31

Delaware’s aanbeveling klonk Aaron zinnig in de oren: houd Raymond Wohr scherp in de gaten en gebruik de pooier om het onderzoek naar een hoger niveau te tillen. Maar daarmee kreeg Moe al het werk te doen en moest hij werkloos toekijken, en toen meneer Dmitri belde om te vragen hoe het ging, moest hij doen alsof.

De Rus liet zich niet voor de gek houden. ‘Als er ooit iets gebeurt, moet je het zeggen. Maitland ziet er ongelukkig uit.’ Klik.

Aaron reed naar de Duitser, haalde de Opel op, belde Merry Ginzburg voor de derde keer, wilde haar zwaarder onder druk zetten voor meer informatie over Mason Books opname in het ziekenhuis. Ze nam nog steeds niet op. Volgende agendapunt: iemand die zeker mee zou werken.

Manuel Lujons vader en grootvader waren vaardige tuinlieden die een paar van de fraaiste landgoederen in San Marino hadden onderhouden. Manuels drie oudere broers hadden de familietraditie voortgezet en Lujon Hoveniers verplaatst naar de Westside, waar ze in Holmby Hills en Beverly Park tuinen onderhielden die een rol speelden op de scorekaart van zelfgenoegzaamheid van de eigenaren.

Manuel was vijfentwintig, slim, had niets met mulchen, en had een ba als tekstschrijver gehaald aan de universiteit, waarmee hij op geen stukken na in de buurt van De Industrie terecht was gekomen. Overdag werkte hij in een tweedehandsboekwinkel aan Pico, in de buurt van Overland. Aaron deed een beroep op hem als hij een bepaald soort camouflage nodig had.

Hij vroeg Manuel om gewoon te zijn wat hij was, niet te doen alsof. De jongen was te eerlijk om toneel te spelen. In tegenstelling tot Liana, voor wie bedrog een tweede natuur was.

Zij had hem ook nog niet teruggebeld, had waarschijnlijk niets opgestoken bij haar tweede bezoek aan Riptide. Kennelijk was het zijn dag niet om contact te onderhouden met de vrouwen. Hij kon mam altijd nog bellen.

Hij moest er hardop om lachen, maar het klonk niet spontaan.

Alsof ik toneelspeel.

En de volgende tekst, met Moe’s stem: Niet dan?

Toen Aaron arriveerde bij Once Again Books, verkocht Manuel een stapel geschonden Elmore Leonards aan een stevige, bebaarde man die een alohahemd droeg, die zijn eigen plastic hoezen had meegenomen en rustig de tijd nam om ze daarin te stoppen. Daarna hielp Manuel een jochie dat met verfrommelde biljetten en rolletjes munten een uitgave van Robert Crumb kocht.

Geen andere klanten. Aaron slenterde naar voren van de wankele multiplex schappen. Manuel legde een bladwijzer in zijn eigen leesmateriaal. Gravity’s Rainbow van Pynchon. Manuel zei: ‘Amigo! Voorzichtig! Ren naar de grens!’

‘Hoeveel voor het huren van een van de pick-ups van je broers?’

‘Je maakt een grapje.’

‘Helemaal niet.’

‘Hoe moet ik dat weten? Eerlijk gezegd ben ik bovendien gekwetst. Meestal heb je behoefte aan mijn dramaturgische kwaliteiten, niet aan spullen.’

Als je eens wist.

Aaron zei: ‘Ik heb beide nodig.’

‘Mij in een pick-up?’

‘Precies.’

‘Ah,’ zei Manuel. ‘Waar moet de azalea geplant, meneer de baas? Onder de wilg of achter…’

‘Zou je nu kunnen bellen en het vragen?’ zei Aaron. ‘Ik betaal goed.’ Hij keek de lege winkel door. ‘Hoe snel kun je weg uit dit centrum van bedrijvigheid?’

‘Om waarheen te gaan?’

‘Hollywood Hills.’

‘Om wat te doen?’

‘Een beetje niks doen en er Mexicaans uitzien.’

Manuel lachte. ‘Kerel, je probeert niet eens politiek correct te doen.’

