41

Aaron was de herder, Mason Book het schaap.

De acteur stond als een naakt geraamte in de voorkamer van het ruimteschiphuis, toen Aaron hem weer inpakte in de badjas die hij op de vloer had laten vallen. Zo mak als een lammetje. Vettige klodders van het door Book uitgegoten blikje proteïnedrank waren terechtgekomen op de zwarte stoel en de gladde stenen vloer. Aaron vermeed zorgvuldig in het spul te gaan staan toen hij Book naar een bank bracht, maar zich plotseling realiseerde dat die positie een prachtig uitzicht bood over de verlichte stad.

Een panorama dat uitnodigde tot zelfmoord. Het had geen zin Book in herinnering te brengen wat er zojuist mislukt was. Hij pakte hem bij zijn elleboog en leidde hem naar een aangrenzend vertrek, kleiner, stoelen bekleed met rood suède, een zwart bureau en een met grijs tweed beklede bureaustoel, zwart gelakte boekenkasten, voor het grootste deel leeg, op een aantal dvd’s op één plank na. Recente films, allemaal rotzooi, waarschijnlijk geschenkexemplaren van de studio’s of de Academy. Niet één van Books films.

Hij zette de acteur op de bureaustoel, draaide die naar een rode muur, schoof een hand in de zak van zijn cargobroek en schakelde de minirecorder in. Geruisloos ding, goed gereedschap was het halve werk.

‘Vertel eens wat er gebeurd is, Mason.’

‘Wanneer?’

‘Die avond dat Adella Villareal is vermoord.’

Book likte zijn lippen. ‘Dat heb ik niet gezien.’

Daar ging de macht van schuldgevoelens. Eerste ronde van de woordspelletjes.

‘Vertel me eens wat je wel hebt gezien, Mason.’ Hij glimlachte bemoedigend naar de acteur, terwijl hij probeerde de pijn te negeren die door zijn lichaam bleef gaan. Tartende vlaagjes vermoeidheid braken door de adrenalinestroom.

Hij prentte zich in dat dit zou werken, dat dit moest werken. Book was geschift, die kon je aan het praten krijgen. Als er maar niemand op het verkeerde moment kwam opduiken.

Book zat op de bureaustoel. Aaron liet zijn hand over de nylon holster van zijn wapen glijden. ‘Mason, het is tijd om jezelf recht in de ogen te kijken.’

Book zei: ‘Ik heb alles gezien, maar dat niet.’

‘Wat niet?’

‘Dat ze werd vermoord.’

‘Dus je weet dat ze is vermoord.’

Het uitgemergelde gezicht van Book kwam omhoog. Bleekblond haar ruiste toen Book zijn armen spreidde in een gebaar dat wilde zeggen: Wie, ik? Verrassend jongensachtig, ondanks het verwoestende leven dat hij had geleid.

Met genoeg make-up en de juiste camerastand zou de man er misschien nog wel in slagen om een van zijn charmante rollen te spelen. ‘Ik ben je engel, Mason. Je moet mij alles vertellen.’

Book snoof en liet zijn tranen lopen.

Zelfmedelijden, de klootzak. Aaron had zin om hem een oplawaai te verkopen.

Book keerde zich af en kokhalsde. De ribbenkast van de acteur zette uit als een blaasbalg. Troebel, geelbruin vocht kwam uit zijn mond, gleed over zijn kin en druppelde op de vloer.

Totale ineenstorting nabij. Verdomme, waar is Delaware als je hem nodig hebt?

Aaron zei: ‘Vertel me wat je weet, Mason. Dat zal je opluchten.’

Book kokhalsde opnieuw. Ademde luidruchtig en schor, raakte de controle kwijt en verzeilde in een hoestbui. Aaron sloeg hem op zijn rug tot de aanval voorbij was. Book zocht troost als een gewond jong hondje, drukte zijn hoofd tegen Aarons dijbeen. Greep Aarons mouw met een hand met vuile nagels.

Zat hij zo in elkaar?

Aaron klopte Book bemoedigend op zijn hand.

Book drukte zich dichter tegen Aaron aan. ‘Je bent hier voor mij.’

‘Natuurlijk, Mason. Maar ik moet wel alles weten.’

