46

Op een prachtige, zonnige maandag reden Moe Reed en Aaron Fox naar het noorden over de Pacific Coast Highway. Aaron zat aan het stuur van zijn Porsche. Beide broers hadden een zonnebril op en droegen een hemd met korte mouwen, dat van Aaron een witte Malo van driehonderd dollar, dat van Moe een merkloze marineblauwe polo. Op het eerste gezicht een stel aantrekkelijke jonge mannen, een dagje op stap.

De Porsche had een klein, amper bruikbaar achterbankje voor het geval het nodig was. Ze zetten de auto op een parkeerplaats voor bezoekers bij Pepperdine University, lieten een opsporingsbevel zien aan de campusautoriteiten en gingen op zoek naar Rory Stoltz.

Ze spraken hem aan na afloop van een college bedrijfskunde en leidden hem weg van zijn medestudenten naar het uitgestrekte smetteloos groene gazon dat de campus scheidde van de Highway.

Rory had gel in zijn haar gedaan en het met een keurige zijscheiding gekamd. Het zat niet langer zorgvuldig in de war, zoals toen hij voor Mason Book aan het werk was. Hij droeg een onberispelijk bleekgroen buttondown overhemd, met verstand van zaken gestreken door zijn moeder. Hetzelfde gold voor de denim broek met rechte pijpen. Lang, slank, gebruind.

Aaron dacht: Ralph Lauren-reclame in levenden lijve. Afgezien van zijn gezicht, dat op instorten stond.

‘Jullie kunnen…’

‘Dat hebben we zojuist gedaan,’ zei Moe.

Rory kreeg een stomme, weerbarstige trek op zijn gezicht: een obstinaat kind dat zich ingraaft. Hij begon te plukken aan grassprietjes. ‘Dit is wat we weten,’ zei Moe. ‘Jij functioneert regelmatig als drugskoerier voor Mason Book en Ax Dement.’ Zorgvuldig gemanicuurde vingers wreven gras tot pulp, kleurden groen aan de vingertoppen. Gemanicuurd, nota bene.

Mijn manicure is beter, dacht Aaron.

Moe zei: ‘Je bent ook geobserveerd terwijl je net deed alsof.’ De jongen liet zijn hoofd hangen. Zijn handen trilden.

Moe zei: ‘Niet alleen haal je drugs voor Book en Ax, je zet ze ook nog af als ze om spul op recept vragen. Je zorgt van tevoren voor een voorraad tegen discountprijzen en noemt hun een hogere prijs. Ze geven je geld en sturen je op pad om te scoren. Jij rijdt een tijdje rond, doet niets, gaat terug, geeft hun het spul en zegt dat er moeilijk aan te komen was. De winst stop je in je eigen zak. Soms krijg je een fooi van Mason Book omdat je je zo hebt ingespannen.’

Aaron zei: ‘Zo’n slimme zakenman, wat moet jij nog bij een college bedrijfskunde? Hoelang had je gedacht dit te kunnen volhouden voordat iemand erachter zou komen?’

‘Wij hadden het zo door,’ zei Moe. ‘Met observeren. En wat denk je? We hebben net je slaapkamer onder handen genomen en al die Xanax en ritalin en valium gevonden die je daar had opgeslagen. Volgens ons koop je gewoon op grote schaal in bij je medestudenten.’

Rory schudde zijn hoofd.

‘Pepperdine zal je dankbaar zijn voor een schandaal van deze orde. Zeg maar dag met je handje tegen een academische titel, we hebben genoeg om je jarenlang op te bergen.’

De jongen keek op.

‘Jaren,’ zei Moe.

‘Ik heb nooit iets gekocht, ik kreeg extra en dat heb ik bewaard.’

‘Je beledigt onze intelligentie, Rory.’

Een diep stilzwijgen.

‘Het punt is,’ ging Moe door, ‘dat we dat allemaal misschien wel helemaal niet belangrijk vinden.’

‘Uh, pardon?’

‘Je maatje Ax is gearresteerd voor moord. Hij doet wanhopig zijn best om het vege lijf te redden en weet niet hoe snel hij iedereen moet verlinken. Dat betekent dat wie ook maar in de verste verte iets met hem te maken heeft gehad, wordt meegezogen in iets wat groot en smerig is. We gaan ervan uit dat jij niet tot die mensen wilt behoren.’

‘Moord? Ik… Ik, ik heb…’

Moe legde zijn hand op Rory’s schouder, voelde hoe de jongen onder de aanraking in elkaar kromp. Een handig gebaar, dat zou hij opslaan in zijn repertoire.

‘Rory, je moet ons alles over Caitlin vertellen. Zelfs als jij haar hebt vermoord. Want wij komen erachter en dan wordt het alleen maar erger voor jou.’

‘Haar vermoorden… Nee, nee, nee, zeker niet!’ Naar adem happend. ‘Nee, dat heb ik niet gedaan. Ik zweer het, zeker niet…’

De onvermijdelijke tranen.

‘Wat is er dan met haar gebeurd, Rory.’

Schudden met het hoofd.

‘Tijd om je eigen hachje te redden, Rory.’ Moe glimlachte. ‘Wie weet? Misschien word je ooit nog wel eens een hele grote agent in De Industrie.’ Tegen Aaron: ‘Dat heeft hij wel in zich, vind je niet?’

Aaron zei: ‘In moreel opzicht heeft hij alles al wat hij nodig heeft.’

Op Rory’s gebruinde gezicht waren roze plekken verschenen. Over zijn blauwe ogen lag een waas van traanvocht en shock. ‘O, God…’

Moe drong aan. ‘Wat is er met Caitlin gebeurd, Rory?’

Een tel. Twee tellen. Drie.

‘Ik heb het beloofd.’

‘En nu breek je je belofte.’

Rory keek langs hen heen, of door hen heen, naar de Highway. Een oneindig blauw lint.

Al die glanzende lak en al dat chroom dat voorbijsnelde naar aangename oorden. De oceaan een zachte blauwgrijze deken, oppervlakkige onrust veroorzaakt door een onzichtbare hand.

‘Jullie mogen me niet citeren.’

Arrogante kleine etter.

Moe zei: ‘Wij kunnen doen waar wij godverdomme zin in hebben. Ga praten of ik smijt je achter tralies.’

‘Oké, oké,’ zei Rory. ‘Maar je moet begrijpen dat ik mijn best heb gedaan. Wat je ook zegt.’