‘De rest van de wereld ook niet,’ zei Aaron. ‘Daarom heb ik jou nodig.’ Hij raakte zijn eigen gezicht aan.

‘Er komt ook wel zwart volk in de Hills, Aaron.’

‘Als ik daar te lang rondhang, weer eentje minder.’

‘Geldt ook voor mij,’ zei Manuel.

‘Met die pick-up krijg je tijd. Zorg maar voor een heleboel gereedschap achterin.’

‘Zoden omploegen,’ zei Manuel. ‘Nog een onzichtbare man erbij. Moeten we er ook nog een paar zakken mest bij doen, zodat het authentiek lijkt? Aan de andere kant, wie heeft zulke stront nodig?’

Toen ze waren uitgelachen, zei Manuel: ‘Vertel eens iets over de salarisschaal.’

‘Zoals gebruikelijk.’

‘Vijfendertig per uur.’

‘Gebruikelijk is vijfentwintig.’

‘Misschien moet het gebruik veranderen, amigo.’

‘Dertig,’ zei Aaron, terwijl hij op het boek van Pynchon tikte. ‘Maar dat moet je niet meenemen.’

‘Houd jij niet van literatuur?’

‘Vandaag houd jij niet van literatuur.’

‘Gewoon een domme halfbloed die zich laat uitbuiten om vuil werk te doen.’

Een van de pick-ups was bezig met een klus die zo ongeveer klaar was, op Hillcrest Drive in Beverly Hills. Voor nog eens honderd dollar extra gaf oudste broer Albert Lujon zijn mannen opdracht de sleutels aan Manuel over te dragen en met de bus terug naar huis te gaan.

Duidelijke hiërarchie in de familie, dacht Aaron. Dat moet een genot zijn…

Hij inspecteerde zijn telefoon. Het enige wat hij had ontvangen, waren opgenomen reclameberichten voor goedkope telefoondiensten en internetaansluitingen. Wanneer deze zaak voorbij was, moest hij maar weer aan een ander telefoonnummer.

Wanneer.

Indien ooit.

Tegen drie uur bevond Manuel zich, opgetuigd in groezelige werkkleren, met zwarte nagels van het krabben in de grond, op een perfecte plek om te surveilleren. Een plek die Aaron had ontdekt toen hij de buurt doorkruiste. Een bouwterrein iets voorbij Swallowsong, waar die dag niemand aan het werk was.

Het project betrof een hoekig eigentijds huis in aanbouw, waar het eigenlijk nog wel maanden kon duren voordat er een hovenier aan de slag kon. Het gazon en de oprit hadden zich ontwikkeld tot een overwoekerd weiland. Toen Manuel begon met maaien, liep er een vrouw langs die mompelde: ‘Eindelijk.’

Het was niet gericht aan de man die de maaimachine duwde, ze zei het zomaar voor zich uit.

Toen ze voorbij was, belde Manuel Aaron. ‘Ik zou echt eigenlijk vijfendertig moeten krijgen.’

‘Waarom?’

‘Omdat ik hier wel een allergie kan oplopen.’

‘Voor gras?’

‘Voor niet bestaan.’

Aaron reed rond door Hollywood Hills. Hij passeerde de pick-up van Manuel keer op keer en genoot van de truc die hij had bedacht, in de wetenschap dat het bij zonsondergang zou ophouden. Manuel harkte het gras bij elkaar in keurige bultjes. Misschien verdiende hij vijfendertig.

Om vier uur stopte Aaron voor een kop koffie met een sandwich bij Mel’s Diner aan Sunset, waar hij een leeg tafeltje vond, geflankeerd door achterlijke epigonen van rocksterren die een gesprek voerden dat vooral bestond uit boeren en grommen.

Om de een of andere reden gespannen, liet hij het grootste deel van het eten staan en was hij op weg terug naar de Opel toen zijn telefoon overging. Moe.

‘Hoi.’

‘Hoe is het daar? Gebeurt er nog iets?’

‘Hier is niet zoveel, Moses.’

‘Improviseer je niet?’

‘Doe eens een suggestie, Moses.’

Stilte.

Moe zei: ‘Bel me als je iets te weten komt,’ en verbrak de verbinding.