Hij pelde Books hand van zijn arm, trok een rode stoel bij en ging tegenover de acteur zitten. Schoof met de stoel naar voren tot zijn knieën niet meer dan een centimeter van de knobbelige botten van de acteur verwijderd waren. Herinneringen van deprimerende verhoorkamers op politiebureaus. Hier zag het er mooi uit, maar de sfeer was niet minder drukkend.

‘Toe maar, Mason.’

‘Hij zei dat het alleen maar een afspraakje was.’

‘En “hij” is…?’

‘Een vriend. Ik kende haar niet eens.’

‘Hoe heet die vriend, Mason?’

‘Zijn echte naam is Ahab.’

‘Maar iedereen zegt Ax.’

‘Ax. Ja, ken je hem?’

Jackpot! Het leek wel of zijn recorder begon te spinnen van plezier.

‘Wij, engelen, weten allerlei dingen.’

‘Hij is niet beroemd,’ zei Book. ‘Dat wil hij wel zijn, maar hij is het niet.’

‘Zo eentje,’ zei Aaron. ‘Ik wil wedden dat je er daar veel van tegenkomt.’

‘O, jaah…’ zei Book. ‘Ik dacht dat hij me zou beschermen. Hij is zo’n beresterke vetzak. Eet wat hij wil.’

‘Mazzelbink… Dus Ax zei dat hij een afspraakje had met Adella?’

‘Hij zei een meisje uit die tent.’

‘Welke tent?’

‘Die tent waar we wel heen gingen.’

‘Een club?’

‘Meer een kroeg,’ zei Book.

‘Een kroeg waar Ax en jij naartoe gingen om bier te drinken?’

Books ogen richtten zich op Aaron. ‘Jij lijkt op Denzel.’

‘Dat zeggen ze wel vaker.’

‘Denzel zou heel goed een engel kunnen spelen,’ zei Book. ‘Hij heeft veel talent.’

‘Zeker,’ zei Aaron. ‘Die tent waar Ax en jij naartoe gingen, die heeft een naam.’

‘Riptide.’

‘Adella kwam daar ook vaak.’

‘Ik weet niet hoe ze heette,’ zei Book. ‘Ik ben er nooit met haar geweest.’

‘Ax wel.’

‘Dat heb ik nooit gezien.’

‘Maar dat heeft hij jou verteld.’

‘Ja.’

‘Die avond toen het gebeurd is, Mason, wat voor soort afspraakje was het volgens Ax?’

‘Je weet wel.’

‘Alleen als jij het me vertelt, Mason.’

‘Een feestje. Met zijn allen.’

Aaron zei: ‘Ax en jij zouden een triootje gaan doen met Adella.’

‘Ik weet niet hoe ze heette. Hij had het over een geweldig stuk dat hij kende uit Riptide. Ze was wild.’

‘Perfect voor een triootje.’

‘Het is nooit gebeurd,’ zei Book. Alsof hij het nog steeds betreurde.

‘Wat is er wel gebeurd, Mason?’

‘We zijn naar een hotel gegaan.’

‘Welk hotel?’

‘Het Hyatt.’

‘Welk Hyatt?’ vroeg Aaron, al was hij ervan overtuigd dat hij het antwoord wist.

Book zei: ‘Op Sunset.’

Vijf minuten rijden van Swallowsong. ‘Naast de Comedy Store.’

‘Jaah.’

‘Het feestje was in het hotel.’

‘Toen we daar aankwamen, zei Ax: “Nee, we doen het anders, in de buitenlucht.”’

‘Een feestje buiten.’

‘Klonk wel goed, vond ik,’ zei Book. ‘Ax ging naar binnen en kwam met haar weer naar buiten.’ Book rilde. ‘Je weet het over de baby, toch?’

In Aarons hoofd tingelden vrolijke belletjes. Hij hield zijn gezicht strak. ‘Zoals ik al zei, Mason, ik weet van alles. Dus Adella kwam het hotel uit met Ax en de baby.’

Een hoofdknik.

‘Waar was jij?’

‘In de pick-up.’

‘Waar was de pick-up?’

‘Op het parkeerterrein van het hotel.’

‘Ax durfde iemand die zo beroemd is als jij zomaar achter te laten in een pick-up op het parkeerterrein van een hotel?’ ‘Hij zei dat ik op de achterbank moest gaan liggen. Dat doen we vaker.’

‘Wanneer?’

‘Als we niet gezien willen worden.’

En dan gehoorzaam jij als een imbeciel met hersenletsel.

