20
DE VERKEERSCONTROLE NAM RADIOCONTACT op voordat het nieuws tot de commandocentrale was doorgedrongen: het busje dat in Burn Bridge was verongelukt, was van North Norfolk Security, het bedrijf dat eigenaar was van het op Siberia Belt gestrande busje. Er was één dodelijk slachtoffer. Er was een eenheid van de Verkeersongevallendienst ter plaatse, die de weg voor de nacht had afgesloten. De directeur van het bedrijf was onderweg.
‘Hij heeft ons een rit naar hem toe bespaard,’ zei Valentine.
Bij de wegversperring van de Verkeersongevallendienst zwaaide Shaw met zijn politiepas en ze reden stapvoets door tot op vijftig meter van de brug, een sierlijke betonnen boog met stalen vangrails. De zon was ondergegaan en had een wond in de lucht achtergelaten. De rivier stroomde landinwaarts, zeewater vulde het netwerk van kreken en geulen, zodat het spiegelende oppervlak de wereld tot de rand leek te vullen.
Het busje was dwars door de vangrail gegaan, maar de achterwielen waren in het gescheurde metaal blijven steken, zodat het daar nu hing, licht zwaaiend, met de voorruit naar het water gericht. Alleen was er geen voorruit. De bestuurder had zijn autogordel niet om gehad en was door de klap door de ruit geslingerd. Zijn gebroken benen zaten klem onder het stuur, zodat ook hij hing, met zijn armen naar het water reikend, een momentopname van een duikende man.
Tussen de politiewagens en hulpvoertuigen stond een BMW, waarvan de bestuurder in de warmte van de auto werd ondervraagd.
De Verkeersongevallendienst had een rubberboot in het water liggen en op de oever was al een schijnwerper geplaatst. Toen ze dichterbij kwamen kon Shaw zien wat er van het gezicht van de bestuurder was overgebleven, onherkenbaar verminkt. Er vielen bloeddruppels uit zijn handen, die door de stroming onder hem werden meegenomen. Valentine bleef achter en praatte wat met het hoofd van de brandweer van de Verkeersongevallendienst.
‘Weten we wie het is?’ vroeg Shaw aan een geüniformeerde brigadier in een reflecterende jas. Shaw kende hem vaag. Oud-rechercheur, vlak voor zijn pensioen, met een opvattingsprobleem dat er met de jaren niet beter op was geworden.
Hij haalde zijn schouders op. ‘Laten we hem eerst eens omlaag halen,’ zei hij. ‘Als hij in het water valt, zouden we hem kwijt kunnen raken. Hoe heb jij ermee te maken?’
‘Het kan iets zijn, of niets,’ zei Shaw, waarmee hij zich op de vlakte hield. Hij zocht zijn geheugen af naar de naam van de brigadier. Jennings, dat was het. Hij had met Shaws vader samengewerkt in wat ze, vermoedde hij, de goeie ouwe tijd zouden hebben genoemd.
Er bestond geen twijfel aan de toedracht. De BMW was ingehaald door het busje, met bijna honderdtwintig per uur. Het had de laag ijzel in de schaduw van een rij populieren naast de oprit van de brug geraakt. De getuige vertelde dat de bestuurder bijna de macht over het stuur had teruggekregen, maar langs de vangrail was geschampt, naar de andere kant was gekaatst en door de rail was geknald voordat zijn voertuig in het gescheurde metaal bleef hangen.
Een zwarte sportwagen kwam langzaam in hun richting vanaf de wegversperring. ‘Dat moet de eigenaar van het beveiligingsbedrijf zijn,’ zei Jennings. ‘Hij zal wel weten wie het is.’
De man die uitstapte zag er beslist uit als de eigenaar van iets. Hij droeg een lange kasjmieren jas, autohandschoenen en glimmende zwartleren schoenen waarin de hemel werd weerspiegeld.
‘Ik moet hem spreken,’ zei Shaw voordat Jennings in actie kon komen. Valentine voegde zich bij hem.
De directeur heette Jeff Ragg. Weldoorvoed en lang, met een gezicht dat eruitzag alsof het de hele dag in een emmer vocht had geabsorbeerd: logge, kwabbige gelaatstrekken en vingers waarin hij een sigaret had met een gouden band boven het filter.
‘Ik heb een lange dag achter de rug,’ zei Ragg, suggererend dat hij niet wilde praten. Zijn stem klonk zijig, als het antwoordapparaat van de bioscooplijn, maar hij kon niet langer dan een seconde naar het lijk kijken.
‘Kunt u de bestuurder identificeren?’ vroeg Shaw.
‘Het is Jonah. Jonah Shreeves,’ zei Ragg. Hij nam een trek van zijn sigaret en liet de rook in zijn ogen kringelen.
Shaw dacht aan de laatste keer dat hij de bewaker had gezien, achter het stuur van een soortgelijk busje op een dichtgesneeuwde Siberia Belt.
‘U kunt zijn gezicht niet zien,’ zei Valentine. Hij stak een hand onder zijn regenjas om zijn maag tot rust te brengen. Nee, het gezicht was niet te zien, door het bloed en de botten.