Verwacht hij dat ik iets te weten kom? Als dat zo was, was het het eerste compliment dat hij ooit van zijn broer gekregen had.

Hij keerde terug naar de heuvels, om nog maar eens een rondje te doen. Misschien zou hij het dit keer wagen om echt langs het huis met dat fraaie hek te rijden.

Voordat hij in de buurt was, belde Manuel. ‘Ik heb misschien iets wat je interesseert. Jaguar jx, verlengde wielbasis, leger-grijs, vrouw aan het stuur. Ze reed Swallowsong in en om de een of andere reden trok ze mijn aandacht, dus ik ben erachteraan gegaan, en wat denk je waar ze heen ging? Ik heb talent, je moet misschien gaan denken aan veertig per uur…’ ‘Je hebt je post verlaten?’

‘Als je wilt mopperen, toe maar, maar het heeft wel iets opgeleverd. Ik heb een hark en een bladblazer meegenomen en ik zag haar nog net door die rare hekken rijden. Niemand heeft de vreemdelingenpolitie gebeld, oké? Ze is daar naar binnen gegaan en er weer uitgekomen. Precies achtentwintig minuten binnen geweest. Vrouw zag er aardig uit.’

‘Blond, donkerblond?’

‘Grijs,’ zei Manuel. ‘Maar aardig, alsof ze er met opzet niets aan deed om het te verdoezelen. Toen ze weer naar buiten kwam, keek ze bars. Alsof wat er in die achtentwintig minuten was gebeurd, geen lolletje was geweest.’

‘Heb je het kenteken?’

‘Je krijgt twee dollar korting, ik ga akkoord met achtendertig als ik de rechten krijg voor alle vuile details voor een filmscript. Het spul waar ik aan heb gewerkt, doet het niet. Te veel Pynchon en DeLillo, niet genoeg Histoire d’O.’

‘Kenteken,’ zei Aaron.

‘Dat is dus afgesproken? Uitstekend. Heb je een pen bij de hand?’

Aaron maakte gebruik van een prepaid om zijn bron bij de dienst voor wegverkeer te bellen.

Kassa! Meneer Dmitri.

Het kenteken hoorde bij een Jaguar van een jaar oud die was geregistreerd op naam van Arlene Frieda Solomon, eenenveertig jaar oud, bruin haar en groene ogen, één meter vijfenvijftig, vijfenvijftig kilo. Woonachtig aan McCarty Drive in Beverly Hills.

Aardige buurt, net ten zuiden van Wilshire, aantrekkelijke, goed onderhouden huizen met een verdieping die drie miljoen of meer deden.

Arlene Solomon had haar haar rustig grijs laten worden nadat ze twee jaar daarvoor haar rijbewijs had verlengd. Op de foto van de dienst voor wegverkeer stond een brunette met een smal gezicht en grote ogen.

Serieuze blik. Bijna somber. Dat had je soms met foto’s van de dienst voor wegverkeer, maar deze zag er toch wel echt heel somber uit.

Aaron maakte met zijn BlackBerry contact met internet. Arlene Frieda Solomon leverde meer dan honderd hits op. Psychiater Arlene Solomon haalde de toename van eetstoornissen bij steeds jongere kinderen aan als argument voor de stelling dat de druk…

Arlene Solomon, m.d., psychiater in Beverly Hills die is gespecialiseerd in boulimie en anorexia, zegt…

Een panel van experts in het Oak Center in Beverly Hills, voorgezeten door dr. Arlene Solomon, expert in…

Hij meldde zich af en belde dr. Alex Delaware.

De psycholoog zei: ‘Ik ken haar van naam, maar niet persoonlijk.’

‘Wat weet je van haar?’

‘Slim, goed opgeleid, kennis van zaken. Ze was hoofd van de kliniek voor eetstoornissen aan de universiteit. Misschien nog wel.’

‘Toegewijd ook,’ zei Aaron. ‘Aardige praktijk aan Bedford Drive, maar ze doet ook huisbezoeken.’

‘Het soort patiënten dat zij heeft, heeft dat soms nodig, Aaron.’

‘En patiënten als Mason Book hebben allerlei privileges.’