Book zei: ‘Het zat helemaal ingepakt. Blauwe deken. Ik denk dat het een jongetje was.’

‘Ze gaat naar een feestje en neemt de baby mee.’

‘Nogal maf,’ stemde Book in. ‘Ze stapte achterin. Ik ging rechtop zitten en ze was heel blij.’

‘Waarom?’

‘Omdat ze zag dat ik het was.’

Niet snoevend, gewoon de feiten. ‘Ze was daar vanwege jou.’

‘Jep.’

‘Ze dacht dat ze alleen een afspraakje met jou had.’

‘Daar houdt Ax van,’ zei Book. ‘Als ik meisjes ontmoet, ontmoet hij ze ook.’

‘Meisjes waar Ax niet mee in contact komt op eigen kracht.’ Book glimlachte. ‘Hij is een beetje dik.’

‘Dus hij gebruikt jou als lokaas.’

‘Jep.’

‘Dat heeft hij met Adella gedaan.’

Book zei: ‘Omdat hij haar wilde vermoorden.’

Aarons keel werd dichtgesnoerd. Hij dwong zichzelf rustig te ademen. ‘Dat zei hij.’

‘Dat heb ik ontdekt. Toen ze niet meer naar de pick-up kwam.’

‘Ik dacht dat ze met Ax meekwam uit het hotel.’

‘Dat wel,’ zei Book, ‘maar ze kwam niet mee terug uit het park.’

‘Het park?’ zei Aaron. ‘Even een stukje terug, Mason. Jullie hebben Adella opgepikt bij het Hyatt, waar jij dacht dat het afspraakje zou zijn. Maar Ax wilde een feestje in de buitenlucht, dus jullie reden naar een park.’

‘Jep.’

Vermoord waar ze haar hadden gedumpt. Moe had gezegd van niet. ‘Griffith Park.’

‘Niet dat park,’ zei Book. ‘Eentje bij het strand. Zij vond het te ver. Toen heb ik haar wat geld betaald en toen was het goed. Zelfs met de baby voorin, die een beetje huilde.’

De baby was voor in de pick-up?’

‘In een babyzitje,’ zei Book.

‘Ax had een babyzitje meegenomen.’

‘Hij zei: “Maak je geen zorgen, want we hebben een babyzitje.” Zei dat hij zelf vader was. Hij had ook andere spullen.’

‘Zoals?’

‘Luiers, flessen.’

‘Vond je dat niet gek?’

Book knipperde met de ogen. ‘Eigenlijk niet. Ik was niet bezig met baby’s.’

Is Ax vader?’

‘Nee,’ zei Book. ‘Hij heeft haar vermoord, dus ik denk dat liegen niet belangrijk was.’

Het was de eerste keer dat de idioot iets van bevattingsvermogen liet zien. Misschien werd het helderder in zijn hoofd. Aaron zag hem liever stoned en babbelend, en besloot om zo veel mogelijk dreiging uit zijn vragen te houden. ‘Ik geloof dat ik het wel voor me zie, Mason. Jij en Adella zitten op de achterbank van de pick-up, de baby is voorin, in een babyzitje, en iedereen is chill.’

‘Zij niet,’ zei Book. ‘Zij was een beetje… zeg maar zenuwachtig. Ik heb haar nog meer geld gegeven.’

‘Hoeveel?’

‘Ik weet het niet… Vijfduizend of zo?’

‘Vijfduizend dollar?’

‘Misschien twee. Drie, zes, weet ik veel, een pakje met honderdjes. Die krijg ik in stapeltjes als zakgeld.’

‘Ze komen je geld brengen.’

‘Myron,’ zei Book. ‘Hij is mijn manager. Soms gaat Ax naar de pinautomaat.’

‘Ax kent jouw pin.’

‘Ik houd er niet van de deur uit te gaan.’

‘Oké,’ zei Aaron. ‘Terug naar die avond. Welk park bij welk strand?’ Hij wist het antwoord al.

‘Een heel eind weg,’ zei Book. ‘Nog voorbij waar zijn vader woont, zijn vader heeft ergens een groot huis.’

‘Ben je daar geweest? Bij zijn vader thuis?’

‘Nee, dat is aan de andere kant van de weg, binnenland. Ik houd van het strand.’

‘Dat strand een heel eind weg…’

‘Leo Carrillo,’ zei Book. ‘Hij was acteur.’

‘Wie?’