‘Het busje ontbrak op ons terrein, net als Jonah. Hij is mijn schoonzoon. Ik hoef zijn gezicht niet te zien.’ Ragg wierp hen een kille blik toe, even ijzig als het bevroren riet op de oever. Shaw probeerde zijn emoties te peilen: een mengeling van woede en berusting misschien, maar geen verdriet. ‘Lid van de familie tot drie uur vanmiddag,’ voegde hij eraan toe. ‘Ik belde hem toen hij zijn route reed en zei dat jullie hem wilden spreken over wat er op Siberia Belt is gebeurd. Daarna ging hij naar huis, dat wil zeggen hun huis – ik heb het voor ze gekocht – gooide wat kleren in een tas en liet een briefje achter voor mijn dochter Mary. Hij was niet van plan terug te komen. Hij heeft tienduizend pond in zijn portemonnee. Ze hadden een gezamenlijke rekening; hij heeft hem leeggehaald. Hij zei dat hij het terug zou storten, ooit.’ Ragg lachte.
‘Hij had een strafblad,’ zei Shaw. Een meeuw stortte zich krijsend op het hangende lichaam en rukte onhandig aan de haren.
Raggs ogen vernauwden zich en hij won tijd door een stap naar het water te zetten. Het busje kraakte toen het even bewoog in de wind. ‘Dat wist ik niet.’
‘Niet nagetrokken? Dat is toch de standaardprocedure, nietwaar?’ vroeg Valentine zonder de klank van ongeloof uit zijn stem te kunnen weren.
‘Ze vertrouwde hem,’ was alles wat Ragg zei. ‘Ze zei dat het een belediging zou zijn als we hem natrokken. Nu weten we waarom.’
De Verkeersongevallendienst had stalen kabels om het busje geslagen en bereidde zich voor om het weer op de weg te hijsen. Het lichaam wiebelde heen en weer door de trillingen en de bloedrode handen dansten als die van een marionet.
‘Ze moest met iemand trouwen,’ voegde Ragg eraan toe. ‘Met een kind op komst. Als hij lid van de familie werd, kon hij net zo goed op de loonlijst staan en iets uitvoeren.’ Hij keerde het lichaam van zijn schoonzoon de rug toe en keek richting zee, waar aan de horizon de schemering inviel. ‘Wat had hij op zijn kerfstok?’
‘Hij had zijn vriendin bijna vermoord. Hij had haar oma beroofd en ze wilde hem aangeven. Brak haar armen. Maar er waren anderen,’ zei Shaw. ‘Uw dochter. Heeft hij…?’
‘Nee. Niets. Anders had ik hem vermoord. Dat wist hij.’
‘Waarom heeft hij de benen genomen, denkt u?’
‘Omdat ik hem, als u me over zijn verleden had verteld, sowieso zou hebben vermoord. Ik zou hem eruit geschopt hebben, en hij zou zeker geen gouden handdruk van tien mille hebben gekregen.’
Valentine hoestte, de koude lucht begon pijn te doen aan zijn longen.
‘Het is mogelijk, meneer Ragg,’ zei Shaw, ‘dat de voertuigen op Siberia Belt van de grote weg af werden geleid om een beroving op touw te zetten, met als doelwit de inhoud van uw geldtransportbus. Kan Shreeves erbij betrokken zijn geweest? Als ingewijde?’
‘Het is bij me opgekomen,’ zei Ragg. ‘We werken langs de hele noordkust van Norfolk, al vijftien jaar. Er zijn een heleboel plekken waar een gsm geen bereik heeft, maar de meeste zijn op de stranden of in het moeras. Slechts een paar weggedeelten. Mijn busjes gebruiken die nooit. We hebben geen radio’s, dus mobiel bereik is van cruciaal belang. Zelfs op de ergste witte vlekken kun je meestal wel een signaal oppikken als je wat rondloopt. Maar niet op Siberia Belt, daar heb je bijna vijf kilometer lang geen bereik. Het is de ergste witte vlek aan de kust. Daarom rijden de vaste bestuurders daar nooit. Echt nooit.’
‘Dus misschien was hij erbij betrokken?’ drong Shaw aan.
‘Ik hou van mijn dochter, inspecteur, maar ze is niet de beste karakterkenner van de hele wereld. Toen ze Jonah leerde kennen, zei ik dat ze moest wachten, het een jaar de tijd moest geven. Maar dat wilde ze niet. Ik zei dat ze er spijt van zou krijgen. Ze is nu thuis en nu heeft ze dat.’
Het busje aan de brug schudde en ze hoorden een gewricht kraken in het lichaam. Er was een been gebroken en Valentine wendde zijn blik af toen het bot tevoorschijn kwam, waarvan het verbrijzelde uiteinde door de gescheurde overall drong.
‘Ik moet eigenlijk bij haar zijn,’ zei Ragg. ‘Wat Jonah betreft: als hij er inderdaad bij betrokken was, denk ik dat hij zijn gerechte straf heeft ondergaan, vindt u ook niet?’