‘Moeilijk te zeggen, zolang je niet weet hoe ze met anderen omgaat.’

Doktoren nemen elkaar altijd in bescherming.

Aaron zei: ‘Je gok was een schot in de roos, dok.’

Misschien ben ik nu nog een gokje waard?

Delaware zei: ‘Soms heb je mazzel.’

‘Is er nog iets wat je me kunt vertellen?’

Even bleef het stil. ‘Er schiet me niets te binnen.’

Aaron zei: ‘Goed, we weten nu in ieder geval waarvoor Book was opgenomen.’

‘Waarschijnlijk.’

‘Hoe bedoel je?’ zei Aaron.

‘Een eetstoornis sluit allerlei andere mogelijke problemen niet uit. Misschien gaat het wel goed met zijn voedingsgewoonten, maar bezocht hij het ziekenhuis voor depressies, rusteloosheid, of zelfs zelfmoordneigingen.’

‘Een gerucht gebaseerd op de waarheid… Ik neem aan dat jezelf uithongeren kan worden beschouwd als een langzame vorm van zelfmoord, niet?’

Delaware zei: ‘Mogelijk. En misschien komen jullie toch uiteindelijk weer uit bij waar je begonnen bent.’

‘En dat is?’

‘Schuldgevoelens.’

Aaron belde de praktijk van dr. Arlene Solomon en werd te woord gestaan door een man met een ijzige stem. De onvriendelijke poortwachter had de zaken geen kwaad gedaan. De psychiater zat helemaal vol en nam geen nieuwe patiënten aan.

Aaron noemde zich Clarence Howard, een van zijn pseudoniemen, liet een paar strategische haperingen in zijn stem doorklinken en construeerde een tragisch verhaal van een dochter in de puberteit die zich niet meer liet corrigeren en afstuurde op een ontijdig verscheiden.

De receptionist zei: ‘Het is niet aan mij, meneer.’

‘Mijn dochter is echt ziek en iedereen zegt dat dr. Solomon de allerbeste is.’

‘Ik zal uw boodschap aan dr. Solomon doorgeven, meneer.’ Klik.

Aaron leunde achterover op de bestuurdersstoel van de Opel en keek naar de donkerder wordende lucht boven kloven en pieken, de buitenissige dakpartijen van landhuizen in de verte in een stad zonder grenzen. Manuel was net weggereden in de pick-up van het hoveniersbedrijf. Behalve dr. Solomon was er niemand bij het huis aan Swallowsong gearriveerd en had evenmin iemand het huis verlaten. Hij had de Opel op het hoogste punt van een van de hoogste straten in de buurt geparkeerd, voor nog zo’n bouwterrein. De helft van alle onroerend goed hier bevond zich in een of ander stadium van sloop of herbouw. Dure, stoffige zandbak. Waren er wel mensen in L.A. die gewoon van het leven konden genieten?

Om zelf een tijdje te genieten, van de rust, zette hij de trilfunctie van zijn telefoon aan. Hij had net een blikje Red Bull opengetrokken, toen de telefoon begon te springen op de passagiersstoel. Merry Ginzburg. Eindelijk.

‘Lang geleden, mevrouw G.’

‘Als jij blijft bellen, schat, ga ik me straks nog weer populair voelen.’

‘Drukke dag vandaag?’

‘Overleg,’ zei ze. ‘En daarna overleg over overleg. Een niet met name genoemd lokaal station zou me misschien willen voor het verslaan van vuiligheid uit De Industrie in het late nieuwsbulletin. Nou niet bepaald Carbon Beach en Bentleys, maar lieverkoekjes worden blah, blah, blah. Hoe dan ook, ik heb in ieder geval uitgevonden waarom je weet wel naar je weet wel ging.’

‘Dit is een beveiligde lijn,’ zei Aaron.

‘Nou, goed dan: de bron van mijn bron heeft met een andere bron gepraat die een bron had, dus dit zou wel eens zo’n verjaardagsspelletje kunnen worden, maar zoals ik al zei, lieverkoekjes. Waar het op neerkomt is, dat meneer Book niet meer eet.’

‘Je meent het,’ zei Aaron.