‘Leo Carrillo.’

‘Zo.’

‘Jep.’ Er klonk een spoor van zelfvoldaanheid door in de stem van de acteur. De man was een bibberend wrak, maar hij had het nog steeds in zich om anderen de loef af te steken. ‘Hij speelde de rol van Mexicaan in cowboyfilms. Ze hebben een strand naar hem genoemd.’

Aaron zei: ‘Ik ken Carrillo. Het is daar mooi.’

‘Heel mooi,’ zei Book. ‘Het park is aan de landkant, maar het water is net aan de andere kant van de weg, je kunt het horen. Ik houd van dat geluid. Misschien ga ik wel verhuizen naar The Colony of zo, zodat ik kan slapen.’

‘Dacht Adella dat ze naar het huis van Ax’ vader zou gaan?’ Book geeuwde. ‘Jij weet echt dingen.’

Aaron glimlachte. ‘En toen Ax de afslag naar het huis van zijn vader voorbijreed…’

‘Zei ze: “Hé, waar gaan we heen?”’

‘En Ax zei…’

‘Niets. Hij reed gewoon door. Het was niet zoveel verder.’

‘En toen, Mason?’

Book likte zijn lippen, draaide rondjes met zijn hoofd, alsof het een soort yogaoefening was. Het kraakte hoorbaar.

‘Ax stopt voor een hek, stapt uit de pick-up. Zij zegt: “Kut, wat is dit?” Hij doet het portier open en trekt haar naar buiten. Heel hard.’

Book sloot zijn ogen. ‘Ik haat wapens.’

‘Ax had een wapen.’

‘Als hij het meeneemt, zeg ik altijd dat hij het moet wegstoppen.’

‘En wat gebeurde er toen?’

‘De baby begon te huilen. Ax zette het wapen tegen haar rug en zei haar dat ze moest gaan lopen.’

‘Het park in.’

‘Jep. Ze zei “Val dood!” en begon hem uit te schelden. Ax verdraaide haar arm heel erg en heel snel en ze begon te gillen. De baby krijste. Ik heb mijn handen over mijn oren gedaan.’

Hij deed het voor.

Zachtjes duwde Aaron Books handen weer omlaag. ‘En wat deed Ax toen?’

‘Hij sloeg haar met zijn wapen op haar achterhoofd en toen zij viel kneep hij zijn handen om haar hals.’ Hij likte opnieuw zijn lippen. ‘Er reden auto’s voorbij over de snelweg. Het was vreemd.’

‘Voor die mensen te donker om te zien, maar jij kon het wel zien.’

‘Ik heb niet gekeken. De baby huilde. Toen Ax klaar met haar was, gooide hij haar in de pick-up. Naast mij. Het stonk.’

‘Wat stonk?’

‘Ze had in haar broek gescheten. De baby jankte echt.’

‘Dat moet eng zijn geweest voor jou, omdat je eigenlijk alleen maar een triootje had verwacht.’

Book zweeg.

‘Jouw emoties zijn belangrijk, Mason, voor mij.’

‘Ik was… Het was alsof… Ik was high.’

‘Van wat?’

‘Een beetje roken, een beetje ice. Als upper.’

‘Upper waarvoor?’

‘Xanax. Restoril, valium, Ambien… dat soort spullen.’ Onwillig om het snuiven van heroïne te noemen. Aaron had dat eerder meegemaakt. Junkies uit de betere kringen die alles toegeven behalve H.

Book zei: ‘We hebben ook nog wat xtc gedaan. Maar daar werd ik niet gelukkig van.’

‘Omdat je net had gezien dat Ax Adella had vermoord.’

‘Mijn hoofd was helemaal… Ik was verbaasd.’

‘Door wat er gebeurd was.’

‘Ze was zo mooi,’ zei Book. ‘Ik was verbaasd dat zo vreselijk kon gaan ruiken. Daarna…’

‘Daarna wat, Mason?’

‘Nou… kwam er lawaai in mijn hoofd. Ik kon niet meer slapen. Ik kon ook niet meer eten.’

‘Omdat je je schuldig voelde om wat er was gebeurd.’

‘Toen ben ik in het ziekenhuis geweest,’ zei Book. ‘Ik was niet ziek, maar mijn dokter zei dat het moest.’

‘Omdat je niet meer kon slapen en eten.’

