijst en die is compleet. Volgens SoundEvent ging iedereen voor de consumptiebon.’

Birley wurmde een vinger achter zijn kraag en trok de stof los van zijn hals. ‘Dus: eenenveertig namen, negenentwintig jongens. Ik heb ze allemaal. Een van hen moet onze weggelopen bestuurder zijn.’

Hij opende een map en legde de foto’s op een rij. Birley had twee uniformagenten uit Burnham opgetrommeld om te helpen met het inrichten van de fototentoonstelling. Hij stalde ze in rijen uit en deed een stap terug om zijn werk te bewonderen. Valentine bestudeerde de gezichten. Daarna deed hij het nogmaals, maar het was slechts voor de show. ‘Noppes. Ik vrees van niet.’

Birley blies zijn wangen op. ‘Dat snap ik niet,’ zei hij.

‘Onze jongen is voor niets binnengekomen.’

‘Hoe dan?’ vroeg Birley, met een blik naar Shaw.

‘Je zei toch dat de voorzitter van de dorpsraad een zoon heeft?’ vroeg Shaw.

Birley bekeek de gezichten, vond het ene waar hij naar zocht en wees ernaar met zijn wijsvinger. ‘Gerard Belcher, bij zijn vrienden bekend als Gee.’

‘Dat is hem niet,’ zei Valentine. ‘Geloof me.’

‘Er was nog iemand in die disco, Mark. We moeten hem vinden. Laten we met Gee’s vader gaan praten. Is hij hier?’

Ze troffen Rod Belcher buiten, waar hij naast een glimmende BMW stond te roken. Shaw vond dat hij eruitzag als een nieuwkomer: trendy kaal geschoren schedel, een smal, enigszins gebronsd gezicht met harmonieuze trekken. Het leren jack dat hij droeg was het maandsalaris van een uniformagent waard. En dan die bril: smal, roodgelakt, zo dun als een horizon.

Birley schetste hun probleem met de foto’s, maar Belcher kon hen niet helpen. Zijn zoon was een vaste gast op de discoavonden, die maandelijks werden gehouden, en hij was er zeker van dat er geen vreemden waren geweest.

‘Beetje vreemd,’ zei Belcher, terwijl hij een mobiele telefoon checkte.

‘Gaat u zelf nooit?’ vroeg Valentine, zijn hoofd omkranst door sigarettenrook.

‘Nee. Nou ja, een enkele keer. Maar je kunt jongens op die leeftijd beter hun gang laten gaan. Er zijn nooit problemen geweest.’

‘We zouden Gee willen spreken,’ zei Birley. ‘Alleen om te dubbelchecken.’

‘Oké,’ zei Belcher, terwijl hij de sigaret weggooide en in de auto stapte. Het dasboard wemelde van de ingebouwde, verfijnde telecommunicatie die bij een auto van vijfenveertigduizend pond paste. De motor kwam snorrend tot leven. Het dashboard was afgewerkt met teakhout, aan de voorruit kleefde een navigatiesysteem, de stoelen waren van bruin leer. Valentine stak zijn hand uit, draaide de contactsleutel om en zette de motor af, want het stuur was bekleed met een slangenhuid, de tekening onmiskenbaar: zwarte en witte keperstrepen op een zilverkleurige achtergrond.