‘Anorexia is niet langer iets voor meisjes, Denzel. Vooral in De Industrie, al die druk om erbij te lopen met ingevallen wangen. Maar omdat we het hebben over iemand met de status van meneer Book die lijdt aan cachexie, hebben we het over Vuiligheid van de Bovenste Plank.’

‘Ca… wat?’

‘Terminale ondervoeding, schat. Het is een medische term. Ik ben er even ingedoken nadat ik het trieste verhaal hoorde van die arme Mason. Ik heb geen koppeling gevonden tussen hem en calorieloze diëten, maar ik heb mijn vocabulaire wel uitgebreid. Cachexie. Fraai toch? Allemaal scherpe kantjes, zo’n anomato-weet-ik-veel. In ieder geval is Mason ongetwijfeld opgenomen in Cedars voor intraveneuze sushi en kobe. Dat verklaart ook de afwezigheid van medicijnen, toch? Misschien kunnen mensen met cachexie niet tegen medicijnen. Ik heb een paar telefoontjes gepleegd om erachter te komen wie hem behandelt. Zodra ik dat weet, zal ik proberen me daar…’

‘Niet doen,’ zei Aaron. ‘Alsjeblieft.’

‘Wat, niet doen?’

‘Niet verder gaan, Mer.’

Een lang stilzwijgen.

‘Meneer Fox, meneer Fox. Waarom krijg ik het gevoel dat je dit allemaal al weet en dat je me om de een of andere godvergeten reden maar hebt laten doorpruttelen als een aan speed verslaafd soapsterretje dat haar uiterste best doet de neuzen van de laarzen van Spielberg te kussen?’

‘Dat is niet zo,’ loog Aaron gladjes. ‘Het is heel belangrijke informatie, die ik meer waardeer dan je je kunt voorstellen. Maar dat is ook precies de reden waarom je er verder niets over mag zeggen.’

‘Dat Book niet eet heeft met moord te maken?’

‘Ik kan verder niets zeggen, Merry. Trek alsjeblieft geen voorbarige conclusies.’

‘Zonder info, liefje, is dat precies wat de creatieve geest van Merry op allerlei manieren doet.’

‘Ik begrijp het, maar in dit stadium kan dieper porren het hele onderzoek in gevaar brengen.’

Merry barstte uit in een schorre, bulderende lach die pijn deed aan Aarons oor en hem zijn telefoon een eind van zijn hoofd deed houden. Het was dezelfde, bijna mannelijke lach die hij had gehoord toen ze hadden gevreeën. Postorgastische euforie, alsof hij net had geneukt met een dokwerker. Ze was goed in bed, technisch, maar die lach was fout.

Hij zei: ‘Wat is er zo grappig, Mer?’

‘De manier waarop je net formeel deed, liefje. “Het onderzoek in gevaar brengen,” rechtstreeks uit een B-film.’

‘Maar toch is het waar. Je moet dit geheim houden.’

‘Gaan we dit kleine mysterie oplossen voor de zesde onderbreking voor reclame, Denz? Want zo niet, dan zie ik niet in waarom ik een sappig stukje vuil moet opgeven, dat ik aan diverse tabloids zo kwijt kan voor behoorlijk veel meer geld dan ik in maanden kan verdienen bij een lullig lokaal stationnetje…’

‘Alsjeblieft, laat nu,’ zei Aaron. ‘Als de tijd rijp is, krijg je het hele verhaal. Genoeg vuil voor een hele show.’

‘Zeg jij.’

‘Heb ik je ooit teleurgesteld?’

‘Natuurlijk heb je dat, liefje.’

‘Wanneer?’

‘Jij bent een man,’ zei ze. ‘Je hoeft helemaal niets te doen om me teleur te stellen, daarvoor hoef je alleen maar te bestaan. Goed, ik zal Books problemen onder de radar houden. Maar niet voor eeuwig.’

‘Bedankt, Mer, misschien kunnen we ergens samen gaan eten als dit voorbij is. Geen zaken, alleen plezier.’

Stilte.

Ze zei: ‘Jij, mijn lief, bent een ongelooflijke klootzak.’

Het ontbrak Aaron aan energie, en feiten, om dat te bestrijden.