‘Ze wilden me door mijn aderen eten geven,’ zei Book. ‘Ik zei: “Nee, zover ben ik niet.”’ ‘Je was er nog niet aan toe om te worden gevoed.’

Books armen schoten naar voren in een smeekbede aangeraakt te worden.

Aaron bleef stil zitten. ‘Schuldgevoel is iets van goede mensen, Mason.’

‘Ze wilde mij ontmoeten. Ze wilde beroemd zijn.’

‘Wat is er gebeurd nadat Ax Adella weer in de pick-up had gelegd?’

Books armen vielen weer slap neer. ‘Hij zei: “We moeten haar ergens dumpen.”’

‘En toen zijn jullie naar Griffith Park gegaan.’

‘Een heel eind rijden,’ zei Book. ‘Het stonk en de baby krijste. Ax schreeuwde tegen het kind dat het verdomme zijn kop moest houden, maar dat hielp niet, dus zette hij Pink Floyd heel hard.’

‘Wat gebeurde er in Griffith Park?’

‘We hebben haar naar een plek gedragen waar het stikdonker was en daar hebben we haar neergelegd.’

‘Ax en jij.’

‘Hij wilde haar niet alleen dragen, omdat hij niet onder de viezigheid wilde komen, dus pakte hij haar bij de voeten en ik bij de handen. Ze slingerde een beetje.’ Book staarde Aaron aan. ‘Hij spreidde haar benen en zei dat het dan op Ted Bundy leek. Dat was slecht, hè. Dat ik hem heb geholpen.’

‘Je doet nu wat je moet doen, Mason: je praat. Wat is er met de baby gebeurd?’

‘Ax heeft mij naar huis gebracht.’

Aaron herhaalde de vraag. ‘De baby was in de pick-up.’

‘Ax heeft hem ergens heen gebracht.’

Geen antwoord. ‘Wat heeft Ax met de baby gedaan, Mason?’

‘Daar hebben we het niet over gehad.’

Aaron beloonde de idioot met de aanraking van een engel. Hij stond op en legde zijn handen op Books fragiele schouders. ‘Het gaat heel goed, Mason, maar we moeten door tot aan het einde. Wat heeft Ax met de baby gedaan?’

‘Dat weet ik niet. Daar praten we niet over.’

‘Om in het reine te komen, Mason, is schuldgevoel niet genoeg. Je moet ook boete doen.’

‘Schuld en boete,’ zei Book. ‘Klinkt als een film.’

‘Dat klinkt goed, Mason. Met jou in de hoofdrol.’

Books lach klonk nasaal. Angstaanjagend. Hij kronkelde onder Aarons handen uit en pakte tussen de nagels van duim en wijsvinger het vel van zijn hals beet, trok een losse flap naar voren. ‘Geen hoofdrol. Zover ben ik nog niet.’

‘Hoever?’

Books ogen klapten dicht. Hij hield nog steeds zijn vel tussen duim en wijsvinger vast, en kromde zich.

Aaron wrikte de vingers los. Books hals bleef bleek. Het lichaam van de man was zo uitgeteerd, dat zijn bloed niet eens reageerde op knijpen.

‘Mason, er is nog een vrouw. Caitlin.’

‘Wie?’ zei Book.

‘Blond, twintig, werkte in Riptide.’

Book fronste zijn wenkbrauwen. Twintig seconden lang leek hij serieus na te denken.

Hij schudde zijn hoofd.

‘Caitlin Frostig,’ zei Aaron. ‘Rory’s vriendin.’

‘Rory. Dat is mijn assistent.’

‘Doet boodschappen voor je.’

‘Jaah.’

‘Weet hij je pincode ook?’

‘Nee, hij krijgt kleingeld contant.’

‘Waarvoor?’

‘Om te kopen wat ik nodig heb.’

‘Ook je smook en ice en spul?’

Book fronste opnieuw zijn wenkbrauwen. ‘Hij mag niet in de problemen komen.’

‘Waarom niet?’

‘Het is een goede assistent.’

‘Hij is er als je hem nodig hebt.’

‘Jep.’

‘Caitlin Frostig was zijn vriendin.’

Geen antwoord.

Aaron zei: ‘Lang, blond haar, twintig, ging samen met Rory naar college…’

Book zei: ‘Serveerde in de kroeg.’

‘Je kent haar.’

‘Lief,’ zei Book. ‘Ik houd van lange blonde vrouwen.’

‘Ooit feestjes met haar gevierd?’

‘Dat zou ze niet willen.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Ze was dol op Rory. Rory zei dat ze erg veel van elkaar hielden.’

‘Ik wil wedden dat je met heel veel vrouwen feest hebt gevierd die een vriend hebben.’

‘Jaah,’ zei Book, ‘maar je weet welke vrouwen niet meedoen.’

‘Heeft Rory wel eens over Caitlin gepraat?’

‘Alleen wat ik net zei.’

‘Prima assistent, hè?’

‘Hij droomt ervan agent te worden. Ik heb gezegd dat ik hem zou helpen als hij zover is.’

‘En wanneer is dat?’

‘Als hij klaar is met zijn studie. Die wil hij eerst afmaken.’ Aaron ging weer zitten. ‘Mason, is er iets wat je me wilt vertellen over Caitlin Frostig?’

‘Zoals wat?’ De man was acteur, maar Aaron was ervan overtuigd dat hij niet toneelspeelde. Beelden van meneer Dmitri’s misprijzende gezicht spookten door zijn gedachten.

‘Wat dan ook, Mason.’

‘Nou,’ zei Mason. ‘Ze paste zo in dat nummer van David Lee Roth, “California Girls”. Maar ze was niet rijp voor feestjes.’

‘Waarom niet?’

‘Dat zie je.’

‘Ik wil wedden dat jij dat kunt zien, Mason. Oké, ik moet je hier vandaan zien te krijgen. Voor het geval Ax terugkomt.’ ‘Die is bij zijn vader. Daar heb ik hem naartoe gestuurd. Ik heb iedereen weggestuurd.’

‘Wie is iedereen?’

‘Rory. Kimora.’

‘Wie is Kimora?’

‘Die maakt het huis schoon.’

Hij had alleen willen zijn voor zijn zwanenzang.

Aaron zei: ‘Ik wil je hier toch weg hebben. Laten we je maar eerst aankleden.’

In de gigantische, slonzige kleedkamer van een gigantische, slonzige slaapkamer, onder een gewelfde lichtkoepel, vond Aaron zijden boxershorts uit een winkel aan Savile Row, Rock & Republic jeans, maat 29, een zwart sweatshirt van Gucci, en krokodillenleren instappers van duizend dollar.

Book liet zijn badjas zonder enige schroom vallen en bleef roerloos staan wachten met rubberen ledematen tot Aaron hem in zijn kleren hees. De jeans was hem te wijd. Aaron snoerde een riem van pythonleer om het middel van de acteur.

‘Je ziet er scherp uit, Mason.’

Book lachte.

‘Wat is de code van het hek?’

‘Weet ik niet… Dat doet Kimora.’

‘Waar kan ik hem vinden?’

‘In de keuken.’

‘Laat eens zien.’

Op een kaart naast de telefoon in de keuken stond een rij codes voor het hek, samen met een paar servicenummers. Aaron koos een code waardoor het hek zou blijven openstaan. Als iemand ernaar vroeg, zou hij zeggen dat hij het hek zo had aangetroffen, om een beschuldiging van onbevoegd betreden van andermans terrein te voorkomen. Daarmee kon hij nog niet verklaren waarom hij de oprijlaan was opgelopen en toevallig net op het moment dat Book zijn dood tegemoet wilde duiken, ter plekke was. Maar het ging hier om moord, en hij had een leven gered – hij ging ervan uit dat het wel los zou lopen.

‘Oké dan. Voorwaarts, mars!’

Book verroerde geen vin. De idioot staarde naar de verchroomde Traulsen waaruit hij zijn blik voedingssupplement had gepakt.

Toen begon het Aaron te dagen: een poging tot een galgenmaal. Book had zichzelf gezien als gevangene. Had zichzelf toch niet zover kunnen krijgen dat hij er een einde aan ging maken met een volle maag.

‘Wil je nog iets, voordat we gaan, Mason? Iets lekkers? Iets te drinken misschien?’

Book stapte achteruit bij de koelkast vandaan, terwijl hij traag zijn hoofd schudde.

‘Je engel vindt dat je iets zou moeten eten, Mason.’

‘Uh-uh,’ zei Book. ‘Zover ben ik nog niet.’

Waar ben je niet, Mason?’

De acteur pakte weer, als met een pincet, het vel van zijn hals beet. ‘Te vet.’